15 Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. M 516. £lfdc Jaargang. Tij dsbeschonwingen. SCHAGERCOURAN ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIB MAANDEN Voor Schagen 1,00. Franco per post door het geheele Rijk 1,15. Afzonderlijke Couranten0,10. Verschijnt iederen Donderdagmorgen. Abonnementen op dit blad worden door alle Die timmert aan den wegh, Verwacht ge?egh. (Cats.) TJITO-EEPSTER WED. F. J~. O DIDEEIOH. PRIJS DER ADVKRTENTlëN: Van een tot vijf regelsf 0,75. Iedere regel meerder#0,15. De 85 cents zegelregt niet mede gerekend. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. BEIEVEN PEANCO Onze politieke toestand. In een door de dagbladen medegedeelden brief van keizerin Charlotte aan keizer Napoleon III vindt men eeue zinsnedewaarin zij klaagt over den afinat- tenden kamp dien het gouvernement in Mexico had te voeren met den grootsten hinderpaal het niets. Hoe ligt zulk een hinderpaal, schrijft zij, ook mo ge schijnen, is hij toch in werkelijkheid inoeijelijker te verzetten dan een pyramide. Wij gelooven dat deze klagt over het niets niet geheel oorspronke lijk van de keizerin afkomstig is, maar dat zij is ontleend aan een der vele gedichtendie men in lohusons leven van Engelsche dichters over niets vindt aaugehaald maar hoe dat ook zij, zeker is het dat het niets een det grootste vijanden is waarmede men in de Staatkunïftge wereld heeft te strijden. In ons vaderland is het ook het ellendige niets, dat onzen toestand beheerschtals men de hoofd-artikelen in onze dagbladen leest dan wordt men onophoudelijk vermoeid door hevige aanvallen op elkander over een niets. Het dag blad btschimpt de radicalenhet handelsblad valt het dagblad aan de Rotterdainsche Courant is in een onophoudelijke schermutseling met hare Arnhemsche collegaen dat meest altijd over ver meende grievenover dingendie niet meer te herstellen zijnover uitdrukkingendie gebezigd zijnover insinuatiesdie men elkander heeft gedaan. Wij gelooven dat zulk een gehaspel het groote publiek afkeerig maakt van de politiek. Naar ons voorkomt moeten onze groote dagbladen wat minder polemiek voeren en de aandacht der lezers wat meer vestigen op de groote vraagstuk ken die zich van alle zijden voordoen. Dat publiek moet het weinig kunnen scheelen of een der dagbladen zich hier of daar mag vergrepen hebbenmaar het heeft er groot belang bij om ingelicht te worden betrekkelijk de belangrijkste vraagstukken des tijds. De grootste kwaal van het Nederlandsche publiek is een geest van dom- mehgheid, van onverschilligheid en deze geest wordt gevoed door het twisten der dagbladen. Door al het geschrijf en gekijf der theologen zijn de meesten thans afkeerig geworden der theologie. Menige wetenschap heeft het getal harer beoefe- naars aanmerkelijk zien gedund omdat hare tol ken zich alleen bezig hielden met zakenwaar niemand belang in stelde. Onze dagblad-schrij- i vers moeten zorgen dat het met de staatkunde niet zoo gaalleen die zaken waarbij het publiek werkelijk belang heeft moeten door hen worden behandeld. Waar groote vraagstukken worden besprokendaar wijkt de onverschilligheid van zeivendaar maakt de dommeligbeid plaats voor opgewektheid. De staatkunde overtreft daarenbo ven iedere andere wetenschap en verscheidenheid van onderwerpen. Deze verscheidenheid ieeft haar eene aantrek kelijkheid die niet kan galaten den lezers steeds een nieuw belang in te lK>ezemen, maar doorliet telkens oprakelen van oudet grieven wordt men een- toonig en door de eentoonigheid bevordert men de sluimerziek te. Als onze 'dagbladen teregtonze uatie eene .overgroote van onverschilligheid in zake van staatkunde verwijten dan moeten zij niet vergetendat zij zelve voor een aanmerkelijk deel de oorzaak daarzan zijn. Standbeeld van Vondel. In de aan staande maand October zal dan eindelijk het Ne derlandsche volk door de oprigting van een stand beeld voor Hollands grootsten dichter zich kwijten van een sints lang op hem rustenden pligt. Door de oprigting van dit standbeeld verklaart onze natie toch dat zij veel, eindeloos veel- verschul digd is aan den dichterdie zij tijdens zijn leven aan vervolging armoede en den smaad der grooten ten prijs heeft gegeven. Terwijl wij de oprigliug van een standbeeld voor Vondel van ganscher harte toejuichen meenen wij toch den twijfel te mogen opperen of men zich wel heeft afgevraagd welke hoedanigheid van Vondel men daarbij op den voorgrond heeft willen stellen Standbeelden moeten alleen worden opgerigt voor zoodanige groote mannen wien leven en streven ten volle door het volk begrepen en ge waardeerd wordt.' Teregt heeft men daarom bij ons aan de nagedachtenis van Willem I, de Ruiter en Rembrandt standbeelden gewijd want onze natie is nog altijd den grooten Zwijger innig dankbaar voor het geschenk van godsdienstige en staatkun dige vrijheid de Ruiter dankt zij den oorlogsroem en aan Rembrandt den kunstenaarsglansdie ons vaderland voor immer met een onverdoofbaren straalkrans van glorie hebben omgeven. Maar wan neer heeft ons volk Vondel als dichter begrepen Bij al zijne liefhebberij voor verzen maken zijn toch voor onze natie al hare groote dichters vreemdelingen geblevenwant noch de hooge vlngt Tan Vondelnoch de wijsgeerige diepte van van Harennoch het prachtige coloriet van Bilderdijknoch de profetischen gloed van da Costa heeft zij ooit op waren prijs gesteld. Het volk ziet in Vondel niets meer dan een verzen maker en in het verzenmaken ten hoogst eene onschuldige doch ook weinig nut aanbrengen de liefhebberij. Het volk dan dat slechts een paar gedichtjes van Vondel kent, zal gedachteloos langs zijn standbeeld heen gaan en zich spoed'g verwonderd afvragen, waarom men met voorbij zien van zooveel belden en geleerden aan een verzen maker zooveel eer heeft bewezen. Daarom inee- ncn wij dat men dau alleen zal slagen om het volk in werkelijkheid sympathie te doen gevoelen voor de oprigting van het standbeeld ter zijner eerals men de hoedanigheid op den voorgrond steltdie het meeste in staat is om door allen te worden begrepen en gewaardeerd. Die hoedanigheid is gewis geen andere dan van strijder en profeet voor gewetensvrijheid. Want hoe men ook over Vondel in andere za ken denkewaar men hem beschouwt als wor stelende voor de gewetensvrijheid daar krijgt zijn streven een zuiver nederlaudsch karakter daar zwelt de borst vau iederen Hollander voorzeker van volle sympathie voor hem. En waarlijk pro feet der gewetensvrijheid is de ware naamdie Vondel voegtmen leze zijn Palamedes zijn gedichten op de jaargetijde, van Oldenbarneveld, de verovering van 'sllertogenboschop de nage dachtenis van van der Werf op den gruwel der verwoesting en men zal zien dat Vondel dan al leen waarachtig Vondel Wordtals hij met de door been en merg dringende geesels der sa tire de belagers der gewetensvrijheid bestrijdt. Zelfs zijn overgang tot de R. C. godsdienst was het gevolg van zijne liefde voor gewetensvrijheid. Die heilige liefde spoorde hem aan om zich te scharen aan de zijde der vervolgden. Toen de Doopsgezinden werden vervolgdwas hij Doopsgezind toen de Remonstranten aan ver- banniug en gevangenis waren blootgesteld koos hij hunne zijde en toen de Roomsche kerk hier be spot en verguisd werdkeerde hij terug tot- haar schoot. De ijver voor verdraagzaamheid eix gewetensvrijheid zegt weinig waar hij voortspruit uit onverschilligheid in godsdienstige zakenmaar bij Vondel ging de zucht voor gewetensvrijheid gepaard met de onvergelijkelijke liefde voor gods dienst. Geheel zijn leven was een hijgend en smach-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1867 | | pagina 1