Scherpsehnllerscorps te Schagen.
Postkantoor Schagen.
Hulpk. Barsingerhorn.
Hulpk. Schagerbrug.
Hulpk. Winkel.
Hulpk. 't Zand.
Burgerlijke stand der gemeente St, Maarten.
Burgerlijke stand der gemeente Schagen.
Burgerl. Stand der gemeente Barsingerhorn c. a.
BEURSTIJDINGEN.
BI. Grieken, 5pC. 8}.
INGEZONDEN STIKKEN
MARKTBERIGTEN.
Schietoefening van 27 Jnnij 1869.
Op 100 pas zijn door 4 man verschoten 40
patronen waarvan 28 treffers. De korp. de Boer
had in 15 schoten 11 treffers en 18 ponten. De
fonrier kwam op 150 pas.
Op 200 pas (wedstrijd voor de Bilt) schoten
4 man 40 patronen, waarvan 12 treffers De korp.
W. Meors had in 10 schoten, 4 treffers en 9 ponten,
waaronder een roos. De wind was ongunstig.
Schietoefening van 4 Jolij 1869.
Op 100 pas zijn door 5 mao verschoten 50
patronen, waarvan 31 trvffers. De serg. maj.
Schelling had in 5 schoten, 5 treffers en 9 ponten
hij kwam op 150 pas. Op 150 pas schoot een
man 10 patronen waarvan 2 treffers. Op 200
pas wedstrijd voor de Bilt schoten 9 man 105
patronen, waarvan 44 treffers. De serg. Roggeveen
en de fonrier Roggeveen maakten ieder io 10
schoten, 6 treffers en 8 ponten, terwijl de loit.
Roggeveen in 15 schoten, 9 treffers eo I) ponten
had. De aerg. O. Kots maakte iu 15 patronen, 8
treffers en 10 ponten.
LIJST VAN BRIEVEN,
geadresseerd aan onbekenden en over Mei ver
zonden door
P. Hofland, te Groet; P. Spaans, te Hensbroek;
Jansen, te Weatzaan; J. B. Bos, te Amsterdam;
II. F. Lindeman, te Amsterdam; C. Maat, te Am
sterdam; N. van Rijnningen, te Dirkshorn; S.
Spaans, te Hensbroek.
P. Eraming, te Nieowe Niedorp.
H. van Os, te Haarlem.
J. Trompetter, te Schagen; Aaltje Schatte, te
Amsterdam.
Jansje Langedijk, te Schermerdijk.
Ingeschreven van 22 Jooij6 Jolij 1869.
GEBOREN: 25 Jonij Jan, zoon van Jan Brak
en van Guurtje Berkhout.
ONDERTHOWD: Geene.
GEHUWD: Geene.
OVERLEDEN: Geene.
Ingeschreven van 27 Jnoij3 Jolij 1869.
GEBOREN: 29 Jonij Neeltje, dochter van Ariën
Dekker en Wijntje Smit. 3 Jolij Jan, zoon van
Cornelis Hofland en Neelte Klos.
ONDERTROUWD: Geene.
GEHUWD: Geene.
OVERLEDEN: geene.
Ingeschreven van 29 Junij6 Jolij 1869.
GEBOREN: Geene.
ONDERTROUWD: Geene.
GEHUWD: Geene.
OvERLEDEN: 3 Jnfij Msartje Wit, ood 7 maanden:
6 dito. Sitnon Spaans, ood 3 weken.
Dingsdag den 6 July 1869.
Amsterd. W. 8. 2}pC. 56 8pC. 64$.
Rusland, oode 5p(J. 95J 1831, 5pc. 79}
OostenrijkMetaliek 5pC. 4»} idem A. 61
idem Nationale 1854 5 pC. 54.)
Spanje thans 2|pC. 29} 3pC. 32}
Portugal8pC. 84}
Mexicanen 3pC 11}.
Londen, Wisselk. zigt 12,12, 2m 12,10.
Parijs, v i 51 56^.
Hamburg 1 35] 1 35.
Bordeaux 15 dagen 5 6} 56}
Metal. Coopons f 19.80.
idem nationale r 24,35.
73e redactie vereenigt zich niet alljd met de ge
voelen* der inzender* van geplaaUte stukken.
Mijnheer de Redactenr!
Daar tegenwoordig iedereen schrijftzelfs een
Noijens en Just de Lion de la Plaissieres enz.
Zoo waag ik. het ook eens, en verzoek o bij deze
wel zoo goed te willen zijn, dit mijn gemoedelijk
geschrijf io ow veel gelezen weekblad op te nemen.
dewijl dit dier eene oude vriendin van mij was en
mij van melk voorzag, sloeg ik dit vriendelijk aan
bod af.
De beste toer van dezen man met den degen
was de volgende: Een zijner gezellen hield een
soort van vrucht in de hoogte, die het best bij
onzen komkommer kon vergeleken worden. De
man met den zwaaijenden degen sloeg er verschei
dene plakken af, die allen geheel waren en zoo
dun als een dubbeltje. Het overschot lag hij op
den handpalm van zijn kameraad en sloeg het
midden door zonder de hand te kwetsen.
De Indische sabel telouau genaamd, is een
vreeselijk wapen in geoefende handen. Hij is breed,
gehard en scherp als een scheermes en van af het
midden krom. De Inlanders weten zich er veel
beter van te bedienen dan de soldaten en maken
er somtijds een vreeselijk gebruik van, dat men,
als men het nooit gezien heeft, zich moeijelijk kan
voorstellen.
De derde goochelaar, die blijkbaar het hoofd
van de bende was. vertoonde zich bet laatst. Zijn
gelaatstrekken waren jeugdig, hoewel zijn haren
reeds een grijsachtige kleur hadden. Die vroege
grijsheid was waarschijnlijk een gevolg van het
misbruik maken van zijne krachten. Zijne lede
maten waren zoo lenig dat hij geen beenderen
scheen te hebben. Hij geleek zoo zeer op een
vierhandig dier als ik nog nooit had gezien; zijne
voeten konden letterlijk hetzelfie verrigten als zijne
handen.
Die man bezat ook het buitengewoon vermogen
om deu wil, die de beweging van eene afdeeling
spieren bestuurt, te isoleereu (vrij te maken) zóó,
dat die op de andere spieren geen invloed had,
zoo kon hij een degen op zijn hoofd laten ba-
lanceeren, terwijl hij met zijne handen eenige
messen in de hoogte zwevende hieldook zat hij
op den grond, waarbij zijne handen met eenige
verschillende gekleurde ballen speelden en zijne
voeten een zeker aantal ringen in beweging hiel
den, zonder dat dit hem belette om met zijne
kameraden te praten.
Ik had de bijzonderheid nog moeten vermelden
dat elke nieuwe toer door eene zamenspraak vooraf
werd gegaan, die wel den schijn had alsof die
vertrouwelijk en in 't geheim plaats hadmaar
die, omdat er van eene toekomstige belooning
sprake waszeker ook wel bestemd was om tot
onze ooren door te dringen.
Zoo spraken zij voor de laatste toer het vol
gende
le. persoon. Mijn broeder, gij zijt een zeer
vaardig persoon. Die beroemde gentleman is
zeker wel verrukt over alles wat hij n heeft zien
doen.
2e. persoon. Dat hoop ik, ik heb althans
mijn best gedaan om hem genoegen te geven, want
ik heb dikwijls hooren zeggen dat hij zeer edel
moedig is voor arme inenschen zoo als wij
zijn.
3e persoon. Dat is waar, mijne broeders. Ik
heb overal zijne welwillendheid en zijne mildheid
hooren roemen. Maar zooals ik hem nu zie, over
treft hij alles wat men mij van hem heeft gezegd.
Zeker, hij zal niet in gebreke blijven om ons mild
te beloonen.
Het zal zeker niet noodig zijn te zeggen dat
die schelmen nooit mer mij hadden hooren spre
ken en dat zij mij zelfs niet bij name kenden. Een
tau hen gaf toen aan de anderen te kennen dat
bet mij zeker zeer aangenaam zou zijn een boom
in de nabijheid van mijne tent te zien groeijen.
Men vroeg mij welken boom ik verlangde, een
citroenboom, die znren of die zoete vrachten voort-
bragt. Ik bepaalde mij bij de eerste soort. Nog
vroeg men mij de plaats juist te willen aanwijzen
waar ik den boom zou willen hebben. Ik duidde
eene plaats aan op twee voet afstand van de plaats
waar ik zat.
De mand zonder bodem even nuttig voor die
goochelaars als het rendier voor Laplaud, werd we
der in beslag genomenop de bepaalde plaats
gezet en met een doek overdekt. Binnen den
tijd van eene minuut, werd de doek weggenomen,
en men verzocht mij om in de mand te zien
Ik zag den tak van een jongen citroenboom
nit het zand te voorschijn komen met twee h drie
versche knoppen. Men deed den doek er weder
over heen, waarop men eenig water sprengde, om
den groei van den boom te bevorderen waarna
men mij verzocht otn nog eens door eene opening
De dagbladen houden zich op een aflerontzet-
tendste wijze bezig met den heer van Foreest en
zyn strooijbillet, even als of er iets allerontzettends
misdreven ware; wat is er toch gebeurd, dat de
dagbladen zoo'n verschrikkelijk lawaai maken, over
de niet herkiezing van Foreest? is dit zoo'n vreem
de historie immers neen, de niet herkiezing van
Foreest is zeer eenvoudig te verklaren.
Io. Omdat hij in de Tweede Kamer niets uit
voert, dan een klaar gemaakte redevoering of hoe
men zoo'n ding noemen wil bij wijze van kansel
welsprekendheid voor te preeken tot het uit is.
2o. Omdat hij onder, door, of tijdens het mi
nisterie Heemskerk geridderd werd, hoe, en door
wien, beteekent veel.
80. Wat de deur to® doet, omdat hij door de
nltramontanen en Jezuiten, gerekommandeerd werd.
En, wat het strooibiljet betreft, dit zal eigentlijk,
en als men het eens goed wilde uitpluizen en op
den keper beschouwen wel van of door dezelfde
Protestantsche schoolmeester afkomstig of geschre
ven zijn, dewelke gepasseerde jaar ook op zoo'n
mizerabele wijze voor de herkiezing van zijn
den heer C. van Foreest getobberd heeft; ik ten
minsten was nu beu van Foreest; het spektakel
dat over of voor hem gemaakt wierd beviel rny
niet langer, als ook het geklets van de kiesvrien-
den van Foreest, Nuijens en de heeren van het
dagblad de Tijd, over de Heiligerlee historie en
het met minachting bespreken van Willem den
Zwijger en zijn tijd, deed mij de zaken heel
anders inzien dan vroeger, en besluiten om, uit
volle overtuiging mijn vaderland eene dienst te
doen, nu niet meer van Foreest, maar wel Knoop
te stemmen.
Een Noord-IIollandsche boer, maar geen
Buitenvelder.
Metingen 1 -JuliJ 1869.
Aangevoerd 2 Stieren f 90 a 110, 2 vette gelde
Koeijen f 160 a 190, 4 Kalfkoeijen 110 a 140,
100 vette Schapen f 20 a 27.60, 180 magere dito
f8® 16. 20 Lammeren f 10 a 12, 14 Magere
Varkeus f 16 a 25,30 Biggen f 10 a 12, Konijnen
10 a 75, Kippen 15 a 60 ets. Boter f 0.77} per
kop of f 1.18 per NP.. Kaas 15 a 20 ets. per
NP.. Kippeoeijereo f 2.70 a 2.75. Eenden dito f
3.40 a 8.50 per 100.
boven in den mand te kijken. De citroenboom
was aanmerkelijk grooter geworden en was niet
alleen beladen met bladeren, maar ook met bloe
men en knoppen. De plegtigheid van het be
dekken en van het bevochtigen werd nog eens
herhaald, en, toen ik voor de derde maal verzocht
werd om het gevolg daarvan te zien, zag ik een
waren citroenboom van ongeveer twee voet hoog,
beladen met vruchten van verschillende rijpheid.
De goochelaars tot op het midden des ligchaams
naakt, konden mets iu hunne mouwen verbergen.
Hoe zij deze toer ten uitvoer bragten, op eene
bedekte plaats en te midden van oplettende toe
schouwers, verklaar ik niet te begrijpen maar ik
heb die hier verhaald, zooals die had plaata gehad.
De Indische goochelaars zijn ook bijzonder be
dreven in het africhten van sommige dieren. De
aap vervalt de rol van een hofnarmoet altijd
lijden om anderen te vermaken eo speelt de be-
lagchelijkste pantomimen met de grootste deftig
heid. Een geit doen zij balanceeren op 3 of 4
stukken hout, die de gedaante van een zandloo-
per hebben, en ongeveer 8 duim hoog, welke op
elkander geplaatst zijnde een zeer beweegbaren zuil
vormen. De geit zet haie pooten digt bij el
kander en weet het evenwigt te bewaren. Beeren
laten zij ook met elkander vechten, die, hoe me
nigmaal zij ook woedend op elkander aanvallen
en brallen, toch geen letsel bekomen. Zelfs we
ten zij jonge koeijen en stieren zoo af te rigten
dat wanneer een persoon, op zulk een dier geze
ten tot de toeschouwers zegt, dat bet kan gaan
liggen en groeten, het onmiddelijk de aangekon
digde kunsten volbrengt, zonder dat hij het dier
aanziet.
De geheimen van Magie bepalen zich dus niet
alleen bij de tent van de heeren Maju en Bamberg,
maar zijn over alle deelen der aarde verspreid.
Genoemde heeren zullen misschien eenige van die
toeren kunnen nadoen, maar of zij ook bereid zijn
om hunne Indische collega's te volgen, wanneer
deze door de sporten van een ladder, dien zij
zeiven in evenwigt honden, heen kruipen, dat zon
ik wel durven betwijfelen.
Ingezonden.