ITALIË. Napels23 Jan. Er zijn troepen naar Abruzzen en Ca- labrië gezondenzij werden door de bevolkingen met geest drift ontvangen. De reactie is overal onderdrukt. Het vuur uit de vesting Gaëta is verminderd. Gazzelta Ufficiale be vat de verklaring der blokkade van Gaëta. B I IV IX E L V M>. Schagen 30 Januarij 1861. Batavia, 29 Nov. Het Bataviasche Handelsblad, bevat in zijn politiek overzigt onder anderen het volgende: Zijpe, 30 Jan. De Rederijkerskamer Kunst Kweelt Ken- nis" heeft op gisteren en eergisterenden 28 en 29 dezer, twee openbare vergaderingen gehouden ten behoeve der armen iu deze gemeente, waarvan de zuivere opbrengst heeft bedra gen de zeer aanzienlijke som van f 225. los geeft aanleiding tot allerlei geruchten. Sommige dag bladen zinspelen op de waarschijnlijkheid, dat deze dood wel eens niet natuurlijk kon zijn. Er is een hevige opstand uitgebroken aan boord van het oorlogsfregat Perla, dat voor Carthagena ligt. De ma riniers aan boord van dit schip waren aan wal geweest en vrij laat terugkomen. De bevelhebber bevaldat allen zou den worden gestraft met stokslagen, hetgeen zoo streng werd toegepast op twee m3n, dat de aalmoezenier en de officieren den bevelhebber smeekten, den overigen vergiffenis te schen ken. Dit werd geweigerd en de opstand brak eensklaps uit; de bevelhebber is gedood. Alsnog ingekomen bij de commissie tot ondersteuning van noodlijdenden door den Watersnood, gevestigd alhier, van K. M. f5; A.S f2,50. De lijst ter inteekening is steeds ter Secretarie aanwezig. Bevolking op 81 December van het afgeloopen jaar 1859. Mann. Vrouw. Totaal. 1053 1049 2102 Berekening van de bevolking van het loopende jaar. Mann. Vr. Totaal. Totaal der geborenen 57 48 105 Gekomen in de getn. 185 124 259 Gezamenlijk 192 172 364 Totaal der sterften 35 27 62 Vertrokken uit de gemeente 73 83 156 Gezamenlijk 108 110 218 Meer bij te voegen 84 62 146 Bevolking op 31 December van het jaar 1860. 1137 1111 2248 De Minister van Oorlog heeft bepaald, dat dit jaar de lotelingen der ligting 1860 niet, zoo als in vroegere jaren, tot eerste oefening in de maand April, maar in de tweede helft van Mei onder de wapenen zullen komen. Het Provinciaal Geregtshof in Noord-Holland heeft gisteren uitspraak gedaan in de zaak van C. van Oogen, be- zak op haar gebied over te brengenen degene die het ge lukt, het doel, dat gewoonlijk de kerk der plaats is, te be reiken is alsdan overwinnaar. Op den daaraanvolgende zon dag worden dan alle klokken der gemeente geluid ten einde de overwinning te verkondigendie naar het volksgeloof de overwinnende gemeente een rijke oogst verzekerd. Op klokslag wordt de zak tusschen de beide partijen in de hoogte geworpen. Tegelijkertijd begint alsdan ouder ver schrikkelijk getier, waarvan men zich onmogelijk een denkbeeld kar. vormenden strijd om de zak te bemagtigenen waar- bij de overwinnaar, door zijne dorpsgenooten tegen de andere partydie weder pogingen doetom de zak meester te wor den, ondersteund wordt. Na verloop van twee of drie uren na den kamp gaf Alain, die Pontilisniet uit het oog verloren hadhem een teeken, dat het oogenblik gekomen wasen wierp zich midden onder de hoop. Ondersteund door zijne makkers, die op hem hun ne hoop vestigden, bemagtigde Alain de zak en ontvlood er mede terwijl hij dezelve aan de borst gedrukt hield. Men vervolgde hem, doch hij liep voortreffelijk, cn was zyne ver volgers spoedig vooruit. Fanchedie aan de spits der laatste wasbleef spoedig achter. Zoodra zij een met distelen en met een greppel doorsnedeu boschje bereikt hadden, wierp Alain zich met zijnen kostbaren last in dezelve. Terwijl zijne vervolgers, zonder hem te be merken voorbij stormden. Fanche die deze manoen we vooruit had zien aankomen, en zich, ten einde niet te vermoeid en buiten adem op de kampplaats te komen, niet zeer gehaast had, werd op het oogenblik, dat hij de greppel naderde door een gefluit op merkzaam gemaakt, waarop hij zich in het bosch wierp en zijne gezellen voorhij liet. Nu stormden de beide tegenstanders op elkander los. Sterker en meer meester over zich zeiven dan Alain, die ■bovendien nog de gevolgen van zijnen snellen loop ondervond, schuldigd van moedwilligen doodslag op zijne huisvrouw Catharina Tienpond. Bij een zeer gemotiveerd arrest heeft het hof op gronden grootendeels ontleend aan de wetenschap der geregtelijke geneeskunde, den beschuldigde aan het hem ten laste gelegde feit schuldig verklaard en diensvolgens veroordeeld tot eene tuchthuisstraf voor den tijd van twaalf jaren. Wij vernemendat de beschuldigde zich tegen dit arrest in cassatie heeft voorzien. Op last van H. K. H. Prinses Marianne,worden door een aantal huisgezinnen in den omtrek van Voorburg klee- dingstukken vervaardigd, om te dienen voor de lijdenden door den waternood. /rVan Bandjermasin zijn berigten ontvangen, die op zich zelve niet ongunstig zijn, maar toch op nieuw de overtui ging geven, dat de hoofden des opstands niet voornemens zijn zich te onderwerpen. Antasari, Soerapati en Hidaijat schijnen zich wederom toe te rusten om aanvallenderwiize te werk te gaan. Daarbij vermeerdert de ingevallen regen- mousson de ongemakken en verraoeijenissen van den krijg, die reeds zoo veel offers gevorderd heeft. Onzen dapperen laten zich echter niet afschrikken. Officieren en manschap pen wedijvereu in volharding en moedbetoon. Zeer verstan dig is de aan eerstgemelde gegeven order, om zich bij het bestormen eener bending of bij eene ontmoeting met den vijand, door geeue uiterlijke kenteekencn van den soldaat te onderscheiden. Bandjermasin zou anders het graf van de élite onzer officieren geworden zijn. Men koestert cenigc hoop zich van Pnngaran Moedamede een aanvoerder van den opstand, door de insluiting der bende, aan wier hoofd hij staat, meester te maken, doch wij stellen weinig vertrou wen in insluitingen, sints de geheele bezetting eener door de onzen ingesloten bending des nachts heeft weten te ont komen. De Japanezen hebben de ontdekking gedaan dateeni- ge minuten vóór eene aardbeving, de magneet tijdelijk zijne kracht verliestzij h'jben daarom een vernuftigen toestel uitgedacht bestaande uit een klein stoeltje, waarop een mag neet, in deu vorm van een hoefijzer, rust en beneden het welk eene metalen klok is bevestigd. De magneet houdt een klein gewigt vast, maar wordt zij krachteloos gemaakt, dan raakt het gewigt natuurlijk los, en moet door de inrig- ting van den toestel op de klok vallen. Het daardoor ver oorzaakte geluid strekt alsdan ter waarschuwing voor de bewoners om hunne huizen te verlaten en voor veiligheid in de open lucht te gaan. had Fanche groote voordeelen op zijne tegenpartij, bovendien had hij nog het oneerlijke voordeel gebruiktzich eene soort van ijzeren schoendoor eene lederen riem aan de hand te bevestigen. Men begrijpt welk een voordeeldeze ijzeren hand schoen aan zijn krachtige ruist verschaffen moest. Reeds bij den eersten slag stroomde het bloed uit Alain's wangen. Lafaard riep de jonge mangij wilt mij alzoo ook op dezelve rooverswijze vermoorden, zoo als gij den ouden Le- gall gedaan hebt. O gij weet het dus riep Fanche knarsende op de tanden; goed opdat gij mij niet verraden zult, zal ik u hem achter na zenden. Tegelijker tijd trachtte hij Alain een slag met de vuist, toe te brengen die zoo hij doel getroffen had, Alain, daar hij op de slaap van zijn hoofd gemunt was, dood aan zijne voe len zou uitgestrekt hebben. Doch Alain die den slag vooruit had zien aankomen wierp zich ter zijde en greep Fanche om het lijf. Thans gold bet leven om leven. Niettegenstaande zijne jeugd werd Alain voor een der beste kampioenen van Plouneal gehouden. Op dit oogenblik echter verdubbelde de woede en vertwijfeling zijne krachtenen stel de hem in staat de geweldigste inspanningen van Pontalis weder stand te bieden. Deze laatste gelukte het eindelijk zijnen regterarm los te makenen Alain een stomp op de maag toe te brengen die hem den adem benam. Van dit oogenblik maakte Fanche ge bruik om zijne tegenpartij neder te werpenen hem de voet op de keel te zettenvervolgens sloeg hij hem met zijne met ijzer gewapenden hand op het hoofdterwijl elke slag dof weer galmde. {Vordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1861 | | pagina 3