VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD. Alle leden tegenwoordig. Zitting van den 3den September 1861. De vergadering wordt geopend en voorgezeten door den Burgemeester. De secretaris leest de notulen van het verhandelde in de vergadering van den 16 Aug. jl. die worden goedgekeurd. De voorzitter stelt als nu voor om in de eerste plaats over te gaan tot het installeren der nieuw gekozen leden van den gemeenteraad, de heeren D. Timmerman en Cs. Smit, wier geloofsbrieven in de raadsvergadering van den 19 Aug. jl. onderzocht en in orde zijn bevonden, en vermits de termijn bepaald bij art. 38 der gemeente-wetis geexpireerdzoo worden genoemde heeren als in de zaal aanwezig ter verga dering verzocht, waarnaar door den heer voorzitter de eeds- formulieren voorgeschreven bij art. 83 der grond-wet en art. 89 der gemeente-wet worden voorgelezen, en daarna door genoemde heeren, één voor één, in handen van den voorzit ter, voornoemde eeden afgelegd en bevestigd door het telkens uitspreken der woorden »zoo waarlijk helpe mij God almag- tig" waarna genoemde heeren met hunne benoeming tot le den van den gemeenteraad werden gefeliciteerd en zitting na men. Ten tweedengeeft de voorzitter te kennen, dat door het periodiek aftreden van den heer D. Timmerman als lid van den Raad, hij ook heeft opgehouden te fungeren als wethou ders, men derhalve weder tot benoeming van eenen wethou der zal moeten overgaan, overeenkomstig art. 84 der gemeen te-wet, waartoe werd besloten. Tot de stemming dier verkiezing met gesloten briefjes over gaande, bleek het bij de opening der stembriefjes en het op nemen der steramen, dat de heer D. Timmerman vier en de heer W. Vader (wee stemmen verkregen had, terwijl er een blanco briefje bij was, weshalve de heer D. Timmerman, weder op nieuw verkozen is tot wethouder en ook met deze herbenoeming werd gefeliciteerd. De voorzitter geeft mededeeling van de circulaire van Hee ren Gedep. Staten dezer Provincie, van den 21 Augustus jl. J\lT 45, Provincie blad J\/p. 58, houdende dat de gemeente raad van Medemblik, bij besluit van 9 Augustus jl. behou dens de goedkeuring van Gedep. Staten heeft besloten dat de markt van vee, gevogelte, enz. aldaar, inplaats van op Woensdag, voortaan zal worden gehouden op Donderdag van elke week, des morgens van 9 tot 12 ure. Welk raads besluit ter kennis van de daarbij betrokken gemeentebestuuren wordt gebragt, teneinde hen in de gelegenheid testellen om, zoo daartegen bedenkingen bestaan, die aan Hun Ed. Gr. Achtb. te kunnen mededeelen, enz. Waarover gedelibereerd, en overwegende dat, sedert onheu gelijke jaren de weekmarkt teSchagen op Donderdag wordt gehouden, hetwelk van algeraeene bekendheid is, en zoowel de landlieden uit den omtrek van Medemblik en verder af gelegen gemeenten alhier met hun vee ter markt komenen geene belemmering aan een der markten in den omtrek teweeg brengt alzoo, te Alkmaar des maandags, te Purrae- rende des dingsdags en te Medemblik des woensdags markt wordt gehouden, zoodat de kooplieden zonder verzuim de eene na de andere geregeld kunnen bezoeken. Overwegende, dat zoo de markt te Medemblik voortaan van den Woensdag op den Donderdag verzet wordt, daardoor niet alleen de markt te Schagenmaar ook die van Medem blik aanmerkelijk zal worden benadeeld, doordien het bezoe ken der beide markten op den zelfden dag, door de landlie den met hun vee en door de kooplieden eene onmogelijkheid zal zijn, en daardoor natuurlijk eene groote verdeeldheid zal ontstaandie niét dan, ten nadeele van de beide gemeenten zal strekken, heeft besloten, die bedenkingen ter kennisse van Hun Ed. Gr. Achtb. te brengen en Hun Ed. Gr. Achtb. uittenoodigen, om diegewigtige redenen, aan bovengenoemd besluit van den raad van Medemblik, hunne goedkeuring te onthouden. De voorzitter geeft mededeeling van de missive van Hee ren Gedep. Staten dezer Provincie van den 29 Aug. jl.1» 23, houdende kenniggeving naar aanleiding van art. 167 der ge meente—wet, van de ontvangst van de verordening of Regle ment van Policie voor deze gemeeute zooals het door den Raad is vastgesteld den 19 Augustus jl. met verzoek om den dag der aHrondiging dier verordening te willen opgeven, is voor kennisgeving aangenomen. De voorzitter brengt ter tafel een aan den raad gerigt adres van Pieter Groenveld pachter van het tolhek staande op den Lagedijkerweg alhier, daarbij te kennengevende, dat door de behardingvan de binnenwegen iu communicatie met Alkmaar de passage laugs den door hem gepachten weg van belang vermindert, waardoor hem zeer veel schade wordt toegebragt en zoolanger zoo meer zal toebrengen enz. om welke redenen de adressant zich tot den Raad wendt, met verzoek dat, ter te gemoetkoming voor die schade eene wijziging in het con tract van verpachting moge plaats hebbenals zich daarbij beroepende op art. 11 van hetzelve en dierhalve verzoekt, dat de door hem te betalen pacht moge worden gesteld op de helft, en alzoo inplaats van f440op f220's jaars, of de jaarlijksche beschulping van 100 kubiek ellen te ver minderen tot op 50 kubiek ellen te schulpen, waarover gede libereerd zijndeenoverwegende.dat men niet kan inzien, dat voor het tegenwoordige de schade door den pachter te lijden zoo aanzienlijk kan zijn daar wel de beharding van eenige wegen in de nabij gelegene gemeenten tot stand komt, doch geenzins in regtstreeksche communicatie op Alk maar enz. waarop door den voorzitter werd voorgesteld, om het verzoek des adressants zoo als het daar is liggende, te wijzen van de hand, welk voorstel in omvraag gebragt zijnde werd daartoe met 6 tegen eene stem beslotenvan welk be sluit den adressant zal worden kennis gegeven. Gelezen een adres van den heer J. H. W. Slangen, hoofd onderwijzer alhier, daartoe strekkende: dat door het vertrek van den hulponderwijzer II. P. Julsing, zijne reeds drukke bezigheden aanzienlijk vermeerd ziende, hij alzoo buiten de schooluren een gedeelte van zijnen tijd daaraan moet beste den, ten einde de gang van het onderwijs niet zoude worden belemmerd, en die vermeerdering van werkzaamheden alleen op hem zal drukken, verzocht dat hem eene maandelijksche tegemoetkoming moge worden verleend, waaromtrent, na overweging werd besloten den hoofdonderwijzer Slangen eene tijdelijke toelaag te verleenen, en ten aanzien van de hoe grootheid der te verleene maandelijksche toelaag, is bij meer derheid van stemmen dezelve bepaald op eene som van f20 'smaatids waarvan den adressant zal worden kennis gegeven. De voorzitter verzoekt de commissie, in wier handen tot onderzoeking is gesteld de begrooting der inkomsten en uit gaven voor de Gemeente van het jaar 1862 van hare bevin ding te willen rapporteren, waaraan door den heer C. de Heer als lid derzelve werd voldaan, door te kennen te geven, dat de commissie weinig of geene aanmerkingen heeft, alleen wil zij opgemerkt hebbendat in ontvang de posten allen tot het uiterste naar haar gevoelen zijn gebragt, dat daarin vooral uitkomen de opbrengst van het rietboschdie van de begraafplaats, en die van de schoolgelden; Terwijl in de uitgaven hunne aandacht heeft getrokken het onderhoud van huizen, enz., haven en vaarten, enz., onderstand armen, vooral de laatste post is hoog te noemen. De som uitgetrokken voor onvoorziene uitgavenis zeer gering te noemen, en zoude adviseren voor de verhooging van die post. Ook had zij ditmaal op de begrooting verwacht een post voor eventueel te vallen kosten ter verkrijging van den spoor weg langs deze gemeente, in aanmerking nemende, het hoofd der gemeente, kosten nog moeiten ontziet ter verkrijging van dien weg. Na het uitbrengen van dit rapport werd de begrooting der gemeente, ontvangsten en uitgaven voor het jaar 1862, in be handeling genomen, en zoo ten aanzien van de vermoedelijke ontvangsten als van de uitgaven post voor post nagegaan en overwegen en na eenige wijziging, werd dezelve goedgekeurd en vastgesteld als volgt; gewone inkomsten op f 97 96,92 J buiten gewone nihil gewone uitgaven opt/9796, buitengewone nihil zoodat er waarschijnlijk batig saldo bestaat van 92| ct. met besluit aan dezelve als nu verdere uitvoering te doen ge lven. De commissie voornoemd verzoekt dat vooral bet laatste gedeelte ran haar rapportten aantieu rao de door den heer Burgemeester in het belang -emaakte kosten, aijn Ed. Achtb. die te restitueren, werd deselre door den heer Burgemeester bedankt voor hare be langstelling en Terklaarde dat het hem teer aangenaam Is dat het de attentie der commissie heeft getrokken, doch Terzoekt de be handeling ran dit punt te willen uitstellen tot na de beslissing, die hij hoopt in het belang ran dete gemeente tal worden nitgeweien. Niets meer te behandelen tijnde is de vergadering gesloten. BOEkDKlEKERlJ VAN P. J. C. DIDERICH TE SCHAGEN*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1861 | | pagina 5