GRAS-VERPACHTING, LEVEND VEE, Amsterdam, 27 Febr. Tarwe tot goeden vorigen prijs gedaan; 130 ffi bonte Poolsche f320, 323, 325; 130 ffi dito f315; 131 ffi dito f337; 129 ffi dito f320; 135 ffi Rostock f332; 130® oude Franscbe f 278; 131 ffi boute Poolsche f340. Hoorn, 23 Febr. Kaas. Aangevoerd 30 stapels. Iloogsle prijs, kleine graskaas f 30. Leiden, 25 Febr. Boter 1ste kwal. f 1.35 a 1.47J; min dere f 1.20 a 1.32J; verkocht 2880 Ned. ffi. Delft, 23 Febr. 1ste kwal. per 1/4 vat f 66 a 67; 2e dito 60 a 65. Meppel, 23 Febr. 40 mud Aardappelen f 2.40 a 3.20; 9200 Ned. ffi Boter per vat; fijne nieuwmelksche f 24 a 25; puike Stal-Boter f 22 a 23; per 1j Ned. ffi f 1.75 a 1.90. Zwolle, 24 Febr. Aardappelen f 2.50 a 3.25; Boter per Ned. ffi f 1.10 a 1.30; dito per j ton f26. Zutphen, 23 Febr. Aardappelen f 2 a 2.50. Boter f 20.50 a 24.25. Sneek, 21 Febr. Boter. 260/4 en 161/8 ton a f54. Leeuwarden, 24 Febr. Boter. 310/4, 220/8 en 43/16. Prijs geen. INGEZONDEN STUKKEN. Donderdag 15 Maart 18()0, Openbare Verkooping (om contant geld,) op Maandag den 6 Maart 1860 6 KALTKOEIJEN, 5 GELDE- KOEIJEN, 2 PAARDEN, zwarte ruinen1 vijfjarig PAARDstekelhari ge bles2 tweejarige PAARDENeen bruin en een zwart11 SCHAPEN overhouders en ooi schapen, 2 vette VARKENS, 4 ZEUGEN met een BEER, 2 GEITEN. 2 ZAADWAAIJERS f 1 PLOEG en EGGE1 Driewielde KAR 1 AARDTROG 1 BOEREWA- GENbenevens eene partij ROGGE- en TAR- WESTROOalsmede eenig Huisraad en Inboedel, Rogge prijshoudend met goeden handel; 129 Pruiss. f248; 120 ffi nieuwe St. Petersb. f 204; 119 ffi dito f 200; 116 ffi jarige dito f 190, 192; 118 ffi nieuwe Archangel f 199; 126 ffi Gaïatz f228. Op levering per April f195. Gerst onveranderd; nieuwe Mannh. f 210 per 1950 kilo. Boekweit schaarsch en goed prijshoudend, 118 ffiGordij- kerf22b; nieuwe grove Franschefl80 per 2100 kilo bij partij. Lijnkoeken f 10J a 13. I.ondensche Veemarkt. Maandag 27 Eebr. Ter Veemarkt waren aangevoerd 3530 Runderen, 19,200 Schapen, 101 Kalveren en 390 Varkeus. Men betaalt voor Runderen 5/-; Schapen en Kalveren 6/- eu Varkens 5-. Waarneming, aangaande de dopluls in de wijn gaarden, persik- en abrlkoosboomcn, Een wijngaardstaande tegen het zuidwesten, ter lengte van een muur van veertig of vijftig voeten, en zestien of twintig voe ten hoog, was in eenen treurigen staat, waarschijnlijk door mis handeling. De winter- of herfstsnoeijing namelijk, geschiedde veelal in Maart, en het hout kwam niet meer dan vier of vijf duimen van elkander te liggendus werd het zomerhout natuur lijk kort aan en op elkander geplaatst. Hieruit kan men nagaan, dat alles zeer arm zijn moest, en de wijngaard gevolgelijk geene goede druiven kon voortbrengen, vermits er te veel voedsel noo- dig was, om dit alles te onderhouden. In 1840 nu, werd genoem de wijngaard gekocht door een' mijner kennissen, en diens oog merk was om hem in beteren staat te brengen, indien het hem mogelijk zijn mogt, niet denkende op die manier meester te zullen worden van de schadelijke dopluizenmaar betere druiven te zullen hebben. Hij snoeide ten dien einde den wijngaard in December, ter lengte, naarmate het hout zich liet aanzien, leidde het ter wijdte van 12 a 16 duimen van elkander, voorzag hem van onder aan den wortel met ouden verganen koemest, en het gevolg was, dat de wijngaard dien zomer een zeer sterk gewas maakte. Hij droeg vervolgens zorg, geen onnut hout in de zomer- binding of snoeijing te laten blijven, en die bevordering van sterken groei had ten gevolge, dat de luizen minder waren, en de druiven beter. Hij hield zich voorts aan dezelfde behandeling, en in het derde jaar was het, als of er nooit luizen in gemelden wijn gaard geweest waren; ook zijn ze er tot nog toe niet in geweest. Eene dergelijke behandeling ondernam hij aan den persik en abrikoos; hij sneed dezelve zeer dun uit, zoodat, als het zijn kon- de, de takken 4 duimen van elkander kwamen te liggen, voorzag de wortels, met goeden ouden verganen koemest, deed dit ver volgens ieder jaar, te gelijk zette hij de boomeu zoo hoog met de wortels, als het maar eenigzins zijn konde, zoodat ze maar even met aarde bedekt waren en vatten konden, dragende tevens in den zomer, met droog weder zorg, dat ze wel begoten werden. Hierop volgde een zeer sterk gewas. Hij brak in tijds de spruiten, welke hem dachten dat onnut zijn konden, om in te binden, er uitde boom had dus geen onnoodig voedsel te verschaffen maakte sterk hout, en de luizen verminderden; om kort te gaan in het derde jaar was er geene te vinden in al die boomen, noch in de wijngaarden, die tegen over het zuidwesten stonden. Doch in de boomen, die tegen het zuidoosten stonden, ofschoon ze dezelfde behandeling ondergingen konde hij geen lui3 meester worden, en dit had zoo wel plaats in de kasten als op het open veld voor de schuttingen. Hij beproefde daarom een ander middel. Yoor die boomen op het Z. O. nam hij asch, en wel boutasch. Hoezeer dit middel thans overgenoeg bekend is, betuigt hij echter verscheidene lieden gezien te hebben, dat zij het zonder vrucht gebruikt hebbeD, omdat zij het kwaad alligt in een jaar wilden overwinnen, en al spoedig zeiden: er is geen' raad voor. Gemelde kennis nam een vat, vulde het met asch en water, maakte dit tot eene soort van bry, of liever dikke verw, waarmede hij de boomen vervolgens smeerde. Zoo dra het blad van de boomen was, dat wel in de kasten het eerste plaats had, sneed hij alles los, vervolgens het hout dat hem in het aanbinden dacht onnoodig te zjjn, er uit, en had gevolgelijk minder te smeeren. Hij nam een schilderskwast, en besmeerde den boom en de takken met die pap, zoodat er hoegenaamd geen plekje, hoe klein ook, overbleef want, indien men slechts iets overslaat, en één luis vrij blijft, kan men ver zekerd zijn, dat ze twee a drie honderd zaden of luizen voort brengt. Tot het smeeren koos hij matig zacht weêr, zonder vorst. Men begrijpt zeer gemakkelijk, dat, met vriezend weêr, de knoppen of botten, door de scherpte van de asch, en het vocht, waarmede die gemengd is, hinder zouden hebben, verder verzekert hij, dat hij nooit aan hout, dat goed rijp was ge worden schade gehad heeft, ook aan geene botten. Die behan deling heeft hij acht jaren achtereen volgehouden, zonder te verzuimen, al zag hij bijna geen luis, want de kosten waren slechts één man, die vier boomen op een dag besmeerde, be slaande negen groote ramen. Het gevolg hiervan was, dat de luis geen den minsten hinder deed, daarom zegt hij, raad ik allen liefhebbers, welker boomen met dopluizen bezet zijn, het jaarlijks gebruiken van dit middel ten sterkste aan, en wel om het bij aanhoudendheid, zoo tijdig in het werk te stellen als mogelijk is. Op 40 boomen, die te voren bijna niet ééne smakelijke vrucht voortbragten, ben ik hierdoor dit kwaad volstrekt meester geworden. Ten slotte zij gezegd dat men bij ondervinding zal zien, dat, wanneer men maar één jaar verzuimt, men er ook weder, als te voren, mede geplaagd wordt. Dat het overigens zonderling is, dat die boomen, welke tegenover het Z. W. stonden, alleen door bevordering van sterken groei, vrij van luis werden en bleven, dit laten wij verder aan de natuuronderzoekers over. A. d. H. te D. Ee Waardschappen van de SCHAGER KOGGE zullen op voormiddags 11 ureten huize van K. Selderbeek kastelein in den Wildeman te Schar/en. Voor gereed Geld verpachten, het Grasgewas van de Schager-, Barsingerhorner-en Haringhui- zer-, Drooge Zeedijk. Iemand gading hebbende komen op t jd en plaats loven gemeld. (419) van Des morgens ten 10 ure, ten huize van ARIE SCHERMERLandbouwer in den Anna Paulowna polderin den Oostpolder bij den Zwin- weg van waaronder 1 KABINET en hetgeen verder zal worden te voorschijn gebragt. (420)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1860 | | pagina 3