Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad. 28 MM «A9. 557. Twaalfde Jaargang. A. 1868. Tijdsbeschouwingen. SCÏÏAGEE COURA ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRI8 MAANDEN Voor Schagen f 1,00. Franco per post door het geheele Rijk n 1,15. Afzonderlijke Couranten0,10. Verschijnt iederen Donderdagmorgen. Abonnementen op dit blad worden door alle PRIJS DER ADVERTENnëN: Van een tot vijf regels0,75. Iedere regel meerder*0,15. De 35 cents zegelregt niet mede gerekend. Groote letters naar de ruimte die /ij beslaan. Poekbandelaren en Postdirecteuren aangenomen. Naar volksheil zonder deugd te dingen, Is arbeid aan een rots te biên. ITIT31EEFSTER WED. 3?. J". O DIDEHICH. BÜIEVEN FIR^HSTOO Jaardag van Heiligerlee. De jaardag van Heiligerlee is gevierd ondanks de onvader- landsche vermaningen van Tijd en Catholyke stemmen, twee prinsen van Oranje hebben het feest bijgewoond en daardoor getoonddat zij den heiligen baud, die Oranje en vrijheid te za- raen hecht niet willen verbroken hebben. De jaardag van Heiligerlee toch is zoowel een merk waardige gedenkdag in de geschiedenis der ne- derlandsche vrijheid als in die van Oranje. Het was te Heiligerlee dat het eerste bloed van Oranje, voor de zaak der nederlandsche vrijheid heeft ge vloten, wie dat feest niet heeft willen medevie ren heeft getoonddat hij geen nederlandsch harte in den boezem droeg. Wij kunnen het dan ook niet genoeg betreuren dat de twee bovengenoemde organen der R. C. partij ten onzentzich zoover konden vergeten om tegen de viering van dat bij uitnemendheid nationale feest te prediken. Hoe edel steekt te gen deze onvaderlandsche poging af de schoone taal van professor van Vloten, die in eeue kleine brochure alle burgers van Nederland heeft aange spoord om zich bij de gedenkzuildie op het slag veld verrijzen gaat, in persoou of in gedachten te vereenigen ten einde zonder onderscheid van geloofsbelijdenis als Nederlanders het groote feit van hun vrij, zelfstandig en onafhankelijk volks bestaan in erkentelijke herinnering te gedenken. Zulk een taal noemen wij echt nederlandsch en nationaal. Er is bij ons eene rigtingdie zich de his- torich—nationale partij noemendehet monopolie der nationaliteit voor zich zelve toeëigent. Deze partij heeft bij de jongste verkiezingen al te zeer gebedeld om den bijstand van Tijd en andere ca- tholieke organenen het is alleen door de hulp van dezendat in geheel Noord-Holland de can- didaten der conservatieve rigting zijn verkozen. Wij vragen thans op onze beurtof bij de hou ding, welke de Tijd in deze heeft aangenomen het hun thans nog voegt zich de bij uitnemendheid nationalen te noemen. Mij dunkt als zij zich de zen naam nog toeëigenen dan zullen de- geesten der strijdersvoor de heilige nationale zaak die èn te Heiligerleeèn te Haarlem èn te Alkmaar eens zijn gevallenhun spottend toeroependoor *ie hebt gij over uwe tegenstanders gezegepraald? Alleen door den invloed van het orgaan dat u verbiedt ons te gedenken en meesten tijd slechts smaad over heeft voor de martelaars der hervor ming en der nationaliteit. De balans van het keizerrijk. Onder dezen titel is te Parijs eene brochure in het licht gekomen, waarin als het ware het doodvonnis over de schepping van Napoleon III wordt uitgespro ken. Volgens die brochure toch is de toestand van het fransche keizerrijk zoo onnatuurlijkdat zijn spoedige val nagenoeg zeker is. De schrijver, die zich beroept op verslagen van de Kamer van Koophandel te Parijs leert ons dat de gemid delde ontvangst van ieder huisgezin in Frankrijk per jaar bedraagt 1000 francs, en dat te Parijs en andere groote steden jaarlijks aan den Staat en de gemeente door elk huisgezin moet worden opgebiagt 640 francs. Ondanks die hooge belas tingen worden de uitgaven nog niet door de in komsten gedekt. Alleen door het maken van schulden houdtvolgens den schrijverde fran sche regering zich staande en dit middel heeft wel eenige gelijkenis op het touwdat de ge hangene opheft, om hem te verworgen. Men voege daarbij dat het keizerrijk arm aan innerlij ke beschaving en uiterlijke magt is geworden en men zal zich niet verwonderen dat vele Franschen de toekomst angstig te gemoet gaan. Het tweede keizerrijk levert een treurig bewijs opdat zelfs de gelukkigst gevoerde oorlogen den overwinnaar zoodanig verzwakken dat hij op den duur aan verval van krachten moet bezwijken. Napoleon III heeft alle fransche monarchen in oorlogsroem overtroffen; zijn legers toch hebben gezegepraald over Rusland over Oostenrijkin MexicoChina, Madegascar en Cochin—China. Terwijl Lodewijk XIV en Napoleon I groote nederlagen soms hebben ondergaan heeft Napo leon III gezegepraald in alle groote veldslagen en toch ondanks al dien roem is hij thans zoo zwak, dat bijna iedereen in zijn eigen hoofdstad zijnen val durft voorspellen. Ook in andere op- zigten ligt er iets tragisch in de regering van Napoleon III. Ondanks zijn gebreken houden wij hem voor een der beste regentendie over Frankrijk hebben geheersebthet hoofddoel van zijn bestuur is toch bijna altijd geweest opheffing van de lagere volksklassen. Na zijnen dood zal menige goede zijde van zijne regering door allen dankbaar erkend wordenmaar thans verheugt zich bijna iedereen in den treurigen toestand, waarin hij verkeert. Waaraan is dat toch toe te schrijven Voor een deel aan de vrees voor oorlogenwaarvan men waantdat hij een roe- kelooze liefhebber ismaar ook voor een deel omdat hij zijn keizertroon heeft gesticht op e«,n daad van onregt en geweld. De coup d'état van 1851 was toch een mis daad, en het natuurlijk regtsgevoel van iederen mensch komt toch onwillekeurig in verzet zoolang hij onregt ziet zegepralen. Boelen boeten moet een ieder voor het onregt dat hij heeft begaan. Al is de misdadiger deugdzaam gewordenal besteed hij het geroofde goed om weldaden te bewijzenzoolang hij niet geboet heeft voor het onregt kan hij geen rust vinden. Hoe lang het kwade ook ongestraft blijft eens komt de stiaf toch zeker. Nu eens daalt zij plotseling op den schuldige neder als een bliksemstraal dan sluipt zij langzaam voort als eene uitteerende ziekte. Na poleon III wordt op de laatste wijze gestraft. De dood van den heer Betz. Het plot seling overlijden van dezen bekwameu financier is voor ons vaderland en met name voor de liberale partij een groot verlies. Het deed ons genoegen te zien hoe zelfs het dagblad van 's Gravenhage bij zijn graf eenige woorden van hulde voor hem over had. Vau de dooden niets dan goeds is eene schoone spreuk, die men niet genoeg kan betrachten althans indien men niet als geschied schrijver verpligt is ook te wijzen op de gebre ken van den overledene. Maar toch is eene liefderijke beoordeeling jegens de dooden een christen-pligthare betrachting jegens levenden is eene nog gebiedender vereisch- te voor iederen weldenkende. Hoe menig bitter en onregtvaardig woord is gegaan over het hoofd van den overledene toen hij nog leefdedat ze ker niet gesproken zonde zijn zoo men zich had herinnerd dat het christendom het harde veroor- deelen nog meer ten aanzien van de levenden, dan ten aanzien van de dooden verbiedt. J. H. S. Y. GEWO.XE BE1UGTEN. Gepasseerden Vrijdag ochtend ten half tien ure ging een fatsoenlijk gekleed heer door de tnindeur in het huis van den heer Schaap gemeente- architect te Leijden zonder te worden bemerkt. Hij nam uit de voorkamer eene pendule, bedekte die met een doek uit die kamer en ging langs denzelfden weg weder terug. De dienstbode zijn vertrek bemerkende volgde en achterhaalde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1868 | | pagina 1