Maatschappelijke en zedelijke toestand van Nederland. freeds genaturaliseerde moffen schijnen op het punt van weggejaagd te worden. "Wij zijn weinig in genomen met dien overdreven ijver, want wij vreezendat het na de uitbanning van al wat vreemd is, het ons zal gaan als Spanje na de verdrijving der Joden en Mooreu. Wij zullen ons dood arm gevoelen. Haar des niettemin zullen wij altijd ijveren te gen zulk eene onhollandsche zamenkoppcling van woorden als waaraan de doopvaders der gemelde vereeniging zich hebben schuldig gemaakt. Door zulk eene leelijke zamenkoppcling, welke geheel alleen ontleend aan Duitschen wansmaakin strijd is met den aard onzer taal, bederft men liaari tot den grond. Onwillekeurig dachten wij bij het lezen van dat woord aan de uniform der pruis- sische soldaten in de vorige eeuw. Om nnmentlijk de voering van het vest uit te winnen naaide men <le twee nu gescheiden dcelen van dat vest vast aan den rug van den rok, rok en vest waren dus een stukmaar het gevolg van deze zuinigheid was dat beiden even lastig en onhebbelijk aan het lijf zaten. Onze taalzuiveraars schijnen zich ech ter niet te storen aan dezen wansmaak misschien zal men eerdaags hooren van eene nieuwe veree niging welke den naam draagt van anti-germa- nismcu-gebruik-verbond. IV. Een bekende volksredenaar en pliilantroop stond ergens te Amsterdam reeds op het spreekgestoelte maar nog altijd hield hij den hoed op het hoofd, de toehoorders dachten dat de in gedachten ver diepte man vergeten wasdat hij zijn hoed nog op hadtnaar toen nu alles in de zaal stil was en de redenaar kon beginnen nam hij zijn hoed af en zcide: Amsterdammers voor u neem ik den hoed af. Die woorden waren het begin van eene lofspraak die door deze kunstgreep des re denaars oneindig meer indruk maakte dau anders het geval zoude zijn geweest. Terwijl wij bij het onderzoek naar den zedelij ken toestand van ons volk zijn genaderd tot onzen burgerstandzouden wij gaarne eveu als de redenaar willen uitroepen nederlandsche bur gerij voor u nemen wij den hoed afwij zouden dat doen niet alleen omdat wij eerbied koesteren voor hare uitmuntende hoedairghedenmaaj ook omdat wij bij onze vurige wenscheu om verbete ring ouzer gesteldheid op baar onze beste ver wachtingen bouwen. De kracht van Nederland ligt voornamenilijk in onze dagen in ziju kleineren burgerstand. In onze burgerhuisgezinnen woont de nationale geest nog het meest. De kleine burgers zijn over het algemeen werkzaam en eerlijk. Bij hen vindt men godsdienstzin zonder dweeperij beleefdheid zonder kruipendheidgehechtheid aan nationale zeden en vaderlandsche roemzonder bekrompen volkshaat tegen vreemden. De letterkundigen hebben in navolging van de duitsche aristocratische schrijvers zich ook bij ons gewend aan het schimpen op philisten-dom en kleinsteedschheidmaar wij vragen wie wie onzer standen heeft thans regt om laag op onze burge rij neer te zien Gelijk Keuiper eens zeide draagt die burgerstand dc meeste lasten en vraagt hij bijkans nooit iets voor zich zeiven. Terwijl die burgerij het sinds 1848 overal in zijn magt had om hare zonen en lievelingen te dringen in de regering, heeft zij bijna overal de oude patriciche familicn in het bezit harer posten gelatenevenwel heeft zij ook hare gebrekeu. Naar ons gevoelen komen die gebreken voorna- mcntlijk neder op de volgendenal te groote gehechtheid aan den ouden sleurbekrompenheid van inzigtcn in iets anders dat niet onmiddclijk met het beroep in verband staat en al te grooten eerbied voor het geld. Al is aan Jan Salie ook door Potgieter en an deren de welverdiende zotskap op het hoofd ge zet toch zit hij nog vaak als eene niet onwel kome gast bij onze burgers aan tafelmen luis tert nog te veel naar z^iic taal als hij door niets afdoende algemeenheden die hij van buiten heeft geleerd en flaauwc aardigheden diehij bij zijne suffende petemoei heeft opgedaan de zucht voor al wat waarlijk groot en schoon is zoekt tegen te gaan. Vaak is onze burgerstand te weinig ontwikkeld om door de nevelen zijner omgeving te zien naar de groote en schoone werelddie voor zijue voe ten ligt. Door beroepsbezigheden gekluisterd heeft hij vaak te weinig tijd om zich toe te leggen op wetenschappelijke beschaving. De uitspannin gen die dc jongelieden uit de burgerij kiezen zijn weinig geschikt om haar in de ontwikkeling verder te brengen. Liedertafelsmuziekgezel schappen en rederijkerskamers. Zie daar dc vermaken van de besten onder hen. De twee eersten zijn voorzeker niet af te keureu maar zij ontaarden zoo li' in slemppartijen de laalsteu moedigen bij ouzc burgers te veel de praalzucht aan en staan de degelijkheid in den weg. Niets dut meer den smaak veredelt dan liet lezen en geuieten van goede dichters. Maar wij weten bij ondervinding dat er op onze re derijkerskamers nooit moeite wordt gedaan om den verheven zindie in onze dichters spreekt waarlijk te vatten. De stukken van Arnold wor den er verkozen boven die van Vondel. De meeste rederijkers kennen het eene of andere van Builde GcnestetTollensenz. maar onze vier puikdichters Vondel, van Harera, Bilderdijk en Da Costa zijn hun vreemd. Wil men iets van deze dichters geuieten dan moet men hen bestu- deerenen de studie van een rederijker bepaalt zich voornaraentlijk tot reciteren en declameren en daarbij doet men bijua altijd meer moeite om i effect te maken dan om waar en eenvoudig te zijn. Zulk eene uitspanning staat dan zoo ligt de de gelijkheid in den weg. De grootste font van onzen burgerstand is ech- i ter al te grooten eerbied voor het geld. Wie rijk is wordt bij ons geëerdal verdient hij het i overigens in geenen deele. Waar de burgerij een stem moet uitbrengendaar kiest zij bijna altijd rijken. Vele leden onzer 2e Kamer zijn alleen gekozen omdat zij in het betrokken district veel landerijen bezaten, net geld weegt zoo zwaar dat men vaak in een district, waar de meerder heid bepaald liberaal gezind was een behoudsman heeft gekozen, alleen omdat hij daar veel goede ren had liggen. Als een protestantsche gemeente eens een jood tot leeraar koos alleen oaidat hij rijk waswie zoude daarover geen wraak roepen Maar han delt dan een vrijzinnig dictrict dat een rijken behoudsman kiest beter En bewijst dit niet dat het geld op hooger prijs wordt waardig geschat dan het waard is P GEWONE IÏEIUGTE1V. De Tijd heeft voor het pausselijke leger in 't bijzonder voor dc Nederlanders in dat leger die nende, in drie dagen tijds f 4,574 aan bijdragen ontvangen. De geestdrift van onze r. c, landgenooteu waarvan er 1200 als pausselijke zouaven dienen blijkt dus zeer groot voor de zaak van 't wereldlijk gezag. De Tijd berigt dat al die Nederlanders niet alleen met goedkeuring, maar met den zegen hunner ouders naar Rome zijn ge togen en dat de ouders der gesneuvelden er in roemen, dat hunne zonen voor de kerk sneven. De geestdrift der zouaveu is zoo groot dat een officier der Garidaldanen uitriep zijt ge krank zinnigen of duivelsHet blad herinnert er aanhoe de ridderlijke geest allen bezielt zoo vernam de hertog de Clievreuze in zijne bruidegoms dagen in den vooravond van een lang gewenscht huwelijk, den inval der Garibaldiantn op pauselijk gebied, en onmiddelijk vertrok hij, met toestem ming zijner bruid, alle feesteu opschortende, als eenvoudig soldaat naar het slagveld. De opgewektheid is onder de Garibaldianen echter niet minder groot en de voorbeelden van opoffering zijn er even sprekend, getuigen de velen, die, in de hoogste betrekking geplaatstlitt zwaard omgorden voor de zaak van Italië. Is het niet te betreuren dat zulke ren edele geestdrilt mannen als vijanden tegenover elkander steltdie allen de leer der liefde huldigen, maar het alleen daarover on eens zijn of ltouie den paus of Italië behoort De Fenians begaan voortdurend laaghartige moorden. Naar men uit Dublin meldt zijn daar op 6én dag twee policieagenten terwijl zij in hunne wijk op post stonden dood geschoten zoo men vermoedt door een en denzelfden persoon. Onder da giften voor liet Pauselijke leger waarvan de Union aankondiging deed bevindt ziclt éóne van 50,000 frv door den..hertog de Lujoca geschonkendie bovendien zelfs naar Rome ver trokken is, om zich ter beschikking vaa den Pau9 te stellen. Te Amsterdam bestaat gelegenheid tot het doen keuren van voedingsmiddelen tegen een zeer laag tarief. Onderzoek naar de deugdelijkheid van brood 20 cent de zuiverheid van meel 25 cent van gist 25 cent j van visch 10 cent van drink water 10 cent; van melk 15 cent; van bier azijn en dergelijken 25 cent enz. enz. Ongetwij feld moet eene zoodanige iustelling nuttig wer ken. Zaturdag II. 1*9 op de Pnnt bij Groningen eene buitengewoon rijke visclivangst gedaan. Twee personen, met name Jan Koops koetsier bij mevr. de wed. de Sitter, er H. Lok, visscher te Glim men uiugen met een treknet in liet Punterdiep vissollen. Het uet werd getrokken over eene leng te van 100 el. Men wilde het ophalen maar bemerkte, dat het zoo met visch gevuld was, J dat het dreigde te scheuren door de zwaarte. Er 1 werd nu uitgeschept wat men kon en zoo lang- zamerhand de buit geborgen die in 't het geheel 1 meer dan 2000 pond moet hebben bedragen. Veertig huisgezinnen zijn voor 1 2 dagen van 1 visch voorzien de helft der geheele massa is naar Assen vervoerd en toen is nog eene aanzieulijke 1 partij overgebleven voor de volgende dagen. Een Eugelsch scheepskapitein vermeldt dat 1 toen de cholera aan boord van zijn schip uitbrak, 1 en daaraan in weinige uren 30 personen van de op-en meêvareuden ziek lagenhij ze allen door bet ingeven vaD gebrande kurk gered heeft. Dit j geneesmiddel wordt iu Engelsch Indië algemeen en in Groot-Brittannië reeds hier en daar met j uitnemend gevolg toegepast. Men brandt daartoe een stuk kurk tot poederen neemt biervan een t theelepel vol in water of melk, Als het noodig j is wordt de gift 2 h 3 maal herhaaldtot dat t de zieke geheel hersteld is. Meer dan 1000 ijzeren stoelen op de Champs Elysées en de Boulevards te Parijs geplaatst zijn door kwaadwilligen gebroken en vernield de Fransch- I man die met alies spotzegt dat de regering die onder hare oogen de vernieling van zoo vele stoelen duit, geene expeditie moest ondernemen om te Rome

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1867 | | pagina 2