14 i§¥® Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad. Elfde Jaargang. a. mv. Het Ministerie. M 529. 33BIEVE3ST FIR^HSTaO Garribaldi. SHakespère. SCHAGER COURANT; ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIE maanden Voor Scliagen f 1»00. Franco per post door het geheele Rijk u 1,15. Afzonderlijke Courantenh 0,10. Verschijnt iederen Donderdagmorgen. Abonnementen op dit blad worden door alle rx Die timmert aa:i den wegh Verwacht gezegh. (Cats.) PRIJS DER ADVERTENTlëN: Van een tot vijf regelsf 0,75. Iedere regel meerdera 0,15. De 35 cents zegelregt niet mede gerekend. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. UITGrEEFSTER WED. 3?. O". O DIDEBIOH. Door het overlijden van den minister van ju stitie is aan het ministerie een nieuwen slag toe- gebragt. liet verliest daardoor een uitstekend regtsgeleerdeeen door lange ervaring verrijkt Staatsman en een om zijn karakter en bekwaam heden algemeen geacht man. Het zal aan dit ministerie niet gelukken de open gevallen plaats op eene geschikte wijze te vervullen en buiten vele andere redenen ook om dezede uren van dit ministerie zijn geteld. Men behoeft slechts met eenige aandacht de ver slagen der Tweede Kamer over de verschillende hoofdstukken der Staatsbegrooting te lezen om de zekerheid erlangen dat liet gansche minis- terie spoedig bezwijken zal. Het zal door wei- nigen betreurd worden. In zijn langs alle mid- delen gerekt bestaan heeft het weinig ten dienste van het vaderland kunnen verrigten Geen wet van eenig belang heeft het tot stand kunnen brengen. Opzigtens de koloniale kwestie is nog geen enkele schrede ter harer oplossing gedaan. Onze finantien diijven op het houten plan van vroegere kabinetten. De openbare school is gebleven wat zij was. Alleen is de veeziekte geweken en wat van regeringswege daartoe in het werk is gesteld erkennen mij dankbaar. Nog blijven als een bate over, de onsterfelijke verdiensten van den mi nister van buitenlandsche zakenwaaromtrent wij echter meermalen hebben te kennen gegeven dat bet gunstig oordeel door dien Staatsman daarover geveldniet het onze is. De geheele verschijning van dit ministerie geeft het regt op den naam van pauze. Is men wer kelijk na de aftreding van het liberale ministerie uit een drukkewoelige wereld niet overgebragt in een tijdperk van rustig niets doeD. Het Bis- markiaansche begin deed inderdaad iets ergers vreezeneen tijd lang heeft men de volkverte genwoordiging door het schetsen van oorlogsgevaar stil weten te houdenmaar gelukkig is het daarbij gebleven en enkel een jaar of twee ver loren gegaan. Men zij er echter op verdacht dat dit verlies niet gering is en zonder belangrijke schade voor de toekomst niet grooter mag worden. Over ko loniën is reeds veel gesproken en geschreven. 3Vij hebben het geluk gehad dit zonder eenige stoornis een tijd lang te kunnen rekkenterwijl 1 wij het bij spreken en schrijven lieten, maar daar is niet immer gelegenheid toe. Het oogen- blik van handelen is naar onze meening nu reeds gekomen. Nu reeds? Zijn alle stelsels niet beurtelings verdedigd en wat belet een uitspraak langer dan het ministerie zelf, 'tgeen zich op koloniaal terrein gesteld heeftvlak tegenover de meerderheid der vertegenwoordiging Op binnenlandtch gebied is de pauze ook niet langer verdedigbaar. Onze rivieren en havens ver zanden onze belastingen blijven ongelijkmatig en drukkend en buiten eenig verband met de Indi sche batenonze kieswet eisclit herziening, wil er van wezenlijke volksvertegenwoordiging sprake zijn; ons regtswezen blijft kostb >arlangwijlig en anti— nationa.il Zal eene xtrjg .ek-ving. van ministerie dit alles als door een tooverslag in het leven roe pen "Wij weten wel beter; maar toch achten wij bij dezen stand van zaken een ministerie al- lerverderfelijkst hetwelk slechts ter veraangenaming der pauze nu en dan iets van zich hooren laat. Moge de naaste toekomst een ministerie aan ons land gevendat zich genepen acht om te werken Vierdens zij die het gezag hebben, mogten wel wat meer geestdrift en minder overleg bezitten en hun die ijver voor eenig beginsel eigen iswel wat meer doorzigt en beleid. Men kan uit Garribald veel leeren. Eerstens de waarde van beleid eu 'erstand. Tegenstanders beweren, en de feiten geen hun gelijk dat het den generaal aan politiek iuzigt ten eenemele ont breekt. Dit kan niet vorden vervangen door edele bedoelingen of doo zoogenaamde tempera- ments deugdenieen alle ondernemingen waaraan een voorafgaand overleg ontbreekt moeten mislukken. Tweeden?de verbliding van de geestdrift. Rome te nemen moge ene door den hartstogt gewilde zaak zijn maai »ezwegen nog dat men ook des Paus'sen goed net zal begeereu is het middel dat men daartoi ;iestopstand tegen de bestaande magtzeerzeker af te keuren, Men overlegt dit wel niet, aar men is een rebel en een verstoorder der rust. Derdensde vorstelhebben te veel magt. Wie, die de interventie vanNapoleou als de inwilliging eener persoonlijke beerte beschouwtontdekt niet met angst datuiet alleen aan ieder dol- hoofd als Garribaldi t oogenblik de gelegenheid openstaat om de orde verstorenmaar dat ook de gevestigde magten c bewaarders der ordenaar willekeur die orde koen handhaven of verstoren. Het is tegenwoordig op letterkundig gebied smaak van Shakespere te spreken. Gedeelte lijk zeker omdat de mode dit medebrengt. Deze magtige Godin heeft den ganschen mensch onder haar bedwang. Wel rekent het spraakgebruik de snede van onze kleedercn en strijdvragen als deze: of de hoed klein moet zijn of groot, of de cri noline dan wel de sleep moet zegevieren, meer bepaaldelijk aan hare heerschappij onderworpen maar voor deze beperking bestaat geen grond; de mode kleedt niet alleenmaar zij regelt onze ge woonten, onze uitspanningen, onze lectuur. Op en neer, op en neer, kermis is geen mode meer' bewijst het regt der mode ook op ander gebied dan dat van rokken en jassen. Sommige modes keeren vaak terug en ik meen regt te heb ben, wanneer ik zoodanige modes reken onder die welker eigenaardigheden aan de algemeene men- schelijke behoeften voldeden. Geheel wispelturig acht ik dan ook deze vooral door de dames aan gebedene Godin niet, maar ik zoek wel degelijk een verborgen verband tusscheu de eisclien van den tijd en de vorderingen der mode. Crinolines zijn bijv. steeds de vooigangsters van revoluties geweest en op politiek gebied is dus door de af legging van dit strijdhafiig pantser de vrede voor eerst verzekerd. Zoo acht ik ook den terugkeer tot Shakespere niet geheel onverklaarbaar. Reeds geruimen tijd hebben liefdes novellen eu verloren codicillen met godsdienstige romans en huisselijke tafereelen tot voedsel verstrekt voor den mensch, die lezen wil en wie zal mij tegenspreken, lezer of lezeres! dat deze lectuur smachten deed naar voedzamer spijze en krachtiger kost. Nu, men heeft dit in Shakespere en de mode heeft dus niet misgetast. Doch er zijn modes die maar moeijelijk ingang vinden en onder deze breng ik voornamelijk die welke eene renaissance bedoe len van de leestafel. Ik heb wel dames gekend die aan de heerschappij der hoepelrokken hebben weerstand geboden en er zullen er wel zijndie thans nu hun lijk is gevallen aan den over!edene getrouw blijvendoch over het algemeen is de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1867 | | pagina 1