r. e\y om: ijekh.tem zijne eigene belangen behartigtde beste bur ger van den staat. Stemt onze materiële rijkdom onze verwach tingen voor de toekomst hoog wij ontveinzen ons niet, dat in dien rijkdom zeiven voor ons volk een gevaar dreigt. De menschen zijn heden ten dage nog niet veel sterker dan de soldaten van Ilannibal die niet bestand waren tegen de verleidingen van Capua. Reeds onze republiek zag in de vorige eeuw de Nederlandsche eenvoudigheid vervangen door eene anti-nationale weeldeen er was al de nieuwheid noodigdie de Fransche revolutie in het leven der volken wierpom oud Ne derland te doen ontwaken uit den zachten dom mel der weelderigheid. Een zelfde gevaar dreigt Nederland wéér, vooral daar de verleidingen bij toenemenden rijkdom grooter worden. Gelukkig, dat Ne derland bij den materiëlen rijkdomdien het bezit, en dien ieder Nederlander trotsch mag roemen als de vrucht van eigen werkzaamheid, begunstigd door vrijzinnige staatsinstellingen tevens een niet geringeu schat aan verstand en talent paart. Kunsten en wetenschappen zijn in menig opzigtwaardig bij ons vertegenwoor digd. Op velerlei gebied wijst Nederland het spoor aan Europa. Godsdienst en zedelijkheid zijn bij ons niet enkel namenen zonder een belagchelijk oordeel ons te vermeten over eenig volkkunnen wij gerust van ons betuigen dat wij een onbesmetten naam zuiver hebben bewaard. Zóó gezien, belooft de toekomst van Ne derland veel. Ilceft het, in het verleden eene geschiedenisook in de toekomst wacht het eene schoone rol. Wij droomen niet van toekomstige zegepra len. Wij benijden den Franschtnan zijne over winningen in alle werelddeelen niet; wij haken niet naar een Rleeswijk of flolstein. Wij heb ben een schoonerehoewel meer nederige roe ping. Onder de volken moeten wij niet het toonbeeld zijn van eene heldenfamilievan een reuzengeslaclitmaar van een huisgezindat onderling door liefde en eendragt verbonden in zijn te hul» den vrede genietdie andere volken overal zoeken, maar nergens vinden. Ziet daar onze verwachtingen, maken wij haar waar 1 Dagelijks ontvangt de kerkeraad te Parijs Alvorens hg zich weder aan tafel zette, opende hij een raam, om de lucht te beschouwen, die weder begon op te klaren. „Binnen een half uur zal de regen wel ophouden, zeide de waard, en dan kunt gij uwe reis ver volgen. Gij brengt dezen man immers naar Aquaviva f" „Ja zeker, daar zal hij morgen vroeg met de galg trouwen, Ik verrzoek u op de bruiloft Felippo. Sedert zes maanden heeft de justitie zgn kontract onderteekend doch de bruiJegom schijnt geen haast gehad te hebben; hij bleef steeds afwezig, tot wij gisteren vernamen, Jat hij den nacht in bet dorp Pila zou doorbrengen. Het berigt was waar en wij hebben den vogel in zijn nest gevangen." „Doch aan den anderen kant zijn wij in onze verwachting bedrogen, ginz de gensdarme voort, want men zeide ons, dat hij zoo gelukkig iu zijn handwerk geweest was, dat hij nu zijne zaken wilde neerleggen; wij geloofden alzoo zijne spaar penningen bij hem te vinden, doch vonden niets en thans zal alleen zijn biechtvader te weten ko men waar zijn schat begraven is." Gedurende dit gesprek had Pietro zijn hoofd opgeheveozijne gelaatstrekken teekenden bijzon deren moed en geslepen listhij wierp een vlug- tigen blik door de kamer en hield toen zijne oogen stijf op mij gevestigd. Ik beschouwde hem met de grootste nieuwsgie righeid ik weet nietwaarom dezen man mij zoo veel belangstelling inboezemdeen ik wenschte hartelijk dat het hem mogelijk warezich te redden. Pietro moest ongetwijfeld mijne gedachten gera den hebben want zijne blikken werden al harte- een aantal protesten tegen de onlzettiog van den predikant, den heer Coquerel, zoo uit deze stad als de departementen. In afwachting dat dit col- j legie een besluit nopens die thans tot duizenden i geklommen protesten neme, heeft het genootschap I'Union besloten den heer Coquerel 6000 fr. per jaar toe te leggen, tot het houden van wekelijksche godsdienstige voorlezingen. Men heeft dikwerf de opmerking gemaakt, I dat in Engelaud de menschen vergelijkenderwijs een hoogeren ouderdom bereiken dan in vele i andere oorden der wereld. De wekelijksche op- 1 gaven der sterfgevallen schijnen dit gevoelen te i bevestigen; zoo zijn b. v. dezer dagen overleden 1 Te Weston Elisabeth Hill iu 93jarigen, Bris- tol llannah Snow iu lOOjarigen, nabij Dingle 1 John Fitzgerald in 102jarigen, te Inrerness Flora j MaccleoJ in 103jarigrn, nabij Newcastle Edmund i Dore in 107jarigm ouderdom. Voor eenigen tijd deed de Heer A. H. i de Koe, te Lemmer, de uitvinding om een 1 vaartuig door middel van luchtdrukking in beweging te brengen, llij gaf van zijne uit vinding kennis aan het ministerie met verzoek om ondersteuning, ten einde proeven in het groot te kunnen leveren. Dezer dagen benoemde de minister van binnenl. zaken eene commissie 1 bestaande uit de beeren L. Alta, G. A. van Slooten en J. Dijk, te Harlingen om een 1 onderzoek in loco te doen naar de doelmatig* heid dier uitvinding, waaraan door genoemde 1 heeren II. Zaturdag is voldaan. Ofschoon het j resultaat van dat onderzoek ons nog onbekend i is, hopen wij spoedig te vernemen of die uit- vinding met vrucht op onze scheepvaart toe te i passen zij. Zaturdag j.1. vond men even buiten Am- i hem, nabij bet hotel Hellevne, het lijk van een 1 welgekleed heer, vermoedelijk een Puitscher, die zich door middel van een pistoolschot in 1 den mond van het leven had beroofd. Men bevond dat bij bijna van geld en kostbaarhe den was ontbloot, zoodat welligt gebrek aan middel van bestaan eene der redenen van den zelfmooid geweest zal zijn. Dezer dagen had er teZntphen geduren de den geheelen middag en avond een groote oploep voor het bureau vau politie plaats, om dat zich daar, zooals men zeide, eene kinder moordenares bevond, welke men des middags had gevat. De zaak had zich op deze wijze toegedragenDe vrouw van een hoefsmid der dragonders had een onecht voorkind, een jon getje van ongeveer 11 jaren; sints lang mis handelde zij dit kind, doch ia de laatste dagen erger, omdat het, om zich op zijne moeder te wreken, haar gedreigd had een door haar beganen diefstal van goed van eene bleekte openbaren. Gedurende de laatste dagen had- lijker en vleijender. l)e gensdarmen en de waard en waardin zaten, met den rug naar ons toe aan tafel zoo dat zij ons met zien kondes en hun onderhoud was zoo levendig en luidruchtig geworden dat zij van ous beiden hoegenaamd geene notitie meer schenen te nemen. Pietro 's vleijende blik bleef nog steeds op mij gerigt. Ik haalde eenen dolk uit den zak en Pietro 's blikken begonnen te vonkelen ik keerde het wa pen Teischeidene ketren in de hand en zgn oog volgde met onbeschrjfeüjke angst al mijne bewe gingen eindelijk wtrp ik hem den dolk toe, die hij met zijne tanden opvingeven als een hond die men een been toewierp. Het is onmogelijtde welsprekendheid zijner blikkenwaarmede bij mg dank zeide uit te drukken. Het heft van des dolk met zijne tanden vast houdende zaagde ?ietro in weinige oogeublikken de touwen door, waarmede zijne banden gebonden «aren sneed vervolgens met zijne bevrijde handen de banden zijner voelen los sprong vervolgens met eene verwonderlijke zekerheid en vlugheid, in een sprong bet venster uit en verdween. Alvorens de gensdarmen van hanne verbazing en schrik bekomen waren w as Pietro reeds ver weg. Ik deed oogenschijnlijkals of ik in de alge- meene verwondering deelde, en daar ik mij niet i van mijne plaats verwijderd bad zoo had ook niemand eenig vermoedendat ik aan de ont- i inapping Tan den bandiet eenig aandeel had. De gensdarmen liepen naar hunne paarden bestegen dezelve, en verdwenen onder het uiten den de personen, boven wie zij aan de Nieuw- stadspoort woondebet kind hooren kermen onder mishandelingen der moeder, totdat het gegil en het gekerm geheel ophielden. In den loop van den vorigeu morgen gaven die bene- denbewouers, zekere weduwe NV. en hare dochter er kennis van aan de politie, welke een onder zoek in het werk stelde, en het lijk vau het jongetje in eene kast vond. De moeder had, naar men zegt. haar kind onder allerlei folteringen laten doodhongeren. Het gemeen was woedend op de onmensen, die men niet dan onder de sterkste bedekking 's avonds naar het huis van arrest heeft durven overbrengen. In onderscheidene brieven uit Schotland wordt geklaagd, dat de gevolgen van den oor log zich bij den handel reeds merkelijk doen gevoelen. Het scheepvaartverkeer te Leith heeft daardoor veel geleden, terwijl men vreest dat bij een langeren duur des oorlogs de zaken er over het algemeen zeer nadeelig zullen gaan. Reeds sedert geruimen tijd blijven in de dokken een aantal Duitsclie schepen liggen, doordien 'de gezagvoerders het niet wagen de retourreis aan te nemen. Dit aantal wordt van week tot week steeds grooter. Vele eigenaars 'van Duitsche schepen, die contract had gesloten voor vrachten van eeDe Duitsche haven naar I,eith, hebben om de vernietiging hunner o- vereenkomsten verzocht, ten gevolge waarvan thans Engelsche schepen zijn uitgezonden om die ladingen vau daar af te halen. De Deensche schepen bevinden zich in dezellde omstandigheidzoodat. het scheepvaartverkeer met de Oostzee thans hoofdzakelijk in handen van Britsche scheepseigenaars is. Voor dezen is dit juist geen nadeel, want zij laten zich daarvoor natuurlijk goed betalen, vooral nu ieder nog zooveel mogelijk goederen wil doen hal en of verzenden, eer alle havens werklijk geblokkeerd zijn. Inzonderheid schijnt men daartoe de voorkeor te geven aan stoomschepen Deze zijn dan ook naauwelijks aangekomen, of den volgenden dag ziet men ze op nieuw be vrachten en naar zee gaan. Vandaar dat er in vele Engelsche havens thans dag en nacht eene buitengewone bedrijvigheid heerscht. Men verhaalt, dat te Weenen het vol gende treurige voorval heeft plaats gehad. Eene jeugdige gravin van 17 jaren heeft getracht zich van het leven te berooven door middel van een pistoolschot. Liefdesmart is oorzaak van dit onheil. Er is echter nog hoop, dat zij in bet leven zal bewaard blijven. Te Lerchenfeld in Beijeren werd dezer da gen eene zonderlinge piegtigheid gevierd. Een ambtenaar herdacht met zijne vrienden zijne 25ja- rige verloving; tot heden had hij het geluk nog van verschrikkelijke vloeken. Intusschen was de lucht weder helder geworden en daar het nog een uur duurde alvorens de avond invielen ik nog slechts drie kwartier van Aquaviva verwijderd waszoo nam ik afscheid van de goede lieden en begaf mij zoo vrolgk op weg als of ik eene goede daad verrigt had. Eenigen tijd na dit avontuur bevond ik mij te Romealwaar ik volgens mijn voornemen slechts drie weken verblijven wilde, doch de drie weken werden drie maanden. Mijn oponthoud te Rome werd door eenige zeldzame gebeurtenissen gekenmerkt. Toen ik op zekeren dag in mijue kamer trad bemerkte ikbestolen te zijnal mgn geld ten naasten bjj 60 louis d'or waren weg. Ik bevond mij daardoor in de grootste verlegen- beid want ik had in deze hoofdstad der Chris tenheid geen enkelen vriend, ik zou alzoo acht dagen (want zoo laDg moest ik wachten, al vorens een nieuwen wissel te kunnen bekomen) zonder geld, in deze, mij geheel vreemde stad moeten blijven. Ik bevond mij den volgenden morgen nog te bed toen mijn portier mij een paket overhandigde dat aan mij geadresseerd was ik opende het en vond daarin tot mijne niet geringe verwondering 60 louis d'or. Ik kon niet anders denkendan dat de diefdoor plotselinge gewetenswroeging zich deor de terugzending van het gestolen geld, met den hemel verzoenen wilde de dieven in de heilige stad, hebben zeer zonderlinge gewoonten. (Slot volgt.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1864 | | pagina 2