BEURSTIJDINGEN. Burgerlijke stand der gemeente Schagcn. Burgert. Stand der gemeente Barsingerhorn c. a. MARKTBERIGTEN. Bc weerbaarheid in lijd van oorlog. ONDERTROUWD s Geene, GEHUWD: Geene. OVERLEDEN Geene. Dingsdag den 25 Febroarij 1868. Amsterd. W. 8. 2}pC. 53}; SpC. 63}. Rusland, oude 5pC. 91}; 1831 5pC. 68}. Oostenrijk, Metaliek 47} 5pC. idem 66} idem Nationale 1854 5pC. 53}. Spanje, thans 2}pC. 35}; SpC. 36} binl. 84} Portugal 3pC. 39}. BI. Grieken, 5pC. 12. Mexicanen 3pC 15} LondenWisselk. zigt 11,90,2 m. 11,84. Parijs, t 57 56}. Hamburg35} 35. Bordeaux 15 dagen 65} 56} Metal. Coupons f 24,60} idem nationale i 28,32} rig- GEBOREN20 Feb. Jan zoon van Abraham Borst en van Trijnije van der Oord. ONDERTROUWD: 21 Feb. Hendrik Ossen jm. met Grietje Nocjd. beide wonende te Schagen Willem Wit jm. verblyf houdende te Barsingerhorn wonende te Schageo met Geertje Eriks jd. wonende te Barsingerhorn. GEHUWD: Geene. OVERLEDEN Geene. Ingeschreven van 18 25 Februarjj 1868. GEBOREN: Geene. ONDERTROUWD: 21 Febr. Willem Wit jm. en Geertje Eriks. jd. beide wonende te BarsÏDgerboru. GEHUWD: Geene. OVERLEDEN: 24 Febr. Klaas Schaap oud 9 m. Metingen den 30 FcbrmnlJ 1868. Aangevoerd 8 vette gelde Koeijen f 200 a 280, 4 Kalf koeijen f 120 a 150 8 nucht. Kalveren I 4 a 8255 magere Schapen f6 a 20; Bokken en Geiten f6 a 20; 14 Biggen f4 a 6; Konij nen 20 a 60 ets. Kippen 60 a 120 ets. Blenden 55 110 ets. Dniven 10 a 20'ets. Boter 92} ets. per kop of f 1,23 per N. ft. Kaas 20 a 27} ets. per N. ft. Kip-Eijeren f2.50 per 100. Purmerende25 Febr. Kleine Kaas f30, Boter f 1,15 d 1,25 per N. ft. 39 vette Kalve ren 80 a 100 ct. per N. ft 200 nuchtere Kal veren f4 a 8, 14 vette Varkens 44 a 53 cents per N. ft 25 magere Varkens f9 a 14, 43 Biggen fS a 5, Kip-Eijeren f2,60, Eend-Eije- ren f 4 per 100. Alkmaar, 21 Feb. Kleine kaas (hooi) f30, (gras) f30, commissie dito (hooi) f 27,75 mid delbare dito (hooi) f31,50, (gras) f32, laagste prijs f 16,50 aangevoerd 240 stapels wegende 48314 N. tt. 22 Beb. Aangevoerd 4 Paarden (20 40; 1 Koe t 110 153 nacht. Kalveren f2 a 8; 168 Schapen f6 a 18; 80 magere Varkens f8 a 14; 40 Biggen f 4 a 6 Boter per kop 72} a 80 ets. 24 Febr. Aangevoerd 16 Kalveren, die golden van f40 a 70, 31 nuchtere Kalveren f3 3 7, 24 Schapen f 8 a 14 22 vette Varkens 40 a 49 ct. per ft, 4 magere dito f10. Hooril 15 Feb. Aangevoerd 10 rand Tarwe f 14 68 mnd Gerst f 7,50, 88 mnd Haver f 5,75, 56 mnd Boonec bruine f 14*50, paarden f9,50, 19 mnd Erwten, graaowe f20, vale f 16 groene f 15 op monster verkocht Mosterdzaad f21,50, Karweizaad f 23. 20 Feb. Kleine kaas (gras) f 30,50aangevoerd 42 stapels, wegende 10601 N. ft. Amsterdam 24 Feb. Tarwe in een doen witb. Pools. 1 520 bonte dito f 520 bonte dito f 497 590 n. Brunswijker f 475 alles per 2400 kilo. Rogge in loco onveranderdTaganrog f 323 bij partijen, Berdianski f323 Petersbnrg f315, contant zonder korting, alles per 2100, kilo. Op levering iets lager. Maart f310, 309. Mei f317 316 315 Junij f310, 309. Jnüj f 299. Boekweit onveranderd, 142^2 IC Ameraf. f380. Lijnkoeken f 12a 15. Petroleum f 22} a 23}. Londcnschc Veemarkt. Niet aangekomen. Tooneel. Eene straat. In het midden bureau van dienstneming. Voorwaarts, \lloudt de volgende aanspraak te gen de schutters in gelid:) Mannenhet vaderland is in gevaar. De Franschman hgeft onze grenzen overschreden en als een stortvloed naderen zijne troepen ook onze woonplaats. Maar onze toestand is niet hopeloos. De koning heeft zich aan het hoofd van ons le ger geplaatstdat den vijand zal afwachten aan de natuurlijke verdedigingdie onze rivieren aan bieden. In het geheele vaderland is de burgerij gewapend eu reeds heeft de vijand in Noord- Brabant ondervonden hoezeer hij in iedere plaats eene vesting en in ieder Nederlander eene sterkte te overwinnen heeft. Het voorwaarts! is uit gesproken. Voegt nieuwe heldendaden hij die van het voorgeslacht, denkt aan uwe vrouwen en kinderenter wier bescherming gij uittrekt en geve de hemel u de overwinuing, althans nim mer de schandedat zij aan u als lafaards te denkeu hebben. Voor koning en vaderland voor waarts marsch Zij rukken in colonne op en verdtojnen.) Krijger en zjn zoon Klein treden op.) Krijger. Ja, jongen, gij kunt gaan en gij neemt mijn zegen mede. Als ik nog denk aan de jaren van 1830 hoe heb ik toen zelf niet met vuur uaar de wapens gegrepen en hoezeer was toen de oorzaak van den strijd kleiner dan nu. Nu valt uftn ons aantoen vielen wij aan. Nu is er op den vaderlandschen grond een vij and. Ga, mijn zoon! en de gebeden van vader en moeder zullen u vergezellen. God zegene u Moed te houden heb ik u niet aan te bevelen maar wees vooral niet overmoedig. Klein. Vader, ik zal aan u denken en gij zult geene schande van mij beleven. Groet mijne moeder; kan ik, dan schrijf ik u dadelijk uit het hoofdkwartier, vaarwel! (lij gaat het bureau binnen.) Veelpraat. komt op.) Krugkr. (legen Veelpraat) Ik heb mijn jon gen weggebragt. Ik mogt en kon hein niet hou den. Veelpraat. Ohoe gelukkig moet gij u ge voelen iets voor het vaderland te hebben kunnen doen Zijn er ook nadere berigten Krugkr. Er loopt een gerucht dat de Bos schenaars uit hunne stelling te Loon zijn voort- gerukt om den vijand in den rug aan te vallen. Veelpraat. Wat zal er van ons arm land wor den Hebt gij de proklamatie van den koning gelezen Het iszoo als hij zegt alles is nog niet verloren! Wanhoop is landverraad. Ik kan zelf niet uittrekken maar als de vijand hier komt zal ik mijn man slaan. Adieuik moet even naar het bureau om te hooren of er ook tij- diug is van het leger. (Kryger aj Veelpraat. (Foor hel bureau.) Mijnheer, de directeur Directeur. (Uil hel bureau) Dienst nemen, mijnheer? O, neem mij niet kwalijk, mijnheer Veelpraat. Gij komt zeker eens hooren naar nieuws. Er is een treffen geweest bij Oosterhont maar bijzonderheden ontbreken. De vijand is ech ter niet voortgerukt. Veelpraat. Wat ik doen kan, wil ik gaarne doen. Zie hier een bijdrage voor de troepen. Het zijn drie effecten u welbekend. Mogen zij aan etn verdediger van Holland het lijden zachter maken. Ik kom in den loop van den dag nog eens aani Snel- (Komt op.) Adieu, mijnheer Veelpraat Ik heb eene commissie gekregen als kapitein bij 1 het leger. Of ik ook in mijn scliik bendat ik I bij de weerbaarheid geweest ben. AdieuGij1 zult van mij hooren I (Gaat in het kantoor) Veelpraat. Zeker, zeker! Ik heb dat vroe ger zoo niet begrepen. De heb er niet aan ge dacht dat in oorlogstijd ieder anders zou denken dan in vredestijd en dat ik dit zelf zou doen in de eerste plaats. Als ons niemand aanvalt is het gemakkelijk vreedzaam te blijvenmaar de voet van den vijand op den vaderlandschen grond, is een trap op het hart. Wie wil den naam heb ben van een lafaard en wie zou zich niet scha men voor een vaderlandsch gevoel onvatbaar te zijn. Ik zie nu indat zoo ons land gered wordt wat ik vurig smeek de mogelijkheid daartoo te danken is aan de weerbaarheid in vredestijd. (Af.) (3 a 4 schutters komen op en kloppen aan het bureau.) 1. Wij zullen zamen blijvenhoop ik. 2. Ik denk het wel. Zooveel mogelijk blij ven de manschappen uit eene plaats bij elkander. 3. Wij gaan naar het hartje van den strijd hoor I Gaan het bureau binnen.) Snel. (Mei pelelon op. Marcheert over hel too neel) HaltZoo evenmannen I is er berigt gekomen van het terrein van den strijd. Men wacht ons. De linkervleugel der Franschen is geslagen eu de Noord-Brabanders hebben getoond dat het hart hun op de regte plaats zit. De brug aan den Moerdijk is door den vijand niet gefor ceerd kunnen worden en zoo de stelling nog een dag kan worden verdedigd is het vaderland ge red. De roepstem van den koning heeft een tweede leger uit onze burgerij te voorschijn ge roepen. 50000 weerbare mannen zullen 2ich on der den generaal Onvertsaagd vereenigen en wij hebben alsdan eene magt in het veld gelijk aan die van den vijand. Reeds is de pralerij van den BVanschman te schande gemaakt. Hij had zich eene militaire wandeling voorgesteld, maar hij heeft zich bloedig den kop gestooten. Opl stelt vertrouwen in mij, ik stel vertrouwen op u, voorwaarts, marsch! rukken onder muziek en ge zang het tooneel over en verdwenen) Krijger, (treedt op een brief lezende) Een brief van mijn zoon I Geachte vader I Het is een heete dag geweest maar Goddank I wij zijn gepn voet geweken. Het verlies is groot maar wij rekenen op nieuwe krachten. Als een geheel volk strijdt is het onverwinnelijk. Ik ben als door een wonder gespaard gebleven. Van mijne compagnie is een derde gesneuveld. Als ik val valt er menig geheim inet inij dat ik van ster vende lippen moest opvangen. T ijs de sterke is bij een charge doodelijk gewond. Ik heb ziju horologie gekregen om het aan zijn vader te geven en ik moetzoo ik ooit terugkom den ouden man de heldendaden van ziju zoon vertellen. Iu het bulletin komt zijn naam voor als een der dappersten onder de dapperen maar ik weet er meer van dan de Generaal. Hij heeft mij twee maal het leven gered. Maar vaderde dood op liet slagveld moet zacht zijn. Maak n niet onge rust over mij. De aftogt der Franschen is zoo goed als zeker. Indien generaal Onvertsaagd tij dig komt is er voor Holland geen gevaar meer. Ik ben zoo wel als ooit en ofschoon ik verschrik kelijke dingen gezien heb, er heerscht eene on beschrijfelijke rust en tevredenheid in mijn hart. Zeg aan moeder dat voor de gewonden de meest mogelijke zorg gedragen wordt. Alle vijandschap hondt opwanneer men eerlijk valt. De fran- I sche'tn hollandsche officieren van gezondheid ziet 'men overal als engelen hun pligt doen. Adieu! i een uur na de overwinning bij Zevenbergen. Uw zoon Klein. Krijger. Brave jongen I Goddank, dat hij nog leeft. Tijs de Sterkeik ken Tijs de Sterke niet. Wie of het zijn mag? Veelpraat. (Komt snel het tooneel op) Er is eene overwinning, hoor ik. O n v er ts a a gd heeft den vijand in de flank aangevallen. De strijd is in den nacht gevoerd. Het was alsof een engel des Heeren de vijanden sloeg. Zij hebben een verwarden terugtogt gemaakt naar de kanten van de Scheldedaar de groote weg geheel af gesneden was. Dnizenden moeten zijn omgekomen Boor de tijdig aangebragte inondatie. Krijger. Ik heb hier een brief van mijn zoon nit Zevenbergen. De zaken stonden toen goed.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1868 | | pagina 3