OPRECHTE LIEFDE. v. GEMENGDE BERICHTEN. lastige ieden, als zijnde tegen het welzijn van Vorst en volk, naar huis gezonden. Iloe durfden .zij 't ook bestaan in Fruissen wederom eene overtuiging te hebben Hoe hadden zij de koenheid eene opinie uit te spreken, die indruiste tegen de denkbeelden van den man, die bij landsvaderlijke goedertierenheid niets vordert dan blindesprakelooze gehoorzaam heid. En die Vorst noemt zich constitutio neel en die Vorst durft beweren de grond wet van het rijk ongeschonden te handhaven? Vos Bismaeck meent Pruissen langs den Fran- schen weg tot grootheid te brengen en hij weet nietdat zijn werk slechts aperij isdat wel de gebreken in Napoleon 's stelsel na kan volgen maar geene hulpbronnen in zich be vat om die bij voorkomende dringende om standigheden te verhelpen. Vos Bismarck weet nietdat het Napoleontische stelsel een man verlangt als Napoleon, die te zijner tijd geschikte mannen weet te kiezen en de juiste gelegenheid te bespieden; iets dat zijn Vorst niet verstaatblijkens de keuze zijner tegen woordige ministers. Von Bisuakck spot en laat zijnen Vorst spotten met het volken hij weet niet, dat het een veelhoofdig monster is, dat lang bespot, gehoond, beschimpt, ja vertreden kan wordenmaar dat eenmaal ont- wnken moet en vreeselijk zal worden in zijne wraak. Napoleon tracht den Franschcn geest te leidente voeren naar een doeldat hij heeft vastgesteld maar dat hij opgeeft, wan neer hij bemerktdat de natie zich een an deren weg heeft gekozen. Het Pruissische be stuur stelt zich als een dam tegen de uiting van den volkswil en laat dien in zijne dag bladen honen en bespottenterwijl het dat zelfde volk verbiedt van andere dagbladen ge bruik te maken om hunne denkbeelden te verdedigen. Eii gelijk Napoleon weleer steun vond in de Katholieke geestelijkheid zoo keert zich thans de Koning van Pruissen om hulp tot den ouden Dvittehen adel eene soort van middeleeuwsche woekerplantdie Duitsch- land bedekt heeft met Von 't en het sedert vijfhonderd jaren uitzuigt en de Lutersche orthodoxie gelijk de eerste zijn belang vond bij de volkssouvereiniteit, in zoo verre, dat de Eranscken, na eenige failt accompli»door het algemeen stemrecht hunne opinie mochten uitspreken zoo schijnt de andere terug te keeren tot het denkbeeld van den ouden Fran- schen minnezanger: dat adel en dorpers niet Vervolg en tlol „Rieka!" herhaalde hg; „Rieka! O, mijn heer, hoe is dat mogelijk?" In weinige woonlen verklaarde ik hem de toedracht der zaak; hoe zg in het bezit eeoer, zoo belangrijke som gekomen was en de manier waarop tg deze terng gevorderd bad. Ik maakte geen geheim van mgne aangewende pogingen om baar in haar voornemen te verhinderennoch van hare vleijende smeekingen. Hg Inisterde naar mijn bericht met onbeschrijfelijke verbazing. „Rieka! Rieka 1" riep hij herhaaldelijk nit, „hoe is 't mogelijkik kende dit meisje naauwelijks ik herinner mij slechts, op zekeren dag, toen een handelsreiziger haar met geweld poogde te kussen en baar op onbeusche wijze beleedigde, partij voor baar te hebben getrokken en met den kobalt in een hevigen strijd te xjjn geraakt Sedert die gebeurtenis heb ik zelden met het jonge meisje eenige woorden gewisseld, en dan nog slechts wanneer zij bij het inzamelen van geld, mij de schaal voorhield. Iloe is het mogelijk, dat ik haar zoo Teel opofferende belangstelling, ingeboezemd heb." „Rieka" hernam ik, „is naïfj zoo als het van een seventieojarig meisje te verwachten is, en roman tisch, zoo als het geheele leven van eene Duitache. De grootmoedigheid, die gg tot hare bescherming aan den dag legdet, hield zg verkeerdelijk voor lielde, en de vriendelgke, hoewel niets beteekende woorden, die gij nu en dan tot haar richtet, voor liefkozingen. Thans zullen wij zien wat ons te doen staat Betaal het geld aan haar zelve terng Toeg er een fraai geschenk bij; doch hare over' uit een zelfde aarde gevormd zijn. S. W. Het «trekt ons tot genoegen op, zoo als wij vertrou wen, goede gronden te kunnen berichten, dat het tinken van den ovalen cilinder voor de spoorwegbrug over het A oord- Hollandse h kanaal aan het Hoegras tot beden zeer voorspoedig gaat. Deze kuip van gegoten ijzer heeft eene lengte van 7 et eu eene breedte vao 3,50 el, en bestaat uil acht op elkander verbonden liogen, die eeue gezamenlijke hoogte van p. m. 12.50 el hebben. Zij wordt bij het zinken zijdelings gesteund door 3 geleidiogspalen, die zuiver opgevuld zijn tot op den kanaal bodem; op deze palen zijn steunpalen aangebracht, die door karbeels wordeu versteiLl enwaaraan de S zware schroeven zijn bevestigd, die met haken de kuip zelve drageu. De uitbaggering geschiedt tot heden zeer geregeld, zonder droogmaking, met een expresselijk daarvoor gemaakt bagger toestel dat op een dobbelen wagen geplaatst is en zoodoende elke plaats kan bereideu. Wanneer er kans tot zakken of zioken bestaat, wor den de 8 schroeven met sleutels (ter lengte vao p. m. 2 el) allen gelijktijdig slag voor slag afgewouden totdat het blijkt dat de kuip op den bodem rust. Op deze wijze heeft er gemiddeld om deo anderen dag eene zinking van p. m. 0,20 el plaats gehad, en is de onderkant der kuip nu gelegen op 10,75 el AP. terwijl deze moet gebracht worden op 12,35 el. AP. Hoewel hier het spreekwoord geld vdat de laatste loodjes het zwaarste wegen1', bestaat er toch gegronde hoop, dat de bepaalde diepte op gelijke wijze zal be reikt woiden; ter vergemakkelijking van het zakken der kuip is daarop in de laatste dagen 10000 pond ijzer ballast geplaatst. Ook bij de spoorwegbrug te Alkmaar is, naar wij vernemen, een begin gemaakt met het in elkander stellen van eene gelijke kuip en wij hopen in staat te zijn later den goeden uilslag van beide deze werken te kunnen melden, daar de aannemer G. Boef geene Losten noch moeite spaart om het werk naar den eisch te doen slagen [Atd. Stoomp Een uit het klooster te Uden in Noord- Braband ontvluchte pater, Takke genaamd, heeft te 's Hertogenbosch bij de justitie aangifte ge daan wegens mishandeling die pater Bogers in het klooster van St. Agatha te Cnijk, onder vond; de justitie heeft de zaak, in loco, onder zocht cn bevonden dat genoemde pater Bogers, niet alleen in zijne cel was opgesloten maar, naar lichaam en geest, zoo zeer was verzwakt, dat hij op de vraag of hij het klooster wilde verla ten ten antwoord gaf, niet meer bij machte te zijn om in de maatschappij terug te keeren en daarom zijn uiteinde in zijnen kerker wilde af wachten. Men zegt dat de nieuwe Oosten- rijksche bankbiljetten van fl: 100 zoodanig zijn vervaardigd dat zij, noch door de phota- graphie, noch op andere wijze, kannen nage maakt worden. In de kerk der afgescheidenen te Franeker had Zondag 1. I. eene zeer onstichtelijke op schudding plaats; de predikant van Arum, ver klaarde den heer v. d. W. van zijn ambt als diaken vervallen, omdat hij den predikant Pietera gelasterd had; v- d. W. hierover niet spannen gedachten, hare genegenheid tot u; hoe wilt gij dat alles vergelden „Ik wil mgn gansche leven aan haar wijden, om het hare gelukkig te maken; want ik zou de schande van een bankroet niet verdragen, ik zou mij gedood hebben." „In uwe toenmalige omstandigheden zon ik misschien dezelfde gedachten gehad hebben, voor een koopman bestaat er niets verschrikkelijker, dan een bankroet; doch dit alles brengt ons, met be trekking tot de aangelegenheid, die wjj op het oog hebben, geene acbrede nader tot ons doeL Bedenk u eerst eenige dagen, doe niets in overijling, en vermijd Rieka gedurende de eerste acht dagen, opdat gij in staat zgl, met bedaardheid, te kannen bandelen. Bezoek mij dan weder, ten einde volgens nw vast genomen beslnit te kunnen handelen. Ik kan u thans niets raden, uw eigen hart en uw verstand moeten hier beslissen. Doch beloof mij stellig, dat gij het meisje voor dien tijd niet zult opzoeken, ik stel dit alleen als voorwaarde; zoo in Rieka's belang, als in Let nwe." „Na een hevigen tegenstand, want hg haakte er naar, zijne edele weldoenster te bedanken, gaf hg mg eindelgk zijn woord, en verwgderde zich." Ik zond dadelgk eene boodschap naar Rieka, dat zij bij mij zou komen. In hare plaats Ter- scheen eene vrouw, bij wie zij logeerde, en die een klein-handel dreef. „Achmijn heer," ik ben zoo dikwijls door Rieka bier heen gezonden, om te vernemen of gij nog niet teruggekomen waart. Zg wilde u, alvo rens Rotterdam te verlaten, nog eens gaarne spre ken, en u om vergeving vragen, dat zij bet door n, aan baar geleende geld, voor haar vertrekniet kon teruggeven. Ik verzeker u echter, dat het te vreden stond op en verzette zich, een he vige woordenstrijd ontstond tusschen heeren diakens en dominé; en de organist trommelde nit al zijne macht op het orgel, om het rumoer onhoorbaar te makendoch te ver geefs. l)e heer G. A. Bensman, verliet den 26 Jnlij 1.1. zijne woning te Amsterdam, logeerde te Arnhem, ic het Logement van Holters, op de Groote marktverliet hetzelve en verdween zonder dat men weet werwaarts. Nabij het Zand in de Zijpe is een jonge tje dat een paard wilde jagen, door hetzelve dood geslagen. De vroeger zoo vermaarde Zwarte Doctor is te Parijs wegens onwettige uitoefening der geneeskunde tot 6 maanden gevangenis en 2000 fr. boele veroordeeld, niettegenstaande hij in de woning van Dr. Ebra zijn intrek had genomen en door deze zijne recepten liet onderteekenen. Men meldt uit Athene, dat de regering heeft besloten de landengte van Corinthe te doen doorsteken de kosten zijn geraamd op 4 5 miljoen gulden alles wordt doorgegraven behalve Holland op zijn smalst, Het stadje Lippa in Hongarije is voor eenige dagen door een verschnkkelijken brand geteisterd waardoor 600 gebouwen zijn in asch gelegd, en 26 menscheu het leven verlo ren. Te Warschau zijn weder vier Polen opgehangennamelijk twee landeigenaren en twee boeren. De heer Nadar, zal te Baden-Baden eene luchtballon oplaten, waarin 15 personen zul len plaats nemen zij bevat een salon en 15 slaapkamers, en moet zoo hoog ziju als de Utrechtsche dom. Nadat de koning van Pruissen een onderhoud met deu keizer van Oostenrijk had gehad, zeide bijmet tranen in de oogen, tot een zijner vriendenvliet jonge Oostenrijk heeft een dieper inzicht, dan het oude Pruissen." Te Wijhe, is een vat boter aan de markt gebracht hetwelk bij on derzoek bleek ruim 5 ponden water in te houden; de justitie heeft het in beslag geno men. Te Gouda is eene vrouw in het wa ter geloopen en verdronken, het was avond en zij was bijziende. Te Madrid schijnen veel brandstichters' te wonen. Eene dame die hare dochter aan het spoor weg-station zou ai ha le ii, werd plotseling onge steld en stierf. Uit Charleroi schrijft men het volgende, als in zekere Belgische stad voorgevallene; een jeugdig advocaat was zeer druk aan het pleiten, toen in de nabijheid een ezel zoo hard begon te balken, dat het in de gerechtszaal weergalmde en men eindelgk de advocaat niet meer kon verstaan; een zijner hare schold niet is. Zij is gedurende de laatste drie maanden zoo ziek geweest, dat zij volstrekt niet heeft kunnen zingen. Zoodra zg poogde uit te gaan, en in de lucht kwam, begon zg te hoes ten, eu hoewel zij zulks, voor mij, poogde te ver bergen, bemerkte ik evenwel, dat tg bloed opgaf. Zg is zoo goed en zoo vol attentie, dat het haar leed doet, iemand te bedroeven, van lieverlede zag ik haar al minder en minder worden. Haar gelaat was geheel vermagerd; alleen hare groote blaauwe oogen schenen grooter te wordeD, dan vroeger. Ten laatste was zij niet meer in staat om te werken, want mijn heer, sedert zij het zingen had moeten laten, had zij, door handen-arbeid, in hare behoeften voorzien, een koopman in onze buurt verschafte haar werk. Het arme wezensedert drie dagen is zij zoo verzwakt, dat zg haar werk zaamheid geheel moest staken, en met tranen ia de oogen zeide zij tot mg: „Moeder Trniije, ik moet naar huis terne keeren." „^at zegt gij daar, Rieka?" riep ik, hoe kunt gij er aan denken, in deze bittere koude, te voet en zoo ziek als gij zijt, zonder geld zulk eene reis te doen, die verscheidene weken duurt, eer gij te huis rijt?" „Ik wil door bedelen zien mijn doel te berei ken antwoordde zg. „Gelooft gij, dat ik niet zie, hoe vele offers gij u reeds voor mij getroost hebt? Gg hebt vier kinderen, het brood, dat ik bg u eet, zonder het te verdienen is een diefstal. Ik kan het niet langer over mij verkrggen, u tot last te zgn." Te vergeefs bad ik haar, te blijven, niéts kon haar van haar besluit terug brengen. Toen ik gisteren te huis kwam, was zij vertrokken. De kinderen zeiden mij, dat Rieka, tranen stortende

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1863 | | pagina 2