14 AFBIL
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
M 3^2.
Achtste Jaargang.
A°. 1864.
weghf
Kerk en Staat.
SCHAGER COURANT.
ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIE MAANDEN
Yoor Schagenf 1,00.
Franco per post door het geheele Rijk 1,15.
Afzonderlijke Couranten0,10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
TJITOEVEE 3?. J". Gh ZDIZDEZRICIH:.
PRIJS DER ADVERTENTlëN
Van een tot vijf regelsf 0,75.
Iedere regel meerder0,15.
De 35 cents zegelregt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die zij beslaan.
Boekhandelaren cn Fostdirccteuren aangenomen.
BBIEVEN FEANCO.
De welvaartwelks liefste kind ons vader
land schijnt, wordt voor een groot gedeelte
tot ons getrokken door de feitelijke scheiding
tusschen kerk en staat. In ons gelukkig Ne
derland heeft de staat geen enkel godsdienstig
vooroordeel. Hier mag de godsdienst den
burger zoo gelukkig maken als zij kan. In
het kleine gebied van onzen staat vinden wij
althans wat het Christendom betrefteene vrij
volledige flora der bestaande meeningen om
trent Christus zonder dat de gelijktijdige bloei
van allen den wasdom van ieder in het bij
zonder eenigzins hindert. Het is als of op
onzen grond de voortbrengselen van alle kli
maten groeijen.
Ieder kan hier de bloem zijner keuze vin
den en zich verlustigen in hare kleuren en
geuren. Ieder vindt in onzen staat zijne
godsdienst onschendbaar verklaarden daar
de gelijkheid van alle gezindten den grondslag
uitmaakt van ons staatkundig levenzoo is
ieder, welke ook zijne godsdienstige meening
zij, bereid aan de ontwikkeling van ons staats
leven werkzaam te zijn.
Het gaat hiermede als met den mensch in
zijne huisselijke en maatschappelijke betrekkin
gen. Gelijk zijn huisgezin de bron iswaar
uit zijn geheel innerlijk leven stroomt, zoo is
ook zijne godsdienst het voedsel zijner ziel.
Maar gelijk niemand in de zamenleving vergeet,
dat hij daar een ander isdan in den kring
der zijnen zoo ook ontheiligt niemand zijne
godsdienstige gevoelens door hen te berde te
brengen b j de behandeling eener publieke
zaak. Doeh eindelijk, gelijk het maatschappe
lijk leven alle kracht en geur dient te ontlee-
nen aan de kleine wereld die wij ons huis
gezin noemenzoo laat onze godsdienst ons
optredenals verlichte en loyale burgersdie
al wat eerlijk is en goed met overtuiging
steunen.
Ofschoon de zamenwerking op staatkundig
gebied van Roomsch Catholieken en Protes
tanten zoo oud als modern in Nederland
voorbeeldig is te heetenzoo is echter om
trent dit punt nog wel vooruitgang mogelijk.
De tegenwoordige toestand van Nederland
geeft het echter volkomen aanspraak op den
naam van een Christelijken staat en het is
de roeping der staatkundige liberale partij
gesteund door den invloed der verschillende
godsdienstenom ons vaderland te handhaven
op de edele plaats, die het inneemt.
Het is toch niet te verwonderen dat er
wel eens woorden vallendie moeijelijk in
het koor van onze godsdienstige verdraagzaam
heid passen. De oud gereformeerde droomt
nog altijd van zijn protestantschen staat en
de katholiek denkt gaarne nog verder terug
om in gedachten te verwijlen bij het heerlijk
tijdperk, toen het Christendom slechts ééae
stem had en zijne godsdienstde katholieke
was. De katholiek schijnt lijdelijk te berus
ten in een toestand, waaraan, zijns ondanks
niets te veranderen valt. i
Voortdurend stijgen er fclagten op van de
zijde der R. C.en het behaagt hun zich
voor te stellen als de verdankten, de paria 's
in Nederland. Die klagt (Iaat zich moeijelijk
verklarentenzij men bij den katholiekde
vrij naïve veronderstelling aanneemtdat nie
mand in Nederland regt tot bestaan heeft dan
de Katholiek. Intusschen deze partij rekent
slechts op de toekomst. Zij heeft zich in
Nederland aangesloten aan de staatkundig li
berale partij en bewijst het Vaderland daardoor
eene groote dienst. Maar het is niet onwaar
schijnlijk dat haar liberalisme slechts een om
weg is waardoor zij tot hetzelfde doel denkt
te komen, dat Groen en zijne partij zich
voorstelt. Deze valt met open visier den be-
staanden toestand aan en e:scht terug de oude
republiek met zijn staatsgodsdienst. Het nati
onale onderwijs is hem niet eenzijdig genoeg.
Te veel verdraagzaamheid komt er in de gods
dienst van Calvijn. Alleen de staat aan wien
hij den Christendoop heeft toegediend, kan re
kenen op de ondersteuning van Groeu.
Wij zijn echter niet beducht, dat het stre
ven dezer partijen ooit slagen zal in het ver
nietigen van onzen Christelijken staat Tegen
over hen staat in ons Vaderland eene msg-
tige derde partijdie zich daardoor Christelijk
betoont, dat zij eerlijk en getrouw de vrijheid
van godsdienst aan de burgers van den staat
toegekend gehandhaafd wil zien. Naar haar
oordeel is het Christendom niet bestemd om
eene partij zaak te zijnen als zij zich in
stilte een oordeel vermeet over het gehalte van
ieders godsdienstigheiddaii uieet zij dit af
naar de trouw cn liefdedie de Chiisten of
fert op het altaar des vaderlands.
W il deze magt in den staat de sterkste blij
ven dan beschame slechts haar Christendom,
dat van hare bestrijders door naauwlettend
te blijven bewaken den staat, die onder hare
handen is gevormd, tot den verdediger van
liberaliteitongeveinsde burgerzin en waarach
tige verdraagzaamheid. Schooner tempel dan
ons land heeft het Christendom nog niet te-
zeten en na de doodsche stilte van het Chris
tendom onder de pauzen en het wapengeklet
ter der hervormingstijden, is het een weldaad
te kunnen zeggen: komt en ziet Nederland!
Bovenal vergeten zij nooitdat iedere gods
dienst hare bsscherming en haren steun ver
dientzoo lang zij, zonder aanmatiging van
staatkundige magt, hare edele roeping vervult
van menschen te brengen tot God. Een storm
is opgestoken in de werelddie de gebrekkige
vormen der eerediensten omverwerpt en het
beeld is nog verre van voltooidwaarin de
godsdienst den mensch zou herscheppen onder
het kleed dat de geloofsvorm hem omhing,
en dat met koortsige drift thans aan flarden
wordt gescheurd. Hier in Nederland blijve elke
vorm van Godsdienst heilig. De geschiedenis
leert, dat op welke wijze het Christendom ook tot
den mensch komthet steeds eene kracht
blijft tot menschelijke deugd en heiliging.
Een Protestant en een Katholiek hebben geen,
speciefiek gewigt aan zedelijkheid.
Wie van hen zich door Christus laat leiden
langs den wegdien zijn kerkgenootschap
hem wijstdie vindt door Hem vrede met
God en met menschen. Zelfs bij wien de drift
om te gelooven niet IWstaatvoor wien ieder
leerstuk onbegrijpelijk en ieder wonder onmo
gelijk isis de godsdienst eene merkelijke
kracht, want onverzwakt' treedt Christus tot
hemuit het rijk der geschiedkundigezeer
begrijpelijke en natuurlijke feiten.
De scheiding van kerk en staat beoogt
niet de godsïïlenste'loosheid van den burger.
Zij is gewrocht door de hand der geschiede
nis. Wederkeerige vrijmaking is de invloed
geweestdien kerk en staat op elkander heb
ben uitgoefend. Toen het Christendom in den
vorm van het Catholicisme het eerst zich deed
gelden in de geschiedeniswas het om de
zaden te leggen van den toekomstigen vrijen
staat. In de persoon des pausen deed het de
oppermagt erkennen van het regt boven de
kracht. De paus was het regt en vorsten
ontvingen van hem hunne kroonen. Het Chris
tendom had een voorvechter noodig ter be
scherming ven den zwakke tegen den sterke
en het bezat dien in het hoofd der kerk.
Het woord van den priester uit het Yati-
caan deed de vorsten sidderen op hunne troo-
nen. En middelerwijl trad het katholicisme
den staatkundige niet—mensch dier tijden te
gemoetmet zijn boodschap uit den hemel
en het volk werd gered van het despotisme
dat thans nog de menschelijke natuur verne
dert, waar het licht van het Christendom niet
ter juister tijd is opgegaan. Zóó kweekte de
godsdienst burgersen langzamerhand kregen
de vorsten volken tegenover zich. De volken
hadden naauw hunne plaats ingenomen in de
rei der magten of de zucht tot eigen staat
kundig en Christelijk leven openbaart zichv
Ondankbaar wordt de hand verworpen die hen.
had opgevoed. Overal stichten de natiën, of
de vorsten voor de natiën nationale kerken,
meest allen vijandig aan de moederkerk, en
als eersten pligt den burger opleggendege
trouwheid aan de godsdienst van den staat.
Maar dat Christendom ofschoon al meer na
derende tot den mensch, was te naauw ver
bonden aan den staatom de volledige ont
wikkeling van burger en Christen te bevorderen.
Een derde stap wordt langzaam maar zeker
gedaan. Men komt tot de erkentenisdat
men Gode moet geven wat Godes en den kei
zer wat des keizers is. De zon der vrijheid
gaat op. De nevelen der dwaling verdwijnen.