DIBEEBAfê v:Xr;:"(cf;
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
M 385.
Negende Jaargang.
A°. 1865.
Gehoorzaamheid aan
de wetten.
SCHAGER COURANT.
i -* V#
o
ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIE MAASDEN
Voor Schagenf 1,00.
Franco per post door het geheele Rijk n 1,15.
Afzonderlijke Couranten0,10,
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
TJITOEVEB IP. 0T. Gr. DIDEBICH.
PRIJS DER ADVERTESTlëS
Van een tot vijf regelsf 0,75.
Iedere regel meerderr 0,15,
De 35 cents zegelregt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die zij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
BBIEVEN FIRAZrSTOO.
c
Wij zoudenmaar wij meenen ons gods
dienstig en met den bijbel teregt zoo zeer
ingenomen volkbeleedigcn als wij ver
schooning vraagden dat wijbij het behan
delen van bovengenoemd onderwerp beginnen
met er op te wijzenhoezeer de eerste ver
kondigers van het Evangelie steeds ten sterk -
sten aandrongen op eene nederige onderwor
penheid aan de gestelde magten. In den brief
aan de Romeinen lezen wij hoofdstuk XIII
1 en 5 alle ziele zij der magten over haar
gesteld onderworpen want er is geene magt
dan van Goden de magtendie er zijn
zijn van God verordend. Daarom is het noo-
dig onderworpen te zijn niet alleen om der
straffe, maar ook om der gewetens wille
en in den eersten brief van Petrus II. 13 en
11zijt aan alle menschelijke ordening on
derdanig om des lleeren wil, hetzij den
Koninghetzij den Stadhouder als die van
hein gezonden worden.
Ofschoon deze woorden van de twee groote
apostelen door de voorstanders van het ab-
solutismus veelal zijn misbruikt om een mensch-
onteerende slavernij te prediken zijn zij toch
eigentlijk in strijd met het dispotismus. Im
mers is volgens de schoone leer van Montes-
quieu de deugd het beginselwaar een
republiek (waaronder hij natuurlijk ook rang
schikt een constitutioneel koningrijk) op moet
steunen is in een beschaafd koningschap het
eergevoel de voorname drijfveer aller han
delingen maar heeft het dispotismus geen
ander beginsel en geen andere drijfveer dan
de vrees. En daar nu de apostelen aan
maanden tot die gehoorzaamheid aan de
overheid niet om den wille der straf, maar
om des gewetens en des Heeren wille
zoo poogden zij die gehoorzaamheid te ver
heffen tot een zedelijken plïgt. Zich onmagtig
voelende om het bestaande dispotismus van
buiten aantevallen en te overwinnen trachtte
het jeugdige Cristendom door de andere
maatschappij te bezielen met het ware beginsel
der vrijheid haar inwendig te hervormen. Het
is in die poging niet geslaagd. Het romein-
ache absolutisuius was evenmin als de joodsche
vormgodsdienst voor hervorming vatbaarals
verstorven boomen waren zij beide niet in
staat om nieuwe leven aanbrengende sappen
in zich optenemenzij moesten door uitwen
dig geweld worden omgehouwen. Doch de
leer der apostelendie ten hunnen tijde
onder de heerschappij van gekroonde wange
gedrochten niet uitvoerbaar was en ten
hoogste moet beschouwd worden als eene po
ging om een ideaal te bereiken, is in onze
dagenin een vrijen staatonder menschlie-
vende wetten en een edel bestuurniet
alleen gemakkelijk natekomen, maar het wordt
ons zelfs tot een heiligen pligt om haar
steeds in het oog te houden. Onder ons
kan geene enkele grond tot verdediging van
een verzet (het zij dadelijk of lijdelijk) tegen
de wetten worden aangevoerd. Er bestaan
bij ons zeer veel waarborgen tegen het tot
stand komen van een bepaald slechte en in
openbaren strijd met het volksbelang zijnde
wet, dat het uitvaardigen van zulk eene wet
bijna onder de onmogelijkheden moet worden
gerangschikt. Iedere wet moet door de mi
nisters aan den koning worden voorgesteld
daarna aan het advies van den staatsraad
worden onderworpen goedgekeurd worden
door de beide kamers der Staten-Generaal en
eindelijk weder door den koning bekrachtigd.
In dien tusschen tijd had ieder het regt
zijn oordeel over het wetsontwerp openbaar te
maken in dagblad bij dagblad werd het be
handeld een ieder had de bevoegdheid om
zijne bezwaren tegen de wet bij den koning,
de ministers en de Staten—Generaal in te
brengen de door het volk gekozen en van
den volkswil geheel afhankelijke leden der
der beide Kamers waren verpligt hun stem
in het openbaar uit te brengen de meeaten
daarenboven ontwikkelden de redenen van
aanneming of verwerping der wet. Is het
dan bij dat alles bijna niet onmogelijk dat
eene wet waardoor het voiks-belang niet
wordt beoogdtot stand kome
Misschien zal men zeggen het zijn bekende
zakendie gij ons daar verteltvoorzeker zijn
dit bekende zakenwij hopen althans dat dit
bij de meesten het geval zal zijn want eene
innige bekendheid met onze schoone grond
wet moest bijna de liefste wetenschap van
ons volk zijn. Maar al weten de meesten
onzer al die dingen wij brengen ze op lange
na niet altijd in praktijk. Wel is waar is
een openlijk verzet tegen de wet onder ons
eene groote zeldzaamheid I maar toch wordt
eene opregte en den mensch waardige gehoor
zaamheid aan de wetteu slechts bij zeer wei
nigen aangetroffen.
De meesten zijn alleen gehoorzaam om
den wille der straf, zij staan dus op een
veel lager standpunt dan Paulus innam tegen
over heidensche wettendaar deze alleen ge
hoorzaamheid om des gewetens wille aan
beval. Bij velen ook is de gehoorzaamheid
louter lijdelijkmen volbrengt wat de uit
voerders der wet bevelen nog meer dan dit
te doen, daartoe rekent men zich volstrekt
niet verpligt. En toch is zulk eene lijdelij
ke gehoorzaamheid in het geheel niet vol
doende. De letter der wet beveelt reeds in
enkele gevallen eene gehoorzaamheid die zich
in niet door de overheid geboden daden op
lost. Zoo, om ons tot een paar voorbeelden
te bepalen, is volgens art. 14? van het wet
boek van stafvorderingeen iederdie ge
tuige is geweest van eenen aanslag tegen de
openbare rust of veiligheid, verpligt daarvan
kennis te geven aan den ambtenaar van het
openbaar ministerie, zoo legt art 475 No 13
van het wetboek van strafregt een straf op
een iederdie. bij brandals andersinds
den gevorderden bijstand dien hij kon aan
brengen niet heeft verleend. Wij zouden
deze voorbeelden gemakkelijk kunnen vermeer
deren door te wijzen op art. 30 van B. W.,
op de militiewet, enz. Doch nog meer dan
uit den letter der wet blijkt uit den aard
der zaakdat eene lijdelijke gehoorzaamheid
niet voldoende is voor eene goede uitvoering
der wetten. Neen ieder burger is verpligt
de wetten van den Staat naar zijn beste ver
mogen en met al zijne middelen te helpen
uitvoeren slechts door zoo te doen kunnen
de goede wetten zegen aanbrengenslechts
door zoo te doen voldoen wij waarlijk aan
het voorschrift des apostels om de overheid
om des gewetens wille gehoorzaam te zijn.
Het is helaas I er nog verre van daandat
zulke eene in waarheid Christelijke gehoor
zaamheid in Nederland algemeen zoude zijn.
Wij willen slechts op een voorbeeld wijzen,
doch dat al te zeer voldoende is om ons ge
voelen te staven. Na tien jaren van onder
zoek en beraadslagingen was de wetwaarbij
de doorgraving vau Holland op zijn smalst
werd bepaald, tot stand gekomen met toejui
ching van de groote meerderheid des volks.
En wat gebeurde er toen
In plaats dat ieder Nederlander zijn best
zoude hebben gedaan om de wet te helpen
uitvoeren bleef de meerderheid werkeloos en
liet vrij spel aan allerlei particuliere belan
gen en partijzucht om een spaak in het
wiel te steken. De geldmannen hielden hun
beurs gesloten de amsterdamsche aristocratie,
uit een misplaatst gevoel van gekwetste ijdel-
heidwerkte tegende oppositie wilde niet
duldendat znlk een belangrijk werk onder
het ministerie Thorbecke tot stand kwam.
Het gevolg was dat het werk bijna mislukte
en zoo het nog tot stand komtdan zal het
alleen dank zijn te wijten aan een Engelsche
onderneming. In ieder geval zal het een
bewijs opleveren hoe weinig nog eene Chris
telijke gehoorzaamheid aan de wetten van
den Staat onder ons volk wordt begrepen.
GEWOME «EUIGTE.\.
Onlangs werd te Harliogen, de3 avonds tns-
sohen 7 en 8 uur, een knaap, die zich met
belletjetrekken vermaakte, op de daad betrapt
en achtervolgd. Onvoorzigtig naar den water
kant uitwijkende, liep bij in het water der