eoiBEHBM rr^r(zh;
25
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
Schoonheidszin.
M 400.
Negende Jaargang.
A°.
r\
Ar
t?4
SCHAGER COURANT.
ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIR MAANDEN S
Voor Schagenf 1,00.
Franco per post door het gehcele Kijk t 1,15.
Afzonderlijke Couranten0,10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
TJITO-EVEE F. O-. O. DIDEBIOH.
PRIJS DER ADVERTENTlëN I
Van een tot vijf regels 0,75.
Iedere regel meerder«0,15.
De 85 cents zegelregt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die rij beslaan.
boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
BBIEVEN FRANCO.
2S
In onze dagen is het geene overtollige zaak
aan te dringen op de ontwikkeling van het
schoonheidsgevoel. De behoefte die tegen
woordig bestaat aan verstandelijke ontwikke
ling schijnt de niet minder menschelijke
behoefte aan ontwikkeling van het schoon
heidsgevoel op den achtergroud te schuiven.
En waarlijk het verstand moge menige rijke
bron van genot binnen ons bereik brengen
wie waarlijk menscli wil zijn mag zijn schoon
heidszin niet verwaarloozen. Wie het gevoel
voor schoonheid in zich scherpt en opvoedt
vindt eene rijkere wereld om zich heen door
de veredeling zijner persoonlijkheid. Een
kunstlievend volk heeft schooner toekomst
dan dat hetgeen zich alleen voelt aangedaan
door de prikkels van verstand en nuUigheid.
Het groote stuk geschiedenis door de Grie
ken ingenomenhebben zij te danken aan
hnnne vereering van het schoone. En zelfs
voor zoo ver zij zich door rijkdom en diepte
van gedachten die eereplaats hebben waardig
gemaakt, zijn, gelijk Schiller zingt, de poor
ten van het ware door het schoone voor hen
geopend.
Wie het volk dus waarlijk lief heeft, geve
het een geopend oog en oor voor het schoone
en zou het zoo ver bezijden de waarheid zijn
zoo wij bewerendat de volksopvoeding uit
dit oogpunt bezienveel te wenschen over
laat
Wij zijn overtuigd dat onze tegenwoordige
regering deze volksbehoefte niet uit het
oog verliest. De meerdere zorg die bij het
lager onderwijs besteed wordt aan de toon
kunst en teekenkunst zelfs de steun door
den Staat gegeven aan de oprigting van
museums zijn ons daarvoor de waarborgen.
Maar de regering kan in dit opzigt ook al
niet veel meer doen dan leiden. Door eene
bepaalde begustiging van hetgeen strekken kan
tot verhooging van den schoonheidszin van
het volkwordt het schoone weinig gebaat,
bodewijk XIV heeft ongetwijfeld door dat de
knnst onder zijne regering, zijne kunstwas,
haar gehalte benadeeld want ook zij is
even als alles wat schoon is eene dochter
der vrijheid. Wij verwachten meer van den
stillen invloed van het individn, en meenen
dat waar bet volk slechts gewezen wordt op
de in het schoone gelegen kracht en waarde
wij het overige gerust aan het volk zelf
kunnen overlaten.
Voor zoo ver er waarheid is in de stelling
het volk redt zich zeiven niet,
geven wij hemdie invloed uitoefenen op
de geestes-ontwikkeling des volks in beden
king zich bij hnn pogen meer te lsten ge
legen liggen aan de in den boezem des volks
sluimerende liefde voor het schoone. Het is
♦""ih opmerkelijkhoe weinig ter bestrijding
van volkskwalen gesteund wordt op onzen zin
voor schoonheid. Alles verwacht onze tijd
van het verstanden dit kon een zoo mag-
tig bondgenoot vinden in onze liefde voor
schoonheiddat wij haar niet langer mogen
verwaarloozen. Wij wenschten wel dat deze
rigting wat sterker bij de volksopvoeders op
den voorgrond werd gezet.
Zoo bijv. onze litteratuurmeer bepaalde
lijk onze volksliteratuur. Voor zoo ver wij
daarover kunnen oordeelen laat deze in dit
opzigt veel te wenschen over. Met het volk
wordt geredeneerd getheologiseerd gepoliti
seerd maar op zijn schoonheidsgevoel toch
eene der grootste ontwikkelingskrachten in
den mensch wordt in voor het volk ge
schreven werkenweinig acht geslagen,
baat het volk gevoelen dat iets aanspraak
heeft op den naam van schoon en beter
dan door eene lange redeneringkunt gij
het winnen voor die zaak. Zeg niet altijd
dat onreinheid ongezond ismaar vraag of
men haar schoon kan vinden. Predik niet
altijddat men zijne belangen verwaarloost
en ligt voor immer verloren gaat door mis
bruik van sterken drank maar laat zien hoe
leelijk het iswanneer het inenschelijk gelaat
ontsierd wordt door de opgezette kleur, die
het misbruik van sterken drank verraadt. Op
deze wijze zal men voordeeliger arbeiden dan
door altijd te wijzen op rede en verstand. Laat
het schoone meer zien in de godsdienst en
deugd en wij zullen haar meer lief hebben.
En geeft onsdichters en componisten
schoone volksliederenschoone volkswijzen
Hieraan, wij geven het toe, wordt in den
laatsten tijd druk gearbeidmaar tochbij
hoe menig volkstaan wij hierin ten achter.
Wel ia het niet onwaarschijnlijk dat onze
volksaard meer dringt tot toewijding aan het
nuttige dan aan het schoonemaar ongetwij
feld is het een volkspligt hieraan door toeleg
en studie te gerooet te komen. Zeker is het
dat het bezit van schoone volksliederen een
weldaad voor een land isen wanneer zij
slechts bestaanweest verzekerddat zij
binnen kort bet eigendom van het volk zul
len zijn.
Ook de volksvermakelijkheden roepen om
eene herschepping in dezen zin. Ons volk
vermaakt zich slecht en wel om dat de schoon
heid zoo weinig deel heeftaan wat als ver
maak gegeven wordt. Volksfeesten concerten
komedies behooren tot de opvoedingsmiddelen
van het volkmaar bij ons offeren aan het
vermaakmag nimmer de wansmaak gehul
digd worden. Dit alles wordt te dikwijls nit
het oog verloren tot schade van het volk.
Dankbaar znllen wij intusschen de hand in
dien geest aan het werk zien slaanwaar
geloofd wordtdat het volk zich zeiven niet
redt. Er ligt in deze stelling eene betrekke
lijke waarheidwijl het de roeping niet is
van het volk zich zeiven alleen te redden.
Het ligtnaar onze meening op den weg der
hoogeren het spoor te breken voor het volk,
en daarom znllen wij het zeer op prijs stel-
stellenzoo de meer gegoede zich interesseert
voor de veredeling van het schoonheidsbegrip
des volks. Echter is de aangehaalde stelling
in zoo ver onjuistdat de redding des volks
onafhankelijk is van iedere andere oorzaak, dan
de krachtsinspanning van het volk.
Wij bouwen daarom sterker nog, gelijk wij
reeds zeidenop den invloed van het indivi
du en beloven aan ieder, reiner genot en
hoogere waarde naar mate hij het schoone meer
bemint en zoekt.
GEWO.XE BERIGTEN.
Bij de op 28 dezer plaats gehad hebbende
herstemming tot één lid der Provinciale Sta
ten in het kiesdistrict Schagen tnsschen de
heeren Jhr. Mr. D. van Foreest en H. R. de
Meêr waren uitgebragt 417 geldige stemmen;
waarvan op Jhr. Mr. D. van Foreest 250
en H. R. de Meêr 167. Aldus verkozén
Jhr. Mr. D. van Foreest.
- Het strekt ons tot genoegen in de gele
genheid te zijn onzen plaaWgenooten te kunnen
mededeelen dat Z. E. de Minister van Pin-
neulandsche Zaken thans, aan den heer Courad,
ingenieur van den waterstaat te Alkmaar, de
vergunning heeft verleendtot het opmaken
van het plan voor dea waterweg van de koin
der eemeeute Schagen naar de Groote Sloot iu
de Ziipe.
Wij vertrouwen dat nu, voor dat gewigtige
werk van het gunstig saisoen zal worden ge
profiteerd.
Wij vestigen de aandacht op de hierachter
geplaatste Advertentie, waarin de burgers
worden opgeroepenom met elkander te
beraadslageu over de feestviering op deo 18en
Junij a.s. Hebben wij, daar wij van geen
eokel plan of besluit omtrent deze zaak hoorden,
langen tijd gevreesd dat Schagen zijne inge
nomenheid met eene gebeurtenis, die door bijna
geheel Europa feestelijk herdacht zal worden
alleen door het nitsteken van eenige vlaggen
zon openbaren en dus eene koelheid verraden,
die jammerlijk zou afsteken bij de zoo iu
ruime mate betoonde geestdrift op het No
vemberfeest, wij verheugen ons daarom zoo
veel te meer, dat eindelijk eene poging aan
gewend wordt om ook hier dien feestdag
niet onopgemerkt te laten voorbij gaan. Dat
zoo eene zoo bloeijende plaats als Schsgen is
weinig tot eer zijn en van weinig dankbaar
heid getnigen voor de zegeningen die wij
aan de voor vijftig jaren in de vlakte van
Waterloo behaalde overwinning verschuldigd
zgn.
Doch wij herinneren ons dat reeds vroeger
een betere geest zich heeft doen zienen wij
vertrouwen daarom dat de burgers gaaroe
aan de tot hen gerigte noodigiog znllen vol-
doen en door eene talrijke opkomst bonna