Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
25 F1B1MEII.
Verdraagzaamheid in liet
onderwijs.
Noodlottige Ontmoeting.
.M 335.
Achtste Jaargang.
A°. 1864
SCHAGER COURANT.
ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIE MAANDEN
Voor Scliagenf 1,00.
Franco per post door het geheele Rijk n 1,15.
Afzonderlijke Couranten0,10.
Verschijnt lederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
TJITG-EVEE
IP. CT. Gr. DIDEHICH.
PRIJS DER ADVERTENTlëN
Van een tot vijf regels0,75.
Iedere regel meerdero,15.
De 35 cents zegelregt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die zij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
BEIEVEN FIb^.nsrOO.
In het onlangs door den heer Mr. Groen
van Prinsteren uitgegeven parlementair frag
ment betreffende de volksopvoeding, treffen wij
de volgende woorden aan welke daarom voor
al onze aandacht zoo zeer tot zich trekkéh
omdat zij uitnemend het standpunt., dat de
heer Groen en zijne partij ten aanzien van het
onderwijs heeft ingenomen kenschetsen men
leest daar namelijk ir op de school voor allen
moet het onderwijs in de vaderlandschezoo
wel als in de Bijbelsche geschiedenis altijd, of
zeer weinig beduidend, bf voor sommigen, voor
velen doorgaans, aanstootelijk zijn. Zelfs van de
grafelijke, zelfs van de moderne tijden geldt
dit, maar althans kan er van de opkomst en
den bloei der republiek uiet. ten genoegen van
den Protestantzonder kwetsing van den
Roomschgezinde, spraak zijn. Allezins natuur
lijk is hetdat men voor de zestiende eeuw
huivert. Veiligst ware het, op de openbare
school met Claudius Civilis de landshistorie te
sluiten./» De strekking van deze woorden vol
bittere ironie, is voorwaar evenzeer als van alles
Zesde Vervolg.
Langen tijd bijna een jaar, werd deze liefde
ongestoord, in stilte voortgezet, tot dat op zekeren
dag door een toevalof door de hoosaardigheid
van een derdedit geheim aan den dag kwam
en daardoor het hevigste misnoegen des koopmans
en dat zijner gade werd opgewekt aan Manlred
werd het huis ontzegd, en Flora mogt hem niet
wederzien. In een onbewaakt oogenblik gaven
tij elkander de plegtige gelofte, nimmer eene
andere verbintenis te zullen aangaan, al mogt de
dood een van beiden wegnemen, ook dan zwoer
Manfred zich niet vrij, te znllen gevoelen, hij wilde
wanneer zij lang ten grave mogt zijn gedaald,
nimmer eene andere gade, en Flora deed hem,
harer zijds, dezelfde gelofte.
Zoo luidden de berigten der ouders en van de
nicht der overledene, welke laatste blijkbaarde
taken ten gunste van den beklaagde poogde voor-
te stellen. Of zij de correspondentie met Manfied
nog onderbonden bad, hieromtrent was de jonge
dame, die Flora's vertrouwen niet scheen te be-
zitten, geheel onkundig, even min was haar iets
van de scene bij den photograaf bekend.
Omtrent den zwakken kleinen heer, die jonk
vrouw Löwenstern daarheen vergezeld hadkon
men tot op heden niet de minste opheldering
geven.
Volgens getuigenis der ouders en der nicht is
er nog bij te voegen dat na verloop van een jaar
het gevoel van litfde voor Manfred, bij Flora,
van lieverlede verminderde. Door het verschijnen
van baron Lodewijk, die op eene reis met haar
bekend raakte, werd de gedachte aan den verwij-
derde, geheel op den achtergrond gesteld, en van
den icdruk der eerste liefde was bij haar niets
wat de zoo evengenoemde volksvertegenwoor
diger, in de jongste zitting'der tweede kamer,
ten opzigte van de wet op !tet lager onderwijs
heeft gesproken; duidelijk, .klaarblijkelijk toch
moeten zij dienen om aan liet volk het onuit
voerbare van de door de anti-revolutionaire
partij zoo zeer gelaakte wet ie toonen. Immers
is het onderwijs in de geschiedenis op de
openbare school volgens die wet, verpligtend en
het behoeft geen betoog dat de wetgever ge
wild heeft dat de vaderlandsche historie in de
eerste plaats werd onderwezendoch daar dit
nu volgens den heer Groen iniet kan geschie
den zonder andersdenkenden'te kwetsen, zoo
volgt daaruit dat de door dt wet gewilde on
zijdigheid een onbestaanbaar iets is.
Deze door den heer Groef nieuw uitgevon
den wijze van wetsbestrijdiug getuigt, wij kun
nen liet niet ontkennen, van^lene groote mate
van vernuft en gevatheid"maar toch lltjt er
iets in dat wij niet kunnen billijken, ook dan
zelfs, als wij ons voor een oogenblik op het
standpunt van zijne partij plaatsen. Tot welk
eene partij ook een volksvertegenwoordiger
moge belmoren, nimmer mag hij de partijdige
voorvechter van die partij worden, nimmer
overgeblevendan eene pijnlijke herinnering aan
en de angst voor een mogelijken terugkeer
yan den eenmaal zoo aangebeden minnaar. De
ouders der vermoorde vermoeddsn dat juist deze
vrees haar tot het besluit had gebragtzich voor
hem als dood voor te doeo, ten einde hem daar
door van allen terugkeer naar Europa af te houden
Vermoedelijk had zij ook gehoa;>t,dat de verandering
van familie naam en verblijfplaats haar voor alle
navorschingen zijner zijds, zouden vrijwaren iets
dat haar met het oog op zijn driftig gestel niet
onverschillig kon zi;n.
Over de laatste oogenblikken van Flora kon
niemand eenige rekenschap geven. Nadat het
vuurwerk afgestoken en de tuin donker geworden
was, had zij zich van den arm haars bruidegoms
losgemaakt, voorgevende, dat t|j hoorde roepen.
Toen hij haar naar de plaats wilde vergezellen,
vanwaar het geroep gekomen was, had sij hem
dringend verzocht het gezelschap niet te ver
laten.
Zij was hem rehter niet gevolgd het was
de laatste maaldat zij met hem gesproken
had.
Ai bert hield met zijn verhaal op.
Nu. en de beschuldigde wat wist hij tot
zijne verdediging aan te voerenhervatte de oude
heer, na eene patse.
Na betgeni ik u thans verhaald heb, me
degedeeld gewonen was, kwam Budolfs en mijne
getuigenis aan di beurt ik zal u daarmede
thans niet lasligvtllen daar ik u dit bovendien
reeds vroeger veihaald heb.
Ja wel, dcct wat voor verklaring gaf de
beechnldigde?
Toen hij de opgaven der ouders en die der
nicht van Flora tla waar erkende, voer Albert
voort, begon hij zine bekentenis.
Alzoo, hij h;eft bekend? riepen de beeren
udag "hij waar hij de voordeelen eener zaak be
pleit willens en wetens de nadeelen verzwijgen.
Steeds moet hij het volle licht zijner kennis
en wetenschap, op de zaak die behandeld wordt
laten vallen, ook dan zelfs als dat volle licht
zijn eigen partij nadeel toebrengt. Een advo-
kaat moge volstaan kunnen met alleen datge
ne, wat in het voordeel van zijn cliënt is, aatt-
tevoeren, omdat de beslissing oycr de zaak niet
aan hemmaar aan den regter behoorteen
volksvertegenwoordiger die zelfs beslissen moet,
i3 verpligt om, zoowel in zijn denken als spre
ken, over de openbare aangelegenheden steeds
het voor en het tegen eener zaak oplettend in
liet oog te houden. Dit heeft de heer Groen
in de zaak, waarover wij thans spreken, niet
gedaan. Immers is het hem beter dan aan ie
mand anders bekend met welke moeijelijkheden
het zaïnenstellen eener wet op het onderwijs
TTT crrr bmti nis bet ouwe, waar zoovele vormen
van godsvereering bestaan, en ieder zoo zeer
gehecht is aan de zijnegepaard moet gaan.
Hem is het bekend, dat iedere wet op het
onderwijs, welke partij ook gezegevierd hadde
steeds duizenden in hunne godsdienstige gevoe
lens zoude gekrenkt hebben.
als uit eenen mond.
Dat hij op den bewusten tijd in den tuin
was; dat de roep, die Flora vernomen had, door
hem geuit was; eindelijk, dat hjj gekomen was,
om de trouwclooze wier huwelijk hij eerst voot
ceuige uren vernomen bad, verwijtingen te doen
en haren gade uit te dagen.
De bruid was voor bem op de knieën gevallen,
had hem gesmeekt, haar niet tot wanhoop te
brengen. Haar bidden, haar smeeken eindelijk,
had in weerwil van alles wat er gebeurd was,
ziju hart gebroken; de verrassing doordien hij de
dood geloofde, op dien oogenblik betreurde, levend
voor zich zag, had hem, zoo hij zeide, niet alleen
bewogeD, maar zijne wraak geheel bekoeld. Hij
had plegtig beloofd, naar Amerika terug te keeren
en het geheim zijner bedrogen liefde, met zich in
het graf mede te zullen nemen; daarop had hjj,
volgens zjjne Terklaringbaar verlaten gevolgd
van den warm sten dank en de zegenwenscheu van
Flora.
Hij was toen over deo muor geklommen om,
langs denzelfden weg, naar zijne afgelegene herberg
terug te keeren.
In de ontroering, in den opgewonden toestand,
waarin hij zich bevond, lette bjj niet op de hoogte
van den muur, hjj liet zich los, nog alvorens den
grond te bereikeu, struikelde en viel waarhij
zijne banden en voeten door den sterken val
gewond werden met moeite keerde hjj naar
zjjn logement terug; het herigt van het vreesseljjk
oiteinde van het steeds nog door hem beminde
meisje had hem hevig geschokt, De gedachte,
dat men hem als haar moordenaar beschuldigde,
had hem, die zijn leven met vreugde voor haar
zou gelaten hebben, bijna waanzinnig gemaakt.
De regtvaardiging gaat mank, zeide een der
officiers, zooals die geschiedenis, nu veihaald is,
klinkt zij voor hem zeer schoon.