Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
J[o. 494.
Elfde Jaargang.
Avl867.
Blikken naar binnen en buiten.
SCHAGER
ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIB MA AND BIT
Voor Schagen
Franco per post door het geheele Rijk
Afzonderlijke Couranten
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
1,00.
h 1,15.
0,10.
Abonnementen op dit blad worden door alle
PRIJS DER ADVERTENTlëN
Van een tot vijf regels0,75.
Iedere regel meerder0,15.
De 85 cents zegelregt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die rij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
Die timmert aan den wegh, Wa jjflf|(? Jjjï, JfjL IKR "ffijPtï
F JEW WU BW UW Verwacht gezegh. (Cats.) ,M_ fl VvJB&JIpv JCA .X
TJITG-EEFSTEE WED. IP. J". Gr". DIDEEICH. BRIEVEN" IFBGéGrsTO O.
Naar binnen. Aller merkwaardigst is de
regtvaardiging die dit ministerie aan den minister
Thorbecke ten opzigte van zijne toepassing der
wet op het lager onderwijs gedwongen toebrengt.
Men herinnere zich de motie van Groen en de
jaarlijks terugkomende klagten bij de behandeling
der begrooting tegen de staatsschool ingebragt.
Daarin zocht men het kwetsbare punt van het
liberale ministerie en de eerlijke oppositie rigtte
daarop steeds haar aanval. De stellige verklaring,
herhaaldelijk door Thorbecke afgelegd dat h ij
met strenge onpartijdigheid de onzijdigheid der
staatsschool op godsdienstig gebied handhaafde, vond
nimmer eenig geloofmet onwrikbare vastheid van
overtuiging verkondigden Groen en zijne volge
lingen dat onder de handen van Thorbecke
het onderwijs dienstbaar werd gemaakt aan eene
propaganda van het ongeloof.
Welnu een ministerie treedt op aanvanke
lijk met sympathie begroet door de voorstanders
van het bijzonder of laten wij liever zeggen
door de tegenstanders van het staatsonderwijs.
Niet zonder reden. Toch uitsluitend niet als de
diplomaat bij uitnemendheid werd den graaf van
7. u ij 1 e n een hoofdrol toegedacht in het nieuwe
kabinetmaar zeer zeker is bij die benoeming
acht geslagen op zijne bekende denkwijze omtrent
de rigtingdoor Thorbecke aan het lager onder-
wijs gegeven. Intusschen blijkt al dadelijk dat
ook van dit ministerie geene verandering van
stelsel te wachten is en terwijl het dus de oude
opposanten tegenover zich zietstelt het zich te
genover hen met de oude uitdaging van Thor
becke noem mij een feitwaarbij op gods
dienstig gebied de openbare school haar neutraal
standpunt heeft verlaten. Ik zal het onderzoeken,
met strengheid en onpartijdigheid onderzoeken
maar aan mij is een dergelijk feit niet bekend.
Zulk eene regtvaardiging noemen wij allermerk
waardigst. Zij is zoo eenvoudig en toch zoo
schitterendzoo stilzwijgend en toch zoo afdoend,
dat wij zelfs eerlang hare erkenning verwach
ten door het vooroordeel der antirevolutionaire par
tij-
De koloniale staatkunde van dit kabinet is
terwijl wij dit schrijvenin deze Kamerzitting
nog niet besproken. Indien de minister Ta kra
nen te regt in dit ministerie van capacitei
ten zitting heeft genomen zou ons de verwerping
zijner begrooting leed doen. "Wij vernemen dat
bij de liberale partij de toeleg tot die verwer
ping niet bestaat. Zoo die verwerping evenwel
plaats heeft zal zij geen stelsel veroordeelen maar
alleen een minister casseren. De eisch tot regt-
vaardige regeling onzer betrekkingen tot de kolo
niën is zoo dringend dat zelfs de meest behou
dende minister daaraan geen weerstand zal kunnen
bieden.
In dien stand van zaken is het welligt geluk
kig dat een ministerie van behoudende rigting
het ministerie van de Putte vervangen heeft.
Verandering en verbetering is een gebiedende nood
zakelijkheid doch voor het gevaar dat de veran
dering niet stelselmatig genoeg zou zijneen
revolutionair karakter zou dragen is het heilzaam
dat de verbetering uitgaat van eene conservatieve
zijde. De liberale partij zal zich bij de behan
deling der koloniale zaken niet onbetuigd laten.
Hare stelling is bijna gelijk aan die tegenover het
ministerie van de Putte en even als deze minis
ter vrijwillig vielzoo zal ook de tegenwoordige
minister mits bij bekwaam zij alleen dan
vallen wanneer hij in zijne rigting van geene trans
actie weten wil.
Radicale middelen zijn in den regel te heftig.
Het doel alleen moet stellig en afdoend zijn maar
tot bereiking van dit doel is de regte weg niet altijd
de kortste. Inzonderheid liet waar die bereiking
alleen mogelijk is door eene voorbereiding van
den publieken geestdooi een winnen van men-
schendoor de opneming van nieuwe denkbeel
den in oude toestanden. Iets anders is het waar
wij slechts te kampen hebben met de natuur.
Menschen moeten geleid, doch de natuur moet
overheerscht worden. Vrij leid voor een tegeno
vergesteld gevoelenmaar het jukwaar de na
tuur tegen u opstaat. Wij zagen daarom met
leedwezen bij da nieuwe maatregelen tegen de
veepest de groote reeks vai uitzonderingen. Waar
lijk dit ministerie heeft rog weinig geleerd en
zoo het der liberale partij lustte zou de tegen
woordige minister van bimenlandsche zaken moei-
jelijk zich staande kunnen houden tegen de aan-
klagt van stelselloosheid er gemis aan energie
bij de toepassing der reglementen tegen de vee
pest. Waarom de deur open gehouden voor kwade
praktijken en om een enkele koe te sparen den
veestapel op nieuw in ge-aar gebragt Indien
er ééne enkele uitzondering gemaakt wordt ten
opzigte van den regelafmaking van ziek en be-
smet vee beteekent de regel niets. Even zoo
heeft het geene waardewanneer verboden wordt
het vervoer van vee en geslacht vleeschindien
men een enkele weg daarvoor openlaat. Afmaking
baat niets, zoo lang het stelsel niet in zijne al
gemeenheid wordt toegepast en al het zieke en
besmette vee ontniddelijk vernietigd wordt.
Is dit onmogelijkstaan hoogere belangen hier
tegendurft men dit niet dat men dan geene
millioenen onnut bestede en zich bepale tot niets
doen. Dat men vooral dan niet een afgetreden
minister aanklage wiens stelling steeds is geweest
dat het Rijk nietmaar de belanghebbende han
delen moest. De driestheidwaarmede een pen
als die van het Dagblad, beschuldiging op
beschuldiging slingert naar het hoofd der liberale
partij is inderdaad onverklaarbaar, wanneer men
nagaat dat het tegenwoordige door het Dagblad
beschermde Ministerie de eigen fouten heeft ge
maakt die men Thorbecke ten laste legt.
Naar buiten. De oorlogzuchtige berigten
volgens welke wij al spoedig in een buitenlandschen
oorlog zouden gewikkeld worden zijn gelukkig we
der gesust. Op een feit is voor zoo ver wij
weten de aandacht nog niet gevestigddat op
zich zelf beschouwd, een steun scheen te verleenen
aan de vermoedens van oorlog. Wij doelen op
de echtverbintenis van den Graaf van Vlaanderen
met eene Pruissische Prinses. Er zijn toch nog
dilettanten in politiek genoeg die aan vorstelijke
verbindtenissen een belangrijken invloed toekennen
op de geschiedenis der volken.
Zij die daaraan geloof slaan hebben zich in de
laatste tijden dikwijls genoeg bedrogen gezien.
Denemarken is ook weder in dit opzigt een spre
kend voorbeeld. Doch ons is het een verblijdend
teekenwanneer wij het gewigt van vorstelijke
verbindtenissen zien afnemen. Het leert ons dat
de tijd voorbij iswaarop over volken werd be
schikt naar gelang het belang van vorsten dat
mede bragtdat men niet meer als huwelijksgoed
een volk aanbrengtmaar 's volks belangen onaf
hankelijk van de familie verbindtenissen der vor
sten gehoord en gevolgd worden. De waarde der
volken is toegenomen en de ellende waarin zij
voor het meerendeel verkeeren is niet de schuld
hunner vorsten maar het werk van eigen krachts-
verwaarloozing. En inderdaad die toestand is jam
merlijk. Op enkele uitzonderingen na, ziet men
elk volk van vrijheid verstoken en prijs gegeven
aan eeDe verkwistende tirannij. "Wij denken bij