DU1TSCHLAND. Berlijn, 6 Aug. Voor ecnige dagen trok over de Sauer- brug bij Echternach een met 18 sterke paarden bespannen wagen, waarop een blok zandsteen was geladen, 26 voet lang, O voet breed en 0 voet hoog, derhalve ter grootte van 1404 kub. voet. Het woog niet minder dan 203,500 pond en was uit Trier afkomstig en naar Brussel bestemd. Alvorens dit transport genoemde brug mogt passeien, moest er borg wor den gesteld voor alle schade, welke zij daardoor zou kunnen Jijden. RUSLAND. Op mijn kasteel •den. Dit is pene misrekening voor YictoT-EmmanueV, ook liij liarl aan Caesar gedacht eu deed, het spreekt van zelf op papier, het keizerlijke 'paleisdat hij meende te zullen be wonen, we Ier opbouwen. Hij had begrepen, dat het capi- tool geene woning \oor hem was". -10 Aug. Een tnuziekant bij een der regimenten te China heeft aan zijne arme moeder 22,000 francs gezonden, zijnde zijn aandeel in den behaalden buit. Gisteren beeft nabij deze hoofdstad tnsschen twee bui- tenlandsche officieren een duel met pistolen plaats gehad, waarvan de uitslag wel bloedig, doch niet gevaarlijk moet zijn geweest. 7 Aug. Uit Crefekl wordt gemeld, dat voor eenige dagen in de nabijheid dier stad het volgende moet zijn voor gevallen, dat, zoo het zich bevestigd, tot een waarschuwend voorbeeld kan strekken. Een paard werd door een dollen hond gebeten; men sloeg den hond dood, doch gaf geen acht op de wonde van het paard. Na negen dagen werd echter het paard plotseling door razernij aangevallen, welke tot zoo hoogen graad klom, dat het dier zich uit den stal losrukte, zich zeiven stukken vleesch uit het lijf scheurde, en einde- Jij k ook twee vrouwen gevaarlijke beteu moet hebben toe- gebragt. Petersburg, 8 Aug. Ten aanzien van het complot tegen het leven van den keizer enz verneemt men, dat het huis van een bij de keizerlijke kanselarij in hooge betrekking slaanden ambtenaar sedert eenigen lijd de plaats vras waar onderscheidene schijnbaar met zeer verschillende bedoelingen, gewoon waren bijeen te komen; de meesten dezer waren ambtenaren, officieren op wachtgeld, grond eigenaars, die zich wegens Ingevoerde hervorming in hunne be- laugen gekwetst achtten, en eiudelijk hovelingen van verschillenden rang. Uoor deze vcreeniging werd eene zaïnenzwering gesmeed om den keizer en zijne kinderen te vermoorden en eene nieuwe consti tutie af te kondigen; twee vrouwen van hoogen rang moeten aan de samenzwering hebben deelgenomen. Bovendien hadden de zaamge- zworencn zich met de bekwaamst» en meest invloedrijke uitgeweke nen in het buitenland in verbindiug gesteld en zich van hunne medewerking verzekerd, door de belofte van eene on middel ij ke Naak het Hongaaksch. (Vercolg.) Ik had sprak hij, een, zich in zeer goeden staat be vindend, goed gekocht. De overledene graaf was een hartstog- telijk landbouwer, die alle nieuwe uitviudingen ingevoerd had, en volkomen op de hoogte van den landbouw was. Hij sprak mij van howard'sche ploegenclaijton's dorsrhmachienen, drai nering, engelsche varkens, rammen, hoornlooze koeijen, die dagelijks twintig halve pinten melk geven, van gipsbemesting en honderd andere dingen meerwaarvan ik sedert langals het ware onophoudelijk droomde, en die hier naar het scheen allen met het beste gevolg aangeweud waren. De dienstboden en beambten waren er allen mede bekend. Ik ha 1 dus reden om tevreden te wezen. Ik voud verwezenlijkt, hetgene altijd mijn ideaal geweest was. In de vreugde die ik hierover gevoelde wilde ik een cigaar aanstekenheer Metser zoo heet de opziener mijne voorbereidselen daartoe ziende, verschrikte en verzocht, mij op de beleefdst mogelijke wijze, om, zoo bet slechts eenigzints mogelijk was, in zijne tegenwoordigheid niet te rooken. Ik stak tegelijk mijn cigaar weder in den zak. En dacht de man heeft zeker eene borstkwaal en dan hindert de tabaks rook. Ik kan het zoolang wel laten en wachten tot dat ik in huis teruggekeerd ben. Ik vind het zeer zonderling zeide ik tot den opziener wat duivel, mankeéri- er toch aan de bedienden? wat is er de schuld van, het water bf de lucht, dat ieder hunDer eene bijzondere kwaal heeft? Mijn koetsier zucht den ganschen dag en bekeDt ten laatsten, dat hij zijn broeder vermoord heeft; de portier rijdt voor mij uit op zijn stok; de jager be handelt mij als of hij de heer en ik zijne bediende warede kamerdienaar kan ik met geene mogelijkheid bewegen, zich slechts gedurende een oogenblik van lagchen te onthouden. De opziener zag mij bedeesd aan. Hoe heeft de advocaat u hierover geene opheldering ge geven afkondiging eener t rijzinuige constitutie. De heer C. lid randen senaatwiens maatschappelijke positie eiken zweem van achter docht van hem afwenden moeat, was de tusschen-persoon, door wiens bemiddeling de samenzweerders binnen en buiten 's lands briefwisseling hielden. Deze gedurige samenkomsten in de woning van den heer C., waar men vroeger niet veel menschen zag, be gonnen tuch spoedig de aandacht van sommigen te trekken en het duurde niet lang, of door de ontrouw van een bediende kwam mea op het spoor van het daar gesmeed wordende complot. Desniette min had het op bevel des keizers ingestelde onderzoek in het diep ste geheim en met de meeste voorzorgen plaats. Dientengevolge werden plotseling vele personen, die het huis bezochten, uit hunne betrekkingen aan het hof eu uit hunne ambten ontslagen. Dit ver spreidde schiik ouder de samenzweerdersvelen hunner begonnen zich voor de politio schuil te houden of zich door de vlugt aau eene ver volging te onttrekken; hel lid van den senaat C. die zich het meest gecompromitteerd achtte, werd plotseling krankzinnig van angst over hel lot dat hem wachtte. Zoodra was dit niet bekend of de keizer gaf aau den directeur van politie, de heer Palhullast zich onmiddelijk naar de woning van den heer C. te begeven en diens papieren in beslag te nemen. Maauwelijks echter wilde dnze hiermede een aanvang ma ken of ook de kolonel Asecretaris van een der bij de samenzwe ring betrokken hooggeplaatste mannen, trad binnen en eischte van zijne zijde de overgave van de papieren des heeren C. Daarover ont stond eene hevige woordenwisseling, waarin de dirertenr van po litie het veld behield eu dien ten gevolgo zich meester maakte van alie documenten, die echter van genoegzaam gewigt waren, omtrent alles volkomen in teliehlen. Dadelijk na de ontdekkiug hebben bo venbedoelde twee dames St. Petersburg moeten verlaten, met streng verbod er zich nooit weder te vertoonen. Omtrent het lot der ove rige beschuldigden velt niets met zekerheid te zeggen. De Courtier J' Oriënt bevat het verslag van Ismaël-pacha, bevelhebber der Circassische strijdkrachten, omtrent de laatste ge- gevechten tnsschen de Kussen en Circassiërs. In dit stuk geda teerd 29 Junij, leest men o. a. het volgende: Den llden Junij rukten 3009 Bussen uit Abounkaleci naar Soud- jouk-Kalesi op De Circassiërs hiervan onderrigt, vereenigden zich ter sterkte van 8,200 man en vielen den vijaud aan niettegen staande sijdoor een marsch van 40 uren in deu tijd van twee da gen naauwelijks tot het gevecht geschikt waren Dit had nugtans ten gevolge dat de Russen naar Soud-Jouk-Kalci moesten terugtrek ken. flia gedurende drie dagen telkens nieuwe gevechten te hebben eleverd, hadden de Bussen eindelijk meer dan 1000 man aan doo- en en gekwetsten verloren. Den 15den Junij trok eene andere Rus sische koloone van 3000 man infanterie en kavallerie uit Aboun- Kaleci naar onderscheidere plaatsen, om er den te veld staanden oogst te vernieten, ten einde de bevolking door hongersnood lot onderwerping te brengen. Dit werd echter verhinderd door een corps van 7(K)0 Circassiërs die hen terugsloegen waarbij aau de zijde der Bussen 800 man gekwetst raakten terwijl er aan de zijde der Circassiërs slechts 14 man en 59 paaiden gedood en 27 man gewond werden. Den 25aten Junij rukte eene derde kolonue Bussen, met 100 wagens bij zich op om de landerijen te verwoesten. De Circassiërs hinderden hen aanvankelijk niet, doch toen de Russen, na hun vernielingswerk te hebben volbragt zich tot den lerugtogt gereed maakten, werden zij door de Circassische ruiterij aangeval ten. en moesten al de volgeladen wagens, 124 ossen 140 gezadelde paarden 700 karabijnen 300 zeissen en een rijtuig met vier paar- deu bespannen in de magt der Circassiërs laleu terwijl de Bussen met achterlating van een aantal duoden en gevangenen [onder welke laatsteu aich hun aanvoerder en diens adjudant bevond] moesten aftrekken. Uok bij deze gelegenheid was, volgens het genoemd rap- Welke opheldering waarover Over de dienstboden en wat daarmede in verband staat; ik zou het anders zeer zonderling vinden. Het is bovendien nog een van de verkoopvoorwaarden. Neeu, om u die te verzwijgen zou zeer slecht zijn. Thans is het waarschijnlijk reeds te laat. Zoo weet dan, Mijnheer, deze liedeu zijn alle krankzinning. De overledene graaf had eeDe buitengewone pas sie om zich door gekkenvan allerlei soort te doen omge ven, ten einde die dan zelf te genezen; door eene verstandige en gelijkmatige behandeling bragt hij hen wezenlijk zoo verre, dat zij niet zelden weder bruikbare menschen werden. De koetsier was voor korten tijd nog zoo melancholisch, dat hij zich drie maal daags het leven wilde benemen; thans is hij zoo ver her steld, dat hij zich bedaard houdt, eu slechts van tijd tot tijd zijne tranen den vrijen loop geeft, wanneer hij aan eene mis daad denkt, die de arme duivel niet begaan heeft. Zoodat bij niet, de moordnaar van zijnen broeder is? Heeft hij u deze fraaije geschiedenis ook reeds verteld Nu hij is even zoo min de moordenaar van zijn broeder, als een van ons beiden. De portier was zulk een botterik, dat hij tusschen heer en knecht geen onderscheid wist te makeu, de behandeling van den graaf heeft een zeer bruikbaar sujet van hem gemaakt. De jager moest men in ketenen houden toea men hem hier bragt, hij was, om zoo te zeggen, razend, bij sloeg om zich heen, trapte en beet, doch van lieverlede wist de graaf hem zoo te temmendat hij hem met zijnen blik regeren kon, en thans is er niets zonderlings meer in bcm, behalve een enkele vlaag, zioals bij krankzinnigen som tijds meer plaats vindt, overigens is hij zeer gehoorzaam en laat zich leiden. Wat den kamerdienaar betreft, deze is als ten volslagen ongeneesbare gek hier gekomendie aanhoudend al schreeuwende of lagekende de potsierlijkste luchtsprongen en buitelingen maakte, thans is hij zoo men zijn lagchen over het hooid ziet, een zeer handelbaar mensch. Gij zult gewis wel toegeven, dat dit voor een magnaat rijksgroote eene hoogst philantropische bezigheid wasdoch niet iedereen heeft zulk eene nobele passie, en juist daarom was het eene mis leiding van den advocaat, u niet beier in te lichten, immers het is eene der koopvoorwaardendat deze beschermelingen,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1861 | | pagina 2