1©I»ES»M 28 Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad. M 531. Elfde Jaargang. A. Bij deze courant behoort een bijvoegsel, bevattende een beroep op de vaderlands liefde van het Nederlandsche volk door het algemeen nationaal scherpscliutters- fonds. Beoor deeli n gen Een woord over het arrondissement Hoorn P. Opperdoes Alewijn. Sliakespere. iii. SCHAGERCOURA® abonnementsprijs voor drie maanden Voor Schagen f 1,00. Franco per post door het geheele Rijk n 1,15. Afzonderlijke Couranten0,10. Verschijnt iederen Donderdagmorgen. Abonnementen op dit blad worden door alle TTITO-EEPSTEE WED. IP. PRIJS DER ADVERTENTlëN Van een tot vijf regels0,75. Iedere regel meerder0,15. De 35 cents zegelregt niet mede gerekend. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Die timmert aan den wegh Verwacht gezcgh. (Cats.) Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. «X. Gr DIDEBIOH. IBÏtIEVnEIDT PEANCO door Laat ons goed doen aan allen maar meest aan de huisgenooten des geloofs. Deze raad des apos tels Paulus aan de Galaten moet de lievelingspreuk zijn van allenwier menschenliefde een eenigzins exclusief karakter heeften vermits sommigen bewerendat de .mcJisclienliefde vau iederen mensch min of meer aan dat euvel mank gaat zoo geldt, volgens deze meeniug, de leer van Pau lus voor allen. De heer Opperdoes Alewijn beeft zoowel door zijne vroegere geschriften als handelingen getoond dat hij eene groote mate van voorliefde koestert voor de mede—inwoners van zijn arrondissement. Niemand zal dit voorzeker in hem afkeuren, maar toch komt het ons voor, dal hij in het pleidooi voor de streek zijner inwoningniet geheel onpartijdig is geweest. "Wij weten niet of wij het mis heb ben, maar het schijnt ons toch, dat het arron dissement Hoorn zich niet in zulk eene mate over de verwaarloozing zijner belangen door de regering en 's rijks ambtenaren heeft te beklagen als ge schied is in deze brochure. Menige grievedie hier wordt aangevoerdmag o. i. niet als zoodanig geldenzoo lezen wij op pag. 3 de klagt, dat vele rijks gebouwen als posten van bezwaar gesloopt of aan derden zijn afgestaan geworden. Wij hegrijpen zeer goed dat men het sloopen van nog bruikbare gebouwen afkeurtdaar door zulk sloopen de rijk dom eener streek ontegenzeggelijk wordt vermin derd maar het gaat naar ons gevoelen niet op om ook de vervreemding van zulke gebouwen te misprijzen. Juist door den verkoop raken die gebouwen weder in den handel en worden zij geschikt gemaakt voor productief gebruik. De ondervinding leert dat de afstand om niet van bet gebruik eens gebouws zeer weinig op prijs wordt gesteldhij wien zulk een geschenk wordt gedaan huivert bij de gedachte aan de lange re kening van herstellingskostendie hem jaarlijks worden voorgelegddaarom doet hij zoo wei nig mogelijk aan het gebouwmaar een kooper wil van het gekochte trekken al wat hij kan daarom gebruikt hij hetzelve of verhuurt het aan anderen. Naar ons gevoelen bevordert ecno regering de welvaart van eene streek oneindig meer, als zij waar zij kande rijks eigendommen verkoopt of verhuurddan als zij hnn gebruik voor niet afstaat. Eene tweede ongegror de grieve schijnt ons de verplaatsing van het instituut voor de Marine uit Mederablik. NV; r ons gevoelen strekken zulke beneficien, als da.ir zijn garnizoenen, mili taire instituten strafb: taillons enz. zeer weinig tot bevordering van de welvaart eener streek. Het geldelijk voordeel dat -ault <une iurigting geeft is uiterst gering. Men stelle b. v. dat er te Me- demblik jaarlijks aan dit instituut 100 adelborsten waren, welke ieder f 300 per jaar verteerden, men voege daarbij 20 instructeurs en officiers elk met een tractement van f 1500, zoo kan men bere kenen dat er aan het instituut, jaarlijks voor p.m f 60,000 werd verteerd. De f 60,000 ontvingen echter de inwoners van Medemblik niet voor niet, zij gaven daarvoor waren in ruil, hunne winst zal hoogstens 10 J geweest zijn zoodat de geheele neringdoende stand van Medemblik door het instituut een voordeel van f 6000 zal genoten hebbendeze som onder zoovelen verdeeld kan toch wel niet anders dan als een niet noemenswaardig voordeel worden be- schonwd. Een derde grieve is de opheffing van de arron dissement®— regtbank te Hoorn en van de kanton- geregten te Medemblik en Edamdaar echter de wet op de regterlijke organisatie als een ontijdig geborene reeds bij haar geboorte ter dood is verwezenbestaat er voor die opheffing thans wei nig gevaar meer en in geen geval behoeft men bang te zijn dat de splitsing der arrondissementen ooit zal plaats hebbendit toch is door onze hy potheek—kantoren en griffiers der regt banken een ware onmogelijkheid geworden. Aan het slot der brochure lezen wij het vol gende vHet is mijn vurige wenschdat de hooge regering nog in tijds en te goeder ure aau de ernstige grievendie hier zijn aangegevenin billijkheid zal te gemoet komen en de verachterde steden van dit arrondissement, onder hare meer belangstellende zorg, voor verderen achteruitgang en anders gewis te vreezen volkomen vervalbe hoed zullen worden. De lieer Opperdoes Alewijn wacht hier te veel van dc regering. Het helpt u zeiven had o.i. de leus moeten zijndie hij in de eerste plaats aan dc inwoners van zijn district had moeten toe roepen. Verwachten wij alles van ons zeiven en weinig van de regering, dit moet de spreuk worden, die de Nederlanders steeds voor de oogen zweeft. "Wil men verbetering van eene streekmen beginne met zelf de handen aan het werk te slaanmen roepe de gegoeden en vermogenden hijeen en zegge hun, staat een ge deelte van uw rijkdom af om een gu<V tc helpen bevorderen. Willen deze dan niets doen, dan verdVul i. streek ook weinig dat de regering haar l maar toonen zij iets over te hebben voor wer. ;i van algemeen nut, dan zal de ondersteuning van iedere regering hen ook ten deel vallen. De Romeo en Julia is het heldendicht der liefde, der jonge, onbaatzuchtige, heldhafiige liefde. Het bewaart ook als de kunst der zamcnleviug dit tijd perk geheel zal hebben weggenomen de type der natuur voor ons onnatuurlijke menschen. Maar ter wijl dit de hoofdin-druk isdie het stuk bij ons achterlaathoort men niet enkel de zoele taal der liefde. Gelijk u uit de schets in mijne inlei ding is gebleken is het tevens een stak vol haat, gloeit het van partijwoede en is het een treffend drama, eindigende met Julia's en Romeo's dood. Ik wil het wagen u eene bladzijde te vertalen waarin de verbeeldingskracht des dichters op hek gebied van het akelige alles overtreftwat ik mij kan voorstellen. Gij herinnert u dat na de verbanning vau Romeo de schijndood van Julia, bewerkt door middel van den drank van Lorenzohet tusschen middel werdwaardoor zij voor Romeo zou be waard blijven. Zij zou dus levende worden bijge zet in het graf om daarin dat graf, wakker te worden. Ik heb het oog op een der laatste too- neelen van het 4e bedrijf en wel dat waarin de drank door Julia wordt ingenomen. Juist heeft hare moeder haar verlaten. Vaarwel dit gold hare moeder wie weet wanneer wij ons weerzien! Een rilling vaart er reeds door mijn gebeente» Die alle levenswarmte mij ontrooft.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1867 | | pagina 1