19
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
ftl
M 621.
Koningschap of republiek
Dertiende Jaargang.
Ao. 1869.
c
GEMEENTEAFIOMIGIME*.
POLITIE.
SCHAGER COURANT.
Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch wordt
met een bijvoegselbevattende het jongste Schager-
marktberigtden volgenden avond verzonden aan hen
die znlks verlangen.
Brieven franco aan de uitgeefster.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar 8,Franco per post f 3,60.
Afzonderlijke nummers f 0,07$.
ADVEBTENTië* van een tot vijf regels f 0,75; iedere
regel meerder f 0,15. Groote letters naar de ruimte die
*ij beslaan.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te bién.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
Een onbeheerd schaap van iolandsch ras, gemerkt
op de schoft met een zwarte plek en op den rug
met een roode streep, de vorige week onbeheerd
gevonden, is tegen betaling der voedingskosten
terug te bekomen bij den Burgemeesler van Schagen.
BEKENDMAKINGEN.
Brandweer.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, bren
gen ter kennis van de belanghebbendendat op
zijn verzoek eervol ontslag is verleend aan Jan
Govers als brandmeester bij de brandspuit „J2
en als zoodanig is benoemd Jacob Stammes.
Schagen den 17 Augustus 1869.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
van Döknbeeg Heiden
De Secretaris
A. J. van Cantfort.
Brandspuit JTwee.
Burgemeester eu Wethouders van Schagen maken
bij dezen bekend dat op Dingsdag den 24 Augus
tus e. k. des avonds ten zes ure, op de marktplaats
der gemeente, proeven zullen worden genomen met
de brandspnit fp. Twee, en roepen daartoe op alle
die tot de brandweer van genoemde brandspuit be-
hooren, vóór of op gemeld uor daarbij tegenwoor
dig te ziin. De belanghebbende worden herinnerd
aan het bepaalde bij artikel 219, luidende als volgt:
vAlle ooderscbeidingsteekenen, worden voor eóns
door de zorg van het gemeentebestuur verschaft
een ieder is voor de goede bewaring en het onder
houd van het zijne aansprakelijk. Jaarlijks, bij bet
doeo van proeven, moeten alle oiiderscheidingstee-
kenen aan de brandmeesters worden vertoond en
verbeurt hij, die het zijne heeft beschadigd of
verloren, eene boete van Een gulden, onverminderd
zijue gehoudenheid tot herstel, binnen acht dagen,
van bet beschadigde of aanschaffing vau het ver
lorene voor zijne rekening. Nalatigheid in het
herstellen of zich nieuwe aanschaffen, heeft eene
boete van vijf gulden, ten gevolge.
Schagen, den 17 Augustus 1869.
Burgemeester en tVethouders voornoemd,
van Dökkberg Heiden.
De Sceretaris
A. J. van Cantfort.
De conservatieve partij zoekt met een door
vrees en wantrouwen gescherpten blik naar alle
sporen van republikeinsche gezindheid, welke zij
in den boezem der natie aan het opkomen waant.
Eene jonge dame, die voor het eerst alleen in een
vreemd logement den nacht doorbragt kan niet
is van te bezwijken en eindelijk als een weekblad
zijn ingenomenheid met een gemeenebest open
baart dan wanen de behoudende hoofden zich
reeds niet meer veilig op hunne schouders, dan
zweven allerlei akelige gedachten van kerkerho
len, lantaarnpalen en guillotines voor hunne ver
hitte verbeelding.
Vanwaar toch die bange vrees voor den naam
van republiek Duidt dat woord, waarmede onze
vaderen nog voor 100 jaren zoo zeer mede dweep
ten, zulke eene verschrikkelijke zaak aan, dat het
bloote aanhooren in staat is om aan velen het
bloed in de aderen te doen verstijven Of is die
vrees geveinsd en dient het lawaai, hetwelk men
maakt, alleen om de onnadenkende menigte vrees
aan te jagen Wordt die vrees voor een republiek
voorgewend om de liberalen als geheime aangewezen
voorstanders der republiek verdacht te maken Mogt
dat werkelijk het geval zijn, dan meenen wij de
aandacht van die lawaaimakers te mogen vestigen
op de gevaarlijke gevolgen, welk zulk een gemaakt
angstgeschreeuw kan hebben.
Indien men toch het volk bang maakt voor een
zaak, die in zich zelve niets vreeslijks bevat, dan
bestaat er kans dal bet volk die zaakwaarvoor
men bet ten onregte bevreesd heeft gemaakt, bo
ven haar waarde zal gaan schatten.
Het zal de natie ligtelijk gaan als een kwa
jongen, aan wien de moeder heeft wijs gemaakt,
dat het in de provisie-kamer spookt. Mogelijk
zal de vrees voor het spook een tijd lang hare
rosijnen en pruimedanten beveiligen, maar spoedig tegen alle vereeniging met vreemde koningrijken
zal de knaap zich toch digter en digter bij de hebben versterkt.
deur wagen en eindelijk als hij bespeurt dat die Wat nu betreft het gezegde, dat men bijna als
boeman, waarvoor men hem bang heeft gemaakt, c een soort van landverraad heeft uitgekreten, dat
zich al heel stil houdt, zal de oude lang ouder- onze Staat sinds 1848 meer een republiek dan een
behandeld in Herodotus en in het boek van Sa-
muel. In Grotius en Puffendorf, in Montesquieu
en Rousseau, kan ieder, die lust heeft er tal
van bladzijden over lezen, zelfs de liefhebber van
poëzie kan de vraag in rollende verzen zien be
handeld, zoowel in de Cinna van Comeille als
in den Friso van Willem van Haren, waarom
zullen wij dan moord en brand schreeuwen, zoo
dikwerf bij ons een dergelijke zaak ter sprake
komt.
Voor ons Nederlanders is deze vrees van den
naam van republiek even belagchelijk als ondank
baar, immers heeft ons vaderland wel niet zijn
gelukkigste, maar toch zeker zijn roemrijkste da
gen beleefd toen het den naam van gemeenebest
droeg. Het is dan ook niet te verwonderen dat
er in den boezem onzer natie eene oude genegen
heid voor den republikeinschen regeringsvorm woont.
De Nederlanders hebben hunne koningen lief, om
dat zij in hen de afstammelingen van de stichters
hunner republiek aanschouwen.
Naar ons gevoelen is het in verscheidene op.
zigten te betreuren dat men niet in 1815 bij de
vestiging van eene constitutionele monarchie den
bij ons zoo geliefden naam van republiek heeft
behouden. Die naam zonde als een bescherm
engel over den nederlandschen grond hebben ge
zweefd, hij zoude eene scherpe grensscheiding tus-
schen ons land en de naburige koningrijken ge
trokken hebben, aankweeker der republikeinsche
fierheid zoude hij ons den onoverwinbaren afkeer
drukte liefde voor al wat zoet is, met verdobbelde 1 monarchie is, zoo zijn wij eerlijk genoeg om de
kracht ontwaken, en wee dan de tonnetjes en
trommeltjes, want zij znllen de onwaarheid der
moeder in dubbele mate moeten misgelden. Want
voorwaar, de van moeder Eva overgeërfde snoep
lust wordt niet bezworen door een logen en eene
bangmakerij.
bekentenis af te leggen dat een dergelijk kettersch
gevoelen ook door ons wordt omhelsd, en hoezeer
men ons ook over deze verklaring moge veroor-
deelen, wij gelooven dat dit eer als een lofspraak dan
als een blaam voor onze grondwet van 1848 kan
worden aangemerkt. Gelukkig staan wij in deze
En zoo gaat het ook met de ingenomenheid onze meening niet geheel alleen, want reeds de
angstiger alle hoekjes en verborgen plekjes van I onzer natie met een republiek. Die genegenheid geschiedschrijver Heeren rangschikt de contitutio-
haar kamer doorzoeken, kan met geen angstiger i i» immers van oude dagteekening, niet door ver- nele monarchiën met volksvertegenwoordigingen on-
oog onder haar ledikant gaan zien of daar de j smoring aan discussie of bangmaking wordt VIer de republieken en onze hoogleeraar Tijdeman
eene of andere dief zich mogt verborgen honden, j keef regaan, wil men haar overwinnen of althans tj'.*"', op grond van deze leer ons koningrijk vóór
dan onze behoudende partij naar alle hoekjes en j onschadelijk maken, zoo moet men aan een ieder 1843 genoemd een aristocratische republiek ge-
plaatsjes, waar een republikein kan schuilen zoekt, het regt gunnen om de vraag of eene constitn-
Als een student de stelling wil verdedigen dat j tionele dan wel republikeinsche regeringsvorm ons
een republiek in vele gevallen de voorkeur ver- gelukkig zou maken, naar eigene inzigten en ei-
dient boven eene constitutionele monarchie, dan gen lust te beantwoorden.
heet het vaderland in gevaar, als het een of ander j Welk kwaad er in het opwerpen en beantwoor-
dagblad betoogtdat onze regeringsvorm sinds den der vraag of een republiek dan wel eene con-
1848 eigentlijk een republiek is, dan roept men J stilutioneele regeringsvorm de voorkeur verdient,
dat wij staan aan den rand vaD een gapenden I gelegen is, begrijpen wij niet Die vraag is toch
afgrond, dat de troon van Oranje op het punt bijna even oud als de beschaving, men vindt haar
temperd door monarchale en democratische begrip
pen en ons koningrijk na 1848 eene democratische
republiek getemperd door monarchale en autocra
tische invloeden.
Naar ons gevoelen is juist die democratisch
repnblikeinsche geest, welke in onzen regeringsvorm
huist, de beste waarborg voor diens duurzaamheid.
Want men moge den naam van republiek zooveel
haten als men wil, en er anderen zoo bang voor