Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. 26 JMMMJ M 383. MATERIALISMÜS. Negende Jaargang. xriTaEVER f. er. o. diderioh. BRIEVEN ZFHA-IISraO. GEWONE BERIGTEN. SCHAGER COURAK abonnementsprijs voor drie maanden Voor Schagenf 1,00. Franco per post door het geheele Rijk n 1,15. Afzonderlijke Couranten0,10. Verschijnt iederen Donderdagmorgen. Abonnementen op dit blad worden door alle Die timmert aan den wegh Verwacht gezegh. (Cats.) PRIJS DER ADVERTKNTlëN Van een tot vijf regelsf 0,75. Iedere regel meerder«0,15, De 85 cents zegelregt niet mede gerekend. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. De geestigezich onder den naam van Jan Holland verbergendedoch wel bekende schrijver heeft voor eenige maanden in een onzer tijdschriften eene hevige aanklagt inge- bragt tegen de materialistische rigting van onzen tijd. Veel waars lag er in die aan klagt en ook voor de grootste lofredenaars van den tegenwoordigen tijd valt er veel uit te leerenmaar gelijk veelal het geval is met dien schrijvermaakt hij zich bij die aan klagt schuldig aan overdrijving. Vooral kon den wij ons niet vereenigen, met de daarin wel is waar, niet met ronde woorden uitge- sprokene doch in het geheele stuk doorsche merende meeningdat de rigting van het tegenwoordig bewind geheel materialistisch zoude zijn. In dat stuk wordt niet onduidelijk te kennen gegeven dat de wet op het lager onderwijsdie op het middelbaar onderwijs de aanmoediging der nijverheid de centrali satie-zucht, jain een woord alles wat ons tegenwoordig bewind kenmerkthet uitvloei sel zoude zijn van den geest des materialis- inus. Dat matcrialismus is de eenige God waarvoor èn ons bewind èn de meerderheid der volksvertegenwoordiging èn het grootste getal der ambtenaren nederknielt. Deze be schuldiging is hardgelukkig is zij echter ten eenemale onwaar. Niemand heeft meer dan wij een afkeer van het materialismus maar ten einde geen gevaar te loopen even als een Don Quichotte alleen te strijden tegen nevelbeelden zal het noodig zijn om eens te onderzoeken wat men onder materialismus eigentlijk moet verstaan. Als wij van materialismus spreken dan denken wij daarbij aan eene al te groote vereering des stofsmet voorbijzien van de geestelijke zijde des levens. Materialist is hij, die in de wereld alleen natuur-krachten en geen God erkentdie gelooft aan eene stof wisseling, maar niet aan eene onsterfelijkheid der zieledie de kunsten alleen om den vormmaar niet om den inhoud eert. Het aantal van de zulkendie in alles om zich henenniets dan stof willen zien en die men theoretische materialisten zoude kunnen noemen is echter zeer gering. Maar oneindig grooter is het getal van praktische materialistend. i. van de zulken, die ofschoon zij in theorie een geestelijk leven erkennen in praktijk bewijzen dat zij er hoe genaamd geene waarde aan hechten. Zoo mogen b. v. onmatigen en dronkaards vrij gelooven aan een geestelijk leven in hen door alleen te leven voor eten en drinken bewijzen zij, dat dat leven voor hen volstrekt geene waarde heeftzoo mogen schijnheilige wereldlingen rij in het verborgen of in het openbaar, tot God biddenhun geheele gedrag bewijst dat de God tot en van wien zij spreken ei gentlijk niets anders is dan een bespottelijk toegetakelde pop of een sinter—Klaas die men zoo'n beetje te vriend moet houdendaar men wel eens heeft hooren vertellendat hij op een zekeren dag aan zoete kinderen koek en speelgoed en aan stouteeen roede geeft. Zoo zijn zij die alleen streven naar geld en rijk dom en daarvoor alles wat hun dierbaar en heilig moest zijn veil hebbenmaterialisten, ofschoon zij niet in het minste ontkennen dat er een God en eene onsterfelijkheid be staat. Beschouwt men het matcrialismus uit dit oogpuutdan kan men bijna geen treu riger en verfoeijelijker zaak dan hetzelve den ken. Maar wie zal durven beweren dat de rigting van ons tegenwoordig ministerie in het minste iets gemeen heeft met dit ma terialismus Maar men kan zich ook een ander mate rialismus denken dat als staande tegenover overdreven idealismus geen kwaad, maar een weldaad voor de maatschappij is. Wij bedoelen het materialismusdat ons wars maakt van ijdele bespiegelingen, maar ons han delend in de wereld doet optredenhet ma terialismus dat ons influistertdat noch kunstnoch wetenschap noch godsdienst die geen waarlijk nut stichtwaarde heeft dat ons leertdat het beter is om te wer ken voor ons dagelijksch brood, dan al bid dend het brood van anderen te ontvangen dat ons aanspoort om door natuur- en staat huishoudkunde de wetten op te sporendie heerschen in de stoffelijke wereld en de maat schappij opdat zij ons in staat zouden stellen voor ons zeiven en onze naasten het meest mogelijke nut te weeg te brengen. Een ma terialismus eindelijk, dat de nijverheid op alle mogelijke wijzen aanmoedigt omdat de nijverheid welvaarten de welvaart volksge luk en volksbeschaving voortbrengt. Zulk een materialismus {wie zal het betwisten wordt door ons tegenwoordig bewind ten volle ge huldigd. Maar welverre als een verwijt "te kunnen gelden is het integendeel een lof spraak. Men verwijt het aan de, van het tegenwoordige ministerie uitgeganewet op het middelbaar onderwijsdat natuurkunde en staathuishoudkunde daarin zoozeer op den voorgrond worden gesteldmen noemt het materialismusdat de beoefening der weten schappen in de eerste plaats wordt bestemd voor een practisch doel. De wetenschap zegt men moet om haar zelfs wilniet om de gonden vruchtendie zij afwerptbeoefend wordenzij mag ons niet de koe zijndie melk en boter geeft. Schoon geredeneerd. Maar wie zal deze overspannen leer in prak tijk brengen Welke vader beschouwt het niet als zijn eerste pligt om aan rijn zonen iets te laten leerenwaardoor zij aan den kost kunnen komen Zoudt gij de onbemid delde uiet dwaas noemenzoo hij zijn kroost slechts in zulk eene wetenschap liet onder wijzen die hem steeds arm zonde laten Voorzeker ook wij hebben eerbied voor de martelaars der wetenschapdie ondanks ar moede en ontbeering hunne roeping getrouw blijven. Maar slechts aan één uit de tien duizenden, ja 1 welligt honderdduizenden is de kracht gegeven om zulk een martelaarskroon te dragen. De meerderheid moet de wetenschap beoe fenen voornamentlijk met het doel om hun brood te verdienen. Wie dit in de menschen verachtwijte het aan den Schepper die ons zoo arm en behoeftig heeft geschapendat het ons tot eene noodzakelijkheid wierd. Nim mer kan men het dan aan de regering ten aanklagt doen strekken dat zij de praktische beoefening der wetenschappen op den voor grond heeft gesteld. Daarenboven blijft de wetenschap ook dan als zij uitsluitend met een praktisch doel wordt beoefend een voortreffelijk voorbehoed middel tegen het materialismus in den slechten zin. Want de innigste aanbid ders van het stof worden voorwaar niet ge vonden onder het werkzame gedeelte des volks, maar onder hen, die hunnen tijd door brengen in ijdelheid en ledigheid zich overgeven aan de weelde en de wellust en de uitspattingen der wereld. Niet de regering, die het volk tot onver poosden arbeid en tot inspanning aanspoort maar zij, die ledigheid en ijdelheid voedt, voert tot het materialismus. Niet hij die ijverig werkt voor zijn beroep maar hij die onder schijn van bidden de zonde dient is de ware materialist. Het materialismus is eigentlijk een andere naam voor zelftucht daarom is vooral de humaniteit het tegenover gestelde van het materialismus. En in dit opzigt vooral verdient ons ministerie de eer naam van bestrijder van het materialismus. Wil men een voorbeeld, het is niet moeijelijk te vinden. Eeuwen lang had in onze West- Indische colonie de menscheid onteerende sla vernij bestaanmen had sinds lang haar willen afschaffen, maar steeds opgezien tegen de groote uitgaven maar juist door dit mi nisterie dat volgens zijne bestrijders slechts materiële belangen voor oogen heeftwerd die slavernij afgeschaft. In de vorige week zijn van het Nieuwediep gevankelijk naar Alkmaar getransporteerd drie jongens die zich aan diefstallen van touwwerk enz. van de in de haven liggende schepen hebben schuldig gemaakt. Deze diefstallen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1865 | | pagina 1