Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
I APfUk
Vox populi yox Dei.
Een Avontuur in Italië.
M 341
Achtste Jaargang
A°. 1804
SCHAGER COURANT,
ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIE MAANDEN
Voor Schagenf 1,00.
Franco per post door het geheele Rijk e 1,15.
Afzonderlijke Couranten0,10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
5
.5
<5
UITQ-EVEB IP. JO. DIDEBIOH.
PRIJS DER ADVERTENTlëN I
Van een tot vijf regels0,75.
Iedere regel meerder.0,15.
De 35 cents zegelregt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die pij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
BRIEVEN FRANCO.
Volgens hetberigt, door sommige dagbladen
medegedeeldheeft keizer Napoleon III aan
de verschillende groote mogendheden doen we
ten dat volgens zijne meening alleen door een
toepassing van het algemeene stemregt een
einde kon worden gemaakt aan het gerezen
geschil tusschen Denemarken en Duitschland.
Gelijk een wonder—arts door één geneesmiddel
alle kwalen wil genezen, zoo schijnt ook Na
poleon III door het algemeen stemregt Europa
van alles, wat haar kwelt, te willen bevrij
den. Door dat algemeene stemregt is Italië
een koningrijk geworden, is Savoyc bij Frank
rijk gevoegdheeft Griekenland een anderen
koning gekregen zoo iemand dan schijnt Na
poleon de spreuk, welke wij aan het hoofd
van dit opstel plaatsten, in eere te houden,
trouwens hij dia zulk een schitterende kroon
aan het algemeen stemregt moet dank wijten
is wel verpligt zijn weldoener algemeen aante-
prijzen, iu de volksstem een onfeilbare Gods
stern te vereeren, is voor hem hetzelfde als
aanspraak te maken op een Goddelijk regt
krachtens welke hij zijn kroon bezit.. Daar
hij echter thans de volksstem zoo dikwijls
laat sprekenkan het niet ongepast schijnen
SCHETSEN CIT DE REISPORTEFEUILLE
VAN EEN KUNSTSCHILDER.
Vervolg en Slol.
De oorzaakdat ik langer dan mijn voornemen
wasin Rome bleefmoet gezocht worden in
eene hevige hartstogt die ik voor eene dame, met
name Maria Ferara had opgevat. Zij was vroeger
eene nitstekende. zangeres geweestdoch had zich
van het tooneel teruggetrokken.
Mijn geluk had reeds zes weken geduurd zon
der het geringste wolkje ons geluk verduis
terde. Op zekeren tijd echterdat ik mij weder
naar Maria begeven wilde het zal omstreeks mid
dernacht geweest zijnzag ik tot mijne ontzet
ting voor de kleine deur van haar hotel, waar
ik gewoon was binnen te treden het bloedige lijk
van een man liggen.
Ik vond Maria zeer bleek met loshangende ha
ren en in tranen badende toen zij mij zag, uitte
zg een vrengdkreet en viel in oomagt in mijoe
armen.
Mijne bemoeiingen bragten haar spoedig weder
tot zich zelve, daar het haar echter nog aan
kracht om te spreken ontbrak wees zij mij met
de hand op een open briefje dat op de tafel lag.
Dit briefje dat zij jnist zoo even ontvangen
had was van den volgenden inhoud
„Den man dien gg dagelijks uwe liefde be
wijst zal op het oogeoblik waarop hij nweu
drempel betreden wilden dood ontvangen wan-
neer gij deze regels leest heeft hij reeds opge
houden te leven. Gij zult zijn lijk voor uwe
tuindeur vinden,"
dat wij thans eens onderzoekenin hoeverre
men aan die stem van het volk het gezag der
onfeilbaarheid mag toekennen len in hoeverre
wij in de stem des volks eene stem Gods
moeten vereeren.
Niemand kan gewis meer eerbied dan wij
hebben, voor den volkswil. «De mensch is
geboren om het goede en warè lief te hebben,
een stem spreekt in zijn binlenste, die hem
zonder ophouden aanspoort om naar deugd en
en waarheid te streven. Dak natuur plantte
hem een instinct in, dat hem meestentijd bij
den eersten aanblik het goede' van het sleehte,
het ware van het onware leert onderscheiden.
Dit gevoel voor waarheid en deugd wordt niet
uit boekeu geleerd, niet iu scholen onderwe
zen maar van de natuur ontvangen. Opvoe
ding en onderwijs mogen kunnen dienen om
de plant van dat gevoel nat te maken en aau
te kwecken.; een hoogcr lian-li l eeft ccua iiet
zaad gestrooid en geeft den wasdom. Wij
ontvingen dat gevoel als uit de hand der God
heid zelveen wat onmiddelijk uit den Hemel
daalt, valt zonder onderscheid van standen en
geboortenin gelijke mate op allen neder.
Dat gevoel voor, dat bewustzijn van het goe
de en het ware zijn dus verspreid onder alle
klassen van het volk, hoe uitgebreider de
kring van menschen, die men raadpleegt is,
hoe luider en hoe zuiverder de stem van dat
gevoel en dat bewustzijn zal spreken.
Immers heeft bij de menschen, in het alge
meen genomen het goede de bovenhand over
het slechte. Bij een enkel individu moge het
omgekeerde plaats hebbenbij de meerderheid
is het zekerdat de massa der deugden de
massa der verkeerdheden verreweg te boven
gaatdaarom met hoe meer menschen men te
doen krijgthoe meer zekerheid men heeftdat
men meer goeds dan kwaads zal aantreffen. Uit
dat oogpunt beschouwdmoet het algemeene
stemregt in waarheid de stemme Gods verte
genwoordigen. Ongelukkiger wijze leert de
ondervinding echter al te zeer dat die stemmen
des volks op verre na niet altijd de waarheid
heeft gesproken, maar dat zij dikwerf grove
dwalingen en onwaarheden verkondigthet on-
regt gewettigd en misdaden en gruwelen ver
oorzaakt heeft.
Het moge waarheid zijndat het gevoel
voor het goqde en ware steeds aanwezig zij in
den boezem van het volk, het is toch niet
minder waar dat niet ieder handeling van het
volk immer goed en verstandig is geweest. Ge
lijk de verstandigste mensch soms oogenblikken
heeftwaarin hij onverstandig handeltgelijk
„Er ligt werkelijk een lijk" itide ik tot Maria.
Met behulp van een fakkel gingen wij beiden
naar benedenen erkenden het lijk van een
bravodie zonder twijfel last had gehad mij te
dooden; toen wij de kamer weder betreden had
den, zeide Maria tot mij „Danken wij de Voor
zienigheid die u zoo wonderbaar gered heeft."
Het gevaar, dat ik gelukkig ontkomen was,
doch dat zich evenwel voor mg weder vernieuwen
kon, droeg bij, om aan mijne liefde nieuw voedsel
te geven ik gevoelde moeds genoegom aan
alle gevaren het hoofd te bieden j doch de vrees-
selijke bescherming die voor Maria 's deugd waakte
zou op mijne onverschrokkenheid en tronw de zege
behalen- Maria verdween plotselings uit Rome,
en alle mijne bemoeijingenom haar weder te
vinden bleven zonder gevolg. Ik besloot daarom
mijoe reis voort te zetten en ging naar Napels.
In Napels nam ik op zekeren morgen mijn
ontbijt in een kofïijhuis in de Toledostraat. Aan
een naast mij staande tafel onderhielden zich drie
jonge lieden over verschillende dingen. Hel gesprek
kwam op Holland en de Hollanders en een dezer
jongelingen veroorloofde zich zulke beleedigende
uitdrukkingen dat ik opstond en bem met heftige
woorden aansprak. De afloop hiervan wasdat
wij elkander onze visitekaartjes gaven en de plaats
onzer bijeenkomst op den volgenden morgen be
paalden.
Ik bad met een jongen beminnelijken Napoli-
taan den zoon van mijnen bankiervriendschap
gesloten ik begaf mij in allerijl tot dien vriend
en verzocht hem, mijn getnige in deze zaak van
eer te willen zijn toen hij evenwel den naam van
myne tegenpartij vernamverschrok hij hevig.
„De kapitein Montefiorel" riep hij uit, onge
lukkige gij xijt verloren 1 welk een noodlottigen
zamenloop voerde u op den weg van dezen mili
tair! De kapitein ging hg voort „is een duel
list vau professieeen woedende voorvechter hij
bezit eene onvergelijkelijke geschiktheid in alle
wapenen; hij heeft reeds honderd duellen gehad,
en altijd zgne tegenpartij gedood gij zijt verloren
zoo gij de sabel niet met onverbeterlijke behen
digheid weet te hanteren."
Daar ik echter in de edele vechtkunst zeer
weinig bedreven was, bleef mij bjj deze niet zeer
opwekkende mededeeliogniets anders over, dau
mijn testament te maken doch ik bragt in weer
wil van dit alles eeuen zeer gerusten nacht door.
Den volgenden morgen vroeg, trad mijn vriend
onstuimig de kamer bmueu vloog op mg toe
drukte mij iu zijne armen en riep gij sgt gered
mgn vriend, gg zijt gered!"
„Hoe moet ik zulks verstaan?"
„Een toeval, een gelnkeen drama is n ter
hnlp gekomen."
„Verklaar u toch duidelijk bid ik u, ik gevoel
mij geDoopt te denken dat het belangdat gij
in mijn lot stelt, uw hoofd op hol heeft gebragt."
„Gg zgt gered zeg ik u gij zult niet vech
ten."
„Gij zijt geheel gek geworden ik begrijpdat
ik moet trachten eeo andere getuige te krijgen."
„Een getuige?" riep hg lagchend, „maar waar
voor dan Met wie wik gij dan vechten Met
Montefiore Er bestaat geen Mootefiore, er bestaat
geen kapitein meer Montefiore is dood
„Wat zegt gij V'
„Ik zeg dat hij dood is. Ik zal n de geheele
toedragt verklaren. De kapitein leefde in eene
strafbare verstand houding, met zekere Lucre-
tia Lanterinide vronw van den tegenwoordigen
notaris. Deze had te vele zaken in zijn hoofd