2« APRIL. Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. Eet Cultuur-stelsel. M 448- Tiende Jaargang. SCHAGER COURANT; abonnementsprijs voor drie maanden Voor Schagen f 1,00. Franco per post door het geheele Rijk 1,15. Afzonderlijke Courantenu 0,10. Verschijnt iederen Donderdagmorgen. Abonnementen op dit blad worden door alle Die timmert aan den wegh, Verwacht gezegh. (Cats.) TJITO-EVER JP. J". O. DIDEBIOH. PRIJS DER ADVERTENTlëN I Van een tot vijf regelsf 0,75. Iedere regel meerder0,15. De 35 cents zegclregt niet mede gerekend. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. i Boekhandelaren cn Postdirecteuren aangenomen. BRIEVEN FN,A.ISraO. Ül Het oogenblik nadert waarop de cultuurwet in behandeling zal worden genomen. De hervor ming sints zoo lang met zoo veel ijverge vraagd in het stelselwaarnaar Java werd be stemd is op handen. De vertegenwoordiging is doordrongen van het gewigt der zaak en roeke loos zal er geene enkele stem worden uitgebragt, waar het eene wet geldt die over de toekomst van Java beschikt en van grooten invloed kan zijn op die van Nederland. Afgescheiden van de vragen van historischen en volksregterlijken aard moeten de voorstanders der wettelijke hervorming op Java hunne beste pogiugen wijden aan het bewijzen dezer twee stellingendat voor den Javaan de hervorming wenschelijk en voor den financiëlen toestand van liet moederland de hervorming mogelijk is. Het cultuurstelsel verpligt den Javaan, om op een gedeelte zijner velden producten voor de Eu- ropesche marktkoffij suikerrietindigoenz. te verbouwen. Het stelsel is dus een stelsel van dwang. De Javaan moet bepaalde producten verbouwen en deze aan het Gouvernement, tegen eene billijke betaling leveren. De geschiedenis heeft bewezen dat de generaal van den Bosch, zoo wel kolonieals moeder land door zijn stelsel gebaat heeft. Buiten de aanzienlijke geldelijke voordeelen die Nederland er door genoten heeftheeft het de welvaart van Java belangrijk verhoogd. De landbouw op Java is er door uitgebreid en de Javaan is aan werk zaamheid gewend geworden. Maar men mag niet vergeten dat deze uitkomsten zijn verkregen door een stelsel van dwang, wel ook reeds bij zijn geboorte bestemd om op den maatschappe- lijken toestand van Javaeeuen guustigen invloed uit te oefenenmaar uit den aard der zaak van tijdelijken aard, omdat als zoodanig slechts dwang geoorloofd is. Het cultuurstelsel bedoelde eene opvoeding van den Javaan en wie zich tegen de hervorming van dat stelsel verzet, verliest uit het oog dat het stelsel zelf door de opvoeding van den Javaan tot die hervorming moet aanleiding geven. Alleen toch wanneer liet gouvernement ooit had bedoeld de trapsgewijze verbastering van het Javaansche volkzou het stelsel onveranderd moeten blijven maar nu men integendeelmet een beteren geest bezield de inlandsche bevolking een hooger stand punt van ontwikkeling heeft doen bereikenmoet eene veredeling van het beginsel onzer wetgeving volgen op de veredeling van het volk dat door die wetgeving beheerscht wordt. Om deze redenering te ontzenuwen betoogt men dat men bij haar heeft voorbijgezien het volks karakter der Javanen, den fêitelijken toestand der Javaansche maatschappij, gelijk die gevormd is, door geschiedenisgodsdienst en overlevering. Men wil wel toegeven dat naar de wet der vrij heid, dwang zelfs het beginsel moet in zich hebbenwaaruit de vrijheid geboren wordtwel vordert men in het algemeenvoorgelicht door wetenschap en zedelijkheid, dat de vrijheid van ieder worde geërbiedigdomdat in haar de voor waarde ligt van eene gezonde en natuurlijke ont wikkeling van krachtenmaar men wil eene uitzondering voor Java. Men beweert dat zonder dwang de Javaan niet werken kandat voor hem de vrijheid geene kracht is, maar de oorzaak van zijn verderfdat tot eene eeuwige kindschheid gedoemd, dit volk ook eeuwig als een kind be handeld moet worden. Wij kunnen ons vooreerst geene voorstelling maken van zoodanig volk. Is werkelijk die toestand voorhandendan is eene uitdelging van het rasgelijk in Amerika is geschiedChristelijker dan het dulden eener be volking die slechts als machine bruikbaardeu mensch tot een werktuig verlaagt. Dau eischt de cultuurwet, herzieniug maat in meer absoluten zin. Want dan houdt de Javaan op een zelfdocl te zijn en moeten niet zijne, naar onze belangen geregeld worden, daar hij tot ons in dezelfde be trekking staat als een lastdier. Ons gemoed ver zet zich tegen zulk eene bescherming. Wij heb ben de getuigenis niet noodfg van specialiteiten, ons eigen hart komt op tegen deze beleediging van ineusch en God. Wij rukken ons de kroon van het hoofdwanneer wij stellen dat voor eeuig volk dwang als blijvende toestand noodzakelijk is. Er is geen uitzondering op dezen algemeenen regel dat de vrijheid de grootste kracht tot ont wikkeling is. Zoowel in Indië als hier geldt die wet en straffeloos schendt mea haar niet. In be ginsel staat de pligt tot hervorming dus vast. De dwang moet plaats maken voor de vrijheid over de wijze waarop die hervorming moet plaats heb ben over de mate der vrijheiddie reeds kan worden toegekend moge verschil bestaan over de hoofdzaak, de hervorming zelf, niet. Wij ver wachten dan ook niet anders of het zal aan dezen Minister gelukken de noodzakelijkheid der hervor ming door de wetgevende magt te doen aanne men. In bijzonderheden moge het ontwerp der cul tuurwet nog wijzigingen ondergaan, de wet, zal hopen wij niet verworpen worden. Tot de wijzi gingen die wij gaarne zagen aangebragt behoort"1 de uitbreiding van den vrijen arbeid ook tot de koffij cultuur; althans moet in de wet het tijd stip worden aangeduidwaarop ook deze als ge dwongen arbeid wordt opgeheven. Men heeft de koffij cultnur behoudenvoorna melijk met het oog op hare belangrijke opbreng sten. Want het valt niet te ontkennen dat uit de regeling de cultures geldelijke bezwaren voor Nederland kunnen ontstaan. De oppositie spreekt dan ook gaarne van een Staats-bankroet als of dat de toeleg is van de koloniale liberale partij. Het behoud der koffij col tuur bewijst de voorzig- tigheid van den Minister. Doch wij twijfelen niet of de ondervinding zal leeren dat er van deze zijde geen gevaar dreigt. De indirekte voordeelen oit handelsbetrekkingen ontstaande zullen in dien onze handel zich zijn ouden roem waardig toont ruimschoots opwegen tegen een moge lijk verlies. Het individueels grondbezit zal de waarde van den grond vermeerderen en de op brengst der landrente doen stijgenterwijl ook de grootere welvaart van Nederland met meer gemak, onze altijd nog zeer aanzienlijke schuldenlastzal doen dragen. Aan X. Z. IJ. In de Heldersche Courant van 14 April II. hebt Gij eenige regelen doen plaatsen, waarin Gij uw medelijden betuigt met ons blad. Jauw medelijden was bijna ergernis. Het doet der Re dactie zeer leed, dat zij u zooveel moeite heeft veroorzaakt, maar waarlijk, Gij zijt ook zeer ge voelig. Gij moet u onze zaak zoo sterk niet aan- aantrekken en het malle figuur dat wij maken, en de flaauw- en lafheid onzer Courant maar voor onze rekening laten. Eene verstandige redactie had wel volgens u een antwoord kunnen geven, dat een beteren in druk zou gemaakt hebben, dan onze dwaze regt- vaardiging. Een beteren indruk op u, niet waar? Wij heb ben er nog geen berouw van uw raad niet ge vraagd te hebbenbij hetgeen wij deden. Eene verstandige redactie hecht nog al aan waarheid. Het aangevallen stiik was een ingezonden stuk en onze ridderlijke sommatie aan den schrijver in ons eigen bladmoet voldoening genoeg geweest zijn voor onze Heldersche zuster. Wanneer wij ons genoodzaakt zien met haar in het strijdperk te treden zullen wij dat doen met al de hoffelijkheid, die een goed geschreven blad verdient, dal eene gelijke rigting vertegenwoordigt als het onze. Wij hebben weinig geneigdheid gevoeld om met ver bloeming van de waarheid een artikel te verdedigeD, dat in menig opzigt de scherpe kritiek van het Heldersche blad verdiende en ofschoon wij omtrent de levenskracht van het tegenwoordige ministerie, meer het gevoelen van onzen schrijver dan dat van den Haagscheu Correspondent der Heldersche Cou rant zijn toegedaanhebben wij gezwegenniet uit fiaauw- of lafheid, maar omdat wij met het ge- voelea van onzen schrijver niets, te maken hadden. Ziedaar, Mijnheer! ons antwoord beleefder dan Gij regt had om te verwachten. I g GEWONE BERIGTEN. Met een waar genoegen vermelden wij dat door Z. M. den KonÏDg, onlangs de concessie is uitge reikt tot het oprigten en exploiteren van eene Gasfabriek binDen onze gemeente. Dauk zij het ijverig streven van ons geacht be stuur en dat der ondernemersdie zich ten doel stellen nog vóór het aanstaand wiotersaisoeo onze gemeente door gas te verlichten. Te lang bleven wij van dat genot verstoken en wij vermeeueu de tolk te zijn van allendie de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1866 | | pagina 1