OPRECHTE LIEFDE.
v.
GEMENGDE BERICHTEN.
lastige ieden, als zijnde tegen het welzijn van
Vorst en volk, naar huis gezonden. Iloe
durfden .zij 't ook bestaan in Fruissen wederom
eene overtuiging te hebben Hoe hadden zij
de koenheid eene opinie uit te spreken, die
indruiste tegen de denkbeelden van den man,
die bij landsvaderlijke goedertierenheid niets
vordert dan blindesprakelooze gehoorzaam
heid. En die Vorst noemt zich constitutio
neel en die Vorst durft beweren de grond
wet van het rijk ongeschonden te handhaven?
Vos Bismaeck meent Pruissen langs den Fran-
schen weg tot grootheid te brengen en hij
weet nietdat zijn werk slechts aperij isdat
wel de gebreken in Napoleon 's stelsel na kan
volgen maar geene hulpbronnen in zich be
vat om die bij voorkomende dringende om
standigheden te verhelpen. Vos Bismarck
weet nietdat het Napoleontische stelsel een
man verlangt als Napoleon, die te zijner tijd
geschikte mannen weet te kiezen en de juiste
gelegenheid te bespieden; iets dat zijn Vorst
niet verstaatblijkens de keuze zijner tegen
woordige ministers. Von Bisuakck spot en
laat zijnen Vorst spotten met het volken
hij weet niet, dat het een veelhoofdig monster
is, dat lang bespot, gehoond, beschimpt, ja
vertreden kan wordenmaar dat eenmaal ont-
wnken moet en vreeselijk zal worden in zijne
wraak. Napoleon tracht den Franschcn geest
te leidente voeren naar een doeldat hij
heeft vastgesteld maar dat hij opgeeft, wan
neer hij bemerktdat de natie zich een an
deren weg heeft gekozen. Het Pruissische be
stuur stelt zich als een dam tegen de uiting
van den volkswil en laat dien in zijne dag
bladen honen en bespottenterwijl het dat
zelfde volk verbiedt van andere dagbladen ge
bruik te maken om hunne denkbeelden te
verdedigen. Eii gelijk Napoleon weleer steun
vond in de Katholieke geestelijkheid zoo keert
zich thans de Koning van Pruissen om hulp
tot den ouden Dvittehen adel eene soort
van middeleeuwsche woekerplantdie Duitsch-
land bedekt heeft met Von 't en het sedert
vijfhonderd jaren uitzuigt en de Lutersche
orthodoxie gelijk de eerste zijn belang vond
bij de volkssouvereiniteit, in zoo verre, dat
de Eranscken, na eenige failt accompli»door
het algemeen stemrecht hunne opinie mochten
uitspreken zoo schijnt de andere terug te
keeren tot het denkbeeld van den ouden Fran-
schen minnezanger: dat adel en dorpers niet
Vervolg en tlol
„Rieka!" herhaalde hg; „Rieka! O, mijn heer,
hoe is dat mogelijk?"
In weinige woonlen verklaarde ik hem de toedracht
der zaak; hoe zg in het bezit eeoer, zoo belangrijke
som gekomen was en de manier waarop tg deze
terng gevorderd bad. Ik maakte geen geheim
van mgne aangewende pogingen om baar in haar
voornemen te verhinderennoch van hare vleijende
smeekingen. Hg Inisterde naar mijn bericht met
onbeschrijfelijke verbazing.
„Rieka! Rieka 1" riep hij herhaaldelijk nit, „hoe
is 't mogelijkik kende dit meisje naauwelijks
ik herinner mij slechts, op zekeren dag, toen een
handelsreiziger haar met geweld poogde te kussen
en baar op onbeusche wijze beleedigde, partij
voor baar te hebben getrokken en met den kobalt
in een hevigen strijd te xjjn geraakt Sedert die
gebeurtenis heb ik zelden met het jonge meisje
eenige woorden gewisseld, en dan nog slechts
wanneer zij bij het inzamelen van geld, mij de
schaal voorhield. Iloe is het mogelijk, dat ik haar
zoo Teel opofferende belangstelling, ingeboezemd
heb."
„Rieka" hernam ik, „is naïfj zoo als het van een
seventieojarig meisje te verwachten is, en roman
tisch, zoo als het geheele leven van eene Duitache.
De grootmoedigheid, die gg tot hare bescherming
aan den dag legdet, hield zg verkeerdelijk voor
lielde, en de vriendelgke, hoewel niets beteekende
woorden, die gij nu en dan tot haar richtet, voor
liefkozingen. Thans zullen wij zien wat ons te
doen staat Betaal het geld aan haar zelve terng
Toeg er een fraai geschenk bij; doch hare over'
uit een zelfde aarde gevormd zijn. S. W.
Het «trekt ons tot genoegen op, zoo als wij vertrou
wen, goede gronden te kunnen berichten, dat het tinken
van den ovalen cilinder voor de spoorwegbrug over het
A oord- Hollandse h kanaal aan het Hoegras tot beden
zeer voorspoedig gaat.
Deze kuip van gegoten ijzer heeft eene lengte van 7
et eu eene breedte vao 3,50 el, en bestaat uil acht op
elkander verbonden liogen, die eeue gezamenlijke
hoogte van p. m. 12.50 el hebben. Zij wordt bij het
zinken zijdelings gesteund door 3 geleidiogspalen, die
zuiver opgevuld zijn tot op den kanaal bodem; op deze
palen zijn steunpalen aangebracht, die door karbeels
wordeu versteiLl enwaaraan de S zware schroeven
zijn bevestigd, die met haken de kuip zelve drageu.
De uitbaggering geschiedt tot heden zeer geregeld,
zonder droogmaking, met een expresselijk daarvoor
gemaakt bagger toestel dat op een dobbelen wagen
geplaatst is en zoodoende elke plaats kan bereideu.
Wanneer er kans tot zakken of zioken bestaat, wor
den de 8 schroeven met sleutels (ter lengte vao p. m.
2 el) allen gelijktijdig slag voor slag afgewouden
totdat het blijkt dat de kuip op den bodem rust.
Op deze wijze heeft er gemiddeld om deo anderen
dag eene zinking van p. m. 0,20 el plaats gehad, en is
de onderkant der kuip nu gelegen op 10,75 el AP.
terwijl deze moet gebracht worden op 12,35 el. AP.
Hoewel hier het spreekwoord geld vdat de laatste
loodjes het zwaarste wegen1', bestaat er toch gegronde
hoop, dat de bepaalde diepte op gelijke wijze zal be
reikt woiden; ter vergemakkelijking van het zakken
der kuip is daarop in de laatste dagen 10000 pond
ijzer ballast geplaatst.
Ook bij de spoorwegbrug te Alkmaar is, naar wij
vernemen, een begin gemaakt met het in elkander
stellen van eene gelijke kuip en wij hopen in staat
te zijn later den goeden uilslag van beide deze werken
te kunnen melden, daar de aannemer G. Boef geene
Losten noch moeite spaart om het werk naar den eisch
te doen slagen [Atd. Stoomp
Een uit het klooster te Uden in Noord-
Braband ontvluchte pater, Takke genaamd, heeft
te 's Hertogenbosch bij de justitie aangifte ge
daan wegens mishandeling die pater Bogers in
het klooster van St. Agatha te Cnijk, onder
vond; de justitie heeft de zaak, in loco, onder
zocht cn bevonden dat genoemde pater Bogers,
niet alleen in zijne cel was opgesloten maar,
naar lichaam en geest, zoo zeer was verzwakt, dat
hij op de vraag of hij het klooster wilde verla
ten ten antwoord gaf, niet meer bij machte te
zijn om in de maatschappij terug te keeren en
daarom zijn uiteinde in zijnen kerker wilde af
wachten. Men zegt dat de nieuwe Oosten-
rijksche bankbiljetten van fl: 100 zoodanig
zijn vervaardigd dat zij, noch door de phota-
graphie, noch op andere wijze, kannen nage
maakt worden.
In de kerk der afgescheidenen te Franeker
had Zondag 1. I. eene zeer onstichtelijke op
schudding plaats; de predikant van Arum, ver
klaarde den heer v. d. W. van zijn ambt als
diaken vervallen, omdat hij den predikant
Pietera gelasterd had; v- d. W. hierover niet
spannen gedachten, hare genegenheid tot u; hoe
wilt gij dat alles vergelden
„Ik wil mgn gansche leven aan haar wijden,
om het hare gelukkig te maken; want ik zou de
schande van een bankroet niet verdragen, ik zou
mij gedood hebben."
„In uwe toenmalige omstandigheden zon ik
misschien dezelfde gedachten gehad hebben, voor
een koopman bestaat er niets verschrikkelijker, dan
een bankroet; doch dit alles brengt ons, met be
trekking tot de aangelegenheid, die wjj op het oog
hebben, geene acbrede nader tot ons doeL Bedenk
u eerst eenige dagen, doe niets in overijling, en
vermijd Rieka gedurende de eerste acht dagen,
opdat gij in staat zgl, met bedaardheid, te kannen
bandelen. Bezoek mij dan weder, ten einde volgens
nw vast genomen beslnit te kunnen handelen. Ik
kan u thans niets raden, uw eigen hart en uw
verstand moeten hier beslissen. Doch beloof mij
stellig, dat gij het meisje voor dien tijd niet zult
opzoeken, ik stel dit alleen als voorwaarde; zoo in
Rieka's belang, als in Let nwe."
„Na een hevigen tegenstand, want hg haakte
er naar, zijne edele weldoenster te bedanken, gaf
hg mg eindelgk zijn woord, en verwgderde
zich."
Ik zond dadelgk eene boodschap naar Rieka,
dat zij bij mij zou komen. In hare plaats Ter-
scheen eene vrouw, bij wie zij logeerde, en die
een klein-handel dreef.
„Achmijn heer," ik ben zoo dikwijls door
Rieka bier heen gezonden, om te vernemen of gij
nog niet teruggekomen waart. Zg wilde u, alvo
rens Rotterdam te verlaten, nog eens gaarne spre
ken, en u om vergeving vragen, dat zij bet door
n, aan baar geleende geld, voor haar vertrekniet
kon teruggeven. Ik verzeker u echter, dat het
te vreden stond op en verzette zich, een he
vige woordenstrijd ontstond tusschen heeren
diakens en dominé; en de organist trommelde
nit al zijne macht op het orgel, om het
rumoer onhoorbaar te makendoch te ver
geefs. l)e heer G. A. Bensman, verliet den
26 Jnlij 1.1. zijne woning te Amsterdam,
logeerde te Arnhem, ic het Logement van
Holters, op de Groote marktverliet hetzelve
en verdween zonder dat men weet werwaarts.
Nabij het Zand in de Zijpe is een jonge
tje dat een paard wilde jagen, door hetzelve
dood geslagen.
De vroeger zoo vermaarde Zwarte Doctor
is te Parijs wegens onwettige uitoefening der
geneeskunde tot 6 maanden gevangenis en
2000 fr. boele veroordeeld, niettegenstaande
hij in de woning van Dr. Ebra zijn intrek
had genomen en door deze zijne recepten liet
onderteekenen. Men meldt uit Athene, dat
de regering heeft besloten de landengte van
Corinthe te doen doorsteken de kosten zijn
geraamd op 4 5 miljoen gulden alles wordt
doorgegraven behalve Holland op zijn smalst,
Het stadje Lippa in Hongarije is voor
eenige dagen door een verschnkkelijken brand
geteisterd waardoor 600 gebouwen zijn in
asch gelegd, en 26 menscheu het leven verlo
ren. Te Warschau zijn weder vier Polen
opgehangennamelijk twee landeigenaren en
twee boeren.
De heer Nadar, zal te Baden-Baden eene
luchtballon oplaten, waarin 15 personen zul
len plaats nemen zij bevat een salon en 15
slaapkamers, en moet zoo hoog ziju als de
Utrechtsche dom. Nadat de koning van
Pruissen een onderhoud met deu keizer van
Oostenrijk had gehad, zeide bijmet tranen
in de oogen, tot een zijner vriendenvliet
jonge Oostenrijk heeft een dieper inzicht, dan
het oude Pruissen." Te Wijhe, is een vat
boter aan de markt gebracht hetwelk bij on
derzoek bleek ruim 5 ponden water in te
houden; de justitie heeft het in beslag geno
men. Te Gouda is eene vrouw in het wa
ter geloopen en verdronken, het was avond en
zij was bijziende. Te Madrid schijnen veel
brandstichters' te wonen.
Eene dame die hare dochter aan het spoor
weg-station zou ai ha le ii, werd plotseling onge
steld en stierf. Uit Charleroi schrijft men
het volgende, als in zekere Belgische stad
voorgevallene; een jeugdig advocaat was zeer
druk aan het pleiten, toen in de nabijheid een
ezel zoo hard begon te balken, dat het in de
gerechtszaal weergalmde en men eindelgk de
advocaat niet meer kon verstaan; een zijner
hare schold niet is. Zij is gedurende de laatste
drie maanden zoo ziek geweest, dat zij volstrekt
niet heeft kunnen zingen. Zoodra zg poogde uit
te gaan, en in de lucht kwam, begon zg te hoes
ten, eu hoewel zij zulks, voor mij, poogde te ver
bergen, bemerkte ik evenwel, dat tg bloed opgaf.
Zg is zoo goed en zoo vol attentie, dat het haar
leed doet, iemand te bedroeven, van lieverlede zag
ik haar al minder en minder worden. Haar gelaat
was geheel vermagerd; alleen hare groote blaauwe
oogen schenen grooter te wordeD, dan vroeger.
Ten laatste was zij niet meer in staat om te
werken, want mijn heer, sedert zij het zingen had
moeten laten, had zij, door handen-arbeid, in hare
behoeften voorzien, een koopman in onze buurt
verschafte haar werk. Het arme wezensedert
drie dagen is zij zoo verzwakt, dat zg haar werk
zaamheid geheel moest staken, en met tranen ia
de oogen zeide zij tot mg:
„Moeder Trniije, ik moet naar huis terne
keeren."
„^at zegt gij daar, Rieka?" riep ik, hoe kunt
gij er aan denken, in deze bittere koude, te voet
en zoo ziek als gij zijt, zonder geld zulk eene reis
te doen, die verscheidene weken duurt, eer gij te
huis rijt?"
„Ik wil door bedelen zien mijn doel te berei
ken antwoordde zg. „Gelooft gij, dat ik niet
zie, hoe vele offers gij u reeds voor mij getroost
hebt? Gg hebt vier kinderen, het brood, dat ik
bg u eet, zonder het te verdienen is een diefstal.
Ik kan het niet langer over mij verkrggen, u tot
last te zgn."
Te vergeefs bad ik haar, te blijven, niéts kon
haar van haar besluit terug brengen. Toen ik
gisteren te huis kwam, was zij vertrokken. De
kinderen zeiden mij, dat Rieka, tranen stortende