J?fït
A°. 1SG3^»|
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
N°. 300.
Zevende Jaargang.
POLITIEK OVERZICHT.
SCHAGER COURANT.
frtCj C
ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIE MAANDEN:
Voor Schagenƒ1.00.
Franco per post door liet geheele Rijk. 1.15.
Afzonderlijke Couranten. 0.10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
PRIJS DER ADVERTENTlëN
Van een tot vijf regelsƒ0.75.
Iedere regel meerder 0.15.
De 35 cents zegelrecht niet medegerekend.
Crootc letters naar de ruimte die zij beslaan.
UITGrEVEE 3?. O". O. DIDERICH.
BEIEVEN FEANCO.
J.A3PAJN".
Aan de oostzijde van Azië vindt men in den
Grooten Oceaan een eilanden groep, die zich
bij 147» tot 104° O. L. uitstrekt van 30°
tot 48» N. B. en uit de volgende eilanden
bestaat: Kioesive met Decima, Sikokf, Nipon,
de Oki eil.Sado, Jesso, Koenaschir, Jtoeroep
en het zuidelijk gedeelte van Karafta of Sa-
chalin. Deze eilanden vormen te zamen het
tot nog toe raadselachtige Japan, dat eenmaal
de Portugezen verdreef om geene andere vreem
delingen meer in hun rijk toe te laten dan de
Nederlanders en de Chinezen, en deze nog slechts
in de haven van Nangasacki op het eiland
Kioesive. Deze uitsluiting begon eindelijk
aan de andere mogendhedenwaaronder Noord-
Ainerika 's Vereenigde Staten een der eerste
waren, te verdrieten; er werden, ondersteund
door de noodige oorlogschepen, onderhandelin
gen aangeknoopt, die ten gevolge hadden, dat
verscheidene havens voor de vreemde mogend
heden werden opengestelden de meesten
zelfs een afgevaardigde naar Yeddo konden
zenden.
Dat was, meende men, een reuzenschrede
der beschaving, waarvan de heilzaamste vruch
ten geplukt zouden worden. Laat ons zien in
hoe verre men zich misrekende.
Geheel onverwachts verschenen in de dag
bladen berichten aangaande een opstand in
Yeddo; de strekking van dien opstand werd
gekarakteriseerd door dit eene feit 't welk al
om onsteltenis veroorzaakte: het gebouw der
Ëngelsche ambassade, dat in de hoofdstad
van Japan wordt opgetrokken is door de ont
ploffing van een kruidmijn bijna geheel ver
nield worden. 't Is dus te vergeefs ge
weest, dat de Ëngelsche aan de Japansche
afgezanten al de wonderen van hunne nijver-
verheid hebben getoond; 't is dus te vergeefs
geweestdat zij die afgevaardigden op de
meest heusche wijze hebben ontvangen en
zelfs vrijgehouden: uit dankbaarheid mag de
Engelschman in Japan zich tot de tanden
wapenen, wanneer hij zijne vrijheid en zijn
leven lief heeft en zich niet onder het bereik
bevindt van een Ëngelsche fregatdie met
Armstrong kanonnen de verdragen moet doen
eerbiedigen, die Japan voor Europa 's volken
openden.
En wat is de oorzaak van die Japansche
reactie „Antipathie der rassen", verkondigt
ons de pers; ar onverbeterlijk vasthouden aan 't
oude", roept de City-koopman, die zijne maga
zijnen bedreigd en zijn handel belemmerd ziet
toch vergissen beide zich; noch het een, noch
het ander; de oorzaak van dat alles is de
Itzeboo.
Toen de Japanners nog alleen handel dre-
ren met Holland, bezaten zij een muntsysteem
dat ondanks alle onvolkomenheid zeer voldoen
de was voor hunne binnenlandsche behoeften
en dat voor het verkeer met de overige mo
gendheden geschikt geweest zoude zijnin
dien in het Ëngelsche tractaat geene bepalin
gen waren binnen geslopen, die de aanlei
ding moesten geven tot de grootste moeijelijk-
heden.
Japan heeft namelijk een gouden munt,
waarvan de reëele waarde ongeveer 12 gulden
is, en die den naam van Kobang draagt. Het
gewone betaalmiddel echter is de Itzeboo, wier
nominale waarde in Japan veel hooger is dan
de werkelijke, zoodat de Bio, een zilverstuk
van vier Itzeboo's, gelijk staat met een Kob&ng
ofschoon de werkelijk waarde slechts p. m. f 3,20
bedraagten dus vijftien Itzeboo's ongeveer
de waarde hebben van een Kobang. Deze
bovenmatig opgevoerde waarde kon blijven
bestaanzoolang de Japansche regering die
alleen in het bezit der zilvermijnen is, geene
concurrentie behoefde te vreezen met de in
voering van vreemd zilver; maar toen het ver
drag, dat ecnige havens voor Engeland en
Noord-Amerika openstelde, den invoer van
vreemd zilver, onbepaald liet, en de koers
daarvan regelde naar het gewicht, zoodat bui-
tenlandsch zilver de waarde zou verkrijgen van
zijne zwaarteherleid tot Itzeboo'stoen be
merkten eenige fijne rekenaars in genoemde
staten, dat er een profijtje van p. m. 200} te ver
dienen zou zijn, indien men dollars inwisselde
tegen Itzeboo's, voor deze goudgeld zocht te
verkrijgenom dat in enorme hoeveelheden
uit te voeren. Een dollar ter waarde van
f 2,50 stond ongeveer gelijk met drie Itze
boo's in zwaarte; drie Itzeboo's hadden echter
een koers van bijna f8,00, zoodat men alleen
door inwisseling bijna f5,50 per dollar ver
diende. Al het goudgeld verdween uit Japan
men zag er slechts Kopergeld en Itzeboo's.
Nu was goede raad duur. De Japansche
regering zocht dit gebrek te verhelpenver
langde daarom de waarde van den Kobang;
verving het koperen geld door ijzer en veroor
zaakte zoodoende een algeheele verwarring in
de prijzen contractenenz. De ontevredenheid
en opgewondenheiddie hiervan een noodza
kelijk gevolg warennamen overal toe en "de
jongste moordenarijen zijn niet anders te be
schouwen dan als een gevolg van den omgang
met buitenlandsche barbaren.
De Ëngelsche en Amerikaansche pers moge
vrij schreeuwen over die onbescliaafde heidenen;
de Japanner is veel te goed man van zaken
om zich niet met de zelfde bereidwilligheid te
verzetten tegen de plundering van zijn geld
beurs als de City-koopman. Dat hij nog
niet beschaafd genoeg is om zijn tegenpartijder
met een couranten-artikel uit den weg te
ruimenmaar op zijne wijze de methode van
kopsnijden en buikopening toepastveront
schuldigd geenszins de buitenlandsche agente
provocateurt. Geene internationale conventie
kan van duur zijn, tenzij beide partijen daar
bij voordeel vinden.
Natuurlijk heeft de handelwijze der Japan»
ners de Engelschen zeer verbitterd en spreekt
men reeds van een ultimatumdat aan de
Japansche regering is overgezonden geworden.
Toch zijn wij overtuigd dat een oorlog in
't verre Oosten te veel banknoten zou kosten
om dien met kracht te blijven voeren. Bo
vendien zetelt in Engeland een sterk element,
dat den vrede verlangt. In hun orgaan de
Moming Star spraken zij over Japan in deze
bewoordingen«Wat winnen wij door den
omgang met zulk een volk als de Japanners?
"Wij Kelen nu iets, dat wij vroeger konden
raden. Onze bibliotheken zijn met eenige
amusante boeken vermeerderden w ij zien de
berichten van oudere geographen bevestigd
dat de Japanners alles doen op eene wijze
die recht tegen over de Europesche staat.
Zij zwarten hunne tandenterwijl wij de on
zen trachten wit te houdenzij stijgen aan
de rechter- wij aan de linker-kant te paard
zij schrijven van onder naar boven of van de
rechter naar de linker-zijdeenz. "Wij lezen
van hunne thee-tuinen en van oude ezelsdie
den draak nog laten verrijzenvan de onver
schilligheid van Japansche Dianes wanneer zij in
het bad door de nieuwsgierigheid van Akteous
gehinderd worden. Japan heeft ons stof tot
discours gegeveneven als in der tijd de
Gorilla-aap. Lieden spreken van den Auto-
kraat Mikadovan den Tykoon en van den
Daimioszonder naauwkeurig te weten of dit
personenplaatsen of besmettelijke ziekten
zijn. In de politiek hebben wij geleerddat
de keizer van Japan juist even veel te zeggen
heeft als Alcxander van Rusland. Historische
en aardrijkskundige kennis moeten in Japan
te duur betaald worden. Laat den handel
en de zendelingen hunnen weg in Japan zoe
ken met zoo weinig diplomatie als maar
cenigtzins kanen met zoo weinig overtuigen
de kanonschoten als slechts mogelijk is.
Waarom zouden wij den Japanners ons ge
zelschap opdringen. Waarom den Mikado
complimenten makendie wij den Faus wei
geren te meer daar hij onze beleefdheid voor
lompheid houdt Zullen wij hunnen slechten
smaak met bloed vergieten veredelen Wij
hebben geen recht om de domheid met ka-
nonnades te onderrichtennoch om de bar-
baarsehheid door bommenmuziek tot een aesthe-
tisch gevoel te dwingen."
Pruissen. De vrijheid van drukpers is hier
eenigtzins af te metennaar het schrijven
van den Regerings-president van Kamptz te
Koningsbergen aan de uitgevers van de cou
ranten, welke in genoemde stad verschijnen.
Het luidt aldus:
„Ten opzichte van de ten uitvoerlegging der
allerhoogste verordening van den 1»"» dezer
maand, het verbod van couranten en tijd
schriften betreffende, vindt de Regerings-pre-