DU ITSCHLAND Weenen, 8 Maart. Uit Constantinopel wordt, in dato 29 Febr. j 1., het volgende gemeld: //In de afgeloopen week zijn hier zeven zeeroovers, allen Grieken, die met eene ge wapende bark de zee van Marmora en de haven alhier had den bezocht en, na een bloedig gevecht, door de politie wa ren in hechtenis genomen, tot 15 jaren galeistraf veroordeeld. Desniettegenstaande hoort men nog dagelijks van nieuwe voorvallen van geweld en rooverij in onze hoofdstad. In den nacht van Zaturdag op Zondag werd door eene dievenbende bij den bankier Darand ingebroken en 400,000 piasters ge stolen. Thans heeft men een Griek gevangen, die tot deze bende schijnt te behooren". Berlijn. 9 Maart. Uit Sleeswijk wordt gemeld, dat er veel sensatie is opgewekt, doordien een jon? Sleeswijker, Gerhke genaamd, die, wegens het in handen hebben van een exem plaar van het bekende adres der stenden, door de politie in eeu donker hok, voor de zwaarste misdadigers bestemd, was geworpen, en daar acht dagen lang, zonder licht, zonder boeken, en schier van al het noodige beroofd, bleef opgeslo ten, in den uacht vau Donderdag op Vrijdag 11. zich van het leven heeft beroofd. Volgens de Preussische Zeitung, die, wat de ondergane mishandeling betreft, in de hoofdzaak het zelfde meldt, moet echter niet alleen de jonge Gehrke, maar ook diens 81 jarige vader zijn in hechtenis genomen, en zou het deze laatste zijn, die de hand aan zijn leven sloeg, om zich van de hem op gelegde kwellingen te bevrijden. achteruit werken, en waarschijnlijk zou de Louise door deze ma noeuvre behouden zijn, had niet een vreeselijke rukwind het schip tegen de voorste steenen van het havenhoofd geslingerd. Men weet reeds dat de kapitein tot het getal der ongelukkigen be hoort, welke de zee verzwolgen heeft. De schok was zoo hevig en de schade aan het schip was zoo groot, dat liet onmiddelijk begon te zinken. Men kan zich al het vreeselijke van deze ramp, door de duisternis van den nacht nog akeliger gemaakt, ver beelden. De ontsteltenis der talrijke passagiers, die door den gednehten schok door elkander werden geworpen, was onbe schrijfelijk. Niettegenstaande de snelheid, waarmede hulp werd geboden, ondanks den moed en de menschlievendheid van een aantal personen, die naar de plaats dc3 onheils waren gesneld, hebben 50 personen den dood in de golver gevonden. Eene boot, welke in zee werd gebragt op het oogenblik dat de Louise tegen de rotsen stootte, sloeg op hetzelfde oogenblik om en de zee verzwolg de 8 mannen, welke zij bevatte. De kapitein, die tot op het laatste oogenblik een zelfopofferenden moed heeft betoond, is het slagtoffer geworden - an zijne trouw. Twee geestelijken en een gezelschap van 28 tooneelspelers behooren onder de omgekomenen. Van de laatste werden alleen de directeur en zijn zoon gered. 8 Maart. Gelijk reeds bekend is, heeft de revoln- tieonaire partij te Rome te kennen gegeven, dat zij bet roo- ken van sigaren beschouwt al* een bewijs van oppositie te gen hare beginselen. Vandaar dan ook, dat ieder, die met eene sigaar in den mond op straat verschijnt, als een verklaard aanhanger der regering, allerlei bel eed i gin gen te verduren heeft. Dezer dagen is een heer, die een sigaar rookte op de Piazza della Pace aangerand en toen hij zich verdedigde, door dolksteken zoo hevig verwond, dat hij is overleden. Uit Constantinopel wordt gemeld, dat er in de garde robe van den sultan een kaftan is te vinden, die reeds elf maal aan den sultan is verkocht en telkens weder weg is genomen, om dien weder te verknopen; dit kleedingstnk kost thans 750,000 piasters. In Europa zou dit groote ver wondering baren, doch in Turkije schijnt het eene gewoonte te zijn. 9 Maart. Gisteren heeft te Nantes eene bnskruidont- plofRng plaats gehad. Een jongen, 18 jaar oud, was door zijn patroon belast een zak kruid van ongeveer 12 kilo grammen naar eene der marmergroeven te brengen. Vóór een prentenwinkel gekomen, zette hij zijn zak ncér, bekeek de prenten en stak eene pijp op; eene vonk schijnt op den zak te zijn gevallen en het kruid ontvlamde met een ver vaarlijken slag. Toen de rook was opgetrokken, vond men den jongen op ongeveer 30 pas van het punt, waar het on geval had plaats gehad, deerlijk verwond en bijna onkenbaar op den grond liggen; acht personen zijn meer of min ver wond en de glazen van den prentenwinkel zijn tot aan de vierde verdieping gebroken. Uit Venetië wordt berigt, dat de militaire gouverneur eene belasting heeft uitgeschreven van 80,000 florijnen, om in de kosten van inhechtenisneming en onderhoud der ver dachte personen, welke in Oostenrijk worden geïnterneerd, te voorz'en. In 1853 had maarschalk Radetzkv het heffen eener belasting te Milaan bevolen, ter bestrijding van de kosten van eiecutiën en bastounades aldaar. De Covrrier du Harre deelHt de bijzonderheden mede, bij het vergaan van eene groote ijzeren rader-stoomboot, toebehoorende aan de Cork Steam Navigatior Company: »De Nimrod was verleden maandag uit Livetpool met passagiers naar Cork vertrokken. Bij het binnenstoomen van het kanaal, had hij een Noordwestelijken storm door te staan, waardoor hij op de kusten van westelijk Wallis werd geworpen. //Al de passagiers en de equipage zijD door de golven ver zwolgen. Men heeft ongeveer 30 personen aan boord gezien; onder hen telde men 6 soldaten en eene vrouw met vier kleine kinderen, welke zich wanhopig aan hunnemoeder vastklampten. *Drie der ongelukkige schipbreukelingen, hadden hunne redding op een stuk van het vaartuig gezocht; twee van hen verdwenen spoedig in de golven, de andere zich aan eenige drijvende stukken hout vastklampende, hiel zich gedurende ceaige tijd boven water, doch eindelijk verdween hij op zijne beurt. #Eene poging werd aangewend, om door middel van een sterk touw eene gemeenschap tusschen het verongelukte schip eu de kost tot stand te brengen; doch de toestand der zee liet dit niet toe. *Met uitzondering van de drie ongelukkigen, wier lot zoo even gemeld is, zijn al de matrozen en de passagiers van de stoomboot met het schip en de golven verdwenen. Hun laatste hulpgeroep kon men aan het land hooren en vervul de ieder met schrik. 9 Maart. De bezorgheid, dat binnen kort op nieuw krijgsverwikkelingen zouden ontstaan, is in de laatste dagen weder sterker geworden. Voortdurend worden hier in stilte krijgstoerustingen gemaakt. De troepen, welke in de aan Italië grenzende provinciën zijn geconcentreerdworden voortdurend versterkt, de Italiaansche vestingen op nieuw gewappnd en de kanonneerbooten op het Garda-meer ver meerderd. Ook in de arsenalen hier ter stede heerscht de grootste bedrijvigheid, en de verschillen ijzerfabrieken kun nen aan de gedane bestellingen te naauwernood voldoen. Nopens den luit.-maarschalk von Eynatten, die zich dezer dagen in zijne gevangenis heeft van het leven beroofd, worden nog de volgende bijzonderheden medegedeeld: Uit het onderzoek in zijne zaak is gebleken, dat de door hem in het militair beheer begane verduisteringen van geldswaarde inderdaad eene zeer aanzienlijke som moeten uitmaken welke echter voor het grootste gedeelte buitenlands moet zijn overgebragt; althans is in de woning des beschuldigden slechts, 70,000 gulden gevonden en in beslag genomen. Wat. de beweringen betreft, al sof de beschuldigde ook in misdadi ge betrekkingen met den vijand had gestaan, dienaangaande is niets met zekerheid bekend. Baron von Eynatten laat eene weduwe na, alsmede drie zonen, welke als officieren in het leger dienen. Twee officieren te Mödlin, bij weenen, hadden hun voornemen te kennen gegeven elkander te dooden. Na te za- men gedineerd te hebben, zijn zij gaan wandelen en hebben te gelijk hunne pistolen op zich zelf afgeschoten. De een bleef dood op de plaats, de ander is ernstig aan 't hoofd ge wond. Onlangs overleed te Bluyn, in de Pruissische kreis, Moers, een daglooner, en zijne weduwe had kort daarna vau twee ver schillende verzekeringsmaatschappijen de benoodigde begrafmis- gelden ontvangen. Terwijl het lijk nog boven aarde stond, trad een voorbijtrekkend artillerist hare woning binnen en verzocht haar om een weinig warm water en eenig linnen om zijne voeten te verbindenwelke hij had doorgeloopen. Nadat de vrouw met de meeste bereidwilligheid hare hulp had verleend, en hij zich in staat geloofde zijn weg te kunnen vervolgen, merkte hij, dat hij evenwel zijn togt onmogelijk kon voortzetten. Daarna verzoekt hij haar hem voor één enkelen nacht huis vesting te verleenen. De goede vrouw staat hem zijn verzoek toe, maar betreurt het dat zjj zoo bekrompen leefde en slechts de kamer waarin het lijk van haren man stond, ter zijner be schikking kon stelleu. De moedige jongeliug, die zich ook wel naar de omstandigheden moest schikken, stemde er in toe om bij het lijk den nacht door te brengen. Midden in den nacht wordt hij door de vrouw gewekt, die hem in groote angst mededeelt, dat zij in het eerst geloofde, dat hij opgestaan en de oorzaak was van het door haar vernomen gedruisch, maar dat zij nu stellig geloofde, dat er ingebroken werd. Van zijne legerstede opspringen, in aller haast zijn uniform aan trekken en vooral zijn sabel grijpen, is voor hem het werk van een oogenblik. Het was hoog tijd, juist dringen drie mannen met zwart gemaakte gezigten het hu's binnen en vorderen onder vreeselijke bedreigingen, dat de verschrikte vrouw al haar geld zoude afgpven. Maar terzelfder tijd springt de jonge militair te voorschijn en maakt van zijn blinkend wapen zulk eeu voor treffelijk gebruik, dat het slechts aan een der drie onverhoeds overvallenen gelukthoewel met wonden overladeD, te ontvlug-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1860 | | pagina 2