HAART.
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
De afschaffing van de
doodstraf.
Noodlottige Ontmoeting.
M 336.
Achtste Jaargang.
A°. 1864.
SCHAGER COURANT.
ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIE MAANDEN
Voor Schagen 1,00.
Franco per post door het geheele Rijk #1,15.
Afzonderlijke Couranten#0,10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
ibt
PRIJS DER ADVERTENTlëN
Van een tot vijf regels0,75.
Iedere regel meerdero,15.
De 35 cents zegelregt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die zij beslaan.
UITGEVER I?. J". O. DIDEEIOH.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
BRIEVEN PRA1TCO.
#En dat weet zoo aardig over de doodstraf
te spreken Zoo liet zich onlangs onze
geestige spectator uit. De schoone woorden
en dikke boeken over het barbaarsche van de
doodstraf; de stemmen die zich van alle zij
den tegen haar verheffen; de adressen ter ha-
rer afschaffing ingediendwekten alleen het
sarcasme op, van onzen humorist, toen hij
ter zelfder tijd het nutteloos bloedvergieten in
Europa, op groote schaal hernieuwen zag.
Het is waar, wat beteekenen ook die enke
len (in ons Nederland elecht* 101 in 50 jaar)
die er vallen ter voldoening aan de men-
schelijke geregtigheidbij de velen (in Polen,
bijv. 60000 in 1 jaar), die in den oorlog de
slagtoffcrs worden van bloeddorst en heersch-
zuclit. Hoe is het verklaarbaarkalm en
rustig te blijven bij een berigt dat den dood
van duizenden mededeelt en zich het tot een
misdaad te rekenenals hijdie naar de
menschelijke wet de doodstraf verdiend heeft,
door den. dood onschadelijk wordt gemaakt
Verklaarbaar is het welmaar het lag niet
in den weg van den kunstenaar om de ver-
Zevende Fervolg.
Stil, lieve Lodewijk, stil, lieve neet, spreek
daarvan niet, wat gij voor mij gevoelt, het komt
mij voor als eene roof, die ik aan de ongelukkige
Flora bega.
En gij weet evenwel nog, ging Lodewijk
voort, dat in het oogenblik, waarin ik u met haar
voor de eerste maal op het terras zag, gij eenen
bijzonderen weldadigen indruk op mij maaktet, dat
in de veertien dagen die de ongelukkige bruiloft
vooraf gingen, mij elk uur aantoonde, hoe zeer gy
den voorrang op uwe goede, doch iets wat onbe
dachte, kinderlijke nicht verdiendethoe zij in hare
ongebonden dartelheid uw gevoelig hart dikwijls
bedroefde. Had mijn gegeven woord mij niet, als
man van eer, aan haar verbonden gij weet het
Melanie ach, het laatste, wat ik door een
anomynen brief, weinige dagen voor de bruiloft,
omtreut haar vernam de geschiedenis hy den
pho'ograaf, dat kwetste mij ten diepste, ik zou
Flora niet getrouwd hebbea, mijne keuze ware op
u gevallen.
En evenwel maakte haar dood een zoo
acbokkenden indruk op u?
Het was eene te vreeselijke gebeurtenis, en ik
had baar altyd nog zeer lief, boewei niet meer in
dieu graadals toen ik haar op reis leerde
kennen.
Wie weet, hoe spoedig gij ook mij vergeet,
wie weet, hoe lang ik nog uwer waardig ben
•eide Melanie, misschien verdwijnt deze liefde
even zoo spoedig, als'zij voor Flora verdween.
Het is reeds meer dan twee jaren, dat mijn
hert u toebehoort, zside Lodewijk, en om bet
gevoel uwer tante niet te krenken, kwam ik met
klaring te geven. Het was zijn doel met al
de scherpte van het vernuft te wijzen op de bar-
baarschheid onzer eeuw. Daartoe drijft hij den
spot met hare deugdlegt hare woorden naast
hare daden en noodzaakt haar om zichzelve
te veroordeelen. Zijn satire spreekt van ge
voel voor de slagtoffere van den krijg. Hij
heeft echter ook geene sympathie voor de
doodstraf, maar hij wil geene bondgenooten
die niet gevoelen bij een oorlog.
Daar is echter wel degelijk eene verklaring
voor deze verschillende opvatting van moord
en moord.
Met geestdrift scharen zich duizenden onder
het vaandel, dat hen oproept, en de schande
die zij vreezen, is niet de dood, maar is het
levenals zij de nederlaag hunner zaak zich
moeten wijten. Nog zou men somwijlen door
den vader hooren vragen gelijk ons dat van
de ouden is verhaald niet, leeft mijn zoon?
maarwien is de overwinning. Eer ver
wacht den strijder, die gekroond met de palm
der overwinning huiswaarts keerten wie er
geteld mag worden bij de doorluchtige rei
van hendie vielen voor het vaderlandmoet
wel zacht rustenal vond hij geen graf.
't Is waar niet alles is poes ie in den oorlog.
Maarwaar is er poësie in de marteling van
myn doel niet voor Hen d«z. thans nu zy meer
getroost is, durf ik het echter wel wagen. Ik
kwam met het voornemen hierheen, haar myn
verlangen kenbaar te makenheden nog Wat
scheelt u, Melanie gy wordt bleek
Heden nog dit overraat mij, sprak het
meisje. O Lodewijk, zoo gy wist zoo gy wist,
hoe ik u bemin hoe lang gij reeds door mij
bemind zijt I
Jammer, dat het weder zoo somber is, zeide
mevrouw von Löwenstern onverwachts de salon
binnentreden Ah! goeden avond waarde schoon-
joon zijt gij reeds eenigen tijd hier? Melanie
doe mij genoegen te zorgen dat de thee ten 9
uur gereed is; ik verwacht nog ecnige gasten; wij
zullen twee whistpartijen hebben.
Lodewyk, gij kunt met den ouden majoor,
de vrouw van den hofraad en den baddocter
eene party maken, terwijl Melanie, de makelaar
Wemer, zyne vrouw en ik de andere zullen forme
ren. Zeer aangename lieden, die Weroers, het is
eene geheel nieuwe kecoismaking eeue zeer
vrolyke jonge dame, men gevoelt zich in haar
gezelschap zeer opgeruimd, en gy weet, dat
niemand meer veratrooying behoeft dan ik. Met
Melanie
Ja, over Melanie wilde ik n juiat heden
spreken antwoordde Lodewiji ik heb
De deuren werden geopend, en braken het
naauwelyks aangevangen gesprek af. Men zette zich i
aan de speeltafels.
Gy zijt afgetrokken lief kind, geheel tegen i
uwe gewoonte verstrooidzeide mevrouw van
Löwenstern tot hare nicht, mevrouw Weroer heeft
troef gespeeld en gij werpt kleur by. J
Melanie veroutschuldigde zich en verbeterde
haar font, het is hier warm zeide zy, bijn*__te i
den ter dood veroordeelde?
Met inachtneming van de langwijligste vor
men wordt de zaak waarvoor hij te regt staat
behandeld. Bedaard wordt de redenering
voortgesponnendie meer en meer hem om
geeft als een web tot hij weerloos is tegen
den doodenden aanval. De ^kleinste omstan
digheden worden gewikt en gewogen; men
behandelten men kan niet anders doende
zaakals of men al den tijd heeft. Het is
een vraagstukdat men oplost, Er is geen
greintje gevoel in de gansche behandeling.
Indien het nog was het werk der verontwaar
diging indien de slag der geregtigheid als de
bliksem uit den hemel daalde, maar neen,
langzaamo zoo langzaam trekt de geregtig
heid haar zwaard uit de schede. En als het
dan bewezen isna beschuldiging en na ver
dediging dat er niets aan te doen isdat
er bloed moet vallen, dan gaat eindelijk met
lome schreden het slagtoffer de schande te
gemoetdie de dood niet uitwischt, maar als
eene onzalige erfenis al de zijnen toevaltdie
engelen moeten zijn als zij hem niet vloe
ken.
Neen! voorwaar, daar is nog al onderscheid
tusschen den dood op het schavot en den
dood op het slagveld. En eere der mensch-
warm, om zich met kaartspelen den tyd te ver
drijven.
Het is zoo drukkend io de lucht als of er
ooweder op handen is, zeide de vrouw van den
makelaar, wy kunnen ona thans niet naar buiten
begeven. Ik verzoek u mij de kaarten te willen
toereiken, het is myne beurt om te geven.
Het zal mij zeer aangenaam zijn u van
deze moeite te ontlasten zeide Melanie veroor
looft gy
Neen dat ware al te gemakkelijk manlief
neemt voor mij de trekken op, gij wilt voor mij
gevener ontbrak nu niets meer aan dan dat
onze gastvrouw zoo goed was, voor mij uit te
spelen.
By deze woorden, nam zij lagchend de kaarten
uit Melanie'* hand en stroopte by die gelegenheid,
met eene graeieuse beweging, de witte kanten
mouw eenigzints io de hoogte, ten einde gemak»
keiijker de kaarten te kunnea ronddeelen,
Als versteend bleef de blik van Flora's moeder
op den blanken arm der jonge dame gevestigd,
die zonder de oorzaak er van te bevroeden, verbaasd
naar haar omzag.
Uw schoone armband heeft myne bewonde
ring opgewekt, zeide de weduwe.
io dei daad, by is eenvoudig, doch smaak
vol, antwoordde de vrouw des makelaarsik zelf
draag dezen by voorkeur.
En hoe sprekend gelijkt hy op die, welke
ik aan u geschonken heb, toen ik mij met Flora
op reis begaf en gy n zoo vriendelijk aanhoodt,
bij mynen echtgenoot te hnis te blyven, vervolgde
mevrouw van Lówensternzich tot hare nicht
wendende.
Ja, er is werkelijk eenige gelijkenis in,
zeide Melanie doch laat ons thans weder spelen,