9 mm Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad. Jg 624. Dertiende Jaargang. Ao. 1869. De Maatschappij tot Nut van deu Javaan. SCHAGER COURANT. Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch wordt met een bijvoegselbevattende het jongste Schager- marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Naar volksheil zonder deugd te dingen Is arbeid aan een rots te biên. Prijs per jaar f 3,Franco per post f 3,60. Afzonderlijke nummers f 0,07$. ADVERTRNTifcN van een tot vijf regels f 0,75; iedere regel meerder f 0,15. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. De nog jeugdige Maatschappij tot Nut van den Javaan breidt haar ledental en haar invloed voort durend uit. De belangstelling voor en de ken nis van Indische toestanden nemen door hare werking onder ons volk toe; inzonderheid ontwaakt door den frisschen en gezonden geest, die haar in het ligchaam zit, algemeen de overtuiging, dat de Nederlander zedelijke verpligtingen heeft tegen over den Javaan. De middelen door haar aange wend en gedeeltelijk ontleend aan het voorbeeld van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, hebben tot nu toe zich bepaald tot het stichten van Departementen, die in eigen kring het hoofd doel door bespreking nader pogen te komen en tot het verspreiden van 11 daagsche geschriften, die met het vleijend motto In Nederland is de triomf aan 't ge weten, dikwijls den^lezer dwingen, om eene be schuldiging in plaats van eene loftuiging in die woorden te lezen. Belangstelling in Java en den Javaan is niet alleen een zedelijke pligt, maar is de noodzakelijke voorwaarde om onze betrekking tot Java te doen voortduren. Het is een zedelijke pligt, omdat de baten, die wij getrokken hebben en trekken zul len arbeid vertegenwoordigen ten onzen behoeve door menschen gedaan en aan dien pligt werd in- tusscheu zoo weinig gehoor gegeven, dat de her komst dier baten ons even onbekend, even raad selachtig voorkwam, als werden zij ons toegewor pen uit de maan: als behoorde dit surplns aan arbeid tot een stuk van den Javaan, dat er van weid afgesneden op dezelfde wijze als wij een coupon knippen van een effect, zielloos stuk pa pier I Jammer is het voor de zuiverheid van onze drijfveer, dat te gelijker tijd ons belang ons noopt om over Java en hare inwoners onze gedachten te laten gaan, want doen wij dit niet, dan kan ongetwijfeld onze betrekking tot Java niet voort duren. Het is eene ongerijmdheid te denken dat wij zonder eenige verdienstezoöder een vinger te roeren, in het bezit zullen blijven van de groote voorreglen, die in eene kolonie als Java het deel van den moederstaat zijn. In onzen slaap want inderdaad Toor een korten tijd nog sliep het ne- derlandsche volk ten opzigte van Java in onzen slaap werkt een ander voor ons en wanneer wij wakker wordenzien wij ons in het bezit van rijkdommen, zoo geheimzinnig aangebragt als of er kabouter-mannetjes mêa gemoeid waren. Wij behoeven ons er niet mede te vleijen, dat deze toestand nog lang duren zal. Er is een over vloed van menschen die werken willenvan ka pitalen die eene bestemming zoekenwelke den slapenden Nederlander spoedig van zijne plaats verdringen zullen. Zoo roept pligt en belang ons te gelijker tijd aan het werk. De koloniale kwes tie heeft zich reeds zoo ver ontwikkeld dat wij in onze werkeloosheid niet kunnen volharden zonder beschuldiging van het geweten en verwaarloozing van ons belang. Het is de zedelijke kant der kwestie welke de Maatschappij tot Nul van den Javaan met kracht heeft voor op gezet. Zij alleen heeft dit niet ge daan, ook zij is een kind van onzen tijd, de eeuw van grootsche denkbeelden de beschermer van vrijheid de strijder voor waarheid en regt. Welke triomfen heeft het geweten in Nederland reeds behaald tegenover bedorven vaderlandsche toestandenhoe hebben wij kleingeestige onder scheidingen tusschen burgers doen verdwijnen, ver draagzaamheid ten troon gezet en met een moe dig vooruit! de baan gebroken waarop wij eene eervolle toekomst onder Europa's volken mogen verbeiden. Maar toch al kon ook zonder de Maatschappij het dringende van het vraagstuk niet verborgen blijven in een tijd als de onze niets ontneemt dit aan hare tijdigheid, doelmatigheid en aanspraak op onze volle ondersteuning. De Maatschappij tot Nut van het Algemeen heeft hare bekrooning te Parijs wel verdiend. Zij heeft aan haren naam wel beantwoord geen stad of durp in ons land, of het bezit in eene instelling, waarvan de Maatschappij de moeder en het algemeen de bevoordeelde is, een merkteeken van haren zegenenden invloed. Hoe ver staat nog van dit ideaal de Maatschappij tot Nut van deu Javaan Geduld eerst moet er gezaaid worden en dan de oogst. Aan het voorstel van den heer de Bruijn en den directeur van de openbare werken in Nederlandsch Indië komt de eer toe, dat het beoogt om van praten tot handelen te komen. Welk is dit voorstel? De wet, volgens welke gronden voor 75 jaar in erfpacht op Java zullen worden uitgegeven, zal worden aangenomen. De Maatschappij vrage in erfpacht een terrein. Zij kieze daartoe grond, die voor 't oogenblik geen waarde heeft en vrage dien onder voorwaarde dat kanalisering,, het vereischte om dien grond tot waarde te brengen, door haar geschiede. Dan heeft zij zich in de gelegenheid gesteld om een weldaad te bewijzen aan Java en wanneer het door hongersnood periodiek geteisterde Probogan en D e m a k door baar werk is hervormd tot een van de welvarendste streken der werelddan is het bewijs geleverd dat het echte Holland inderdaad op Java is en dat dezelfde moedige geest die binnen de grenzen van ons vaderland plassen, moerassen, meeren en zeeën tot land wist te her schapen in gindsche verre gewesten haren mag- tigen door belangeloosheid en menschenmin geheiligden invloed heeft doen werken. Op 15 en 16 September e. k., zal over het lot van dit voorstel beslist worden. Het zou eene dwaasheid zijn over een voorstel van zooda- nigen omvang in eene vergadering te beslissen ja of neen. Het een en het ander zou te voor barig zijn. Naar ons oordeel moet eene commis sie worden benoemd die uit een financieelstaat huishoudkundig en politiek oogpunt het voorstel toelicht ten behoeve van het nederlandscho volk. Met het volk moet hier gerekend worden. Men moet dit denkbeeld vruchtbaar maken om de Maatschappij tot Nut van den Javaan te verheffen tot eene Maatschappij, waaraan het gansche volk deel neemt en wij gelooven ons niet te bedrie gen wanneer wij meenen dat daartoe dit voorstel bij uitstek geschikt is. lo. Bij de uitgiften in erfpacht op groote schaal is het gebiedend noodzakelijk, dat aanmer kelijke oppervlakten in het bezit komen van hol- landsche kapitalen. Wordt hiervoor niet gewaakt dan zullen buitenlandsche kapitalen zich meester maken van den grond en ons langzamerhand uit Java verdringen. 2o. Bij de aanwending van hollansch kapitaal is het noodzakelijk dat het doel tot Nut van den Javaan niet uit het oog verloren worde. Daarom moet de onderneiniug uitgaan van de Maatschappij. 3o. Groote kapitalen vormen zich het gemakke lijkst door aaneensluiting. 4o. Ieder aandeelhouder krijgt een regtstreeksch belang in de zaak en wordt een weldoener van Java. Het voorstel beantwoordt dus juist aan het doel der Maatschappij. 5o. Het voorstel opent een weg voor ons, dien wij ontsluiten door vereerende vaderlandsche ge voelens en waar langs wij mogen verwachten dat aan beide zijden vruchtdragende boomen verrijzen zullen. Wij achten op deze grpnden het in overweging nemen van bet voorstel van den heer de Bruijn allerwenschelijkst. GEMENGDE BEIMGTEN. In den middag van Zaturdag den 4 dezer maand omstreeks ten een ure, werden de ingezetenen van het thans zoo rustige Schageo, door het luiden Her klok en het getoep van brand op het onver wachtst verontrnst. Al spoedig, de opstijgende rook en vlammen duidden het genoegzaam aan bleek dat er brand op het Noord was. De twee gemeentespniten, die dadelijk op de plaats aanwezig waren en de brandspuit van sjchagerbrug die sich ook niet lang liet wachten, waren alleen in staat belendende perceelen te redden, twee huizen met al wat er in en om was, behalve de menschen en een weinig levend vee, werden in minder dan een uur tijds eene prooi der vlammen. De oorzaak ligt, zoo als gewoonlijk in het duister; men maakt gissingen, maar men weet niets met

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1869 | | pagina 1