's Hertogenbosch, 12 Dec. De krijgsraad in de eerste Goes10 Dec. Als eene bijzonderheid wordt medegedeeld, dat heden bij den burgelijken stand is aangegeven een kind, waarvan de vader 55 en de moeder 54 jaar oud is. Geboren: 12 Dec. L. z. v. Ulrich Siebrands en A. Smit. 14 dito M. d. v. A. Koomen en J. Broers. Ondertrouwd: 15 Dec, K. de Beurs en J. Kiljan. Overleden: 15 Pee. P. 1'ierso. 29 j. Amsterdam, 19 Dec. W. S. 2} pCt. 63J; 3 pCt. 75]. Rusland, oude 5 pCt. 102]: 1829 5 pCt. 101}. Oostenrijk, Metaliek, 5 pCt. 44}; idem A. 65}. Spanje, thans 1} pCt. 413 pCt. 49] binnl. 48]. Portugal, 3 pCt. 45]. Londen, Wisselkoers zigt, /ll.75 2 m. 11.65 Parijs, h *55}} 55,%. Hamburg, 83,% 35}. Bordeaux, 15 dagen 5i§ 55}. 1/ A li li T II E li 1 O T E V. Alkmaar, 14 Dec. Tarwe f 11,50; Rogge f7,25; Gerst f7; Haver f4,75; Paarden-Boonec f7,25; Brnine dito f 15,50; Kanariezaad f 14; Graauwe Erwten f 18 Groene dito f 17,50Witte dito f 17Vale dito f 14. Amsterdam, 17 Dec. Nieuwe Geldersche Tarwe f336, Haarlem, 17 Dec. Roode Tarwe f7.50 a 9.50; witte dito I 8.50 a 8.90; Zomer Gerst f 6; Haver f 8.15 a 4.30. Broek in Waterland 13 Dec. Kleine kaas f30.25; Aangevoerd 14 stapels, wegende 2666 Ned. ft. Monnickendam 12 Dec. Graskaas f.-»]; Aangevoerd heeft zich iemand aangemeld van circa 70 jaren ouddie, toelating verzocht en verkreeg, tot het onderwijzen der Fransche taal. militaire afdeeling heeft heden vonnis gewezen, in zake de desertiën der in den vreemde aangenomen militairen. De raad heeft negen Zwitsers tot vier en de twee anderen tot driejaren kruiwagenstraf veroordeeld en allen vervallen ver klaard van den milirairen stand. Na de voorlezing van het geslagen vonnis, zijn zij aan de bnrgelijke magt overgigeven. n un g e it l ui; i: s ta\d li E V li ST IJ DINGEN. Metal. Coupons f20.70. Schagen 13 December 1§60. Aangev Paarden f 30 a 70 vette Oelte Koeijen f 150 a 200; Nuchtere Kalveren f5 a 8,50; magere Schapen f 12 a 16; vette Schapen f 17 a 24; magere Varkens f 12 a 20; Biggen f3 a 6; Kippen 35 a 80 Ct.; Eenden 35 a 60 Ct. Ganzen f 2 a 2,30 Zwanen f 4 a 4,75 Boter 65 c. p. kop of 87 c. per Ned. ftKaas 30 a 45 c.; Kip-Eijeren f3,25 a zigten. Ik bad gedurig tot Godmaar het scheen mij weinig of geen troost te geven. In plaatse van stille onderwerping (ik spreek van het eerste tijdperk mijns lijdens) gevoelde ik in mij een* overhelling, om te morren over mijn lot, en Gods regtvaardig- hcid le bedillen, daar ik tot sterven in zoo akeligeu toestand ver wezen scheen. Doch schielijk veranderden mijne aandoeningen dan weder in bitter berouw, of liever in wanhopig zelfverwijt wegens mijne murmurering. De verwachting des doods vermeerderde den angst mijner ziel, en deed plotseling, alles vergrootendede zonden van mijn verloopen leven voor my verschijnen, die vree- selijk daar stonden als zoo vele onoverkomelijke beletselen voor mijre hoop op eeuwig geluk, wanneer myn ellendig beslaan op aarde geëindigd zou zijn. Ik stel het lijden der zielhet welk ik thans verduurde, ten naastenbij gelijk aan dat des ligchaams zoo lang mijn geest tot deszelfs gewone werkzaam heden in staat bleef; later zonk mijne ziel in eene soort van verdooviug, waaruit geene vrees haar kon wekken. Dan weder smeekte ik Goddat mijn verschrikkelijk lijden mijne zonden mogt verzoenen doch (zoo dacht ik) ware God my gunstig, ik zou voor dit onheil bewaard zijn gebleven. Dus bad of morde ik. De reden hielp mij weinig. Ik was aan bet akelig ste lijden ter prooyeen werd door eene verwilderde verbeel ding geteisterd, zonder eenige rust te vinden. Mijn jammertooneel duurde nu niet lang meer. Ik wist van gcene lengte des tijds, want de wyzer van mijn horologie was niet te zien in de duisternis; ik weet alleen, dat het juist ophield te loopen, toen ik den laatsten droppel van miju water gebruikt had. Het geheel ontbreken van dit vocht, ofschoon ik bet laatste zoolang mogelijk had gerekt, veroorzaakte eene schielijke ver andering in mijne gewaarwordingen; dit herinner ik mij. Ik begon mij flaauwer en slapper te gevoelen; eene pijnlijke kou de greep mijne leden aan. Nu en dan overviel mij eene rilling, en mijne ziel scheen au weder werkzamer te worden, naarmate het ligchaam afnam. Somwijlen waspik mij ze ven bewust vau ijlhoofdigheid en van verwarde dic^meninaar bij tusschen poozeu 'bevond ik mij meer kalm en ontwaarde wei nig leeds, behalve verregaande zwakheid. Het was, als of ik mijne ingewanden in eengekrompen en verkleind gevoe e alle werking van dezelve hield op: het scheen een 00 e klomp te zijn, die mij niet toebehoorde. De duizeligheid van mijn hoofd nam toe, benevens de krampachtige spanning cn aeheele verslapping des ligchaams. Van dien lijd af werd ik volslagen blind; zoo althans kwam het mij voor. Bovendien bemerkte ik, dat ik in mijne aan- 3,75 per 100. Purmerende18 Dec. Aangevoerd 60 vette Varkens 41 a 52 ets. per. N. ft. 17 magere Varkens f 12 a 18; 125 Biggen f6 a 7.50; 58 vette Kalveren 55 a 75 ets. p. N. ft. 52 nuchtere Kalveren f 4 a 10; 620 Ganzen f2.60, 184 Zwanen f6.25; Kaas. Aangevoerd 91 stapels Kleine en 26 Middelbare, Kleine f31; Middelbare f 31; Boter 85 a 90 ct. per N. ft. Kip-Eijeren f 4 per 100. 25 mud Appelen f 1.50 a f 2; Op de heden gehouden Kaasmarkt waren aangevoerd 436 stapels, wegende 108,815 Ned. ft. Prijs: Kleine f 31,50; Commissie f29; Middelb. f29,50. 17 Dec. Ter Veemarkt zijn heden aangevoerd 12 Kalve ren f40 a 80; 25 Schapen 15 a 18; 94 Varkens 42 a 50ct. per Ned. ft. 334 per 2400 kilo; 127 ft nieuwe Poolsche f400; 127 ft Brunswijk f365: 154/2 Bovenl. f325 327. Rogge ruim prijshoudend 120 ft nieuwe Archangel f205; 116 ft jar. Petersb. f192; 123 ft Gallatz f220; nieuwe Inlands, f 192 p. 2100 kilo; 125 ft Pruiss. f232; 121 oude Petersb. f202; 118 ft nieuwe dito f200; 121 ft dito dito f208. Op levering onveranderd; Maart f 196; Mei f 196, 197, 196 Ju 11 ij f 197. Gerst 110 ft Holstein f225. Haver, 95/2, 96/2 ft fijne f 4,30 per mud; Friesch voer f8} per 100 kilo. Boekweit bij gerijven als voren; 138/2 8 Amersj. f231; 118 ft Nijkerker f2,35; 116 ft Gordijker f233; 120 ft puike Holl. Veensche f 215. Lijnkoeken f 12] a 15 de 100. vallen van ijlhoofdigheid pogingen had gedaanom het vleesch van mijne armen af te knagen; maar de verwonding was niet diep, daar ik geene kracht had, om met mijne slappe kaken in de spieren te bijten. Wanneer, o God 1 zal mijn dood strijd eindigen zuchtte ik dikwerfwant ik was reeds te zwak om geregelde klanken uit te brengen. Ik scheen de woordeu vergeten te hebben, wanneer ik poging deed, om te bidden; dit kan ik mjj nog herinneren: ik kon zelfs in myne gedachten niet verbindenwat ik zeggen wilde. Eindelijk kwam er zekere rustdie een' spoedigen dood scheen aan te kondigen; dit bemerkte ik, ofschoon reeds zoo krachteloos zijn de als een lijk. Met zekere onverschilligheid beschouwde ik nu den doodals verlossing uit ellende. Het was mijals of ik, in dien toestand liggende, hel geluid vau grof geschut hoorde; maar ik weet het niet met zekerheidevenmin als ik zou kunnen zeggenhoe lang het duurdealvorens ik geheel gevoelloos werd. Mijne naastvolgende herinnering van mjj zeiven ia eene der smartelijkste. Ik was ergensen kon niet gissen, waar ik was. Vreemde stemmen waren er rondom mij, en ik kon de sprekers niet zien, dewijl mij het gezigt ontbrak. De onbeschrijfelijke zwakheid, die ik in mijn lig chaam gevoelde, gepaard met de levendige werkzaamheid van mijnen geest, terwijl ik weder tot zellbewustheid kwam, was boven alle verbeelding akelig; zoodat de herinnering mij nu somwijlen nog doet huiveren. Bij de uitkomst bleek, dat Ernest was ontkomen aan de vernieling van eene dertien- duims bom, die boven den gang naar den kelder sprong en het gewelf in stukken sloeg. Het beleg werd voortgezet en de stad ingenomen. Zoodra op de algemeene verwarring eenige rust volgde, verzuimde Je getrouwe knaap niet, allen, die hy ontmoette, voor mij te smeeken. Een menschlievend Fransch Officier liet onderzoek doenen ik werd gevondenschijnbaar levenloos, op mijne matras uitgestrekt liggende. Aan de zorg van een Fransch heelmeester heb ik het te danken dat ik, weder bijkwamen thans in staat beumyn lijden te Terha len. Mijne herstelling geschiedde langzaam, ik had een vas ten van negen volle dagen verduurd. Ik ben zes voet lang en naar evenredigheid zwaar. Toen ik gevonden werd, had een jongen mij wel op zijnen rug kunnen nemen; ik scheen tot eene zeer kleine gestalte in een gekrompen te zijn enkel vel en been. Geenerlei ongemak is mij van dien treurigen toestand overgebleven, behalve nu en dan, wanneer ik koorts of »ebrek aan spijsvertering heb, een vreeselijk levendige droom, welke mij angst aanjaagt, en my het akelige voorledene dui delijk voor den geest doet zweven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1860 | | pagina 3