Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad,
M 478.
Tiende Jaargang.
SCHAGER COURAË'
ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIE MAANDEN
Voor Schagen f 1700.
Franco per post door het geheele Rijk *1,15.
Afzonderlijke Couranten0,10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
ÖÖIÏÖERÖM Verwacht geregh. (CmJ
TJITO-EEFSTER WED. IP. J\ Gr? DIDEEICH.
PRIJS DER AD VERTEN TlëN
Van een tot vijf regels0,75.
Iedere regel meerder0,15.
De 35 cents zegelregt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die rij beslaan.
j Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
Die timmert aan den wegh,
BEIEVEN FIB^AZINroO.
VARIA,
Mr. P. P. vanBosse. Schoon in vier dis-
trikten in herstemming heeft de oud-minister van
Bossc bij de jongste verkiezing nergens de over
winning mogen behalen. Zijne kandidatuur werd
wel is waar bemoeijelijkt door de omstandigheid
dat hij geen lid der ontbonden Kamer wasmaar
toch moet zijne niet verkiezing een' onaangenamen
indruk op hem gemaakt hebben. Mogelijk dat
daarmede zamen valt de hervatting der onderhan
delingen tusschen hem en het Oostenrijksche gou
vernement omtrent de aanvaarding der portefeuille
van financien in het zoo diep geschokte keizerrijk.
Dit zou ons in zoo ter leed doen dat daardoor
de schijn van ondankbaarheid op het Nederland-
sche volk werd gelegd tegenover een zijner ver
dienstelijkste burgers. Miskend toch in Nederland,
zou hij daarvoor vergoeding zoeken in het bui
tenland. Van Bosse zou de eerste en zal de
laatste man niet zijndie bewezen diensten door
ondank ziet vergolden. De geschiedenis heeft
tallooze voorbeelden van grooter smaad bij hooger
regten.
Indien werkelijk de Oostenrijksche Staat over
de verdiensten van van Bosse de beschikking
verkrijgt zal er voor den keizerstaat veel gewonnen
zijn. De aanneming der portefeuille bewijst dat
er door een kundig onbevooroordeeld man redding
mogelijk wordt geacht uit den diep gezonken toe
standwaarin Oostenrijk verkeert. Het leven in
een zoo uitgestrekten staat op te wekken en te
versterken is echter een reuzen taak. De hervor
ming van het financiële stelsel is onmogelijk zonder
omkeering van het geheele regeringstelsel.
En het is een ongelukkig denkbeeld, dat zoo
danige omkeering bestaanbaar zou zijn enkel door
de wisseling van personeelenkel door het ter
zijde stellen van eenige versleten beginselen. Staats
instellingen kunnen slechts een vasten grond heb
ben in de voorbereidheid van het volk om haar
te ontvangen en wanneerhetgeen wij betwijfelen,
het volk de elementen mist om controle uit te
oefenen op de regeringbaat het stelsel nietdat
in het toezigt eener vertegenwoordiging een waar
borg tracht te vinden voor eene rigtige behande
ling van zaken.
Indien het aan van Bosse gelukken mogt
het krediet van Oostenrijk te herstellen is het
ondenkbaar, dat ook al de slagboomen niet ge
vallen zijn, die in dat uitgestrekte rijk, welvaart
en vrijheid tegenhouden. Grootscher taak is er
dan door onzen medeburger vervuld dan binnen
onze grenzen hem wachten kon. Zeker mag Ne
derland zich daarvan weinig eer toeëigenen,' indien
in verontachtzaming door eigen vaderland de aan
leiding gevonden werd voor de vervulling dier
taak en toch doet het ons Nederlandsch hart goed,
wanneer wij mannen als van Bosse door het bui-
tenlaud zien benijd. De benoeming van van
Bosse zou geen op zich zelf staand feit zijn
Conrad en Stieltjes zijn in onze dagen mede
in den vreemde geroepen geworden om hunne in
Nederland verkregen talenten te wijden aan bili-
tenlandschc belangen. Zulke mannen maken een
volk groot en kleine volken zijn inzonderheid ge-
schikt om hen voort tc .«-Jagen. In een zqo be
perkt land als het onze vormt zich spoedig een
overvloed van genie. Kleine Staten hebben even
als groote, huu leger, hunne koloniën en finan
ciën en bij die algemeene nog hunne bijzondere
behoeften. Indien zij goed georganiseerd zijn is
hunne staatkundige bewerktuiging veel fijner dan
die van een grooten Staat. ,Dit, wanneer wij
dezer zijds ons voordeel doen met de verbeterin
gen die wij om ons in de verschillende takken
van bestuur zien in beoefening brengenstelt ons
in zekeren zin aan de spits der natiën en maakt
ons voor groote Stateneen model Staat. Maar
nevens onze instellingen zijn het vooral onze
mannen die in den vreemde gemist worden. En
tegen het instinct dat volgens den Franschen kei
zer de kleine volken drijft tot vereeniging met
grootemogen wij met grond aanvoerendat
buiten het regt van bestaan hetgeen wij putten
uit ons bestaanvoor kleine Staten als de onze
nog deze aanbeveling strektdat het kweekscholen
zijn voor Europische mannen.
Standbeelden. Zijn standbeelden, openbare
monumenten nuttig in een land als het onze
Of ons land is bijzonder arm aan groote mannen,
of de vraag wordt hier te lande ontkennend be
antwoord. Hoe schaarsch toch treft men ze aan
En evenwel, zoo meenig plein in ons vaderland,
dat een dergelijk sieraad vraagt. Waarschijnlijk
ligt de reden hiervan in onze koopmansburger
lijkheid die uitgaven van dien aard als nutteloos
verwerpt. Als echter de burgerlijkheid van den
koopman opgehouden heeft een Dationale karakter
trek te zijn is het zeer wenschelijkdat wij de
verdenking van ons weren als of onverschilligheid
voor groote mannen een nationale karaktertrek is.
Standbeelden hebben naar ons inzien velerlei nut.
Zij versieren eene stad en wanneer het werkelijk
kunst—producten zijn hebben zij een veredelenden
invloed op de aanschouwers. Indien Güthe als
een ander kon weggaan na de beschouwing van
den Dom te Keulen zal er meenig sluimerend
talent ontwaken bij een standbeeld voor Güthe.
Standbeelden vereeuwigen personen en maken hen
tot de schutsgeesten van nageslachten. En boven
al zij drukken de dankbaarheid uit der nakome
lingschap en het kan een volk niet welgaan dat
den pligt der dankbaarheid jegens zijne groote man
nen vergeet.
Onder de groote mannen die .ons vaderland
heeft opgeleverd bekleedt prins Willem III eene
eerste plaats. Geen vreemdeling voor zijn stand
beeld die vragen zal wie is dit
En toch terwijl men_ in Engeland onderschei
den monumenten heeft, die aan dezen grooten
man herinnerenontbreekt in Nederland daarvan
elk spoor. Dezer dagen werd in het Handelsblad
het denkbeeld aangegeven dit verzuim te herstel
len. Geen geschikten tijd daartoe dan deze. De
band tusschen vorst en volk naauwer toe te halen
is de taak van het heden en geen beter middel
daartoe dan de aandacht te vestig n op de oo-
genblikken in het verleden, toen een man van
genie uit het huis van Oranje, het vaderland
redde. Indien invloedrijke mannen zich aan het
hoofd eener vereeniging tot dit doel steldenzou
door de medewerking des volkseen monument
kunnen verrijzen dat een onzer hoofdsteden
sierdeeen pligt van dankbaarheid vervulde en
een der hoofdpersonen onzer geschiedenis nader
tot het volk bragt.
De vos en de bok. Een vos en bok met
prachtige horens zoo vertelt Lafontaine,
sloten zich vriendschappelijk aan. Maar de vos
was uitgelezen in list en de bok zag niet verder
dan zijn neus. Onder weg overvalt hen een hevige
dorst en zij dalen in een waterput, waar zij zich
verfrisschen.
Broeder, zegt de vos, het is niet genoeg dat
wij hier drinkenwij moeten er weer uit. Help
mij door tegen den muur te gaan staan en mij
optrekkend bij uw staart klim ik over uw rug
en uwe horens naar boven. Ben ik bovendan
trek ik u er uit.
Flinkzegt de bok en de vos wipt op zijn
horens en is aan den bovenrand van den put.
Nu de beurt aan u om mij te helpenherinnert