Enschedé 10 Julij. De 112 arbeidswoningen zijn aan
genomen, welke voor den winter znllcit kunnen bewoond
worden, voor pene som van f81,760, door de heeren Schlens-
ker, Brnnswich en Ilildebrand, uit Ilorstmar in Westphalen.
Dordrecht, II julij, Gisteren is alhier gevankelijk bin
nen gebragt K. A., vroeger kantoorbediende bij de heeren
Pen en Bauduin alhier, beschuldigd van ten nadeele zijner
meesters te hebben ontvreemdde som van ƒ8500, waarme
de hij zich heimelijk naar Eugelaud had begeventerwijl
alle pogingen te zijner opsporing vrachteloos waren. Niet
lang na zijne ontvlugting, was echter dit kapitaal reeds ver
dwenen en heeft h>j zich te Birmingham, na aldaar welligt
alleen uit armoede een kistje met zeep te hebben ontvreemd,
in arrest begeven, van waar hij door een Nederl. politie-be-
ainbte is afgehaald en eerst naar 's tlage vervoerd. Na een
Geboren 10 Julij. C., d. v. W. Roggeveen, Jz. en A.
Veltum. 13 dito. M., d. v. J. {leddes eu A. lluiberts; II.,
z. v. W. Meurs en G. Yeuger.
Getrouwd: 12 Julij. j. Meuleveld, j. m. te Wieringer-
waard en E. Grootes, j. d. te Schagen.
Ondertrouwd 11 Julij. C. Bakker jm. te Schagen
laatst te Opmeer eu C. Selderbeek wed. v. P. Schnitemaker
te Sclt agen
Overleden: 7 Jnnij. Een levenloos aangegeven kind v(
T. Kossen eu E. Wildeboer. 13 dito. J. Zwaag o. 1 j. 6. w
gere koude zeestrooming ze naar New-Foundlar.d in den A>
lantischc Oceaan heeft gedreven, waar zij nu door te smelten
een buitengewone hoeveelheid warmte binden. Daaruit zou
aiclt ook de vreemde verschijning van koude westen- en zuid
westewinden laten verklaren. Professor Roszmüszler gelooft,
dat men weldra het bewijs voor zijne stellingen zal zieu. Dit
is dan ook inderdaad reeds geschiedde Transatlantische
stoombooten hebben op 47° breedte groote ijsbergen ont
moet en hebben zelfs verscheidene zeilschepen in het ijs zien
vastzitten.
Door den heer H. A. Sluik, te Ilarlingen, is dezer
dagen een werktuig uitgevonden, dat zich aanbeveelt door zij
ne eenvoudigheid en groote dienst kan doen bij het stranden
van schepen tot het redden van de equipage. In tijd van
nood is het dikwijls hoogst moeijelijk aan boord van een ge
strand vaartuig eene lijn te brengen. De heer Sluik stelt
zich voor, in dit bezwaar te voorzien door middel van een
van zeildoek gemaaktcn vlieger, die evenwel door hem ook
aangewend wordt tot het regtstreeks redden van menschen.
Daar genomene proeven, in tegenwoordigheid van acht er
varen scheepskapiteins en de havenmeester Bldaar, de doel
matigheid van het werktuig ten volle bewezen, en een zwaar
stuk hout in 2} minuut 100 vademen aflegde, aarzelen wij
niet de aandacht van alle belanghebbenden op deze uitvin
ding te vestigen. De heer Sluik heeft verklaard, zich met
de bezorging van toestellen te willen belasten.
liet Preussische VolkMatt meldt het volgende: Vele
predikanten te Berlijn hebben zich beklaagddat het getal
personendie gedurende hunne predikatiën in slaap vallen,
op ergerlijke wijze vermeerderde. Nu heeft men dezer dagen
besloten om eenige kerkbedienden, met lange stokken ge
wapend gedurende de dienst in de kerken te laten rondwan
delen. Zij zullen hen, die indutten, zachtkens met die stok
ken moeten aanrakenom de slapende wakker te maken. In
het hertogdom Saksen-Gotha bedient men zich reeds lang
met goed gevolg van dit middel.
beduidt den oppasser, dat de gewonde het hospitaal niet meer
noodig heeft; zijn lijden is ten einde. Achterwaarts op den
laatsten wagen zucht een jager, om een dronk water, terwijl
zijne beide armen onder eene met bloed bevlekte deken steken.
Men reikt hem dezelve toe, en zijne handen zgu niet in staat
zich van onder bet dek uit te strekken. Ten (inde hen tegen de
Italiaansche zon te beschermen, hebben de oppassers dikke
bladrgke boomtakken rondom den wagen gestoken, doch met
dat alles blijft het lot dezer ongelukkigen vreesselijk. De wa
gens, ieder door vier runderen getrokkenrijden naar evenre
digheid zacht, en bij de kleinste plaatsenwaar water of mid
delen tot verzachting te bekomen is, wordt stil gehouden. De
docters loo pen heen en weer, hier een woord van troost spre
kende, daar een verzachtende drank toereikende of een verband
aanbrengende. De nren worden den lijdenden tot dagen en de
dagen tot jaren, tot zg het beoogde doel een armzalig,
mobil hospitaal bereikendat dikwijls den volgenden dag we
der achterwaarts moet, zoo dat dan alle ellenden van het trans
port weder op nieuw plaats hebben.
Dit tweede transport hield te Gravellone hall en versper
de de geheele straat met wagens en ossenspannendaartus-
schen slopen de soldaten om alles in orde te breDgen. Zit
tende aan mijn ontbijt, dat uit slechten wijn en schapenvleesch
bestond, zag ik van af het lage balkon, waarop ik mg bevond,
op het levendige doch treurige tooneel neder. Plotselings viel
mijn oog op eene gestalte, die voorzigtig sluipende den trein
zocht vooruit te komen. Het was een klein doch gezet
manspersoonin de kleeding der boeren van Lomellinamet
den puntigen hoed diep in het gelaat gedrukt, en eene lange
roede in de hand, even als of hij tot de voerlieden behoorde.
Mijne oogen zweefden langs de geheele rij van wagens, die
zich binnen de hofstede bevonden, eiken wagen had zijn
voerman, in mijne onmiddelijke nabijheid wendde die per
soon ziju gelaat naar mij toe; zijn blik, zijne manier van zijn,
zijn uiltetlijk, dat alles was genoeg om hem bij mij nog ver-
verhoor op dc arr. regtbank te hebben ondergaan is hij naar
het huis vnn verzekering alhier overgebragt,
Goiltla, 9 Julij- De rol-ende zonderlinge saak heeft aich deaer
dagen alhier voorgedaan. Sedert eenige jaren werd alhier luaschea
twee personen een wellig huwelijk voltrokken, nadat de echtelingen
ernigeo tijd te samen hadden geleefd werd de man wegens het een
of ander misdrijf lot gevangenisstraf veroordeeld en moest dien ten
gevolge deae tlad verlaten. Ite vronw bleef echter alhier wonen en
ootving spoedig daarna het berigt, dat haar anaa in de gevangetia
was overieden. welk berigt door een daarbij gevoegd dood-extract
werd geconstateerd. Nadat de vrouw den bij de wet bepaalden ter
mijn had laten verloopen, ging aij nu 11) jaar geleden een ander hu
welijk aan, en bleef met haren tweedenman mede in deae alad wonen;
doch hoo hoog atceg hare verwonderingtoen haar dood gewaauda
eerst* man laatstleden week onverwacht» te voorschijn kwam en aijne
vrouw opeischte. Hoe deae aaak in elkander ait is onbekend, doch
de tweede man wat niet aoo terslond bereid om aijne wellige echt
genoot, met wie hij dertien jaren ongestoord heeft geleefd, eens
klaps al te itaao, zoodat waarschijnlijk dc regter aal moeten uit
spraak doen aan wien van beiden de vrouw toebehoort.
KANTOlUiEREGT.
Zitting 10 Julij 1862.
1. J. C. N., te Z'jpe, veroordeeld wegens liet gebruiken
van twee broodkisten en broodtitand, die niet gemerkt waren
met zijn naam boete f3 of 3 dagen gevangenis en in de
kosten.
2. K. de J., te Nieuwe NieJorp, veroordeeld wegens het
werpen van voorwerpen in de publieke wateren binnen de
gemeente Nieuwe Niedorp; boete f 2 of 1 dag gevangenis
en in de kosten.
3. A. K., en II. K.., te Z'jpe, veroordeeld wegens enkele
diefstal van doodhout; boete ieder 50 cents en in tle kosten.
4. C. P., te Z'jpe, veroordeeld wegens het laten loopen
van vee op eens anderen in den oogst staanden grond; boete
f 3 en in de kosten.
5. J. P., te llelder, beklaagd wegens liet houden eener
onderhandsche loterij, zonder vergunning van den Burge
meester der gemeente Zijpe; vernietiging der dagvaarding.
6. J. D., te Z'jpe, veroordeeld wegens het ter verkoop
voorhanden hebben van brood, dat het vereischte gewigt niet
had; boete f 1 of een dag gevangenis en in de kosten.
n in n l ij n e st.ixd
dachter te doen voorkomen, llij had een magerbijna ver
droogddoor de zon diep gebruind gelaat, waarop de vlek,
die misschien nog den vorigen dag door een snor en knevel
baard bezet was, maar den tijd niet gehad bad, eene gelijke
kleur met zijne wangen aan te nemen, bij zijne overige gelaats
kleur, zeer afstak.
Oogenblikkelijk rees het vermoeden in mij op, dat deze
man een spion kon zgn, en ik riep den wachtposten toe,
de reeds geopende ijzeren deur digt te sluiten; men verwon
derde zich, doch aan mijn bevel werd gevolg gegeven, en al
les hield in gespannen verwachting een oogenblik inet den arbeid
op. Wat ik verwachte, gebeurde: De boer, de deur gesloten zien
de, keerde zich, zonder iets te laten blijken, langzaam en met de
grootste bedaardheid om en voegde zich bij een van de voorste
trekdierenen hield zich met eenige werkzaamheid daaraan bezig.
In dit oogenblik stond ik ook reeds aan zijne zijde. Eeu
kring soldaten omringde ons.
Hij moest, hoewel met den rug nog iets of wat naar mij
toegekeerd, mgne nadering en die der soldaten bemerkt heb
ben, doch liet niet de minste vrees blijken. Met de gToolste on
verschilligheid knoopte hij eene losse strik aan het dek van eeu
der dieren vast.
Zijn dit uwe beesten vraagde ik, hem op den schoudir
kloppende in het Italiaanscb.
Neen, heer, de mijne bevinden zich achter aan den
trein, zeide hij, zich bedaard tot mij wendende.
Wijs mij dezelve eens
Excellentie, xg zijn voor den zesden of zevenden wagen van
achteren af geteldwanneer uwe excellentie mij veroorloofd,
dat ik mij even verwijder, dan zal ik er mij dadelgk been bege
ven.
De laatste wagens stonden nog buiten de verschansing en de
man zou daardoor, zoo ik hem vertrekken liet, gelegenheid gehad
hebben, zich uit de voeten te maken.
(1T%rdt ceruJjd.J