Schagen, 2 Januarij 1860. Narwanaar aanleiding van de qnsestie der lijfeigenschap, tot een openlijken opstand gekomen. Het aantal boeren, dat daaraan deelnambedroeg 800. De regering is echter onmiddelijk krachtig tusschen beide gekomen. Drie batail- lons, die dadelijk tot dit doel werden gerequireedomsin gelden de opstandelingen die men onmiddelijk de straf van Ret spitsroeden looper. liet ondergaan. Zes raddraaijers werden in boeijen geklonken en bevinden zich reeds op weg naar Siberië. li I N X L A i\ I). Door het onstuimige weer is de post die Maandag mor gen vroegtijdig moest aankomen eerst Dingsdag avond gear riveerd Het Bat. Handelsblad bevat het volgende Aan een particulier schrijven van Bandjermassin ontlee- nen wij de volgende raededeelingenzonder in alle opzigten voor hare juistheid in te staan tt Van harte hopen wij dat. er aan dit noode- loos bloedvergieten spoedig een einde moge gemaakt worden. Noodeloos durven wij beweren want zoolang er met geene voldoende magt krachtdadig wordt gehandeld, zal die ellende geen spoedig einde vindenwaardoor zoo vele menschenle- vens het slagtoffer worden van list en verraad van een fana- tieken vijand op uitgestrekt en ontoegankelijk terrein. Hij is onuitputtelijk in zijne vindingen om op gruwelijke wijze zijne slagtoffers meester te worden, zoodat het nachte lijk oprukken ten eenenmale ondoenlijk wordt, doordien hij op door bosschen gaande voetpaden door middel van rotting de buigzaamste en krachtigste boomen naar den grond buigt, waaraan een gespannen strik bevestigd is, terwijl wie er on gelukkig den voet opzet met kracht naar boven geslingerd, hetgeen meestal de schroomelijkste gevolgen na zich sleept. Overigens bestaan er nog meer soortgelijke moorddadige middelentusschen dergelijke boomen gaande bespeurt men niets wat den doortogt zou kunnen beletten, doch plotseling door de aanraking van eeu verborgen rotting, die in een be dekte gleuf met den beganen grond gelijk gespannen en met <le booinen in verbinding staat, schieten aan weerskanten twee scherpe van bamboes vervaardigde pijlen den weg in en trefTen dengenen doodelijk die daar eeu doortogt meende te vinden. Ook wat aangaat de bevriende kampongs, aan dezen kan men weinig of geen vertrouwen meer schenken. Van daag komen zij eenige aanbiedingen doen verkoopen ons een kip, en morgen halen zij die met woeker terng. Het gebeurde, dat een Europisch sergeant naar een naast bijgelegen be vriende kampong ging om een klappcrnoot te vragen ten einde zijnen dorst te stillen daarkomende gaf men hem die, waarvoor hij bereid was nog eenige betaling te geven, het- wasdoordien de costumen der bewoners van deze omstreken, zoo wel in vorm als kleur een eigendommeljjk karakter had den. Een vreemdeling zou onder de meisjesdie het meest door de dansers de voorkeur gegeveD werdgewis met den eersten oogopslag, eene jonge deern van zestien af zeventien jaren bemerkt hebben, wier zeer regelmatige gelaatstrekken een on gemeen zachtzinnig en bescheiden karakter kenschetsten. Jeanne le Maël, zoo was harenaam, was eene wees, waar van de ingetogenste vrouwen van Plouneal niets dan goed zou gesproken hebben. Dit was voor Jeanne des te verdienstelij ker, daar zij in vroegere dagen slechts aan zich zeiven was overgelaten geweest. Hare moeder was reeds overleden, al vorens Jeanne haar achtste jaar bereikt had. Wat haar vader belangt, zoo moest er een pijnlijk aandenken aan zijne herin nering verbonden zijn, daar men niet gaarne over hem met het meisje sprak. Een huisje en twee akkersalles te zamen ongeveer eene rente van honderd daalders opleverde, maakte Jeanne tot eene der rijkste erfgenamen van het dorp; het getal aanbid ders, door hare schoonheid en gezonde blos uitgelokt, ver meerderde daardoor nog aanmerkelijk. Op de dag van het patroonsfeest, raadpleegde zij met zich zeivenmet wie z\j dansenen wie zij nootenkoek en Bp- pelw ijn aanbieden zou. Ofschoon Jeanne niet zeer vrolijk was, ontving zij ieder die haar bejegende met een vriendelijk gelaat, ditmaal echter zou een goede opmerker ontdekt hebben, dat haar geest zich met iets anders bezig hield. Op eens helderde hare gelaats uitdrukking open scheen eene geruststelling haar diep te doen adem halen. Zij had Alain bemerkt, die uit de menigte te voorschijn kwam, en haar naderde. In plaats van den jongeling, wiens verschijning haar zoo veel genoegen scheen te doenvriendelijk te ontvangenkeerde Jeanne snel het geen men weigerde aan te nemenmaar met het vooruitzigt om een voordeeliger ruil te kunnen sluitenwant naauwe- lijks had hij den klapper aan zijn mond gebragt of een kle- wanslag van achter toegebragt doet hem het hoofd voor de voeten leggen. Zijne dorst is nu voor altoos gestild, de moordenaars nemen bet hoofd van dien ongelukkige in tri omf mede en de vroeger zoo bevriende kampong is in verzet. Bij al dit boven aangehaalde komt nog een zeer ongun stig verschijnsel; het dagelijks deserteren van Boeginesche troepen naar den vijanden dat niet met achterlating van wapens en ammunitie. Wie weet hoe menigeen van ona door hunne juist mikkende wapens getroffen wordt; het wordt dan ook meer dan tijd dat onze Europesche troe pen en vooral ook Afrikanen worden toegezondenom een einde aan dien onzekeren en droevigen toestaud te maken, waarvan de uitkomst tot nog toe niet. zeer gelukkig voor ons geweest is. Het is bij de boeren dikwijls de gewoonte, als de ploeg, gedurende het ploegen uit den grond ligtdat één van het volk vóór op den ploeg gaat zitten, ten einde, door het ge- wigt van zijn ligchaam, dit opligten te voorkomen. Een der gelijk geval deed zich te Uithoorn ook onlangs voordoch door de eene of andere oorzaak viel de werkman van den ploeg af en kouter en ploeg gingen over een van zijue beenen, en sneden het vleesch als 't ware aan stukken er af. Er be staat echter kans, dat de man het been zal behouden. Bij de aanbieding van een grootkruis der orde van den Ned. Leeuw met brillanter. aan den heer J. J. Rochussen, heeft Z. M, hem tevens den navolgenden brief doen toeko men. Het is met leedwezen, dat ik voldaan heb aan uw zoo stellig aan mij gedaan verzoek om ontslag uit de betrekking van Minister van Koloniën, waartoe, nu bijna drie jaren geleden, mijn vertrouwen u riep. Dat vertrouwen was gegrond op de vele belangrijke diens sten, door u in zoo verschillende betrekkingen aan den lande bewezen. Aan dat vertrouwen is op nieuw door u volkomen beantwoord door waarheidszinonverflaauwden ijver en gehechtheid aan mijn persoon. //Ik wil berusten in de redenen, die u bewogen hebben om uwe uitreding uit het kabinet te verzoekenhoewel ik die verwijdering betreur. Vroegere diensten deden u reeds den titel van Minister van Staat en de hoogste klasse mij ner ridderordenen voor burgerlijke verdiensten verwerven; verheffing in den adelstand; door mij aangeboden, werd door u niet verlangd. Ik wensch u bij uw aftreden een openbaar blijk van mijne bijzondere genegenheid te schen ken door u nog met dezen een met brillanten omzet groot-- kruis der orde van den Nederlandschen Leeuw aan te bie den." »'s Gravenhage, den 21 December 1860. Willem". Men wil weten, dat tot lieden omtrent de ministeriële hoofd omterwijl zij elders om zicli heen keek. Alain ging naar haar toe en bad haar met hem te dansen. Zij antwoord de, dat zij reeds voor alle dansen haar woord gegeven had, en dat wel op zulk eenen zwaarmoedigen toondie bij haar overigens eigene zachtmoedigheid zeer in het oog viel. Alain zag haar verbaasd in het gelaat. Het schijnt, dat gij boos zijt, Jeanne, zeide hij. Hebt gij mij iets te verwijtenden vleijenden toon van den jonge ling echter niet kunnende wederstaan hernam zjj. Denk maar eens naAlaindan zult gij het wel weten. Hij wende zijn gelaat af. Het is waar, mompelde hij, ik heb mij laten verleiden. Door wien Hij gaf geen antwoord. Oik weet het reeds voer h.et meisje voort, door Fanche Fontilis, niet waar? Gij wilt het, uit achting niet, beken nen doch ik heb u met elkander zien heengaan. Arme jon gen, zoo gij het wist Zoo ik het wist? Wat dan? riep Alain, daar hij zag, dat zij ophield. Nietshernam zij snel. Ik wilde alleen maar zeggendat gij niet naar den raad van Fontilis luisteren moet. Het is een slecht mensch. Hij staat in een kwaden naam, en niemand weet waar hij van leeft. Men ziet hem volstrekt niets doen en toch heeft hij altijd geldom de herbergen te bezoeken. Hij leeft toch met iedereen op een goeden voetmompelde de jongeling. Dat isop een goeden voet met iedereenvoor wie hij de verteering betaalden die hem vreezenen deze zijn er in menigte. Men vertelt veel slechts van hem. Ik was zeer be droefd toen ik hoordedat hij u dezen nacht mede naar het strand had genomen. Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1861 | | pagina 3