2.4 DECEMBER.
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
M 326.
Zevende Jaargang.
1863
%&I
GEMEENTE AFKONDIGINGEN.
TWEEDE KENNISGEVING.
NATIQN ALTC MILITIE
De afschaffing van den
Turf-accijnsen het equivalent.
y:~
■^y rfvipvir
11 i
SCHAGER COURANT.
abonnementsprijs voor drie maanden: -
Voor Schagenƒ1.00.
Franco per post door het geheele Eijk. 1.15.
Afzonderlijke Couranten0.10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Igfi&ll
UITO-EVEE IP. J". Gr. HDXIDEItlCH.
PRIJS DER ADVERTENTlë.N
Van een tot vijf regelsf 0.75.
Iedere regel meerder0.15.
Dc 35 cents zegelrecht niet medegerekend.
Groote letters naar de ruimte die zij beslaan.
BRIEVEN EBANCO.
E=
Burgemeester en Wethouders van Schagen.
Roepen ter voldoening aan art. 19 der wet
van 19 Augustus 1861 (Staatsblad 72) bij
dese op
Alle mannelijke ingezetenen die op den 1 Ja-
nuarij 1864 hun negentiende jaar zijn ingetreden
(mitsdien alle mannelijke gelioornen van 1845),
om zich, ingevolge artt. 15 en 20 der voorz.
wetin het daartoe gereed gemaakte register tot
de loling voor de Nutionale Militie te doen in
schrijven.
De inschrijving begint op 1 Jannarij 1864 en
moet afgeloopen zijn den 31 dier maand Itehou-
dens de uitzondering bij art. 20 der opgenielde
wet omschreven.
Tot de inschrijving zal worden overgegaan in
een Jer vertrekken van het raadhuis alhier, op
alle werkdagen in de maand Januarg eerstkomen
de van des voorraiddags 10 tot 2 ure.
De verpligting lot het doen der aangifte berust
op de militicpligtige zeiven bij ongesteldheid
afwezigheid of ontstentenis op zijn vaderis de
ze overledenop de moederen tiju beide
overledeu op den voogd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd heb
ben het noodig geoordeeld tot regt versland van
het voorgaande de ingezetenen opmerkzaam te
maken op de navolgende bij vootiz. wet ge
maakte bepalingen als
Foor ingezeten wordt gehouden
1*. hij wieiis ariër of is dete o.erleJen wiens moeder
of sija beide overledea. wie» voogd iagesetea ia vol
gens de wet vaa dea t8 Julij 1850 [Staalsbl.No 44|,*
2-. hij. die, geea oudera of voogd hebheode, gedu
rende de laatste 18 maanden voor Januarg 1864
binnen Nederland verblijf hield.
3-, hij. van wiens ouders de langstlevende ingeseteo
was. al is lijn voogd geen ingesrlea, milt hij
binnen het Riik verblijf houdt.
Foor ingezeten wordt niet gehouden:
De vreemdeling, beboerende lol een Slaat, waar
de Nederlander niel aan de vrrpligle krijgsdienst ia
oarierwurp-aof, waar ten aansieo der dirnslpliglig-
keid hel hegina-l vaa wederkeerigbeid is aaageaomea
De inschrijving geschiedt
1». van ecu ongehuwde in de gemeente, waar de
vader, of ja deae overleden, de moeder
tijn beide overleden, de voogd woool.
2*. vao een gehuwde en van een weduwnaar ia de
gemeente waar hij woont.
V- Van hem- die geen vader, moeder of voogd heeft
of door dete ia aebtergelateo of wieoa voogd
buiten lands gevestigd ia- ia de gemeente waar
hij wnoat
4*. randen hailea 'a laadt wnaeadea tooa van een
Nedei laurier, die ter sake van 'alanda dienst in
een vreemd laad wo-mtin de gemeente waar zijn
vader af voogd het laatat ia Nederlaad gewoond
heeft.
Foor dc Militie wordt niet ingeschreven
1*. de ia een vreemd Kijk achtergebleven sooa vaa
een ingeaeten die geen Nederlander is.
2*. de ia een vreemd Rijk verblijf hondende ouder-
loose tooa van een vreemdeling al is sija voogd
ingeaeten.
Bureemeester en Wethonders voornoemd ver
manen al de ingezetenen dezer gemeente, wien
dit mogt aangaan om voorzien van een extract
uit het geboorteregistervoor zoo-eet zij elders zijn.
geborrn et» eene nota van de wijt en het nnnuner
der woonplaatszoo mogelijk in eigen persoon de
aangifte te doen, en berinneren voort» aan de
straf waarmede de nalatigen ter inschrijving bg de
artt. 183 en 188 der wet bedreigd worden.
Schagen, den 23 December 1S63.
Burgemeester en Weihouders voornoemd,
Be Burgemeester
II. R. de MEER,
Be Secretaris
A. J. van CANTKOUT.
Eene belasting, op de Staats-begrooting van
1863, gebragt op f 1,640,000, is in deze
zitting der Staten-Generaal op voordragt der
regering afgeschaft. Het is een belangrijke
greep in ons belastingstelseldie hoezeer op
zich zelf ook toe te juichenvele moeijelijkhe-
den met zich brengen zal.
Want eene belasting die lang bestaan heeft,
heeft burgerregt verkregen en het kost moeite
een nieuwe belasting in te voeren. Hoe meer
verschillende voorwerpen er belast zijn des te
lager kan de belasting wezendes te alge-
meener wordt ze gedragendes te minder is
zij te ontduiken. Terwijl dus aan ons vrij
beperkt aautal middelen van inkomstéeue
werd onttrokkenhad mendaar een «equiva
lent noodig wasslechts de keuseen andere
bestaande belasting te verhoogen of een nieuw
middel vast te stellen. In beide gevallen ech
ter zondigde men tegen de regels hier door
ons aangegeven. Deed men het eerste, als
dan verminderde het aantal belaste voorwerpen,
deed men het laatstealsdan voerde men eene
nieuwe belasting in.
Hier uit moet volgen dat alle afschaffing
van belastingdie met een «equivalent moet
gepaard gaanonraadzaam is. De gewoonte
maakt ook hier weder, ligt wat ondragelijk
schijnt Ook hier weder moet men niet te
haastig zijn met sloopen. Al heeft het be
staande gebreken door dat het bestaatbrengt
het eene gedeeltelijke regt vaardiging mede.
Evenwel zon het ongerijmd zijn, stil te
staan op de baan der ontwikkeling. Is het
ongeraden ligtvaardig tot de afschaffing van
betastingen over te gaan het is pligt die ver
beteringen in het belastingstelsel aantebrengen,
als noodzakelijk aangewezendoor eene goede
staathuishoudkunde. Als zoodanig beveelt
zich de afschaffing van den turf-accijns aan.
De nationale verveeningen moeten zoo min mo
gelijk in hare uitbreiding worden belemmerd
de turf is een wel zoo algemeene brandstof,
dat ieder gezegd kan worden in den accijns
te dragen terwijl bovendien in ons koud
klimaatde accijns tegenover den meer be
hoeftige moeijelijk te verdedigen valt.
De vraag is echter na, of niet andere be
lastingen eer in de termen vielen van af
schaffing. In de eerste plaats komt daartoe
onzes inziensin aanmerkingde opbrengst
der staats-loterij. In die belasting de zwaar
ste en ongelijkmatigstedie men zich denken
kanwordt tevens een beginseldat goede
burgersbederven zouzoo stelselmatig be
vorderd, dat men niet te spoedig tot hare af
schaffing kan overgaan. In een volgend num
mer komen wij op den schandelijken post. onzer
begrooting terug. Thans zij het genoegdat
wij als onze meening te kennen gevendat
iedere afschaffing van belastingondernomen
voor ale door ons genoemdeontijdig is.
Het komt ons ongelukkig voor, dat de re
gering geen nieuw ontwerp van belasting
heeft aangewezen. Eene belasting op de luci
fers of wilde men de aisance meer treffen
op de eigaren zou ons belastingstelselmeer
in evenwigt hebben doen blijven. Thans
door een bestaande belasting te verhoogen
brengt men deze al ligt buiten haren na
tuurlijken grens. Het stelsel van belastingen
is een zoo concreet geheeldat men er bijna
geen enkelen schakel uit missen kan of alles
is uit zijn verband gerukt. Gelijk de wet op
de middelen daar ligtmoet zij eene afscha
duwing zijn van ons volksleven. De directe
belastingen daarin voorkomendezijn weinig
meet dan de getallen die onzen rijkdom uit
drukken maar de indirecten geven in weinig
woorden een overzigt over het geheele volks
bestaan. Want men heeft lo als eisch aan de
belasting gestelddat het geheele volk haar
betaaldeen 2o een ontwerp belastbaar ge
vonden iudieu het een voorwerp van weelde
was.
De belasting op het zout is eene billijke
belastingwant ieder betaalt haarzoo ook
die op de suikerwant het is een voorwerp
van weelde. Doch indien nu door toevallige
oorzaken de belasting op het zoutniet langer
eene bron van inkomsten kon zijnzou het
eene ongerijmdheid hetende suiker te be
lasten want terwijl het billijk is de weelde te
belasten en hoogzoo is het echter onbillijk
haar uitsluitend te belasten daar ieder gebaat
wordt bij het algemeene welzijn en niet de
weelde alleen. Het is duidelijk, dat derhalve
bij afschaffing eener belasting, met daarstel-
liug van eeii «equivalent, eene geheele her
ziening noodig is van het bestaande stelsel.
Daarop hebben bij de behandeling der voor
dragt verscheidene leden der Staten-Generaal
dan ook aangedrongen. Een goed practicus,
de oud—Minister van Bosse, heeft eene herzie
ning van het geheele stelsel, echter verklaard
een hersenschim te zijn.
De regering heeft zich dan ook vergenoegd
met te doen aannemen een ontwerpwaar
bij de accijns op het binnenlandsch gedistil
leerd gebragt wordt op f 35 per vat.
Men kan in alles te ver gaan. Ons volk
heeft geen grooter vijand dan den sterken
dranken de zegeningen der vrijheid en wel
vaart die wij genietenzouden ruimer ona
toestroomen wanneer wij »1s vrije mannen,