RIETGEWAS,
ALGEMEEN NIEUWS-, ADVER- TENTIE- EN LANDBOUWBLAD.
(Vierde Jaargang.)
N°. 169. gé* A°. 1860.
Voorbeeld van Hongersnood.
ReKnopt ovcrzigl van de gebeurtenissen der week.
SSHASSB f COURANT.
Axtnumiimiaips TL ia aaii uiaaoniu:
Voor Schagea1.00.
Franco per poat door het geheele Rijk. 1.15.
Afzonderlijke Couranten0.10.
Verachijnt iederen Donderdagmorgen.
DONDERDAG 20 DECEMBER.
UITGEVER P. J. G. DIDERICH.
Rrleren Franco.
>313 J8 1)23! 3tD7231tllQ?12D l
Van een tot vijf regel»f 0 75-
Iedere regel meerder0 15-
Geboorte-, Huwelijk»- en Doodberigten 0 50-
De 35 cent» legelregt niet mede»erekend.
Crootc Letter» naar de ruimte die zij bealaan.
Wegens liet te Iaat aankomen van den post
wordt deze Courant eerst heden verzonden.
Uithoofde van het Kersfeest zal liet volgende
nummer ecu dag later verschijnen.
HEKE XI) UtEIXG
De Burgemeester vnn SCHAQEN, verwittigt de be
langhebbenden, dat de, op den 27ue" December 1860,
ten 12 Ure, op het Raadhuis, aangekondigde Verpach
ting van het
zal plaats hebbenten zelfden dagedes
voormiddags ten ELF ure
in de HERBERG „(Ie ROOS" alhier.
Schagen den 18 December 1860.
De Burgemeestervoornoemd,
H. R. de MEÊR.
E EX\ ISGEf IXG.
De Burgemeester van Schagen, brengt ter kennisse van
Het volgend verhaal verdient voor vergetelheid bewaard te
wordenal ware het alleen, om te doen zien, hoe lang een
mensch het zonder spijs kan uithoudenen welke de voornaam
ste verschijnselen zijndie met dat hongerlijden gepaard gaan.
Het bedoelde geval gebeurde bij de belegering van Manheim
door de Franschen. De mandie hel ondervonden heeft, leefde
nog voor cenige jaren te Frankfort. Het verhaal wordt,zoo veel
mogelijk met zijne eigene woorden medegedeeld. Het beleg
nam eenen aanvang en het beschieten begon hevig te worden
zoodat de bewoners blijde waren zich ergens in eenigtn schuil
hoek te kunnen verbergen. De batterijen bestreken elke straat,
en de kelders ouder de huizen waren de eenige plaatsen waar
men veilig kon zijn. Hechte muren boogswijze gemetselddek
ten deze kelders; en het was een zeldzaam geval, dat eene bom,
door het dak en de sterke zolders vau een huis gevallen zijnde,
nog krachts genoeg had om door die keldergewelvcn te dringen.
Een ongelukkig toeval belette mij, der bezetting in het verdedi
gen eenige hulp toe te brengendaar ik mijn been gebroken had
door eenen val van het bolwerk, een of twee dagen vóór de stad
ingesloten werd. Ik woonde in eeue tamelijk breede straat,
doch meer blootgesteld aan de vijandelijke kogels, die dikwijls
dezelve in de geheele lengte doorvlogenvan het eene einde tot
het andere.
Nu en dan vielen er bommen weinige schreden van mijne
deur, en het bleek duidelijk, dat het niet langer veilig was, bo
ven den grond te blijven.
Ik liet mij derhalve een paar matrassen in mijnen kelder bren
gen, en tevens eenigen voorraad van levensmiddelen, weinige
kaarsenvoorts andere noodwendighedenook boekenen nam
mijn verblijf aldaar. Er waren twee kelders, beide aan het ein
de van een' gewelfden gang gelegen. De tweede was bezet door
mijne beide dienstmaagdeneen jongenmet r.ame Ernest veer
tien jaren oud zijnde, hield zich in den eenen of anderen op, en
liep af en aannaar gelang de omstandigheden of neiging hem
drongen. Omtrent het miJden van den gewelfd--n gaug, aan de
regterhand, was een steeuen trap gemetseld, welke boven naar
de^keuken geleidde. De knaap was levendig van aard en niet
vreesachtig. Dikwijls werd bij ons onderaardsch verblijf moede
en liep naar bovenom aan de deur op straat te kijkensoms
waasde hij zich zelfs op de wallen, wanneer hij ons eenig
nieuws aanspande den toestand van zaken wilde brengen, of
berstenwelke huizen tot puin geschoten waren.
belanghebbenden, dat van af heden, ter secretarie dezer ge
meente, verkrijgbaar isde Verordening op het beurlveer,
tusschen Schagen en Amsterdammet bet tarief der vracht-
loonen, tegen betaling van 25 cents per exemplaar.
Schagen den 3 December 1860.
De Burgemeester voornoemd
H. R. de MEÊR.
Het bombardement van üaëta wordt met kracht door ge
zet.
Frankrijk en Engeland schijnen gemeenschappelijk op het
vertrek van Frans II uil Gaëta aan te dringen.
Oostenrijk schijnt niet zeer ingenomen met de oorlogs
toebereidselen van Piëmont en Frankrijk en heeft deswege
eeue nota aan Frankrijk gcrigt.
De brochure Frangois Joseph lel fF.uropeover den ver
koop vau Venetië schijnt op vele gemoederen van alle klas
sen een hevigen indruk te maken, daar zij opeen financieel
en politiek gebied treedt; en aantoont dat de verkoop van
Venetië voor Oostenrijk niet dan voordcelig kau zijn en in
Zoo verliepen er twee wekendat wij in de kelders leef
den. Nu scheen op eenen morgen het vuren met verdubbel
de woede hervat te worden. De grond rondom en boven
mij schudde van het schieten der batterijen; waaruit ik be
sloot dat er een' beslissende strijd gestreden werd. Mijn
liulpelooze toestand, daar ik op mijne matras uitgestrekt lag,
of, door kussens ondersteund, overeind zat, werd nu dubbel
onaangenaam en zorgelijk. In zoodanige oogenblikken vooral
is het ten uiterste treurig, vau krachten beroofd te zijn.
Mijne gepeinzen waren dus geenszius aangenaam. Ernest
kwam, omstreeks tien ure des morgens, voor de laatste mnal
in de deur van den kelder, en vertelde inij, dat hij naar bo
ven wilde gaan, om te vernemen, wat dit verschrikkelijk vu
ren, waarvan alles daverde, mogt beduiden. Hij verliet mij
en ging boven naar de keukendie hij naar mijne gedach-
en uaauwelijks door geweest kan zytitoen eeu gekraak en
geraas, luider dan de zwaarste donder, mij eensklaps met stof
en dikke duisternis omringde. Ik was in den hoek van den
kelder het verste van den ingang, en een groote hoop neder-
stortend puin stopte eensklaps den doorgang, zelfs eenige
voeteu binnen mijn verblijf.
Ik giste weldra de oorzaaknamelijkdat er eene bom op
het huis gevallen en geborsten was, dat dezelve den ge
welfden gang voor den kelder vernielden mij alzoo in eenen
staat van gevangenschap gebragt had.
Toen ik een weinig van den eersten schrik tot bedaren
was gekomen, bleek mij de in- en uitgang ten naauwste ge
sloten te zijn.
Tot overmaat van ellendewaren een tondeldoosjekaarsen
en eene kleine voorraad vau levensmiddelen, die jnist buiten
de kelderdeur, in een uitgehoold vak in den muur vau den
gang, bewaard werden, voor mij verloren. Ik zoude wel der
waarts van mijne matras hebben gepoogd te kruipenom die
dingen te bergen, maar de brokken steen, boog op elkander
gestapeld liggende, benamen mij zelfs de flaauwste schemering
van hoopdat ik zelf iets daaraan zou kunnen doen. Onbe
wust van het lot mijner kuisgenootenwierp ik mij achterover,
in wanbopigen angst, dat ik, ut de verwarring, die daar bui
ten heerschte, zoude vergeten worden
Al de verschrikkelijkheid van mijnen toestand greep mij plot
seling aan, en het was, als of mijn hart in mijn binnenste
wegstierf. Tot vergrooting van mijn ongeluk was mijne kaars
bijna afgebrand met welke aandoeningen zag ik derzelver
vlam eindelijk in de pijp al kleiner en kleiner worden