Schagen, 14 Julij 1858. 2. Door Burgemeester en Wethouders wordt den raad me degedeeld de staat van de ingevorderde staangelden op de ker mis en jaarmarkt alhier in 1858, bedragende eene som van ƒ103.60 als mede, dat het publiek aanbestede gemeente werk op den 17 den Junij j. 1. is aangenomen door Ktaa* Selderbeek alhier voor eene som van ƒ272. 3. De Burgemeester brengt ter tafel; eenige rekeningen van uitgave over 1857, waarvoor de uitgetrokken en toegestane som men op de begrooting 1857, alsnu bevonden zijn niet toereikende te zijn als 4. Gelezen een aan deu Raad ingediend Adres van J. Visser postbode alhier van den 29 junij 1858, strekkende ten verzoeke, dat het den gemeenteraad inogt behagenhem restitutie te wil len verleenen, van de som van negen gulden, door hem ten kan tore der registratie betaald wegens boeten, waartoe hij bij vonnis van de Arrondissements regtbank te Alkmaar is veroordeeld, wegens overtreding den verordening van politie in deze gemeen te enz. waaromtrent na deliberatie en overweging der motiven die daartoe aanleiding hebben gegeven, werd besloten, in het verzoek van den adressant niet te bewilligen. Geene bijzondere voorstellen meer te doen noch gedaan zijnde is de vergadering gesloten. BURGERLIJKE STAND. Geboren: 5 Julij. N. d. van AA Roggeveen en M. de Vos; 11 dito T. d. van K. Dekker en A. Bakker; A. z. van C. Marces en A. Steen. Ondertrouwd: 11 Julij K. Snaars wedn. van E. Over toom en A. Zot wed. van C. 't Mannetje. Getrouwd11 Julij S. Keet en E. E. Timmermans van Amsterdam. Overleden 11 Julij. F. M. Knipper oud 1 j. en 4 m. INGEZONDEN STUKKEN- li I N N E L A 1) Naar wij vernemen is j. 1. Zondag morgen terwijl de bewoners ter kerk waren, ten huize van J. K. aan de Nes alhier inbraak met diefstal gepleegd, en moet daarbij ont vreemd zijn een zakje inhoudende f 27.50. De justitie doet ijverig onderzoek. Naar men verneemt is ter vergadering der Provinciale Staten van Noord Holland, den 6den dezer maand te Haar lem geopend, door eene daartoe benoemde commissie, be staan hebbende uit de Heeren Siemers, Gerdetuer, Cordet en Winterberg een uitgebreid en zaakrijk rapport uitgebragt omtrent den den staat der duinen en stranden van af Kijk duin tot bezuiden Kamperduin, en heelt die commissie daarbij als haar gevoelen te kennen gegeven, dat de tijd daar is, om het afnemen der duinen door afdoende middelen zoo veel mogelijk te keer te gaan. De weinige waarde der varkens doet enkele boeren besluiten, om velejongo biggen te verdrinken; men ver neemt uit eene gelooofwaardige bron, dat dit onlangs te Daleveen heeft plaats gehad; acht biggen, die daar van eene zeug werden geboren, werden door de eigenaar der zeug, on- middelijk nadat ze geboren waren, een voor een in een sloot te water gebragt en verdronken, even als men doet met jonge honden. (Pr. Pr. Ort.) Op 5 dezer is uit de woning en ten nadeele van den horologiemaker G. W. Thijsen, te Utrecht, 1 gouden Chi- neesch horologie met gouden plaat en dubbele kastter waarde van ongeveer/60, en 1 gouden Fransch horologie, ter waarde van ongeveer/ 85, ontvreemd. Wij vernemen, dat de jaarlijksche algemeene verga dering der maatschappij Tot Nut van t Algemeen dit jaar den lOden en llden Augustus zal worden gehouden. VERGADERING van den GEMEENTERAAD. Zitting van 5 Julij 1858. Tegenwoordig al de leden. De vergadering wordt ten elf ure geopend, en voorgezeten door den Heer Burgemeester. 1. Worden gelezen de notulen van het verhandelde in die van 7 Junij j. 1. en na eene geringe wijziging goedgekeurd. Onderwerpen. Hdst. Afd. Art. toegest. uitg. m. uitg. Bureaukosten. 1 2 2 50 67.68 17.68 Drukenbindw. 1 2 3 „120 259.16J 138.16 Kadaster 1 2 3 25 45.83 20.83 Olie en reverberes 4 2 5 250 286.30 36.30 Zoodat die meerdere uitgaaf bedraagt eene som van ƒ213.971 geweest rijn te slapen. Den derden dag waren de roeten en beenen mijner vrouw zoo gezwollen, dat rij onmogelijk meer gaan konde, zoodat ik vcrpligt was haar bij afwisseliug in mijne armen of op mijne schouders te dragen, haar zooveel mogelijk troost toesprekende om haar van de gedachte aan zelfmoord terug te brengen. Zij wilde volstrekt sterven, xeide zij, om mijne ontvlugting niet te belemme ren. Toen het avond geworden was, viel ook ik uitgeput van ver- moeijenis op den sneeuw neder, en wij bereidden ons voor den dood met de gedachte aan onze arme kinderen en aan het geluk mijner landgenooten in Zwitserland. De aanbrekende dag deed echter mijnen moed herleven en ik zette op nieuw mijne reis voort; ik rigtte mijnen gang naar de Groene rivier, ofschoon ik wist, dat hare oevers bewoond werden door de bloeddorstige Indianen van den stam Snake; immers wat beteekende het vooruitzigt van in handen dier wilden te vallen, in vergelij king van de rampen, die wij ontvlugt waren? Wij maakten aldus vijf dsgreizen, toen onze voorraad geheel uitgeput was. De sneeuw was hard, de koude vinnig. Gelukkig vloog ons een vreemde vogel voorbij, dien ik neder'schootmet behulp van een zwavelstok en een oud dagblad, dat ik in mijn reiszak vood, ontstak ik vunr om den vogel te braden; dit onverwacht maal en degedachte aan onze kinderen verlevendigden onzen moed, en, met mijne vronw op mijne schouders, hervatte ik den togt. Den volgenden morgen bereikten wij een Indiaansch kamp, waarbij zich eenige reizigers van Kanada bevonden, welke ons vriendschappelijk ontvingen. Tien dagen later, kwam de postmeester Morel ons afhalen in naam van den generaal Bnrr, welke van onze vlngt kennis had ge kregen, ten einde ons naar het fort Zaramie te geleiden. Geheel nitgernst van onze vermoeijenissenen ruim van levensmiddelen voorzien, legden wij dezen togt gemakkelijk af en werden welwil lend door den kolonel Hoffman ontvangen. Eene maand later kwam mfin schoonbroeder met mijne familie ook aldaar aanzoo als wij afgesproken hadden. Van hem vernam ik dat Brigham Foung twee en dertig ruiters Overwegende dat de voornoemde meerdere uitgaven, na exa- minatie der rekeningen als geldende ten laste der gemeente zijn bevonden en alzoo bij af- en overschrijving op de gemeente be grooting over 1857 zullen worden geleden. Overwegende, dat na examinatie der begrooting bevonden is dat de post voor onvoorziene uitgaven daartoe ruimte aanbiedt werd besloten, om de bovengenoemde som van ƒ213.9 7 bij af en overschrijving te verhalen op de post voor onvoorziene uitga ven der begrooting 1857. Eindelijk: Mijnheer de Redacteur, In No. 38 van uw weekblad werden de ingezetenen van Schagen door den Burgemeester herinnerdaan hunne verpligtingom, zoodra de kinderziekte zich in eenig huis openbaarde, daarvan aan het gemeentebestuur kennis te geven, „op dat de vereischte voor zorgen genomen worden tot voorkoming van verdere besmetting" Deze voorzorg bestond dan ook in de eerste plaats daarin, dat een brielje met het woord „Kinderpokkenvoor de glazen werd ge plaatst. Waarom gebeurt dat nu niet meer? Omdat er slechts enkele lijders meer zijn Maar dan zijn zij toch des te gemakkelijker te vermijden, en des te beter staat de kans, om de ziekte geheel te doen ophouden. Het komt ons voor, dat toegevendheid in dit geval af te keuren is. De ziekte wordt algemeen als besmettelijk beschouwd en dat hangt zeker niet af van het getal lijders. Wij weten het, die briefjes zijn lastigvooral voor nering doende personenmaar waren zij dat tijdens de uitvaardiging der waarschuwing niet even zoo wel als thans En mag men welligt velen in gevaar brengenom een persoon voor eene kleine schade te beveiligen? Wij meenen dat te mogen betwijfelen. Naar wij vernemen wordt in de Zijpe evenmin de hand gehou den aan het koninklijk besluit van 18 April 1818. Wij keuren het af, als gevaarlijk, wat de zaak zelve betreft, en als onvoor- zigtig, dewijl het den eerbied voor besluiten des konings ver mindert, dewijl men toch ziet, dat zij maar tijdelijk worden ge had uitgezonden, om mij te achterhalen; na in allerlei rigtingen te hebben gezocht meenden zij dat ik mij verborgen hadde, om den wagen af te wachten, welke mijne schoonmoeder en mijne kinderen zon wegbrengen; zij Tolgden dien gedurende drie dagen en drie nachten, en toen ik niet kwam opdagen, en de wagen aan de gren zen van het grondgebied der Mormonen was genaderd, roofden zij alle levensmiddelen van het reisgezelschap, naauwelijks iets over latende om hen te beletten van honger te sterven. Mijne geheele fortuin bestond in eenige horologiën, welke ik bij mij had; ik verkocht ze te Laramie, en schafte mij daarvoor een nieuwen wagen aan, dien de kolonel Hoffman genoegzaam van le vensmiddelen voorzag om Kansas te kunnen bereiken. Daar nam ik mijn verblijf op eene verlatene pachthoeve, bij Black-Vermillion, voornemeus zijnde mij in afzondering geheel aan den landbouw toe te wijden; ik beschouwde die afgelegene plaats, waar ik vrijen on afhankelijk was, re.ds als een paradijs. Doch dat paradijs lag in eene verpeste landstreek, en na weinige dagen bezocht de koorts mijne volkplanting. Drie mijner kinderen stierven, en ik was verpligt de nabijheid van menschen en de hulp der geneeskunde op te roeken. Wij vertrokken, en kwamen den 6 December mager, uitgeput en doodarm te Kiekapoo aan. Ik bezit niets meer, doch ik ben weder gezond zoowel als mijne moedige vrouw en mijne overige kinderen. De algemeene liefdadigheid heeft zich niet onbetuigd gelaten, zoodat ik durf hopen, verder in hun onderhoud te kunnen voorzien. Ik gevoel mij gelukkig, wanneer ik denk aan de rampen en ontberingen welke ik heb ondervonden. Moge dit verhaal iedereen ter waarschuwing strekken, zich niet te laten verleiden door de zendelingen der Mormonen, en hon de oogen openen aangaande de diepe verdorvenheid van Brigham Foung en het lijden, dat hun in de vallei te wachten staalMogen mijne teleurstellingen en mijne treurige ervaring nuttig zijn voor al te ligtgeloovige menschen! Frederik Loba. Dit de New-Ïark~Times van 1 Mei 1858)-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1858 | | pagina 3