6 mm
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
M 606.
Ao. 1869.
Dertiende Jaargans;.
B E K G T
Doordienuithoofde van den Hemel
vaartsdag de schager markt in plaats
van op Donderdag reeds des Woensdags
is gehouden, is het marktberïgt in dit
blad kunnen worden opgenomen en ver
valt derhalve voor deze week. het bij
voegsel.
Personeele belastingen en Begt van patent.
Hoofdelijke Omslag en Hondenbelastiag.
Directe belastingen.
De Nederlandsche Bourgeoisie.
SCHAGER COURANT.
Dit blad verschijnt op Woensdagavond; doch vrordt
met een bijvoegselbevattende het jongste Schager-
marktberigtden volgenden avond verzonden aan hen
die zulks verlangen.
Brieven franco aan de uitgeefster.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prus per jaar f 4,Frauco per post f 4,60.
Afzonderlijke nummers f 0,10.
ADVKRTKNTiëJï van een tot vijf regels f 0,75; iedere
regel meerder f 0,15. De 35 cents zegelregt niet me-
degerekend. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
Naar volksheil zonder deugd 'c dingen
Is arbeid aan een rots te biên.
GElEE\TEAFhOMIGIS6IN.
BURGEMEESTER eu WETHOUDERS der Uemeeii-
te Schageu
Gezien de dispositie van den heer Commissaris des
Konings in Noord Holland van den 24 April 1869
Verz. 33.
Gelet op onderscheidene bepalingen der Wetten op
het regt van patent en op de Personeele belastinz.
Brengen door deze ter kennis van de Ingezetenen
dezer gemeente
1. Dat de uitreiking van de hesehrijvingsbilletten
bttrekelijk de belastingen op het personeel zal aainau-
gen op den 3 Mei aanstaande
2. Dat overeenkomstig 2 van art. 29 der »'«t
op de personeele belasting, benoemd zijn om als tegen-
schatters van de zijde der belastingschuldigen te dienen
ingeval »an herziening achtervolgers het bepaalde bij
art. 32 2 der wet van het aangegeven bedrag der
huurwaarde of aantal deuren en vensters of haaidstedeu,
1 Willem Roggeveen Dirkszoon eu
2 Corntli» Nicolaaa Vlaming.
3. Dat de uitgifte van de verklaringen van aan
gifte voor het regl van patent zal aanvangen op deo
3 Mei a.s en dal de weder bijeen verzameling du r
verklaringen op den 18 Mei daaraauvotgeiide zal moe
ten afgrloopen zijn een ea ander intu-srhen met ui -
zondering van de patentpligtigen vermeld onder No. 37
lot 40 van Tabel 14 (Tappers enz.) aan welke de
bedoelde verklaringen, welke binnen drie dagen, na
de uitreiking zullen worden opgehaald afzonderlijk en
onverwijld bij den aanvang des dienstjaars zul.en afge
geven worden.
4. Dat zy die bij de uitreiking of terughaling van
verklaringen betrekkelijk het patentregt mogten over
geslagen mogten zijo zich daarop niet zullen kunnen
beroepen, maar integendeel verpligt zyn zorg te dra
gen dat de vereischte eD behoorlijk ingevulde ver
klaringen door hen worden ingediend hetwelk zal
hehooren te geschieden ten kantore van den Ontvan
ger van 's Rijks Directe Belastingen waartoe de Ge
meente behooortonverwyld nadat de uiterste dag
voor de terughaling der verklaringen tal verstreken en
dus van de omstandigheid van vergetene uitreiking of
weder ophaling zat gebleken zijn n»n welk kantoor
tevens de lertischle billetten kunnen wordeu verkregen.
6. Dat de dag waarop de patenten voor de pa
tentpligtigen vermeld in No. 37 tot 40 van Tabel 14
(tappers enz) ter afhaliug gereed zul.en zyn nader
en iu tijds zal worden aangekondigd doch dat deze
patenten ingevolge art. 2 der wet van 24 April 1S43
[Staatsblad .1/ 16] niet mogen uitgereikt en de be
doelde patentpligtigen (tappers enz.] deze hunne betoe-
pen niet mogen nttoefenen alvorens hunnen verschul-
digden aanslag wegens hel pateutregt dier beroepeu
oter het vorig dienstjaar ten volte en dien over het
nieuwe dienstjaar voor de helft te hebben betaald
waarvan een iederby de afhaling van bet pateutbiad
door vertoon van de vereischte kwitanUen zal moeten
doen blijken.
Wordende eindelijk een ieder, ten allen over-'oe<'.e
herinnerd dat de noodzakelijkste inlichiingen betrek
kelijk eeoe behoorlijke invulling der beschrijnngsail-
letlen, zoo voor de personeele belasting als het pa;
tentregt, op die billetten afgedrukt zijn om door be
langhebbenden te kunnen worden geraadpleegd.
Burgemeester en Wethouders maken de ingezetenen
in het bijzonder aandachtig
a. Op de wijzigingen welke rene der vrijstellingen
van vrouw-elyke bedienden bij art. 5 der wet van den
9 April 1869 (Staatsblad No 59) heeft ondergaan
luidende deze vrijstellingen als volgt:
„De eenige vrouwelijke bediende, overigens naar de
eerste, derde of vierde klasse belastbaar, in dienst
van deu belastingpligtigewelke geeor an lere bedien
den houdt en vier of meer eigen of aangehuwde kin
deren kindskinderen of pupillen bij zich heeft inwo
nen die op den 1 Mei des jaarswaarover de be
lasting loopt jonger dan een en twintig jaren zijn."
B Op de wijzigingenwelice in de 2 eerste para-
graphen van art. 27 der wet van 29 Maart 1888
(Staatsblad No. 4) bij artikel 7 derzelfde wet van 1869
zyn gehragt luidende die paragraphen als volgt
I. „Die na den 15 Mei een perceel in gebruik
noemt i» voor dit perceel He belasting naar de 4
eerste grondslagenvoor den lijd des dienstjaarsdie
dan nog over is, verschuldigd
2. Aan den belastingschuldigedie in den loop
des dienstjaars een p. rceel verlaatzonder daarin
eenige roerende goederen of iemand in zijne dienst
achter te laten wordt ontheffing verleend van zijn
aanslag naar de 4 eert te grondslagen soor den tijd
des dienstjaars, die dan nog ovrr is, iudien daairan
door hem binnen den tyd van ééue maand volgende
op die waarin hij het perceel verliet tegen bewys
schriftelijke aangifte is gedaan ten kan'ore des ont
vangers op een aldaar kosteloos verkrijgbaar hillet;
De ontheffing wordt ook verleend over het drie
maandelijkse!) tijdvak waarin he; perceel werd verlaten
iudien de belastingpligtige daarna doch in dm loop
van dat zelfde tydvak een ander perceel waarvoor
hij helasiingpligtig is in zebruik neemt.
By overlyden van den belastiogpligtige treden zijue
erfgenamen in dezelfde regten en verpligtingen.
De aangiften volgens het eerste en derde lid iige-
diend worden als gewone bezwaarschriften aange
merkt eu behandeld."
Sehagen den 3 Mei 1864.
Burgemeester en Wethouder* voornoeod
Df Burgemeester,
van Dörsbero Heiden-
De Secretaris,
A J. tak Cantfobt.
Burgemeester en W ethouders van Sehagen
Gelet hebbende op art. 265 der Wet van 29
Junij 1851 (Staatsblad No. 85);
Brengen ter openbare kennis dst het door d>n
raad vastgestelde kohier van den Hoofdeliiken On-
slag alsmede dat voor de belasting op de hund.n
voor het loopende dienstjaar gedurende acht di-
geuen wel van Donderdag Hen 29 April tot ei
met Vrijdag den 7 Mei aanstaande, ter Secretare
dezer gemeentevoor een ieder ter lezing zal nc-
derliggen.
Sehagen den 28 April 1869.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Va* Dörsberg Heiden'.
De Secretaris
A. J. van Cantfokt.
Borgemeester en Wethouders van Sehagen
Gezien de beschikking van den heer provincialen
Directenr der directe belastingen iu— en uitgaande
regten eu accijnsen te Amsterdam, d. d. 30 April
1869 No. 10/97
Maken aan de ingezetenen bekend:
dat, te rekenen van deo 16 Mei a.s. de rijks
ontvanger dezer gemeente, titling zal houden voor
de ontvangst van Directe belastingen des Maan
dag* Itingsdags en Donderdags van elke week
van des voormiddags negen tot des namid lags twee
ure met uitzondering van de dagen die mogten
vallen op den laatsten der maand den 1 Jar.uarij
of op een der algemeen erkende christelijke feesten.
Sehagen, den 1 Mei 1869.
Borgemeester en Wethonders voornoemd
Van Dörnbekg Heiden, Burgem.
A. J. van Cantfobt, Secret.
In den laatstcn tijd is bovenstaande uitdrukking
in zwang gekomen. Busken Huet en Ds. Pierson
hebben beiden haar in eene ongunstige beteekenis
gebezigden daar zij ons vaderland voorstellen
als gebukt gaande onder de heerschappij dier bour
geoisie haar met alles behalve vleijende kleuren
afgeschilderd. Wij betreuren het zeerdat men
door het bezigen vau een schimpwoorddat ei-
gentlijk reeds lang moest versleten zijn bij ons
op nieuw onderscheidingen gaat maken en van
verschillende standen spreekt als of die in onze
tegenwoordige staatsinrigting nog te huis behoorcn.
Daareuboven zal onze taal voorwaar niet fraaijer
worden als onze beste stijlisten zich niet ontzien
om aan allerlei vreemde woorden, bij ons het bur-
gerregt te geven vreemde woorden op welke bo
vendien in hnn eigen land, de blaam van min ge
past en min fatsoenlijk sinds lang kleeft.
Wie het »>e. hoofdstuk uit het le. boek van
Rousseau's contract social opslaat zal zien, dat
deze in de daaronder staande noot, de ongunstige
beteekenis aanwijst waarin het woord bourgeois,
in tegenoverstelling van citoyen moet worden cp-
gevatterwijl het laatste woord steeds als een
eeretitel moest worden beschouwdgaf het eerste
een vernederenden toestand te kennen. Geen won
der dat de leerlingen en aanbidders van Rousseau
gedurenda de fransche omwenteling het woord ci
toyen algemeen in zwang bragten.
Zoo iemand in 1792 of 1793 te Parijs een an
der had aangesproken met den naam van bonrgeois
bij zoude gevaar geloopen Lebben van aanstonds
naar de lantaarn gebragt te worden.
Bij ons aapte men in 1795 de franschen na en
sprak men elkander aan met de woorden van bur
ger en burgeresmen kon daarbij gelukkig alleen
kan het fransche citoveu en niet aan bonrgoois
denkenwant de woordenburger en burgerij
hadden bij ons altijd een goeden klank gehad. De
dichter R. Feith gaf dan ook aan niemand erger
nis toen hij het ter eere van de omwenteling in
1795 vervaardigde treurspel Mucius Cordes begon
met de regels
Verheven burgerij, die aan den dwang ontrukt,
Thans voor geen andere magtdan die der Go
den bokt.