GEWONE BER1GTEN.
GEMENGDE BEIV1GTEN.
m<?t een ziekelijk ligchaaraarmoedige om- i
standigheden en allerlei wederwaardigheden en
kwellingen. Rembrand van Rliijn is een
'beter voorbeeld om aan te toonen dat het
^clite genie zich een weg kan banen ondanks
alle beletselen van lage geboorte en geringe
omgeving, dan de zoo weinig bekende engel-
sche schilders Blake en Bird.
Ook in een ander opzigt lijdt het werkje
aan een gebrek van het engelsche volkska
rakter. Het trotsche ik staat er te veel op
den voorgrond. Ons gevoel om nederigheid
wordt gekwetst door de zelfverheffing welke
wij telkens moeten hoorei» uit den mond der
ons aangeprezen helden. «Door zoo te leven
door zoo te handelen ben ik zulk een groot
man geworden,zijn de telkens herhaalde woor
den die men van vele lippen opvangt. Zul
ke woorden mogen behaaglijk klinken in
engelsche ooren, de nederlandsche nederigheid
wordt er door gekwetst."
Vooral in dit opzigt zouden wij de verta
ling liever wat meer Nederlandsch gewild
hebbenwant wij moeten bet erkennendat
wij gaarne een deel van de Engelsche geest
kracht zouden willen missen voor wat ineer
hollandsche nedrigheid. Te meer bejammeren
wij het dat de maatschappij hare roeping als
Nederlandsche volksopvoedster in deze heeft
veronachtzaamd daar wij juist behoefte hadden
aan opwekking tot meerdere geestkracht en
grootcre inspanning. Het Engelsche karakter
van dit anders zoo nuttige geschrift, zal nu
te weeg brengen dat de eene er een weerzin
tegen zal krijgen en de andere er te veel
Engelsch door zal worden. Iedere overdrij
ving heeft steeds nadeelige gevolgen. Ook
op de nadeelen door de anglomanie voortge-
bragt kan reeds worden gewezenwant zij is
geen nieuwe kwaal.
Reeds in het begin der vorige eeuw werd
het Fransche volk er door aangetast. Vooral
Montesquieu bragt door zijn geest der
wetten er veel toe bij om haar overheer-
schend te maken. Een vrucht van dit werk
was dat de Engelsche constitutie meer en
meer als model werd aangeprezen waarnaar
het Fransche regeringsstelsel moest hervormd
worden. Men zag voorbij dat het Fransche
volkskarakter een geheel andere dan het
Engelsche is en det dan ook aan Frankrijk
een geheel andere regeringsvorm voegt, dan
voor Engeland. En vraagt men ooit waarom
het Frankrijk tot heden niet mogt gelukken
om zich eene staatsregeling te verschaffen die
aan zijn karakter voldoet, dan moet men onder
de oorzaken ook wijzen op de omstandigheid
dat men bij het ontwerpen der constitutie 's
in Frankrijk altijd te veel het oog op Enge
lland hield gevestigd.
Willen wijNederlanderswaarlijk streven
naar eene edele nationale zelfsontwikkeliug
aan een der beroemste geneesheeren ter ge
nezing over te geven. Heerlijk. Toen ik
met haar te Londen aankwambemerkte ik
eerst., dat deze dame nog een ander ongeluk
had. Zij kon niets anders dan Duitsch spre
ken. Wat moest ik doen ik nam een taal
meester aan en begon mij in het Duitsch te
oefenen ten einde tolk tussehen haar en den
professer te kunnen zijn. Dat duurde zoo
wat een jaar. Na verloop van dat jaar was
de dame geheel hersteld behalve eene kleine
melancholie kon men geen spoor van hare
vroegere kwaal bemerkenen dat zachte
ernstige wezen zag er zeer schoon uit.
Verveelt gij u, mijn heer, steek eene echte
havana aan.*
De heer Abandy kon zich in der daad
niet verklarenwat hij met deze geschiedenis
noodig had.
«Toen die dame geheel hersteld was*
vervolgde de lord «sprak ik haar volgender
wijze aanMiladv hebt gij te huis ook iemand
naar wien gij verlangt terug te keeren*
«Neenniemand* «Hebt gij ook reden u
van hier te wenschen «Neen.« *Hebt
zoo moeten wij in de eerste plaats onze krach-
teu inspannen om waarlijk Nederlanders te
zijnen moeten wij al wat naar anglomanie
zweemt over boord werpen.
Er is in de laatste dagen te Landen
van bijna niets anders sprake dan van de
opligting van een meisje van veertien jaren
behoorende tot eene zeer achtingswaardige fa
milie. Sedert verledeo Donderdag is zij uit
de onderlijke woning verdwenen en al de na
sporingen tot dus ver in het werk gesteld
zijn vruchteloos gebleven. De vermiste bezit
van zich zelve een vermogen van 10000 S.
Blijkens een berigt door de Kantonnale
regering aan het Engelsche gezantschip te Bern
gezonden, zijn op 14 jl. vier personen bij
het afklimmen van den Matterhorn in Wal-
lisserland verongelukt. De bedoelde personen
zijn lord Francis Douglas, de Heeren Hudson
en Hadda en een hunner gidsen. Een ander
reisgenootde Heer Whympes en twee gidsen
hebben het behoud van hun leven te danken
aan het breken van het touw door middel
waarvau de reizigers en de gidsen zich aan
elkander hadden verbonden. De lijken der
verongelukten heeft men tot heden niet terug
kunnen vinden.
Abd-el-Kader ontvangt voortdurend vele
aanzoeken om bij hem te worden toegelaten
vooral van vreemdelingen en dames. Hij wijst
die aanzoeken echter alle van de hand. De
Emir zal tot het einde van Augustus te Parijs
blijven.
Maandag namiddag der vorige week heeft
te Bergen in Henegouwen eene hoos groote
schade aangerigt. Tosschen Ya'.eucienues en
Bergen en deze atad en Manage zijn alle te
velde staande gewassen vernield. Luesmes en
Obourg hebben inzonderheid geleden. Het
graan en de tabak zijn vernield, de beetwortels
hebben veel geleden. De vruchtboomen zijn
van bon oogst ontdaan. Te Bergen zijn van
de meeste gebouwen al de glasruiten door de
hagelsteenen waarvan er waren die 7 lood
wogenverbrijzeld. Ook vele personen zijn
meer of min zwaar gekwetst. In sommige
straten lag de hagel ter hoogte van 30 duim
opgehoopt.
Voor eenige dagen beeft de heer Duik
wonende te Stuttgarthet meer Conatanz in
zijne gHnsche breedte overgezwommen, namelijk
van Koraanshorn naar Friederichshafende
afstand tosschen beide plaatsen is 3} ure en
deze is zwemmende afgelegd in 6 ore 10
minuten. De heer Duik werd op zijnen togt
vergezeld door een zijner vrienden in eene
sloep die hem echter geenerlei ondersteuning
heeft behoeven te veileeoen.
Eeu Engelschman per spoor reizende
woei door den sterken wind de hoed af, en
deze viel ongelukkig bniten het portier. Hij
wierp gelaten zijne hoedendoos er tevens uit.
Iedereen begon te lagchen en een medereiziger
gij u thans over uwen toestand te beklagen
«Neen volstrekt niet* «Wilt gij dan
dat ik u tot vrouw nemeMilady zij
sloeg hare oogen neder en antwoordde «Ja*
«Zij had zeer schoone oogenmijn heer.*
De heer Abandy haalde zijne schouders op
en zuchtte #wat raakt mij zulks.*
»Ik trouwde alzoo met de onbekende Milady
en leefde steeds gelukkig met haar. Het is
thans achttien jaren geleden. Ikbidu,ikbid
u, heb toch geduld tot ik u alles verteld heb.
Heden is het juist twee maanden en drie da
gen geledendat Milady gestorven is. Ik
betreurde haar zeer. Zij was eene zeer goede
vrouw. Op haar sterfbed riep zij mij tot
zich en sprak de volgende woordenvMylord
ik heb zeer verkeerd gehandeldtoen ik besloot
uwe vrouw te worden. Ik was toen geen meisje
meer, maar eene gehuwde dame. Mijn man
leeft thans nog. Wilt gij zoo goed zijnom
wanneer ik dood benmijn lijk aan hem
terug te zenden. Zijn adres zult gij op den
binnenkant van mqne brieventasch vinden. En
met deze woorden stierf zij.
De heer Abandy sprong van zijn stoel op
merkte op datnu de hoed naar de maan
wasook de doos wel meê mogt gaan.
«Volstrekt niet," hernam de zoon van Albion
rde doos moet mijn hoed terugbrengen want
mijn naam staat er in zoo nu de baanwachter
beide vindt, dan krijg ik mijn hoed ongedeerd
en netjes in de doos terug." 't Geschiede zoo
als hij verwacht had.
Uit Warschau wordt berigt dat al de
sommen, verkregen uit den verkoop der ver
beurd verklaarde goederenworden besteed
tot het oprigten van lagere scholen en het
ruim bezoldigen van bekwame onderwijzers.
Het gevolg biervan isdat reeds zeer vele
goede lagere scholen zijn geopend daar waar
zij vroeger niet werden gevonden.
Door het hevig onweder in den avond
van den 21 sten is de molenroede te Rustenborg
getroffen waardoor een stuk uit de roede
geslagen en de spil gebarsten is en eene vrouw
gedood werd van de overige bewoners werden
drie min of meer gekwetst. Te Limmen werd
eene woning getroffen doch de daardoor ver
oorzaakte brand dadelijk geblnschten te St.
Maartensbrug een huis in de asch gelegd.
Op den spoorweg van Haarlem naar Uitgeest
zal een station te Beverwijk en een halt ter
hoogte van Meerenberg geplaatst worden.
Den 15den is te Amsterdam op het IJ de
jaarlijksche wedstrijd gehoudeu van de Kon.
Ned. Zeil- en Roeivereeniging prins Hendrik
was daarbij tegenwoordig. Zware hagelslag
heeft den 17 te Maastricht en omstreken groote
schade veroorzaakt. De hertog van Brons
wijk zal met zijn gevolg op l Augustus 'sHage
voor goed verlaten
Naar men verneemt zal binnen weinige
dagen eene Amerikaansche oorlogsvlotielje op
de rede van Texel ten anker komen. In
Eugeland hebben twee beschonken matrozen in
den vorige week een even zaligen confrater op
zijn verzoek in het zand begraven. Hij werd
den volgenden morgen bijna gestikt gevouden
en met veel moeite weder tot zich zeiven
gebragt.
Gedurende de eerste helft dezer maand
zijn te Parijs 69 personen in staat vau faillis
sement verklaard. De toestand van koning
Leopold blijlt zeer zorgelyk. Sedert verschei
dene dagen is Z. M. genoodzaakt zijne ver
trekken te houden. De waterzucht neemt steeds
toe. Eeu groot gedeelte der beroemde gego
ten staalfabriek van der. heer Krupp, te Essen
is door brand vernield. Een der werklieden
heeft daarbij het leven verloren twee anderen
zijn ernstig gekwetst.
Ia de gemeeute Woensel nabij Eindhoven
is io de vorige week ten gevolge van het on-
voorzigtig omgaan met lucifers brand ontstaan,
waardoor in weinige oogenblikken tien nevens
elkander staande huizen vernield zijn. H. M.
de kouingin is uit Londen te 's Graveohage
terug gekomen. Te Breslau is de schouwburg
even als of eene wesp hem gestoken had.
De Engelschman haalde dood bedaard de
portefeuille van Milady uit zijn rokzak te
voorschijn «Kent gij deze brieventasch
Wees zoo goed ze van mij over te nemen.
Ik weet niet wat er behalve uw adres nog
meer in is. Milady heb ik medegebragtzij
is gebalsemd en ligt in eene looden kist. Ik
bedank nhet was eene schoone vrouw.
Hiermede drukte hij Abaudy's hand op de
warmste wijze even als of hij voor een
bewezene dienst zijnen dank betuigde en
alvorens Abandy nog vau zijne verrassing be
komen waszat hij reeds in het rijtuig en
was hij vertrokken.
Het geratel van het vertrekkende rijtuig
bragt Abandy weder tot zich zeiven. Hij
snelde naar buitendoch struikelde in den
gang over de looden doodkist.
Hij opende dezelve en vond er zijne vrouw
in die hij voor 20 jaren nit verkeerde jaloezie
van zich gejaagd haddie sedert dien tijd
in een anderjand, onder andere omstandigheden,
zonder hem geleefd haden die hij eindelijk
als lijk terug ontving.