Een Winterdag.
V. ID. BOS.
1 De molen.
GEMENGDE KËlllGTE.V
Uitslag der verkiezing voor drie leden
van den Gemeeate Raad te Schagen.
vergelijken met de bedachtzame hervorming, welke 1
onze minister van colonien, ten aanzien van onze
colonien voorstelt. Het moge waar zijn dat slechts
drie stemmen in Frankrijk zich destijds tegen de
volvoering van dat plan verzetteden, hoe of deze
omstandigheid een pnnt van overeenkomst met de
voorgestelde hervorming kan uitmakenbegrijpen
wij waarlijk niet. Aan stemmendie zich tegen
de hervormingsplannen van dezen en de overige
ministers kantten heeft het ons waarlijk niet ont
broken. Ons land telt vier groote oppositie-bla
den en een massa van kleine couranten, die zich
tegen deze hervorming met hand en tand hebben
verzet, om niet te spreken van de ontelbare zwer
men brochures, die over deze aangelegenheid het
licht zagen.
Er bestaat dus geen enkel punt van overeen
komst tusschen de beide gebeurtenissen. De ver
gelijking is dus eigentlijk even dwaas, als die
welke voorkomt in eene leerrede van den pre
dikant Ouwejans over den dood van Adam
Adriaau Baron van der Duijn in 1753 uitgegeven,
waarin hij als punten van overeenkomst tusschen
den eersten mensch Adam en Adam van der
Duijn, onder anderen wijst op de volgende om
standigheden Adam was uit de aardeAdam
Adriaan van der Duijn insgelijks. Adam was 't
zegel van 's Heeren verbond voorgeschreven en
gegeven om dat te bewaren, Adam Adriaan van
der Duijn was groot zegelbewaarder van Holland.
Adam was heer van alle beesten, Adam Adriaan
was houtvester van Holland en Westfriesland.
Adam was rentmeester van het paradijs, Adam
Adriaan rentmeester van de Abtdij van Rijnsburg
Adam gaf in hoogen ouderdom den geest, Adam
Adriaan stierf ook in rijpheid van leeftijd. Evenmin als
deze mooije punten van vergelijking in het minste
pleiten in het voordeel van den zaligen van der
Duijn, evenmin kan uit eene vergelijking tusschen
de russische veldtogt en de indische hervorming
in het geheel geene nadeelige conclusie tegen de
laatste getrokken worden.
Afschaffing van de doodstraf. Het
gerucht dat door deze regering een voorstel zal
Novelle.
Duivelsche pijn, vervloekte jichtriep de mo
lenaar die door de jicht in zijn leuningstoel
moest blijven. Wist ik maar, waar die Hendrik
weder blijft. Verduiveld huishouden I Nu heeft
mij de schout twee mud gerst gezonden om te
pellen, en neenhet is om dol te worden
Geen verstandig mensch is er in huis, die de
knechts aan het werk kan zetten, zooals dat be
hoort! Die lummel, die straatslijper! Maar ik...
Ai t dat been
De dikke molenaar, die daar straks van woede
met zijn kruk op den vloer stampte, kromp van
pijn in zijn stoel. Toen zij weder bedaarde be
gon hij op nieuwNiemand denkt meer aan mij
niemand eerbiedigt mij! Het is de tijd der snip
pen. Twee mud gerst stuurt de schout mij, en
hij vergeet de snippen er bij te doen, die ik an
ders altijd in dezen tijd van hem present kreeg.
Is dat opmerkzaamheid van een man, die mijn
schoonzoon wil worden SnippenHet water loopt
mij door dit woord alleen reeds over de tanden.
Te middernacht zon men mij door dat woord kun
nen wekken en met mijn lamme poot door de
kamer doen springenJawanneer mijnheer de
schout mijn geld noodig heeft, dan is het vschoon-
papa/' voor en na, dan zou hij mij wel op de han-
hen willen dragen; dan is hij de voorkomendheid
in eigen persoon; maar als hij het niet noodig
heeft, dan heeft hij drukke zaken de stad
Drukke zaken!.. Zeker, dan moet zijn geld, neen
mijn geld rollen. Rika, zijne dochter, die zwijgend
met haar naaiwerk naast haar vader bij het venster
zat, had stilzwijgend deze vlaag van ontevredenheid
aangehoord, dewijl zij zeer goed wist, dat haar va
der alsdan geen tegenspraak kon verdragen. Daar-
worden gedaan om Ij ons de doodstraf af te
schaffen, geeft het D;blad aanleiding om de li-
berale te beschuldigidat zij vel medegevoel
voor de moordenaar maar niet voor de slagt- J
offers van deze bloedorst hebben. Wij stellen j
dat verwijt gelijk met at hetwelk eens werd gedaan
aan den Heiland, ds hij wel aanzat met tolle-
naars en zondaars, mar niet met de hoogwijzen
en vroomen. Het beralismus leidt er werkelijk
toe om den blik bij voorkeur te wenden naar de
ongel ukkigen, die vor de maatschappij als verlo
ren schijnen. Wij ekennen volgaarne dat om den
wille der oneerlijke .rmoede, de eerlijke armoede
nimmer mag worden vergeten, maar tevens vragen
wij of het zoo ten enenmale in de liberalen te
veroordeelen is, dat zj gedachtig aan de spreuk
des zaligmakers, niet le gezonden, maar de zieken
hebben den medicijnreester noodig, bij voorkeur
de oogen houden gevestigd op de zedelijk-onge-
stelden
Aantal kiesbevoegdm 188, waarvan opgekomen
127, (van onwaarde briefje), volstrskte meerder
heid 64. Uitgebragte stemmen op de heeren:
Jacob Denijs Wz. 58; Jan Govers Wz. 55;
Jan Asjes 42; H. I. Voorman 41; F. O. van
Dörnberg Heiben 85 H. R. de Meêr 33; Jan
Noë Senior 29; Jan Borst Senior 23.
Zoodat niemand verkozen, tusschen de zes eerst
genoemde eene herslemming zal moeten plaats
hebben.
De overige stemmen jvaren op 25 verschillende
andere personen verdeeld. Welke verdeeldheid dan
ook ten volle de nooizakelijkheid bewijst der op-
rigting eener //Kiesvereeniging."
Te Alkmaar heeft eene dienstbode zich van kant
willen maken, hare poging is echter verijdeld; men
veronderstelt doordien zij twee tegenstrijdig wer
kende vergiften (luciferkopjes en droogwater) te ge
lijk had ingenomen. De hervormde kerk te
Uitgeest heeft een nieuw orgel gekregen. Te
Nieuwediep is een matroos, door het te vroeg af
gaan van een stak geschut van boord geworpen
en verdronken. H. M. de Keizerin van Rusland
enboven scheen de loop, dien zijne gedachten ge"
nomen hadden, haar wel te bevallen, want zij lachte
in zich zeiven en bij zijn laatste woorden glinster
den haar blaauwe oogen van genoegen.
Maar nog altijd, begon de molenaar weder, ter
wijl hij zich tot haar wendde, nog altijd vraag ik:
waar blijft Hendrik
Lief vadertje! dat weet gij wel. Of heeft hij het
u niet gezegd voor hij heenging? Hij is naar den
houtvester, om hout voor een nieuwe roe uit te
zoeken, dewijl de oude slecht begint te worden,
zoo als gij weet. Elk oogenblik kan hij terugkomen.
Het gelaat van het meisje drukte evenwel iets
anders dan die spoedige verwachting uit. Met een
zekeren angst keek zij telkens door de bevrozeu
ruiten, die zij met haren adem ontdooid hield en
blikte zoo ver mogelijk over de met sneeuw be
dekte vlakte.
Zoo? uaar den houtvester? Als ik mijn lamme
been niet had, was ik zeker in dien tijd wel drie
maal bij den houtvester geweest, zou wel drie
boomen uitgezocht, geveld in den molen gebragt
Geschild, gebraden en als ontbijt gebruikt heb
ben, als zij u niet tusschen de tanden waren blij.-
ven zitten, niet waar? oude brompot! viel zijne
▼rouw, die juist binnen kwam, in de rede. Ik ge
loof, oudedat gij op uw ouden dag nog een lastig
meubelstuk zult worden.
Zoo? antwoordde de molenaar. En kan ik dat
niet? Heb ik daar geen regt op? Ben ik niet de
heer des huizes?
Ja wel, mijn oudje, dat zijt gij en zult gij blij
ven, zoo lang gij leeft. Maar wat Hendrik betreft,
hierin hebt gij ODgelijk. Van den molen naar den
houtvester is een uur ver en dus kan hij onmogelijk
voor den avond terug zijn.
Zoo? En als hij voor Rika mooije boeken en
andere bagatellen uit de stad baalt, blijft hij dan
ook zoo lang weg?
De moeder zweeg. Rika boog blozend het hoofd
heeft voor een harer boerderijen, in de Beemster
en te Blokker, Westwoud en Hoogcarspel een 10
tal koebeesten en een jongen stier laten opkoopen;
voor écne koe werd f 400. gevraagd en dadelijk
betaald.
Baron Bentinck van Schoonheten, burgemeester
te Nieuw Lensen, heeft zich te Dalfsen, op zijne
buitenplaats, door een pistoolschot van het leven
beroofd. Te Zwolle heeft een timmermansknecht
geprofiteerd van de gelegenheid dat zijne vrouw
en kinderen afwezig waren, om zich op te han-
gen. Te Gouda is een jongentje van den huis
schilder C. de Wilde uit de bovenste verdieping
gevallen, en met den schrik er afgekomen. De
rotterdamsche de Vletter is tot tien jaren gevan
genisstraf veroordeeld. Von Bismarck is eenige
maanden met verlof. In het Noord-Hollandsch
Kanaal, nabij de spoorwegbrug te Alkmaar, is een
19jarige jongeling, jammerlijk verdronken. Uit
Aalten zijn 230 personen naar Noord-Amerika
vertrokken. Te Meppel heeft een klompenmaker
een schipper dood gestoken.
Ten bewijze, dat ook buiten Noord-Holland
hooge prijzen voor het rundvee bedongen worden,
kan dienen, dat den 15 dezer door den baron van
der Borch, genaamd van Ronwenoort, op den huize
Roville onder de gemeente Zevenbergen, vier jonge
koeijen, welke tweemaal gekalfd hebben en in het
najaar op nieuw moeten kalven, zijn verkocht voor
de kapitale som van f1400, als twee voor f400
en twee voor f300 per stuk.
Deze uitmuntende dieren zijn bestemd om naar
Noord-Amerika verzonden te worden en namens
den heer Hasselman te Zoelen gekocht.
Een korporaal der infanterie, te Nieuwediep
in garnizoen, ontving dezer dagen de tijding van
het overlijden van zijn oom. Dit treurig berigt
ging echter gepaard met de minder droevige me-
dedeeling, dat hij door dit overlijden bezitter was
geworden vaneen vermogen van f80.000 en twee
arabische paarden. De korporaal moet nog 11
maanden in dienst blijven.
Woensdag jl. stond voor het kantongeregt,
te Wageningen eene behoeftige vrouw teregtbe
schuldigd van op eens anders in deD oogst staanden
grond geloopen te hebben. De eigenaar van dien
bebouwden grondde laudbouver L. J
tevens klager, ontdekt met zijn zoon die vrouw
op zijn land en maakte, in zijne zucht om haar
te verwijderen, vrijwillig gebruik om over het land
van een ander te loopen. Dus als overtreders waren
ze nu gelijk; doch toen de klager opgeroepen werd,
was hij niet present en werd hij, nog voor dat de
vrouw verhoord kou worden, veroordeeld tot eene
geldboete van f 10, en de behandeling der zaak
14 dagen uitgesteld Inmiddels kreeg de vrouw ia
en wierp een steelschen blik naar buiten, om den
vergeefsch gewachte met de oogen te zoeken.
Hendrik, die bedelaarsjongen! Heb ik hem in
mijn huis genomen, opdat hij den jongen schout
zou navolgen en den baron uithangen I De dui
vel zal hem halen! Mijn molen voedt slechts één
luiaard en die ben ik
God! fluisterde Rika hare moeder met den groot-
sten angst toe, terwijl hare groote blaauwe oogen
zich met tranen vulden, als hij eens een ongeluk
gekregen had
Wees bedaard, mijn kind! Wij staan allen in
Gods hand.
Die bedelaarbromde de molenaar op nieuw. Heb
ik hem niet in mijn hnis opgenomen en een man
van hem gemaakt. Maar daar zijn van die men-
schen, die het geluk niet kunnen dragen. Zij moe
ten levenslang bedelaars blijven, anders worden zij
overmoedig
Schaam u, oude! viel zijne vronw hem in de
rede, van uw bloedverwant als van een bedelaar te
spreken. Het is bovendien nog wel uw petekind
christenpligt eischte, dat gij hem in huis zoudt
nemen, toen zijne ouders stierven. Sedert dien
tijd heeft Hendrik u eerlijk en trouw gediend, voor
het brood, dat hij hier gegeten heeft, moest hij haid
werken. Zie uw lamme beenen eens aan, oudeen
vraag eens aan u zeiven, wat er van den molen
zou geworden zijn, indien Hendrik niet bij u ware
geweest en gij alles aan vreemde handen had moe
ten overlaten. Neen, neenwees openhartig en gij
zult bekennen, Hendrik nog dank verschuldigd te
zijn.
Zoo? gij speelt dus ook al met dezelfde kaarten?
riep de molenaar, zijne vrouw woedend aanziende.
Deukt gij, dat ik uwe plannen n;et doorgrond.
Denkt gij soms dat mijne hersens in denzelfden
toestand zijn als mijn lamme been Neen nog
ben ik heer des huizes en ik zal het u toonen dat
ik het ben. Denkt gij dat ik mijne drie ton heb