Iets over den roman en het romanlezen. vn. MARKTBERIGTEN. Alkmaar, 12 Jnnij. Kleine graskaas f27, commissie dito f 27 middelbare dito f 27 laagste prijs f14, aangevoerd 661 stapels, wegende 1 43221 N. fi Purmerende, 16 Jnnij. Boter f 1 a 1,10 per N. t£ 145 vette Kalveren 60 a 80 ets. per N. VÈ. 61 nuchtere Kalveren f4 a 10;. 78 vette Varkens 44 a 51 ets. per N. 10 magere Varkens 114 a 20; 263 Biggen f 5 a 6; Kip-Kijereu f 2,80, Eend-Eijeren f 3,40 per 100. Hoorn, 6 Jnnjj. Gerst f7, Haver f 5 a 6,50, witte Erwten f 15 groene dito f 14, grauwe dito f 15 hrnine Roonen f 10 a 12, Mosterdzaad f 20, Karweitaad f 20,25. Petroleum, f 234 244. dochter rin Jan Borst Cl. en Trijntje Balvers. ONDERTROUWD Geene. GEHUWD Geene. OVERLEDEN9 Junij. Martba kok ond ruim 6 maanden. 14 dito. Johanna Wit oud ruim 5 jaren. Srhagen, den 11 Junij 1363. Aangevoerd 1 Os f 220 1 Stipr f 80; 16 véttc gelde koeijru f180 a 250; 5 kalfkoeijen f80 a 150; 2 Vaarzen f60 a 90; Hokkelingen f40 e 60; 9 nucht. Kalveren f6 a 10; 200 magere Schapen f6 e 18; 50 vette dito t 20 a 30; 1373 Lammeren f4 a 11,50 Bokken'en Geiten f 0,75 a 6 12 magere Varkens f 10 a 17 80 Biggen f5 a 7; Konijnen 10 a 75 ets. Kippen 30 a 40 ets. Duiven 10 a 40 ets. Boter 75 ets. per kop of fl per N. Kaas f20 a 30 ets. per A'. Kip-Ei'eren f2,60, Eend dito f3,10 per 100. 13 Junij. Aangevoerd 11 Paarden f 40 a 160; 12 Koeijen f 80 a 1 70 25 nnclit. Kalveren f6 a 14; 160 Schapen f7 a 28; 217 Lammeren f 3,50 a 7,50 5 Geiten f 3 a 4 4 Bokken f0,40 a 0,70; 86 magere Varkens 19 a 18; 140 Big gen 13 a 7 Boter pet kop 624 ets. 15 Junij. 3 Koeijen f 190 a 210; 165 Kalv. f 30 a 72; 8 nuchtere dito f6 a 10, 130 Scha pen f 18 a 28, 91 vette Varkens 38 a 50 ets. per N. H*. 11 junij. Kleine Graskaas f26.50, aangevoerd 214 stapels, wegende 64757 N. tt. Amsterdam 15 Junij. Tarwe bij gerij ven hooger verkocht b. Pools, f 420400 beide per 2400 kilo. Rogge in loco tot verhoogde prijzen met goeden handel Taganrog f 226 224. Odessa I 226. Ber- dianski f 225. Galatz f 225 gebr. dito f215. Prtersb. f218 219, 220, 222 alles cont zonder koiting, verder op gewone conditie Taganrog f 236. Galats f 230 van boord alles per 2100 kilo op levering begin markt merkelijk hooger later lager afgegeven, in deze maand f218, 217, 213, 212? Julij f218 217 213 212 211. Boekweit iets hooger verkocht, 144/2 Amersf. f 260 144 Nijkerk f251, Riju per 2100 kilo f235. Lijnkoeken f 11 J a 14. Londensche Veemarkt. 15 Jnnij. Aangevoerd 4610 Ruoderen 34420 Schapen en Lammeren 327 Kalveren 281 Var kens. Prijzen: Runderen 4/10, Schapen eu Lam meren 4/6, Kalveren 4/8, Varkens 4/4. ME\GELWERK. door J. H. S. V. Maar gelijk iedere andere zaak zoo heeft ook bet romanlezen zijn schaduwzijde en wel een zeer donkere. Het romanlezen geeft toch aanleiding, dat de menschendie van zelve reeds zoo gaar ne tot oppervlakkigheid overhellen nog oppervlak kiger worden. Het lezen der romans, dat zoo aangenaam is en zoo weinig moeite vordert /boe zemt den gestadigen lezer een afkeer in voor nuttiger boekenwier lezing inspanning kost. De romanschrijver legt zich doorgaans meer toe om de nieuwsgierigheid te prikkelenhet gevoel en de verbeelding te streelendan om het zoo i noodzakelijke voedsel voor het verstand aan te j brengendaardoor wordt men en vooral de jon geling of dc jeugdige maagd', die hun genoegen vindeu in het romanlezen zoo ligt eenzijdig, men verwaarloost de inspanning vorderende oefening des verstands om op de vleugelen der verbeelding slechts in een wereld van verdichting rond te zweven. Een groot frausch dichter heeft te regt gezegd zoo de ziel haar lippen heeft gezet aan den be ker van het idealedan begint zij te walgen van de werkelijkheid. Dit is een groot nadeel van het romanlezen. Immers zijn wij niet op deze wereld om ons te verliezen in zoete droomerijen oin on zen geest met allerlei onbestaanbare idealen te vervullenmaar oin hier te leerenhier te wer ken hier te strijden en om te streven goede menschen en edele wezens te worden. Wal nut geeft het onsdat wij droomen van volmaakte menschenvan volmaakte vriendschap en volmaakte liefdeals de ondervinding van ie- deren dag ons kan leeren, dat wij de volmaaktheid niet op aarde moeten zoeken ja dat wij zeiven zoo wij ook al die volmaaktheid vonden uithoof de van onze eigene onvolmaaktheid welligt daarin geen behagen zouden scheppen. Ongelukkig de jongeling die in de wereld vol rozengeur en ma neschijn der romans heeft willen wonen. Grie vend en vol teleurstelling zal na zulk een lieflijk maar ongezohd droomen het ontwaken zijnen de stem der werkelijkheid maakt ons meestentijds op de ongelegenste oogenblikken onverwachts wak- ker. Die teleurstelling zal eene bitterheid in zijne i ziel storten welke de zoetheid des levens vergalt jahem zelfs verhindert om de werkelijk bestaan de menscbheid zoodanig te beminnen als een Christen voegt. De roman geeft daarenbovtn eene valsche en onware levensbeschouwingen ik be doel niet alleen, de onzedelijke romansmaar ik meen ze allen en zonder ook zelfs de beste niet uit. De romanschrijver legt zich vooral toe om liet schoonheidsgevoel der lezers te bekoren dit is voor hem eene noodzakelijkheiddaar hij in de eerste plaats kuustenaar zijndenooit zijn oogmerk zoude kunnen bereiken zoo hij niet het verstand voor den schoonheidszin achterstelde. Daarom neemt in zijne romantische wereld alles schoone en bevallige vormen aan. Alles wat hij schildert heeft zoo niet altijd een bevallig dan toch zeker altijd een aantrekkelijk uiterlijkmaar vooral het goede draagt er steeds een schoon eu dichterlijk kleed. De deugdzame handelt en spreekt er niet alleen goedmaar ook altijd schoon en bevallig. In de werkelijke wereld is dit echter lang niet altijd het geval somtijds wordt een edele daadop eene vrij plompe wijze uitgevoeed en wordt een edel denkbeeld vaak hoogst gebrekkig uitgedrukt, daardoor'wordt de gestadige roman lezer die zijn voornaamste wereldkennis uit de verdichte verhalen heeft geput, veelal misleid. Dik wijls ziet hijwaar hij in de werkelijke wereld ruwheid in plaats van de bevallige vormen der romanuen aantreftde goede kern voorbijdie onder de harde schors verborgen ligt. Meer behagen scheppende in de zoo 'schoon sprekende en bevallig handelende personen uit de romantische wereld dan in de soms vrij onge manierde menschen zijner omgeving doet hij geen moeite om het goede bij hen optesnorendit verzuim brengt te weeg, dat het onkruid van minachting voor zijn medemenschen welig opgroeit in zijnen boezem. Ook bij het regelen van eigen gedrag brengt bet romanlezen ons in gevaar om bij voorkeur ons toeteleggen op het bevallige en daardoor aan de schoone vormen een hoogt ren prijs toetekennen dan aan het waarachtige goede. Zoo ligt doet de jongeling meer moeite om een pralende romanheld dan een nuttig burger en een eenvoudig mensch te worden. De mensch wordt doorgaans datgene wat hij leest. In de 17e eeuw lazen onze vooronders bijna uitsluitend in den bijbel(voornamentlijk in de boeken van het oude testament) en in de werken der latijusche schrijvers en op al hunne handelingen staat ook het zegel gedrukt zoowel van den godsdienstigen ijver en de onverdraag zaamheid der onde Israeliten als van de vader landsliefde en den nationalen hoogmoed der Ro meinen. In onze eeuw lezen velen uitsluitend ro mans, zoude dan de ziekelijke geest die zij uit die boeken hebben gezogen niet in hunne han delingen zigtbaar [zijn Ja konden wij alle be- standdeelenwaaruit ons innerlijk wezen en ge moedsbestaan is zamcngesteld naauw keurig nagaan, wij zouden gewis bespeurenhoe groot aandeel die roman in de vorming van ons karakter heeft gehad en hoeveel ziekelijk door dien roman in ons karakter is binnengeslopen. Maar wat zeggen alle ftadeelen door het roman lezen veroorzifoktwelke ik reeds heb opgenoemd bij die zee van zedeloosheid en van ongeloof, die in de laatste^door een legioen van vuige romans voor alle standen en volken is uitgegoten. In dit opzigt is hunne populariteit een ware vloek voor het menschdom geworden want het is toch waar wat onze da Costa uitriep Zie spottend ongeloof aan waarheid Hemel deugd Als opgedrongen door hun dienst aan het hart der jeugd, Aan 't oog der kind'ren. Zieeen legioen ro- mannen Gezondheid beide en schaamt' van maagdewan gen bannen En met baar sluipen in het eenzaam slaapsalet, En in haar droom of zelfs haar nachtwaak op het bed, Gedachten mengen die in 't woelig bloed ge vloten D' echt verontreinigen eer dat hij wordt gesloten. Ondertusschen mag men ook ten dien aanzien niet onbillijk tegeu den roman zijn. Men wijte het kwadedoor den zedeloozen roman gesticht niet aan den roman zeivenwaar aan de zede- looze menschen die hem bezigdenals een middel om ongeloof en zedeloosheid onder het volk te verspreiden. En vraagt men mij nu of het goede door de romans voortgebragt opweegt tegen het kwadedat zij stichten zoo antwoord ik hierop dat de beantwoording dier vraag geheel afhanke lijk is van het antwoord op eene andere vraag hoe namelijk de romans moeten gelezen worden. Zoo de roman'met mate, met verstand en met goeden zin wordt gelezen kan hij voorzeker hoogst nuttig werken, Immers hangt het van ons zelven af om de 'nadeelen door het romanlezen veroor zaakt te vermijdenwij kunnen waken tegen de oppervlakkigheiddie er het gevolg van isdoor het steeds bedaard- en met aandacht te doenwij kunnen de lust om rond te zweven in een ideale wereld beteugelen door onze oogen steeds te hou den gevestigd op de werkelijkheiddie ons om ringt wij kuunen ons vrijwaren voor de in som mige rotqans gepredikte zedeloosheiddoor geen zedeloozen roman in ons huis te dulden. Evenwel als wij dit alles in acht nemen moe ten wij ook nog den roman slechts met mate lezen, en vooral moeten wij zorgen dat de roman niet onze eenige lectuur worde. Naast den ro man die zich zoo gemakkelijk laat lezenmoe ten wij ook steeds andere boeken wier lezing meer hoofdbreking kost, ter hand nemen. Ver zuimen wij ditdan wordt het op den duur ons onmogelijk oin ons te vrijwaren tegen de nadee- iige gevolgen van fiet romanlezen. Ongemerkt zal dan de ziekte der droomerijender overgevoelig heid en den afkeer van inspanning in ons ge moed binnen sluipen. Over het algemeen is het naar ik geloof, het veiligst om het lezen der ro mans veeleer af- dan aanteraderidaar toch de roman ook zonder onze aanprijzing van zelve genoegzame lezers zal vindenen men Kamp- huijzens spreuk: e Al wat van zelven wast be hoeft men niet te zaaijen* steeds gedachtig moet zijnterwijl daarentegen de ondervinding ons heeft geleerd dat het romanlezen voor velen hoogst verderfelijk heeft gewerkt. 1 Van de andere zijde trekke men echter in zijn blinden ijver niet al te zeer tegen den roman te veldewant wij moeten bedenken dat de roman eèn orgaan onzer eeuw iswaardoor de tijdgeest het luid«te zijne gedachten openbaart. Wij zijn nu eenmaal kinderen onzer eeuw, en moeten ons dus trachten bekend te maken met de woorden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1868 | | pagina 3