Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
M 431.
Ncscndc Jaargang.
A°. 1^65.
ZWEDEN.
Voor het duivenhok.
in.
SCHAGER COURANT.
ABONNEMENTSPRIJS VOOR O RIB MAANDEN t
Voor Schagen1,00.
Franco per post door het geheele Rijk «1,15.
Afzonderlijke Couranten«0,10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
DITO-EVER F. J". GK DIIDElRlcm:.
PRIJS DER ADVEUTENTIÖN
Van een tot vijf regels0,75.
Iedere regel meerdcT0,15.
De 35 cents zegelregt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die zij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
28;I
BRIEVEN FB/^VlSraO.
Weder hebben de liberale beginsels in
Zweden cene overwinning behaald, zoo luister
vol en van zulk een gewigtigen aard als de
geschiedenis der laatste jaren weinigen weet
aantewijzen. De hervorming in het staatswe
zen die na een strijd van meer dan twintig
jaren daar eindelijk werd tot stand gebragt
belooft een nieuwen roem en voorspoed te
sullen geven aan dat uitgestrekte rijk. De
nieuwe grondwet die in velq opzigten op de
zelfde leest is geschoeid als de onzeheft
toch de twee grootste belemmeringendie den
bloei van dat land in den weg stonden, op
want wordt zij eerlijk nageleefd (en bij den
vrijzinnigen geest, die de tegenwoordige re
gering bezielt, kan geen vrees voor het te
gendeel bestaan) dan aal d» al te groote magt
der aristocratiezoowel als geestelijkheid wor
den beperkt en een einde gemaakt worden
aan de schandelijk onverdraagzame wetsbepa
lingen tegen de catholieken. Door bijna alle
schrijvers, die over Zweden hebben geschre
ven, worden in deze kwalen de oorzaken aan
gewezen van de treurige kwijuingwaaraan
i
«Hebt gij,« vroeg ik verder, «eene wacht
bij bet lijk gesteld
«Daaraan heb ik niet gedacht, ik was zoo
onthutstdat ik alles vergeten heb. Slechts
herinnerde ik mijdat ik er u kennis van
moest geven. Ik het daarom dadelijk in
spannen en reed hier heen.«
Ook dit antwoord ontving ik dadelijk, slechts
nog eene vraag moest ik doen.
«Hebt gij aan het lijk ook kwetsingen waar
genomen
«Kwetsingen herhaalde de regterals
of hij niet goed verstaan had, doch voegde
er echter bij«Dat weet ik nietik zeide u
immers dat het nog duister wastoen ik het
lijk vondik kon er niets van zienzelfs
wanneer ik er naar gezocht liad.«
Nadat ik proces—verbaal opgemaakt en de
verdere noodige formaliteiten vervuld hadge
leidde ik den regter naar Beumelnom daar
de lijkschouwing te doen.
Voor elk regter commissaris is zulks een
onaangename zaak; ik ten minste heb gedu
rende mijne langdurige betrekking niets on
aangenamer leeren kennen.
Op weg naar Beumelnwas de regter stil
zwijgend, achterhoudend en in gedachten ver
zonken. Een gesprek met hem aan te knoo-
pen was onmogelijkzelfs niettoen ik zijn
lievelings thema, het duivenhok, ter sprake
bragt. Ik wist niet, wat ik er van denken
moest i het was mij onverklaarbaardat de
dat rijk sedert het laatste der 17de eeuw lijdt.
Even als voor ons vaderland was ook voor
Zweden de 17e eeuw do gouden tijd van
roem en magt. Welk een tijd van inspan
ning, heldenmoed en glorie voor de Zweden.
Ilun grootste kouing Gnstaaf Adolf, schoon
bedreigd door RuslandPolen en Denemar
ken dorst toch met zijn betrekkelijk klein
maar geoefend leger den strijd aannemen tegen
het magtigc huis van Habsburg en de Ligne
en versloeg de grootste veldheeren van zijn
tijdTillijPappeoheiin en Wallenstein.
De' niet minder groote veldheer Tortsenson
sneldi met zijn overwinnend leger geheel
Duitschland door. Hun staatsman Oxenstiern
besliste met Richelieu over het lot der wereld.
En later onder Karei Gnstaaf en Karei XII,
welke dagen van ongeëvenaarden roem lichtten
toen nog niet overal voor Zweden. Doch zie
eensklaps schijnt het eens zoo magtige rijk
afstand te doen van alle magt en aanzien.
De rollater door Pruissen met zulk een
gelukkigen uitslag vervuld namelijk om als
eerste magt in het Noordende overmagt van
Oostenrijk te fnuiken en een staat te vor
men die de belangen van het noordelijk
IFg
regter aan het vinden van den dooden man
eene zoo gewigtige bcteekenis hechtte en dat
voorval hem zoo neerslagtig maakte. Wij wa
ren inmiddels te Beumeln aangekomen.
De regter geleidde mij naar den tninwaar
het lijk liggen moest, daar ter plaatse werd
hij, nog stilzwijgender en het kwam mij voor
als of hij op dat oogenblik over zijn geheele
ligchaam beefde. Niemand vergezelde ons en
het scheen mij toe dat niemand in hois iets
van het vinden van het lijk afwistwant
de huisgenooten des regtere haddenbij mijne
komst, niets daarvan laten blijken en geen
der dienstboden had eenige nieuwsgierigheid
betoond.
Ik kon mij dit niet verklarenhet kwam
mij niet natuurlijk voor en nam mij dus voor
op mijne hoede te zijn.
De denr die naar den tuin leidde was ge
sloten. De regter had den sleutel in den
zakhij deed de deur openwij traden
binnen en hadden nog slechts weinige schre
den gedaan of wij bevonden ons bij het lijk,
Op mijne vraag, verklaarde de regter, dat
het zich nog op dezelfde plaats en in de
zelfde houding bevondals toen hij het verla
ten had.
Het hekwerkdat de beide tuinen van el
kander scheidde, stond aan het einde in
verbinding met een muurdie den tuin om
heinde. In den regten hoekdie het hek
met den maar vormde, leunde het lijk in
eene ongedwongen houding. Het scheen als
of de man daar post gevat had om uit
te rustenea ingeslapen was. De voeten la-
gedeelte van Europa met kracht kon hand"
haven, scheen eerst voor Zweden weggelegd*
Maar overgegeven aan de leiding eencr zelf
zuchtige aristocratiezonk het volk in eene
sluimeringwaaruit het alleentoen het ge
vaar op handen wasen het reeds te laat
wasontwaakte. Weerloos stond het weldra
tegenover zijne magtige en heerschzuchtigo
buren Rnslaud en Duitschland.
De geschiedenis van Zwelen heeft bewezen,
dat de regering eener bedorven aristocratie
bijna de slechtste is, die men kan denken.
Ofschoon in het laatste der 18e eeuw de
raagt der aristocratie reeds aanmerkelijk werd
beperkt, door Gnstaaf III en de toen afgeschaf
te geheel aristocratische rijksraadnimmer
werd hersteld, zoo heeft toch gelijk het ge
woonlijk gaat de adel zich in Zweden langs
duizende verboden wegen geheel in het
gezag weten te dringen. Tegenwoordig zijn
dan ook alle ambten en bedieningen van
eenig gewigt in zijne magt. Deze onbeperkte
magt der aristocratie, werkt des te nadeeliger
voor Zweden, daar het land in de eerste
plaats behoefte heeft aan eenen nijveren burger
stand. Met eene uitgestrektheidwelke die
gen uitgestrektde armen hingen slap langs
de zijden van het ligchaam het bovenlijf was
voorover gebogenhet hoofd hing op de borst
zoodat men het gelaat niet zien kon. Naar de
kleeding te oordeelenbehoorde de doode tot
den arbeidenden stand.
Pk verklaarde den regter, dat het lijk ont
kleed moest worden en raadde hem daartoe
een beëedigd persoon te gebruiken.
«Waartoe dien omhaal heer collega
vraagde bij, «gij ziet immers, dat de man
dood is waartoe nog opzien te verwekken
Hij zeide dit, naar het mij toescheen, in
zekere opgewondenheid echter voegde hij er
zich gewillig naar toen ik hem verklaarde,
dat deze voorzorg noodig was en volstrekt
niet verzuimd mogt worden.
Terwijl hij bezig was een beëedigd persoon
te halennam ik de omgeving in oogenschijn.
Op den vasten, met kort gras begroeiden
grondkon ik nergens eenig spoor ontdekken.
Ik ging verder, en bekeek den munr, doch
ook daar was geeüe plaats te vinden die
tot overklimming geschikt wasik vond er
echter eene denr en dat ongesloten zij
opende zich zoodra men op de klink drukte.
Het binnenkomen in den tuin liet zich
hierdoor verklaren.
Naauwelijks had ik deze waarneming ge
daan, toen de regter terugkwam. Hij was
verbaasd, toen ik hem de opene deur toondo
en verzekerde mij op het stelligstedat de
deur altoos gesloten gehouden werd, en vol
strekt niet open geweest was.
Wordt vervolgd.)