Huwelijksplannen
De partij.
huisgezin in de diepste droefheid werd gedompeld.de welwillendheid der erfgenamen van den eersten
Jan Slot een man van 50j*rigen leeftijd, viel Dijkgraaf, den heer R. T. Scheltinge Wiuterberg,
Ding" dagavond van den trap bij den kastelein Noè .diens portret als mede eene schilderij voorstelleude
waar hij <ts bediende fengeerJe en wa» eeni«e nrw j eiHite vergadering van het bestuur der Maat-
later een lijk. Me» schrijft dit ongeval toe mui tot jnijjkiog en bebouwing der Waard en
het overmatig gebruik van stuiken drank.
rv - i Groet gronden, beide vervaardigd door den ten vorige
De gemeente M mkel en h« aangrenzend Bal- Ure owk,,en ^^a<x^ly,Tla heer C. J.
smgerhom, waren in de afgeloopene week getuigen 1 L portm>n. de
portretten van den overleden twee-
Vin MSfip PIlfomorllriA or» KoUn»o..l-& PnAetvtarinrr I 1
van eene eigenaardige en belangrjjke feestviering
binhen beider grondgebied.
De polder Waard eu Groet toch, herdacht den
1"> en 16 dezer, feestelijk zijn vijf en twintig ja
rig bestaan.
De ingenomenheid met den arbeid voor vijf en
twintig j.ire» aangtvangrn op liet voetspoor en in
navolging van onze en dezen zoo groote en roem
rijke voorvaderen, bleek algemeen, getuige de in
den polder en zijne omgeviug alom wapperende
vaJerlandsche vlag en de vrij algeineene deelname
in de feestvreugde door hen allen, die daartoe door
het bestuur van den polder waren uügenoedigd.
De heer Commieearts ilw Konings in dit gewest,
leden van Gedeputeerde Staten, vele me.le-Tndijkers
den Dijkgraaf den heer T. Sieuweits, door de fa
milie aan den polder geschonken, alsmede dat
van deu fungerenden Dijkgraaf den heer K. Bree-
baart, benevens de herinnering aan de jaren lStt
en 1S69 op de wanden van de zaal prijkten.
Nadat de geuoodkdei op verzoek van den Dijk
graaf de voor ieder hunner bestemde z tels had
den ingenomen, hield de Hoogwelgeb. heer Jh. Mr.
11 Hoeufft van Velzen, een der mede—indijkers
eerie feestrede, waarin Z.II.W.O. in korte trekken
de geschiedenis van den polder mededeelde, die
reeds eene vrij belangrijke mag genoemd worden
en met veel belangstelling werd aangehoord.
Al de op dien dag genoedigien maakten daarna
bcgtdci J duor de eerewacht eu de luuz.jk, eeue rij-
g ronden
niet te
en verschittendc autoriteiten, toonden door huuue
t t i '"er door den geheelen polder van welke,
aanwezigheid ter plaatse der feestviering, het grootse!» r,
- gewassen als om strijd getuigden dat hier
rn moeijeiijk werk der indijking van dezen polder, s ,..f
r i vergeefs een luoejelnk werk was tot stand gebrast,
die met zoovele bezwaren te kampen en zooveel J. l
j i i zoodat ieder dan ook zeer voldaan was over hetgeen
t««en."tond te ovcrwiuoen had gedurende den tij i
j i i hu had gehoord en gezien,
van zijn bestaan, op den regteu prijs to schatten. B
v- li j r. i v l Aan liet rolderhuis terug gekeerd, vereenigden
Zijn Excellentie de Commissaris des Konings ens
j ij- ii- i zich de genoodigden met net Bestuur aan een
andere genoodigden, die op den lo met den eer- 3
.ui l j j discli waar menige dronk en menig warm en har
sten trein te Behagen aangekomeu, werden van daar i r i
i, j. li. trlijk woord, de belangstelling op nieuw opgewekt,
door eenige leden van de feestcommissie, afgehaald. S J. r rö
v i i i i. i i t" den polder deed uitkomen, door zun vnfen twintig
Er had. zien eene eerewacht gevormd van 2> r, t.
i -,i i /lange feestviering! Dankbaar herdacht men onder
zonen vau ïngelandeu en landbouwers uit den pol- ,-J 3
i zooveel meer, het geeerbiedigd Hoofd van ons geliefd
der, die, post gevat hebbende op den Westfrie<clien i -i
dijk in de nabijheid des polders, «le aankomende Vo^TOhu'». de gewestelijke, gemeentelijke en locale
l i l- ii i besturen. 1 en zes ure ver verlieten eenigen en daar
Ijegroette, eu de eer genoot zijn Excellentie en de
i f ...ij. ,ii onder de Commissaris des Konings tot andere
andere feestge.iooteu tot geleide te moge strekken.
u:: ili:j. u::i. 1..Werkzaamheden geroepen, de plaats der feestviering
om nog door den laatsten trein te Noord—Schar-
Bij Colhorn blies de hoormniizijk vau liet regi-
ment liusaren uit Haarlem den aankomenden een
welkom toe en geleide hen verder naar het polder
huis, waar do feestelijke ontvangst door den Dijk
graaf plaats bad.
ffad de geheele polder een feestelijk aanzien,
woude te kunnen worden opgenomen. Tol in
Winkel verstrekte de eerewacht dien heereu op
nieuw tot geleide.
B'ecf men gedurende den avond nog eenigen
doordien aan weers 'zijden der ingangen van alle Se"0PSel,Jk bijeen, de ve gende dag zoude ge-
wegen vlaggen waren aangebrag', boven schilden j tJu'«en. cenc uloer ^S^eetie feestviering,
die de jaren lSdt en 1SÖ9 vermeldden en door ^ar 'e,ler; die eenigz.ns tot den polder in betrek-
dat door de zorg ven den in den pol ier woonden i k,"& .8to"J' »<>en genood.gd was, en aan het werk-
smid eu wagenmaker op de brug bij Colhorn, die ,M ,ien P0,Jer ""erkfaam' <het We'k
Groet, .-eu sierlijke eereboog i derdo,n' van T hft bestuur, f
toeging geeft tot den
was geplaatst mwt torpaaselijkc inscripties, terwijl
anderen tegen den avond illumineerdenliet terrein
waarop Jiet polderhuis staat, had op zijne beide
ingangen eerohogt-n zien verrijzen, waarop in een
paar vierregelige versen hulde was gehragt aan de
Indijkers van den zoo schoouen polder.
Het polderhuis zelf prijkte, even als de voor dit
feest bijgebouwde teut, rnet vele vlaggen en de
vergailnrzaal, nu tot feestzaal ingerigt, was met
vlaggni, gto-u en bloemea versierd, terwijl door
naar ou-
60 tot 1
ter vorteeriug ontving), toen gelegenheid werd ge
geven, om mede te dingen naar belangrijke prij
zen, door de commissie naar ieders keuze aan te
koopen uit eene geldsom van p.m. f150, door
ingelanden tot dat doel vrijwillig bijeengebragt.
Het koude eu gure weder was oorzaak, dat van
de door de commissie georganiseerde spelen, slechts
enkele konden worden uitgevoerd, waarom de com
missie besloot deze beneven» het vuurwerk op Zon
dag 20 dezer te doen plaats hebben.
van een rentenier.
Oarspronkalijk hollaadscha Navslla.
Dat ia dan 't geen ik a»eht nu ia mijn Kart aanbad.
En waar ik lerea, ziel ra bril vuor «m bad?
Vroeg in den morgen werd onze slaper door den
nachtwacht gewekt. Komaan, heerschap! de dag
breekt aan, ga nu naar uw logement; inaar zeg mij
eerst eeue, hos gij heet, want in den loop van
den dag znlt gij u bij den commisaris van politie
moeten begeven, om hem reden te geven van uw
nachtelijke wandeling.
Spoedig sprang hij op, zeide zijn naam, en
vloog naar huis. Gelukkig was het nog niet
druk op straat, zoodat hij, behalve eenige aan
merkingen op zijn zonderling kostuum, ongedeerd
zijn logement bereikte.
De waard was nog niet present en zoo zacht mo
gelijk zocht hjj zijne kamer op, ging onder de
dekens tot de herbergier hem wekte en stond nu
andermaal op. Hij was zoo wijs zijn avontuur
niet te vertellen, bestelde een fiksch ontbijt en
kleedde aich daarna om zich naar den commissa
ris van politie te begeven. Zonder iets te ver
zwijgen vertelde hij dezen zijn avontuur en was
regt blijde, dat bij er afkwam met de vermaning
voortaan liever te doen als andere mensehen, na
melijk 's nachts te slapen ea op den dag te wan
delen.
Zie zoo, dacht hij in zich zeiven, dat is ach.
ter den rug. Deze middag zal mij xuimschootg
schadeloos stellen voor het geleden verdriet. Allee n
de gedachte aan haar maakt mij tot den geluk
kig«te aller stervelingen. Doch het wordt tijd
mijn toilet te maken voor de partij, die mij wacht.
Mijn mooiste pak wil ik aantrekken, want van den
eersten indrnk hangt veel af.
Inmiddels is hij op zijne kamer gekomen.
Hij haalt ziju koffer voor den dag en zoekt daar
uit een fijn lakensch pak, witte das en nieuwe
pruik. Hij kleedt zich aan met den spiegel voor
zich en hoe meer hij vordert, hoe meer hij over
zich zeiven te vreden is. Doch plotseling schiet
hem de gedachte in dat hij dezen middag met
stedelingen te doen zal hebben, die niet met een
als je belieft en dank je te vreden zijn. Een
graeieuse buiging hoort bijna bij elk woord dat
men zegt, dacht hij: doch met een weinig oefe
ning zal dat ook wel gaan.
Wat is een spiegel toch een heerlijk ding. Men
kan zoo alles zien wat men doet. Komaan, van
der Steen! gebrnik hem.
Dit zeggende ging hij weer voor den spiegel
staan, boog met een allervriendelijkst lachje en
daar begon hijMijnheer, hoe vaart u, sedert
gisteren (eene buiging.) Mejufvrouw het verheugt
mij zeer u te zien, boe vaart Door een bui
ging tot op den grond wilde van der Steen me<
jufvrouw Amalia zijn nederigheidz(ja onderda
nigheid bewijzen; maar ongelukkiger wijze had de
goede man nooit veel aan gymnastiek gedaan. Hij
verloor zijn evenwigt en voor hij zijn spech nit
had, kwam zijn geaigt in zulk eene hevige botsing
met den spiegel, dat èn spiegel èn man op den
grond stortten. De eerste geheel aan stukken en
de tweede, kermend van pijn en schrik en van
angst voor den eigenaar van het gebrokene.
Deze gebruikte juist zijn twaalfuurtje, toen bet
Inmiddels vereenigden zich do genoodigden aan
eenen maaltijd, in de tent aiagerigt en mankten
daartoe gedeeltelijk ook door hel ongunstige weder
aangespoord ruimschoots van de gelegenheid ge
bruik, om, door menig hartelijk woord en daaraan
gep unie deal, tan hunne belangstelling te doen
blijken in het heil en het geluk van den polder
en van hen die daarvoor werkzaam waren.
Drie werklieden met name K wan tas, Broekhui^
zen en leefhebber, sedert zijne eerste wording bij
den polder in dienst, ontvingen ieder als eene her
innering aan dezen Mag, onder eene gepaste toe
spraak uit handen van den Dijkgraaf een zilveren
lepel en vork ten geschenke.
Een der heeren genoog«len vernomen hebbende
dat Kwantes op zijnen gevorderden leeftijd zich
vele ontberingen moest getroosten, vroeg en be
kwam verlof van den geachten voorzitter, eene in
zameling van gelden bij de aanwezigen te mogen
houden en smaakte de zelfvoldoening eene som
van ruim f t0 voor deu braven man te mogen
bijeong-bragt zien, die hem door den voorzitter
met eene toespraak werd ter band gesteld.
Zekeren Jb. Kuilman, onlangs molenaar gewor
den in een aangrenzenden polder, bad naar aan
leiding der zilveren feestviering des polders een
goed geschreven gedicht vervaardigd, het welk op
verzoek van den Voorzitter door dfn Secretaris
werd voorgedragen en zulk eene tevredenheid en
belangstelling bij de aanwezigen uitlokte, dat, op
het voorctel van een der gasten, om door vrijwil
lige bijdragen, den onlangs gehuwden jongen man
en zijne vrouw een huwelijks geschenk aan te bie
den, ruim f 60 bijeenverzameld werd, welke gelden
den beide echtelingen, d-e inmiddels waren uitge-
noodigd, door den voorzitter onder eene hartelijke
toespraak werden ter hand gestel), wat den ver
vaardiger van het gedicht een goed woord van
dank ontlokte. Menigen webneenenden en li irtelij-
ken toast ingesteld op indijkers en bestuurders «les
polders en anderen, afgewisseld door de welluidende
muzijk der hnsaren maakten dut dezen avon 1 ge
nocgelijk werd doorgebragt en men slechts uoile
scheide.
Hoewel het weder op 20 dezer geenzins uit
lokkend was, werden des namiddags de spelen die
op 16 j.l. waren uitgesteld, ten aanzien eene naur
omstandigheden talrijke volksmenigte uitgevoerd,
terwijl des avonds te ruim 9 ure een schitteren l
vuurwerk, vervaardigd door den heer van «Ier
Brugh te Amsterdam, het feest waardiglijk besloot.
Onder meerdere schooue stukken werd het sl.it
als hulde aan de Indijkers, door de zeer talrijke
aanschouwers, met luid gejuich begroet. Het ver
dere van den avond genoegelijk en in gepaste
vrolijkheid doorgebragt, werd besloten met dank
betuiging aan het Bestuur en al degenen, die het
hunne hadden' bijgedragen om de feestviering op
te luisteren en den wensch geuit dat bet den
waardigen Dijkgraaf nog vele jaren moge gegund
gerinkel en gekerm zijn oaren troffen. Wat zou
dat zijn Hij vliegt naar de kamer van van der
Steen en ziet daar tot zijn schrik zijn kostelijkeu
spiegel in honderd stukken liggen. Als een bere
kenend man zette hij dus spoedig zijn gezigt in
een droevige plooi en riep uit
Daar ligt het nu, dat meesterstuk.
Wat blieft u, mijnheer? durft van der Steen
te vragen. Wat ik blief? ik blief dat gij mij dien
spiegel betalen zult, mijn kostelijksten spiegel daar
ik zoo veel van hield, den inooisten uit mijn ge
heele huis, die mij eens meer dan vijftig gulden
kostte.
Ja, maar beste mijnheerik kon het toch niet
helpen, mijn voet gleed uit en toen
Wat! nog tegenpruttelen toe, ik heb met jon
kreupelen poot niets te maken jij hebt deu spiegel
gebroken en jij znlt hein betalen, of
In zijn woede greep de waard een stoel en slin
gerde dien zoo vervaarlijk boven het hoofd van den
ongeluksvogel; dat hij in zijn angst uitriep:
Wel, zeker mijnheerik zal hem betalen, ik
wilde maar alleen zeggen, dat mijn voet
O! ik begrijp u al, mijnheer! uw voet is uitge
gleden. Maar vergeef mij mijne drift, mijnheer!
het is mij niet kwalijk te nemen mijnheer, dat ik
mij daar straks zoo onbeleefd jegens u gedroeg
mijnheer, want ik hield zooveel van dien spiegel,
ma3r nu u hem betaalt mijnheer, nu
Achl riep van der Steen, die begon te vrteaen
dat er aan dat excuus van den waard nooit een
einde zoa komen, geef mij als u 't belieft een
hand en help mij eens op, want ik lig hier lang
niet gemakkelijk tusschen de scherven.
De herbergier voldeed aan dit verzoek, schuijerde