D UITSCHLAND. Weenen, 9 Mei. Generaal Urban, die zich in den Hongaarschen omwentelings-oorlog vermaard heeft gemaakt, is het bevel over eene vliegende kolonne opgedragen, bestemd om de rust en orde in Lombardije te handhaven. Berlijn, 12 Mei. Het gerucht der abdicatie van de Ko ning van Pruissen, ten voordeelen zijns broeders, den prins-regent, wint alhier meer en meer veld. Coblentz, 10 Mei. De stad Cochem verkeert in groot ge vaar, vermits de groote toreu aldaar in de laatste dagen naar den eenën kant sterk overhelt en gebarsten is, zoodat men steeds vreest dien te zien instorten. De bewouers der na burige wijken hebben hunne huizen dien ten gevolge verla ten. BELGIË- Brussel, 11 Mei. Bij het ministerie van oorlog zijn alle maatregelen genomen, om op een gegeven oogenblik al de klassen onder de vaandels te roepen, en aldus de toevallen af te weren, welke zoude kunnen ontstaan. In 48 uren tijds zou het effectief des legers op 80 h 100 duizend man kunnen gebragt worden. Met dit doel zijn er aan al de stations-chef van het land bevelen gezonden. ITALIË. Turijn, 7 Mei. De Eransche troepen, die hier aankometl, worden met de grootste geestdrift ontvangen. In dekoffijhui- zen maakt men zich er eene eer uit, hun iets te kunnen aanbieden. Onlangs wilde een Fransch soldaat een glaasje cognak betalen, dat hij gedronken had, doch de kastelein weigerde dit, met de woorden: r/Gij zult daarvoor een Oos tenrijker uit mijn naam doodschieten". //Geef mij dan nog maar een glas, dan schiet ik er twee dood". New-York, 27 April. De ketel der stoomboot St. Nicho- las is den 24sten April jl. op den Mississippe gesprongen. Naar men zegt, zijn daarbij 7 5 personen omgekomen, terwijl velen gewond werden. Schagen, 18 Mei 1859. er op, dat gij u der Italiaansche armee, Napoleons oudere zuster, zult waardig betoonen." De direcle\(r van den schouwburg la Scala bevindt zich alhier tn is geraadpleegd over het zenden naar Milaan van een gedeelte van het personeel der Comédie Fraucjaise, om daar, bij de komst des keizers, voorstellingen te geven. Baron Poerio, de Napolitaansche banneling, bevindt zich te Parijs. Uit Genua wordt gemeld, dat, toen de Fran°che troepen aldaar waren aangekomen, de generale betaalmeester nog niet aanwezig was, zoodat de betaling van de soldij niet zou hebben kunnen geschieden, indien niet alle bankiers van Turijn hunne kas ter beschikking van den Pranschen consul hadden gesteld. 10 Mei. Op den spoorweg van Weenen naar Marburg, heeft alweder een ongeluk plaats gehad; vijf rijtuigen werden daarbij verbrijzeld. De graaf van Chambord is gisteren met zijne echtge noot, de aartshertogin Theresia van Oostenrijk Este, van Erohsdorf naar Praag afgereisd, om zich verder naar Neder land te begeven. Men zal zich herinneren, dat de graaf ver klaard heeftin geen laüd te kunnen verblijven, dat met zijn vaderland in oorlog is. Het stoffelijk overschot van v. Humbolt is gisteren och tend in het familiegraf te Tegel bijgezet. 13 Mei. Naar luid van berigten uit Dantzig, heerscht aldaar onder het volk zulk eene vrees voor oorlog, dat alles naar de spaarbank stroomt, om zijne penningen terug te halen. Tn de laatste dagen heeft de spaarbank meer dan 170,000 thaler uitbetaald. Ragusa10 Mei. De keizerlijke brik Triton is gisteren avoucl.in de nabijheid van Lacoma in de lucht gesprongen, op het oogenblik, dat de kruidkamer werd ontladen. Geluk kig was een deel der equipage aan wal gegaan. Bij dit onge val werden 4 personen gedood en 9 gewond. Triëst, 11 Mei. Nadere berigten, uit Bagusa ontvangen betreffende het verongelukken van den Triton, houden in, dat onder de personen, welke tijdens die ramp aan wal waren, zich ook de commandant van het schip bevond. Intusschen schijnt het getal der gedoodén en gekwetsten grooter te zijn, dan men aanvankelijk dacht, naardien men thans ongeveer 80 man vermist. 12 Mei. Te Charleroi zal eerstdaags een satariek blad verschijnen, getiteld de Uil. Het zal met witte letters op zwart papier gedrukt worden. De beroemde tragédienne, Mevr. Historie, zal van den 10 tot den 15 Junij een paar voorstellingen in den grooten schouwburg te Luik geven. Mevr. Historie reist met een vol ledig personeel, en is voornemens ook Brussel en vervolgens Nederland te bezoeken. Een jongeling uit Souvret (arrondissement Charleroi), de heer Alexander Baudoux, gewezen onderofficier bij het vreemden legioen, tijdens den oorlog in de Krim, had het Piëmontesche gouvernement zijne diensten aangeboden. Generaal Garibaldi heeft hem thans eenen zeer vleijenden brief gezonden, waarbij hij hem berigt, dat zijn aanbod aangenomen is. De heer A. Baudoux, die slechts 24 jaren oud is, zal in het corps van Garibaldi treden met den rang van officier. Men zegt, dat verscheidene jongelingen der omstreek hem naar Italië zullen verzeilen. 13 Mei. Dagelijks gaan groote treinen paarden, uit de provinciën Luxemburg, Namen en Luik, door Charleroi met den spoorweg naar Frankrijk. 9 Mei. Het is wezenlijk eene schande, zoo als de Oosten rijkers in Italië huishouden. Te Novara hebben zjj dagelijks aan brood 100,000, aan vleesch 30,000, aan rijst 50,000, aan zout 30,000, tabak 100,000 en aan haver 22,500 portien geëischt, benevens 100,000 pond hooi en 2400 pinten wijn. Dit heeft vijf dagen geduurd, en daar de opbrengst veel te groot was voor het daar liggende leger is het overige naar Lombardije gezonden. Te Vercelli werd hetzelfde geeischt, doch bovendien is al het leder uit de stad medegenomen en bijna al het linnen. De stad moest ook nog 300,000 francs opbrengen. Te Voghera zijn, gedurende 5 dagen per dag opgebragt 50,000 portien brood, 50,000 vleesch, 30,000 wijn, 50,000 tabak en 30,000 pond hooi. Te Terra Nuova werden 35,000 portien geeischt, te Castel Nuovo 80,000 en te Oleggio 50 ossen, 100,000 pond hooi en 1000 portien brood gedurende 5 dagen. Deze drie plaatsen zijn kleine dorpjes, waar thans hongersnood heerscht. Te Lotnellino was het nog erger, doch op te geven hoeveel is moeijelijk, omdat de inning daar zeer onregelmatig ging en officieren zoowel als soldaten zich niet schaamden, de le vensmiddelen uit de huizen weg te halen. De inwoners wer den mishandeld en de officieren liepen met stokken om hen te slaan. Te Seopiana zijn de syndicus, de vice syndicus en een lid van den gemeenteraad als gijzelaars mede genomen, Te Mortara en Mede is hetzelfde geschied. Zulk een wijze van oorlogvoeren, behoort bij de onbeschaafd ste natiën te huis; de oorlog van dien kant is niets dan een rooftogt. //Een boterkooper van Ivrea, die zich tweemaal 's weeks naar Vercelli begeeft, heeft op zijn woord van eer, het vol gende geval verzekerd: //Hij begaf zich, een paar dagen geleden, met eenigen van de zijnen naar Vercelli, toen zij een aantal ruiters in galop zagen naderen. Bij het gerucht van het hoefgetrappel meng den zich noodkreten, gelach en hoeras. Een oogenblik wisten zij niet wat te doen, en door vrees overmand, wilden zij vlugten; doch daartoe ontbrak hun de tijd, want in weinige minuten waren de Uhlanen bij hen, en velden een hunner met een pistoolschot neder, enkel om er zich vrolijk mede te maken. //Deze wilden hadden op hunne paarden een 20tal jonge schoone vrouwen, welke zieh te raidden dier brooddronken soldaten verweerden. Eenige harer waren aan den zadel vastgemaakt; anderen had men den mond gestopt om haar het schreeuwen te beletten. Met hangende haren en verscheur de kleêren voerde men haar tot aan het station van den spoorweg, en God weet wat daar voorviel. //Toen de arme man dit verhaalde, beefde hij over zijn geheele ligchaam. Nog geheel verschrikt over hetgeen hij in de stad en op de openbare wegen gezien had, durfde hij niet naar Ivrea terugkeeren, uit vrees, dat men jegens de inwoners met dezelfde wreedheid zou te werk gaan." AMERIKA. BINNENLAND. Op jl. Donderdag is door de Rijksveldwacht gearres teerd de persoon van P. B., wegens diefstal en ligten van fuiken, aan anderen toebehoorende. De Teden van dit feit laat zich moeijelijk gissen, aangezien bovengenoemde persoon niet onbemiddeld is en zeer goed in staat was, zijn brood te verdienen. Voor een paar dagen had te Nieuwolda een treurig ongeval plaats. Het vierjarige zoontje van een boerenarbeider viel van den hoogen diepswal in het water, 't Is daar zeer diep, en daarom durfde niemand van die er op toekwamen, zich te water begeven. Eindelijk ziet de vader het, bezweet van den arbeid komende en springt zonder bedenken zijn kind na. Doch zijn worstelen baat niet. De grootvader komt er bjj en aarzelt niet, zich in gevaar te begeven. Zeker zouden nu alle drie het leven hebben verloren, ware niet een ander met een schuitje toes-eschoten Daarin werden ze oneenomen. Doch helaashet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1859 | | pagina 2