ALGEMEEN NIEUWS-, ADVER- ;j2fe TENTIE- EN LANDBOUWBLAD.
(Tweede Jaargang.)
A°- 57. A°. 1858.
DONDERDAG 28 OCTOBER.
UITGEVER P. J. G. DIDERICH.
Spoorwegen.
li L I T i: L A j\ I).
ENGELAND.
Londen, 26 October. Te Newbury bevond zich een heer,
die verlamd is, op eene sopha liggende, in zijn woonvertrek,
met zijne huishoudster, die bij den haard zat.Eensklaps viel
deze laatste, ten gevolge van een zenuwtoeval, met het
hoofd op het daar brandende vuur. Bij de inspanning, om
der vrouw hulp te verschaffen, viel de heer des huizes op
den grond, waarop hij, geheel hulpeloos en met het vreese-
lijk schouwspel voor oogen, begon te kloppen. Toen er op
dat gerucht eenige personen toeschoten en der huishoudster
ter hulp kwamen, was haar het ecue oor geheel weggeschroeid
en de neus en de oogen sterk beleedigd. Zij bevindt zich in
zeer zorgwekkenden toestand.
SCHAGEK ICODRANT.
T®t>B anaaa mjt&BiDiït:
Voor Schagenl.OO.
Franco per po»t door het geheele Rijk. 1.15.
Afzonderlijke Couranten0.10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Kt r i e v e vi Franco.
3»oi2iï2 aam ADTsanriimim
Van een tol vijf regels behalve
de 35 cents zegelregtf 0-75.
Iedere regel meerder0.15.
Groote Letters naar de ruimte die zij beslaan.
II.
Een plan voor eene spoorwegmaatschappij met eene aandijking
van Wieringen aan den vastenwal, en kanalisatie op groote schaal,
waar de voorloopige coucessie reeds van aangevraagd is, zoude
aan GeestmerambachtSchagen en Niedorper Cogge eene reeds
lang gewenschte verbetering kunnen verschaffen. Door eene
eigene, meer in de nabijheid van het ware spuijiugspunt te maken
waterloozing, zoude een tal van strijkmolens overbodig worden,
en de groote Schermerboezem zoude minder gevuld worden, op
het punt dat het verste van de sluizen verwijderd is. Zien wij
uit het plan, dat een nieuw spuijingskanaal, behalve van het
Schagerverlaat of Raakmaatsboezemdoor den polder Schagen
en Zijpelangs de Oudesluis tot de Kolksluis, ook van de
Langereis langs de dijken van den Waard en Groetpolder door
den Wieringerwaard, en Anua Paulowna polder tot de Kooi, in
het Noordhollandsch kanaal zoude spuijen, juist op die punten
waar het grootste verhang is, en er behalve deze, bij eene
mogelijke indijking van den Balgpolder, ook daar van af de
Ewijksluis tot halverwege het Nieuwediep en Wieringen, eene
eigene spuijingslui.3 verkregen kan worden, dan is het zonder
tegenspraakdat daar door de waterloozing voor dit gewest
belangrijk moet winnen.
Is het voor de waterloozing eene aanwinst, het geeft te gelijk
eene groote besparing in kosten, zes a achtentwintig strijkmo
lens, die gemiddeld jaarlijks aan onderhoud van vijftien
tot zeventien duizend gulden noodig hebbenen dan nog
dikwijls, door niet genoegzame gelegenheid om op die hoogere
punten te spuijen, de poldermolens bij eenen goeden molenwind
genoodzaakt zijn uren stil te moeten staanterwijl tot het daar
entegen te ontstane onderhoud van sluizen, bruggen etc.,
naauwelijks eeu vierde gedeelte van bovengenoemde som gevor
derd zal worden. Hoe nadeelig dat gedurig stilstaan van de
poldermolens op de landerijen terug werkt is genoeg bekend,
's Rijks hulp is meer dan eens noodig geweest om gedeeltelijk in
die behoefte te geinoet te komen, gelijk nog in 1801 het
geval is geweest, en er thans allerwege een tal van kleine
molens gemaakt worden, die, door omkading van eenige bunders,
in de algemeene te kort schietende drooghouding voorzien.
Dat de landerijen in Geestmerambacht. Schager en Niedorper
Cogge even goed zijn, als in Drechterland is bekend, en toch
is de omslag voor de westfriesche dijklasteu zooveel malen
lager, doordat derzelver drooghouding minder gunstig, de lauds-
waarde en de oogst zooveel lager isen bijgevolg de voorspoed
ook niet bij die van Drechterland kan halen.
Zijn de spoorwegen voor de groote communicatie wenschelijk,
niet minder zijn dat de binnen kanalen, zoo tot drooghouding
als tot onderling vertier. Is niet Oude en Nieuwe Niedorp,
Zijdewind, Winkel, BarsingerhornSchagen en zoovele andere
niet onbelangrijke dorpen in dit gewest, op een uur minderen
afstand van dc groote vaart gelegen, toch geïsoleerd om daar
op te kunnen concureren, ja in deze onderschrijven wij het
stuk, over kanalisatie in het algemeen, opgenomen in het Pur-
merender weekblad van 30 September 11., en zijn het met den
schrijver eens, dat alleen goede binnen communicatie in staat
is een volk te outwikkelen, zedelijk te verbeteren, hunne wel
vaart en daardoor 's lauds welvaren te vermeerderen.
Komt een spoorweg met kanalen en straatwegen van den
Helder door den nieuw ingechjkien polder Zijpe, Schagen, Alkmaar
over Uitgeest tot Haarlem, en van Uitgeest langs de Zaange-
meenten tot Buiksloot en Amsterdam tot stand, in verbinding
met de Hollandsche Rijn spoorwegen, zoo zoude dit gewest,
van vele zijner noodlottige gesteldheden verlost kunnen worden.
De kanalen, die alsdan gegraven moeten worden, konden
dienstbaar zijn om eene bijna kostelooze afwatering te verkrijgen,
en zouden met den onvermijdelijken meerderen aanleg van bruggen
en straatwegen de communicatie veel bevorderen, van den thans
geïsoleerden achterhoek, voorland te maken en eene ongekende
ontwikkeling te bevorderen.
Eene aandijking van Wieringen aan den vasten wal, zoude voor
dit gewest, ja zelfs voor velen onzer provincie eene levensvraag zijn
voor meerdere veiligheid, tot voorkoming van watersnooden enz.
Van eeuw tot eeuw worden de vloeden hooger en men wil,
dat dit in vierkante rede toeneemt, namelijk, dat zooveel als
de dijken vroeger in honderd jaren verhoogd en verzwaard
werden, men nu in vijf en twintig behoort te doen. Sedert 1825
na den watersnood zijn de dijken in het algemeen zeer weinig
verhoogd en verzwaard.
Tot tweemaal heeft in weinige jaren het zeewater op de kruin
van den Aartswouder dijk gestaan, en andermaal zijn wij in
gevaar eenen watersnood te beleven.
Wordt Wieringen echter aangedijkt, en zoo doende een bol
werk voor den westfriesschen zeedijk zoo zoude de veiligheid hier
belangrijk winnen. Bij eene bedijking der balggronden zouden
zwaarder en hooger dijken gelegd moeten worden, dan nu voor
de ingedijkte polders is geschied; daardoor wordt niet alleen
de veiligheid verminderd, maar Wieringen eenmaal aangedijkt
zijnde wordt de stroomlijn verplaatst, en er moet van Wieringen
op Medemblikeene aanslibbing ontstaandie andermaal dc
gelegenheid geeft, om dit gewestmet eene groote dertig duizend
bunders land te vergrooten, en het oude Westfriesland zoude
weder eene strook gronds bebouwen, waar vroeger steden en
dorpen hebben gestaan.
Dat zulke zaken overwaardig voor dit gewest zijn en onze
opmerking verdienen is, in een tijd dat de landswaarde van jaar
tot jaar nog stijgende, en toch voor velen noch land noch woning
te verkrijgen zijn, achten wij gewigtig genoeg om tot overweging
op te geven.
Een spoorweg voor Noordholland langs de duinen is alleen
niet voldoende, om de mogelijke ontwikkeling in dat gedeelte,
voldoende te bevorderen. Welke ontwikkeling kan die spoorweg
van af Alkmaar tot den Helder aan dat gedeelte van dit ge
west geven. Eene spoorbaan langs eene geheel onbebouwde en
voor ontwikkeling minder vatbare landstreek, is even, als men
zijn kapitaal in eene gewaagde onderneming voor een of twee
percent belegde, terwijl daarneven de voordeeliger vooru'tzigten
beslaan om misschien zes of zeveu te verkrijgen, terwijl boven
dien door aan de laatste de vooikeur te geven eene onbere
kenbare waarde, vermeerdering in producten en landswaarde kan
verkregen «orden. Land aanwinning, waterloozingen verbeteren,
meerdere communicatie door die kanalen, straatwegen en bruggen
op kortere lijnen, dat alle3 is voor dit gewest even onmisbaar
als voor Amsterdam een spoorweg of een Noordzee-kanaal.
Door het doen van eenige graafwerken in eene enge
straat alhier werd eene gaspijp lek. Den ochtend na hetver-
rigten dier werkzaamheden bleven de vensters van een ar
beidersgezin, bestaande uit man en vrouw, benevens eene
aankomende dochter en twee jeugdige kinderen gesloten. Dit