li wmi
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
N°. 298.
Zevende Jaargang;.
A°. 11
PRU1SSEN EN OOSTENRIJK.
POLITIEK OVERZICHT.
Pruissen. Wegens voortdurende ongesteld-
hied zal koning Wilhelm de baden gaan ge
bruiken. Gedurende zijne uitlandigheid zal hij
door een regent vervangen worden. De kroon
prins moet voor deze betrekking bedankt hebben,
waarom die opgedragen zal worden aan prins
Karl, een volbloed reactionair.
SCHAGER COURAN
-^V^V
-
Vl
Ki-
ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIE MAANDEN
Voor Schagenf 1.00.
Franco per post door het geheele Rijk. 1.15.
Afzonderlijke Couranten0.10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
UITGEVER 3?. J". Gr. DIDERICH.
PRIJS DER ADVERTENTlëN
Van een tot vijf regelsƒ0.75.
Iedere regel meerder0.15.
De 35 cents zegelrecht niet inedegerekend.
Groote letters naar de ruimte die zij beslaan.
BLIEVEN IFIR-A-ISrCO.
Terwijl de Polen zich met kracht en dikwerf
met geluk tegen de Russische heerschappij
verzetten hebben de twee groote mogendheden,
die beide aan het geteisterde Polen grenzen,
die beide schuldig zijn aan de wederrechtte-
lijke deeling, welke in 't laatst der voorgaan
de eeuw plaats vond, een houding aangenomen
die niet alleen geheel verschillend is, maar zoo
lijnrecht mogelijk tegen elkander overstaat.
Terwijl de Pruissische regering alle middelen
aanwendt om het belang van Rusland te be
vorderen en de Polen in hunne ondernemingen
tegen te werkenterwijl van hooger hand telkens
scherpere vorderingen verschijnen om den toe
voer van wapens naar Polen af te snijden, en
de ambtenaren herhaalde aanschrijvingen ont
vangen om alle mogelijke verzendingen, die
door gewicht of vorm maar eenig verdacht
opwekken, met de grootste waakzaamheid gade
te slaan; terwijl zij zelfs zooverre gaat tele-
graphische berichten, die den Russen ongunstig
zijute onderdrukken en zijnen eigenen inge
zetenen dwingt Russische vluchtelingen inkwar
tier te nemenheeft Oostenrijk zich aangeslo
ten bij de Westelijke mogendheden en, alsof
het een vroeger misdrijf door naauwgezette
plichtvervulling wilden uitwisschen, voor de
Russische Polen gevraagd: Amnestie, Autono
mie en Godsdienstvrijheid.
Volgens den Mémorial Diplomatique zouden
deze drie punten uitgewerkt geworden zijn tot
de zes volgende voorstellen:
le. De keizer van Rusland zal een algeheele
en algemeene amnestie uitvaardigen.
2«. Polen zal een nationale vertegenwoordi
ging verkrijgen, welker bevoegdheid gelijk
staat met die van den Galicischen pro
vincialen landdag.
3e. De Polen zullen in ruime mate {dans une
large mesure) toegelaten worden tot open
bare ambten; tegelijker tijd zal het land
verzekerd zijn van een administratieve
autonomie.
4e. De gewetensvrijheid zal volkomen en
geheel (pleine el entière) zijn, alle wet
telijke bepalingenwelke ten deze opzich
te bestaan en die voornamelijk op de
Katholieke godsdienst en geestelijkheid
drukken, worden opgeheven.
5e. De Poolsche taal zal de officieele taal van
het koningrijk zijn en derhalve door het
Bestuur, de justitie en bij het onderwijs
gebruikt worden.
6e. Rusland moet aan Polen een regelmatig
en wettig sijsteem van recruteering ver-
leenen.
Deze voorstellen, door het Weener kabinet
aldus uitgewerktzullen tot grondslag dienen van
gelijkluidende nota's door Oostenrijk, Frankrijk
en Engeland aan het Peterburgsche kabinet in
te dienenterwijl verder aan iedere mogendheid
de weg nog openstaat de verschillende belan
gen, waarover men het moeijelijk eens kan
worden, afzonderlijk aan den Russischen keizer
kenbaar te maken.
Het doel van Oostenrijk is den gemeenschap-
pelijken voorslagen een zoodanige vorm te
gevendat de keizer van Rusland ze niet direct
behoeft af te wijzenmocht er echter ondanks
deze pogingen óf in de houding der Wester-
sche mogendheden, óf in Ruslands antwoord
een aanleiding gevonden worden om de Polen
met de wapenen te ondersteunen, dan zal
Oostenrijk zeer zeker de partij der eersten
kiezenen zoo al niet door een feitelijksn oor
log, dan toch door een gewapende neutraliteit,
even als in den Krim-oorlog, Rusland dwingen
aanzienlijke strijdkrachten op de Oostenrijksche
grenzen bij elkander te trekken en daar wer
keloos te laten.
Maar Oostenrijk heeft liet standpunt, waar
op het nu slaat, niet aangenomen dan na veel
strijd met de voornaamste staatkundige kringen
der hoofdstad, waar zich sedert eenigen tijd
een reactionaire beweging begon te vertoonen;
een beweging, die den Pruissichen Jonkers
nog altijd in de waan bracht, dat Oostenrijk
zich nooit bij de Westersche mogendheden zou
kunnen aansluiten om Rusland, ten minste
door zedelijke middelen, tot toegevendheid te
dringen.
Maar de Pruissische reactionairen hebben
zich misrekend. De Oostenrijksche staatsman
nen hebben ter rechter ure gezien, dat zoo
danige aansluiting bij Rusland en Pruissen
slechts verderfelijk voor den staat kan worden;
en de keizerzich vereenigende met deze
politiek, heeft allen wrok tegen Napoleon in
ter zijde gezet en zich bij Frankrijk en Enge
land aangeslotenomdat daarin alleen heil voor
zijn land te vinden is; want moge men in
Oostenrijk den Franschen keizer al zeer weinig
vertrouwen, Pruissen en Rusland vertrouwt
men in 't geheel niet
Terwijl alzoo Oostenrijk zich bij de meening
van geheel Westelijk Europa heeft aangesloten,
terwijl het alle pogingen aanwendt om den
constitutioneelen weg met eerlijkheid en naauw-
gezetheid te bewandelen, heeft de verdwaasde
Pruissische regering de eenmaal gegeven con
stitutie geschonden en gaat zij voort tegen den
wil van het volk en tegen den herhaaldelijk
uitgedrukten wil der volksvertegenwoording,
tegenover Polen een standpunt in te nemen,
dat bijna zeker tot een oorlog moet voeren.
Het zou misschien van belang zijn een ver
gelijking te maken tusschen den Franschen
Karel X en den tegenwoordigen koning van
Pruissen. Beiden herstelden het gebruik om
bij hunne troonsbeklimming tot koning gewijd
te wordenbeiden regeerden met ministers, die
noch door het volk, noch door de volksverte
genwoordiging gesteund werden; beiden ont
bonden de vergadering van de afgevaardigden
der natie om een inpopulair ministerie te hand
haven beiden lieten die ontbinding volgen
door een verordening op de drukpers: de eer
ste verloor de kroon en stierf buiten het rijk,
dat hij niet had weten te besturen en zijne
ministers werden gekerkerdhoe
zal het einde zijn van dezen koning en van
zijne raadslieden
Het huis der afgevaardigden heeft ondanks
alle pogingen der regering getoond, dat het
recht had op het vertrouwen der natie; het
heeft den dank verdiend van het volk, omdat
het met zooveel eenstemmigheid de reorganisa
tie van het leger verwierp; een reorganisatie,
die schadelijk voor Pruissen moet werken: 1«
uit een staathuishoudkundig oogpunt, omdat
deze vernieuwing bijna het dubbel aantal men-
schen vereischt; 2e uit een financieel oogpunt,
omdat de kosten bijna anderhalf-maal de te
genwoordige zouden bedragen; 3= uit een
staalkundig oogpunt, omdat daar door het
element der landweer ter zijde wordt geschoven.
«De regering van Pruissen," zeide Profes
sor Gneist in een redevoering, die hij den
25den vorige maand te Hettstad hield, „is
in den ongelukkigen toestand gekomen, dat
het zich op het Heerenhuis verlaat, iets dat
gelijk staat met een sterken mandien men den
raad geeft zich op zijne schaduw te steunen."
Terwijl de geschiedenis voor Oostenrijk een
leermeesteres is, die het bekend heeft gemaakt
met de misbruikenwelke den staat zoo lange
geteisterd en vaak krachteloos gemaakt hebben,
is zij voor de tegenwoordige regering van
Pruissen een gesloten boekeen boekdat zij
met moedwil gesloten houdt, omdat op elke
bladzijde het vonnis wordt geveld over hare
handelingen; omdat zij vreest het gevaar te
leeren kennen, waaraan zij zich blootstelt en
dat zamengevat kan worden en deze weinige
woorden„een volk laat zich lang misleiden en
lang onderdrukkenmaar eenmaal tot het
uiterste gebracht, werpt het zich op tot een
vreeselijken rechter over de eerzucht, het egöisme
en de moedwillige verblindheid zijner heer-
schers."
De koning heeft krachtens art. 63 der con
stitutie een verordening gegeven op de dag
bladen en tijdschriften, welke door alle ministers
gecontrasigneerd is en waarin van Bismarck
duidelijk toont, dat hij gedurende zijn verbijlf
als afjgezant te Parijs de Fransche wetten met
ijver bestudeerd heeft. Ingevolge deze verorde-