Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad,
m
M 370.
Achtste Jaargang.
A°. 1864.
Vooruitgang
des mensckdoms.
Verdwaalil aan den
Rappahannock.
SCHAGER COURANT.
ahonnembntsprijs voor drie maanden
Voor Schagen1,00.
Franco per post door het gehcele Rijk g 1,15.
Afzonderlijke Couranten0,10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
wegh, p.
TJITOEVER JP. J-. Gr. DIDEEICH.
PRIJS DER ADVEUTENTlëN
Van een tot vijf regels0,75.
Iedere regel meerder*0,15.
De 35 cents zegelregt niet mede gerekend.
Grootc letters naar de ruimte die rij beslaan.
boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
BRIEVEN FEANCO.
liet jaar 1864 spoedt ten einde, en terwijl
het op het punt is ons te verlaten doet het
als het ware van zelve bij ons de vraag ont
staan wat is dit jaar voor ons vaderland
Europa en de wereld geweest Zoo wij al
leen het oog op ons vaderland vestigen dan
geeft die gedachte ons ruimschoots aanleiding
om dankbaar te zijn. Want het jaar 1864
was in werkelijkheid voor Nederland een jaar
van welvaartvrijheid en vooruitgangmaar
wij worden treurig te moede als wij den blik
over de grenzen van ons land laten weiden.
Want waar wij ook henen zien overal zien
wij dc blijken dat het kwade beginsel als het
ware heeft gezegevierd.
In Polen zagen wij toch de vrijheid en na
tionaliteit door barbaarsch geweld ten onder
gebragtin Denemarken de heiligste regten
door eene brutale overinagt vertreden in
Piuissen staatkundige huichelarij met den
naam van God op de lippenzich aan de
incest hemeltergende misdaden schuldig ma
ken in Engeland lage eigenbaat en vrees
voor het verlies van eenige stoffelijke rijk-
Een episode uit den tegenwoordigen
Amekikaanschen oorlog.
IV.
«Goeden avondzeide ik op vriendelijken
«ik hoop dat ik u niet verontrust
E "el zeker hebt gij ons verontrustant
woordde de oudeterwijl de tang in zijne
hand ratelde; «gij hebt mij tot den dood toe
ontsteldwat zoekt gij hierop vreemden
bodem in een zoo nachtelijk uurwaarom
doet gij de bewoners, door uw vreesselijk
kloppen zoo verschrikken
Bij deze woorden begonnen de beide meisjes
te wcenen-, en rigtte de kreupele zijue woeste
blikken op mij.
«Stelt u gerustantwoordde ik met klet
terende sporen en rammelende sabel het
vertrek binnentredende; «hoewel ik deze uni
form draagben ik geen vijandmaar een
vermoeid soldaatdie verdwaald en gaarne
bereid is voor een nachtverblijf en eenig
voeder voor zijn paardgoed te betalen.'
»Aoor Jankees hebben wij bedden noch
koorn ,a bromde de grijsaard «zij hebben onze
gronden verwoest en onze zonen vermoord.
A loek en verderf kome over hen allen
«Nu,* hervatte ik, een stoel nemende en
mij j;j den haard zettende«daar gij zoo
doininen zegevieren over het gevoel van eer
en goede trouw en in Amerika den vreesse-
ken burgeroorlog met onverminderde hevigheid
woeden.
Dat alles is wel geschikt om een ieder
die den loop der gebeurtenissen met belang
stelling volgtin eene eeuigzins droefgeestige
stemming te brengen. Wel is waar is zulk eens
stemming de spruitvan eene zekere mate van
ongeloof aan het bestaan eencr godsregering
enals vrucht van dezeaan den eeuwigen
vooruitgang des inenschdomsmaar wie kan
als hij het onregt eu de duisternis ziet zege
pralen over het regt en licht, zich voor zulk
een ongeloof geheel vrijwaren
Al te grootc belangstelling in eene zaak
al te groote liefde jegens haar maakt het harte
bezorgd en die bezorgdheid is op haar beurt
de moeder des ongeloofe. Maar ofschoon ver-
schooulijkblijft dat oerloof toch steeds ia
ons een gebrekdat wij moeten zoeken te
bekampen. Wij moeten steeds bedenkendat
de zegepraal van het kwade ten allen tijde
slechts schijnbaar, maar de overwinning van
het goede steeds werkelijkheid was. De ge
schiedenis leert onsdat bet roenschdom
eeuwig is vooruitgegaan. Men kan zijn voor
uitgang het beste vergelijken bij dien van een
ongastvrij zijtmoet ik nemen wat gij mij
voor geld niet geven wilt. Hier zit ik en
bier wil ik blijven zoo ik fourage in den
stal vindzal ik er zooveel van nemen
als mijn paard noodig heeft en met het aan
breken van den dag denk ik verder te
rijden.'
De kreupele beschouwde mij met duivelsche
blikken, als wilde bij mijn kracht en moed
meten. Ik wierp evenwel onbezorgd sporen
en sabel af, en noodigde hem uit, mij den
weg naar den stal te wijzen.
«Haal de lantaarn Jemmv,* zeide de oude
man. «Zoo wij nog meer koorn missen moe
ten kan het betaald worden. Wijs den sol
daat den weg en geef hem een maat haver
en een bos stroo. Mart haleg een tafel
laken op de punt der tafel en haal een flesch
ciderspoedig
Vervolgens in zijnen stoel terugzinkende
mompelde hij eenige woorden en staarde in
het vuur. Bleek en somber kijkende hiiikte
de kreupele door een deur en zocht in de
duisternis, in eene aangrenzende kamer, naar
eene lantaarn terwijl de meisjes bevreesd de
gegevene bevelen opvolgden en van tijd tot
tijd een schuwen blik op mij wierpen. Zij
droegen grove wollen kleederen en groote,
plompe schoenen. De jongste had een schoon
gelaatmet donkere oogen en donker haar
dat door een blaauw lint bijeen gehouden
werd.
«Welke naam draagt gij in uwe geboorte
plaats vroeg de grijsaard met eene vijandige
groot legerdat zegevierend voortrukt in
een onbekend vijandelijk land. Steeds rukt
het voorwaarts en voorwaarts, wel is het
blootgesteld aan vermocijenissen en ontberin
gen wel wordt het soins door overmagt tot
stilstand gedwongen wel worden enkele af-
deelingenvan het hoofdleger afgesneden
geslagen en vernield maar het hoofdleger rukt
immer voorten langzamerhand vermindert dc
tegenstand.
Dat dit zoo is leert ons de geschiedenis.
Wij gelooven dan ookdat het denkbeeld van
vooruitgang des inenschdoms gelijk staat met
een axioma. Maar welligt vraagt men hoe
is die eeuwige vooruitgang dan in overeen
stemming te brengen met tijden van stilstand
en achteruitgangzoo als reeds vaak zijo be
leefd en waarvan wij ook nu in menigerlei'
opzigt een treurig voorbeeld voor oogen heb
ben. Men heeft zulk een verschijusel op ver
scheidene wijze zoeken te verklaren het meest
nabij de waarheid is men gekomen door te
zeggen dat het menschdom niet in een regte
lijn maar s p i r a u 1 s gewijze dat is langs
eene regelmatige slingerende baan vooruitgaat.
Er moet echter niet vergeten wordendat
men aldus sprekende gebruik maakt van twee
beelden en dat een beeld de waarheid nim-
uitdrukking.
Ik antwoordde vriendelijk, om zoomogelijk
hem in eene betere stemming te brengen, en
vroeg toen naar zijn naam,
«Ligtfoot,* antwoordde bij trotsch en som
ber. «De Ligtfoots zijn reeds van ouds eene
der eerste familien geweest. James Ligtfoot
was de beste spreker in den raad van Virgi-
nie, Neal Ligtfoot bezat de beste paarden
uit den gcheelen omtrek en Fatrick Ligt
foot
«Hier is de lantaarn voor den Jankee,«
viel de kreupelede kamer binnen hinkende,
hem in de rede.
Boosaardig en trotsch staarde hij mij aan,
rukte de deur open bromde dat ik zelf voor
mijn paard zorgen moest en ging mij vooruit
naar den stal.
«Haltzeide ik op het erf bij den ou
den put staan blijvende, «mijn paard moet
eerst drinken hebben.'
Tot mijne niet geringe verbazing sprong de
kreupele naar mij toeliet de lantaarn valleu
en greep mij met reuzen kracht aan.
«Hier niet riep hij op zeer zonderlingen
toon. «Hier is geen waterde emmer zit
aan den grond vastkom mede kom maar
met mij mede
Hij sleepte mij met zulk geweld voortdat
ik bijna geen wederstand kon bieden en mij
over de ongeloofelijke kracht verwonderen moest
die in een zoo kreupel ligchaam niet te ver
moeden was. Aan de eigenzinnigheid van den
borsttoegevendewaarvoor ik zijne zonder-