21 BieilBIH. Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. '0M BELGIË. (Wordt terto/fd.) ./M 430. Negende Jaargang. A°. 1S65. SCHAGER COURANT. ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIE MAANDEN Voor Schagenf 1,00. Franco per post door het geheele Rijk r 1,15. Afzonderlijke Couranten*0,10. Verschijnt iederen Donderdagmorgen. Abonnementen op dit blad worden door alle Die timmert aan den wegh, Vi Verwacht gezegh. (Cats.) UITGrEVEE F. J". Gh IDHDEHIOII. PRIJS DER ADVERTKNTlëN Van een tot vijf regels0,75. Iedere regel meerder«r 0,15. De 85 cents zegelregt niet mede gerekend. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Doekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. BBIEVEN IFIEtAJSraO. E De dood van Leopoldde koning der Delgen is naar veler uiccniug en ook naar de onze eene gebeurtenisdie ver werkende ge volgen hebben zal. De persoonlijke hoedanig heden van dien vorst deden hem eene belang rijke plaats innemen onder de behecrschers van Europa, doch meer dan aan deze dankte de overleden vorst aan Delgië's toestand het gewigt van zijne stelling. Een nieuw land gaat steeds eene onbekende en daarom moei- jelijke toekomst te gemoet. Dit eigenaardig bezwaar werd vergroot door de bewegelijkheid aan het Dclgische volk eigenen door de snelle ontwikkeling, die de meest tegenstrijdige denkbeelden moest te beurt vallen in een landwaar in tegenoverstelling van zoo menig anderbijna onbeperkte vrijheid hecrschte. Niet alleen dat meer in Dclgië dan ook zoo wel het clericalisme als het liberalisme tot het uiterste ziet doorgevoerdinaar alle beginselen die thans in Europa leven en welke in de toekomst heerschen zullen vinden in Dclgië een weligen grond om te ontkiemen en zich te ontwikkelen. Eene nieuwe revolutie zal eerder uitgaan uit Delgiè dan uit Frankrijk. De brandstof ligt hier opeengehoopt en een Voor het duiveiihok. Alles duidde aan, dat eene zaak van bij zondere aangelegenheid hem tot mij voerde. Ik ging hem te gemoet, groette en bood hem de hand aan, die hij haastig aangreep en op eene bijzondere wijze druktezoo hevig zelfs dat het mij pijn veroorzaakte. Iutnsschen was het slechts maar een oogen- blikde druk hield onmiddelijk weder op als of de kracht uitgeput was en er slechts nog zoo veel overbleef, om de hand vast te houden. Ik wilde den man tijd latenzich te herstellen, en hem niet dadelijk naar de oorzaak van zijn leed vragen, vertelde hem daarom, alles wat mij verhinderd had, te Deomeln te komen en wat er intusschen bij mij voorgevallen was. Hij luisterde naar mij zonder mij eenige opmerkzaamheid of deelneminghet scheen zelfsalsof hij datwat ik hem mededeelde volstrekt niet verstaan hadwant hij antwoordde nietsen toen ik ophield te spreken kon ik ook volstrekt geene verandering aan hem be speuren. Alleen de hand liet hij niet los en van. tijd tot tijd voelde ik dat hij ze hevig drukte, Het moest een zwaar leed zijn, dat den man zoo ter neder drukteen hem geheel veranderd had. Na eene poos gedurende welke ik hem stilzwijgend beschouwd hadstiet hij oogen- schijnlijk met groote inspanning de wooiden vonk is genoeg om alles in vlam te zetten. Dat de leiding van een land als dit groote eigenschappen veronderstelt en dat Leopold aan die cischcn volkomen heeft beantwoord is aan ieder bekend. Thans echter is de groote vraag, zal de opvolger dien de overledene in zijn zoon aan België gegeven beeft met het eigen tact zijn volk besturenja de vraag mag zelfs gesteld worden, is het mo gelijk langer eene uitbarsting te voorkomen nu het eenige beletsel daartegen de persoon van Leopoldaan het heden ontvallen is. Tot nog toe heeft in België niet plaats gegrepen dat onze vrees wettigt. De opvolging schijnt zonder ecnigen tegen stand te hebben plaats gehaden wij beken nen het hierdoor is reeds veel gewonnen. "Want er blijkt uit dat alle partijen in het veel be wogen land het belang van het oogeublik doorzien en aarselen om ook maur een stap te doenéén woord te uiten dat den toe stand verergeren zou. Haar hoe edel dit ook zijwij betwijfelen het of de hoop der par tijen niet een droombeeld is. Wij vreezen dat zoo dra de nieuwe koning regeert de on mogelijkheid van den nieuwen toestand blijken zalwant die onmogelijkheid is thans niet meer te bedekken. Daarbij is de nieuwe ko- uit Wat kon ik het helpen ik ben dom dat ik er over denk Hij zeide dit meer in zich zeivenkeek mij daarbij ook niet aanscheen bovendien ook niet te weten waar bij wasen dat hij zich niet alleen bevond. Toen ik ecnigen tijd te vergeefs op eene verdere opheldering gewacht hadvroeg ik deelnemend naar de oorzaak van zijn leed. •Leed?' antwoordde hij snel, *heb ik gezegddat ik leed heb Ik weet er niets van. Gij kunt mij gelooven ik wil geen verdriet hebben het is slechts eene vrees- selijke geschiedenis, waarlijk, zeer vreesselijk. •Luister eens ging hij voort•wat mij heden overkomen is. Ik was eenigzins vroeg opgestaan en kwam geheel toevallig in den tuindaar zie ik naast het hekdat de bloemen van de moestuin scheidteen man in eene zittende stelling leunen. Het was nog donker, ik kon mijne oogen niet ver trouwen en riep»Heiwat doet gij daar Hij gaf echter geen antwoord. Ik trad digter bij en riep nog eens, doch weder te vergeefs de man verroerde zich niet. Nog dacht ik aan geen kwaad. Ik greep hem aan schudde hem heen en weder, daar ik dacht, dat hij ingeslapen wasdit hielp ook niets. De man sliep echter den eeuwigen slaap hij was dood De regter had zonder ophouden of veran dering van toon gesproken, even als of hij een van buiten geleerde les opzegdeslechts ning genoodzaakt partij tc kiezen door dat hij niet als leopold het voorregt heeft een vreemdeling te zijn en boven de partijen staan. Zijn eerste regeringsdaad zal de eerste daad van verzet uitlokken. Wij willen ons niet wagen op het brcedc pad der veronderstellingen en droomen wat er uit Delgië's toestand zal geboren worden. Op een punt echter mcencn wij de aandacht onzer lezers tc moeten vestigen en wel op dc geruchten die even voor en even na Leopolds dood omtrent eene eventueele verdeeling van Berlijn geloopen hebben. Die geruchten gaven ons een deel van België. Wij ontveinzen het niet dat naar onze overtuiging veel zedelijks ligt in eene naauwere verceniging van Neder landen België en dat, wanneer die billijk plaats heeftzij strekken zal tot het heil van beide volken. Maar ook alleen dan, wanneer die billijk plaats heeft. Zoo dit het gevolg wordt van onregt of listgeweld of bedrog kunnen wij ons niet ver verwijderd genoeg houden van de vcrwezentlijking van dit denk beeld. Maar liever willen wij hopendat België ons een merkwaardig voorbeeld geeft koezeer het onmogelijke mogelijk wordt voor een volk, dat zijn belang kent eu eerlijk wil. Als eer de laatste zin bad hij door korte tusschen- dozen in driëeu gescheiden. Hij was zeer aan gedaan en het scheen mij toealsof op het laatst de spraak hem zijne dienst weigerde als of de woorden niet uit zijne mond wilden, komen. En toch moest hij zijn berigt nog nader toelichten nog eenige vragen beant woorden. •Is vroeg ik »den man n bekend Hij antwoordde niet dadelijk. Deze vraag moest of niet verstaan zijnof over het ant woord nog nagedacht worden. Reeds wilde ik de vraag herhalentoen ik bij mij een zacht neen' hoorde zeggen. Dit woord was uit de mond des regters gekomen, doch zoo zacht, doch ik mag wel zeggenzoo gefluisterddat ik in twijfel wasof ik goed gehoord had. Door de volgende vragen wilde ik dien twijfel doen ophouden. \Y anneer de man n zeiven geheel vreemd is,' vroeg ik als een onmiddelijk vervolg op het twijfelachtige neen'dan is hij misschien wel bij uwe familie of een uwer dienstboden bekend Dat weet ik niet, ïk heb er niet naar gevraagd.' «Hoe is de man echter in uwen tuin ge komen •Ook dat weet ik niet. De deuren zijn even als altoos gesloten geweest.* De beide antwoorden werden zonder beden ken luid en met bepaalde zekerheid gegeven. -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1865 | | pagina 1