Coblenz, 23 Dec. In de moezel drijft sedert heden mor
gen ecnig ijs. De Rijn is daarvan nog bevrijd.
Mainz, 23 Dec. Ten gevolge van het vele drijfijs in dca
Rijn is de schipbreuk weggenomen.
Weenen, 27 Dec. De te Dresden gearresteerde en aan
de Oostenrijksche regeriug overgeleverde graaf Teleki is, na
te Praag een voorloopig verhoor te hebben ondergaan naar
de vesting Josephstadt gebragt, waar bij zal geïnterneerd
worden. Zijne arrestatie heeft vooral in de aristokratische
kringen te Pesth, eene zeer levendige sensatie te weeg ge
bragt. Intnsschen werd de graaf gedurende zijn vervoer met
zekere onderscheiding behandeld en niet geboeid.
St. Fetersburg', 22 Dec. Voor eenige dagen is liet te
Honoré te Parijs een ouderwet schen ring, waarmede hij zich,
vermits er een scherpe rand aan was ligt bezeerde. Bijna
onmiddelijk daarop kreeg hij over zijn geheele ligchaam een
onbeschrijfelijk gevoel, en werd als het ware totaal lam. Da
delijk werd de hulp van een geneeskundige ingeroepen, die
verklaarde dat hij vergiftigd was en hem door sterke tegen
giften weder eenigzins herstelde. De ring werd nader onder
zocht, en de geneesheer, die lang in Venetië was geweest, ver-
klaardedat heteen zoogenaamde doodrivg was. Dergelijke rin
gen werden vroeger vervaardigd om zijne vijanden door een
vriendschapelijken handdruk naar de andere wereld te hel
pen. Er waren stalen leeuwer.klaauwtjes op aangcbragt met
spleten er tusschen, die met sterk vergif waren gevuld. Het
gif had dus lang (misschien wel eene eeuw) zijne kracht be
houden.
Eenige dagen geleden nam een krachtig, hoewel reeds
tamelijk bejaard heer, plaats in een spoorwagen, om zich
tiaar St Germain te begeven; Vier officieren In uniform had
den reeds te voren in hetzelfde tijtuig plaats genomen. Alle
vier rookten. De oude heer vond een hoekje onbezet en zette
er zich neder. Daar het scheen, dat hij den rook niet goed
kon verdragen, liet hij "net raampje neder, om eenige frissche
lucht te bekomen. De tegenover hem zittende officier trok
het terstond weder in de hoogte.
De heer liet het andermaal neder, waarop de onvriendelij
ke krijgsman het weder ophaalde. Mijnheer schijnt niet
van rook te houden, he? zeide een der officieren op spotten-
den toon, gij zult ook gevaar loopen hier als een ham ge
rookt te worden." De oude heer zag hen met een vasten blik
aan en plotseling zijn vuist te zameu drukkende, g&f hij een
gednchten slag tegen de glasruit en deed haar in duizende
stukken springen. De vier officieren vlogen woedend op.
«r Mijn heer," schreeuwde de eerstsprekende, ffgij zoekt gele
genheid om te duelleren, hier is mijn kaartjeEn hier
is het mijne!" riepen de overige drie even schielijk. ffVol
gaarne." was het antwoord van den persoon in het hoekje;
en terwijl hij zijn feigen kaartje uit zijne portefeuille nam
zeide hij: ffZie hier het mijne!" De vier rookers bukten drif
tig om den naam van hunnen antagonist te lezen, maar wie
beschrijft hunne onsteltenis zij zagen den heer Delangle,
minister van justitie, voor zich.
De opgeblazenheid en snoeverij hadden de vier helden
geheel begeven en ieder hunner beijverde zich thans om zijne
verontschuldigingen in te brengen, zeggende: vHadden wij
dat slechts kunnen gissenl" De heer Delangle gaf deze per
sonen, die wat beleefdheid betreft, niet op den titel van offi
cieren aanspraak zouden kunnen maken een scherp verwijt
er teu laatste bijvoegende, dat vermits zij zich niet behoor
lijk jegens hunnen medereiziger hadden gedragen, hij voor
nemens was hen bij den krijgsraad aan te klagen. Dit deed
hij bij zijne aankomst dan ook en de onvoorzigtigên werden
voor veertien dagen in arrest genomen.
Ete strandrooveis.
(Vervolg.)
In hetzelfde oogenbhk, waaiin Alain zeer tevreden over zijnen
vond, zich gereed maakte, denzelven weg te dragen, scheen
het hem toe als hoorde hij, in zijne nabijheid, zuchten. Nadat
hy een paar schreden voorwaarts gedaan had, zag hij een half
naakt menschop het zand liggende armen om eenen balk van
het verongelukte schip geklemd.
Alain liet zijn koffer vallen en ijlde naar den schipbreukeling.
Deze ademde nog, maar was bewusteloos. Alain dacht aan het
rhumvaatjen en liep heen ora het te halen. Alain kon het, hoe
wel hy zich zeer wel de plaats herinnerde waar hy het gelaten
hadniet weer vinden. In het oogenblikwaarin hyin vollen
loop, terug keerde, zag hij Fanche Pontilis bij den verongelukte
met het doel dezen van zijne kleederen te berooven.
Dood hem nietriep hij.
Hy leeft alzoo nog? zeide Fanehe, zijnen stok opheffende.
Alain wilde hem terug houden, maar kwam te laat. De
stok beschreef een halven cirkel en kwam suizend op het hoofd
van den verongelukte neder. Hetzydat de stok slechts maar
een lijk getroffen hadaf dat de hevigheid van den slag in een
keer de zwakke levensvonken uitgedoofd had, genoeg, de schip
breukeling gaf nog geluid noch eenig teeken van leven.
Plouvarec stiet driftig zijnen kameraad terug, en deze, reeds
wankelde van dronkenschap, rolde op den grond Beêr. Hij stond
echter weder overeind en betaalde den aanval van Alaiu met
een slag van zijnen stok. Geweldadig, zoo als het grootste ge
deelte zijner landslieden, sprong Alain eer.e schede achteruit en
sloeg op zijnen tegenstander los, zoodat Fanche aan het hoofd
getroffen op nieuw, even als een ontwortelde eik, neder storte.
Opgewekt door het gevecht, hief Alain zijn stok reeds tot
het toebrengen van eenen tweeden slag in de hoogte, maar daar
hij den vijand aan zijne voeten zag liggenliet hij den arm zak
DUITSCELAND
Berlijn, 25 Dec. Voor eenige dagen klom een soldaat
van het 10de regement infanterie, te Straatsburg in garni
zoen, naar het hoogste gedeelte van den toren van de be
roemde hoofdkerk, zette zich op den haan van den toren
neder en maakte op die gevaarlijke plaats allerlei gymnasti
sche oefeningen. Deze gratis-voorstelling lokte eene groote
menigte toeschouwers op de straten en pleinen der stad,
vanwaar men hel uitzigt op den toren der kerk heeft. Toen
de militair later var. zijn gevaarvollen togt beneden kwam,
trad een commissaris van politie op hem toedie hem de
herhaling van het feit ten scherpste verbood. De man die
vroeger als matroos gediend had, liet zich hierdoor niet te
rughouden om het andermaal te beproeven. Toen hem de
toegang tot den toren werd geweigerd, begaf hij zich naar
den afleider; klom hier langs en voerde dezelfde toeren we
der uit, ja stelde zich op het hoofd boven op den rug van
den weerhaan. Toen de waaghals andermaal beneden kwam,
werd hij door de politie in verzekerde bewaring genomen.
ITALIË.
Turijn, 22 Dec. Er zijn te Florence byouleriën gesloten
uit de galerij G/i L'ffizi. Onder deze voorwerpen is een ring,
toebehoord hebbende aan Como di Medicis, ter waarde van
250,000 fr. Deze ring is versierd met eene topaas van groo
te waarde. Men beweert, dat de gestolen voorwerpen geza
menlijk meer dan een millioen waard zijn; de oppasser van
de zaal is in hechtenis rrenomen. Deze diefstal schijnt lan
gen tijd vooraf overdacht te zijn men heeft den vaïschen
sleutel, waarmede de zaal is geopend teruggevonden. De
kostbaarste ring van de ongeveer 200 die gestolen zijn is,
een die aan Benvennto Cellini wordt toegeschreven. De be
roemde onyx—vaas is niet gebroken men heeft er alleen de
verguld ziiveren ornamenten afgenomen; ook de prachtige
cassette van rotskristal, toebehoord hebben de aan paus Cle-
meus VII is ongeschonden gebleven.
RUSLAND.
ken.
Gij hebt ongelijk, Alain, zeide een oude boer, Mathurin
Lagall genaamd, die den strijd aangezien had. Met het dier,
zegt het spreekwoord, sterf het gift. Fanche zal den slag, ont
houden en niet vergeten om daarover vroeger of later wraak te
nemem.
Pontilis, die slechts bedwelmden door de pyn ontnuchterd
wasrigtte zich weder overeindterwyl hij met den blik eeos
tijgers den oude mat. Deze laatste sloeg een kruis en fluister
de Plouvarec toe.
Mijn jongen, zoo men mij vroeg of Iaat in den een af anderen
hoek dood vindt liggenweest dan verzekert dat Fanche daarbij
de hand in het spel gehad heeft.
Alain overtuigde zichdat de schipbreukeling niet meer leefde,
en sloeg toen, opgewonden door het gebeurde, en zich mis
schien schamende over het aandeel, dat hij bij het plegen van
den moord had, in gezelschap van den ouden boer, den weg
naar Plouncal in.
Dit gebeurde in het laatst van April 1803.
II
Eenige dagen na het beschreven gebeurde, vierde men het
patroonsfeest van Plouneal.
Eene groote, tusschen Penros en het dorp gelegene heide,
diende den landlieden tot uitspanningsoord. Jongelingen en
maagden dansten op de maat van een enkel tweestemmig orkest;
terwijl enkelen zonder muzijk rondsprongen, en door hun ge
juich verraadden, dat zij te lang bij de vaten hadden vertoefd,
waar de drie of vier kasteleins de appelwijn gratis ronddeelden.
De voordanser maakte eene in zigzag loopende linie, waarbij
ieder der mede dansenden hem moest volgen.
Daarna nam ieder danser eene danseres in den armen
begon bij paren, zooals men bij eene hoogtijdsfeest naar de
kerk gaat, in eenen kring in het rond te dansen.
Het geheel bood een schouwspel aan, dat des te pittoreske»