De koningin der bende.
•n heeft de leeraar ds. J. Csnnegieter, eene toe*
passelijke leerrede gehoaden.
In een nieuwsblad uit Odessa leest men
het volgende:
Eenigen tijd geleden kwam een Engelschman,
zeer eenvoudig gekleeddoch blijkbaar tot den
aanzienlijken stand behoorende, bij den Engelschen
consul en vroeg den naasten weg naar Tiflis.
De cunsul zeide dat de beste weg was plaats
te nemen op een stoomboot, die juist vertrekken
zou.
Neen hij wilde niet over zee gaan. Van rijden
wilde hij ook niets weten. Hij wilde te voet naar
Indie gaan eu op Z'jn weg ook Tiflis aandoen.
Daarop wees de verbaasde consul hem natuur
lijk den weg aan.
Eenige dagen later komt een tweede Engelsch
man en vroeg inlichtingen omtrent den eersten.
Toen bleek het dat de eerste gewed had te voet
van Parijs naar Bombay te gaan en dat de tweede
hem achterna liep om te zien of de eerste al
zijn verpligtiugeu wel nakwam!
Wij gelooven niet, dat de Landbouw Courant
door vele veehouders in deze streken gelezen wordt;
of onze Courant hun allen iu handen komt weten wij
evenmin; maar voor diegeneu, die een oog in dit
blad mogten slaan nemen wij het volgende artikel
over uit eerst genoemd Weekblad, en voegen er
bij: zegt het voort!
»Mond- en klauwzeer is eene periodiek terug-
keerende aanstekende ziekte.
Wanneer het zich in geen hoogen graad ver
toont, dan bezige ineu geen middelen, maar zorge
voor saprijk voedsel, zooals gekookt lijnzaad en
dergelijke.
De bek van het dier wa3cht men met eene
zeer verdunde hoeveelheid azijn honig en water
door elkander gemengd, en herhale zulks dikwerf,
daartoe geen te grove linnenlap bezigende, Bijal-
dieu lappen van het vel loslateu, dau worden die
met eene schaar weggeknipt.
De pootpn van het dier wasscbe men met water
en wat houtazijn.
Ontstaat ontsteking van den uijer, dan bette
men dien met verdund afkooksel van lijnzaad en
bestrijke de wonden met ongezooten boter.
Toont zich het rund erg ziek, dan neemt men
liever dadelijk een veearts.
Aderlaten is zeer nadeelig.
Dikwerf hebbeu de dieren geen lust tot eten en
dan doet men wel bet groenvoeder in den bek te
leggen.
Gekookt lijnzaad is steeds een uitmuntend middel
De molenaar keerde in de kamer terug. Iemand
van middelbaren leeftijd volgde hem. Hij behoorde
tot de bende en was degeen die gezegd had dat1
alles gaat. Zij traden beiden met een gezigt binnen i
waarop te lezen was dat thans niet alles goed ging.
Waar waart gij zoo lang Jacob
Mijnheer Levi het is buiten niet alles zuiver.
En wat was het dan
Heeft Isaak Löser u niet verhaald wat ons on
derweg voorbij gegaan is
Wij hebben over iets anders gesproken.
Luister dan. Lappenpou kwam ons zeggen dat
hij een half uur van hier iu het bosch twee gen
darmen gezien heeft, zij reden zeer zacht en zijn
zelfs afgestegen om op den grond naar het wagen
spoor te zien en daar onze wagen een bijzonder
smal spoor achter laat zoo zijn wij verraden. Toen
ik daar straks den wagen achter den molen ver
borg en de molenaar de paarden losmaakte, hoorden
wij op eens langzaam een paard aankomen. Ik ver
school mij en een twintig schreden van het huis
af zag ik een ruiter afstijgen, het spoor eveneens
onderzoeken en wegrijden, eerst zacht opdat nie
mand hem hooren zoude maar later dravende.
En wat hebt gij toen gedaan Jacob
Ik heb het paard en den wagen weer uit den
stal gehaald, heb in hetzelfde spoor gereden tot
voor de huisdeur en van daar verder naar de an
dere zijde van het bosch, waar de grond steenach
tig is en waar geen spoor achterblijft. Toen ben
ik zoo langs omwegen weer in den stal terug ge
komen.
Gij hebt uw best gedaan Jacob. Verfrisch u nu
wat en gij Lodewijk, op wacht
Ik ga met n Looriep de blaanwe Hermina.
Gij blijft hier beval Isaak.
Zij moest blijven, nam van den jongen een har
telijk afscheid en wierp den oude een toornigen
blik toe.
Wij moeten raad houden roept Isaak. Levi, Ja
cob en Hermina kom hier.
De blaauwe Hermina behoorde ook bij den raad
voor het vee. Kslfkrij»ende koeijen moeten er in- 1
tnsschen niet te veel vaa krijgen, omdat het af
drijvend werkt.
Vorenstaande mededeelingen berusten op de on
dervinding.
Voor eenige dagen zijn weder 46 vrijwilli
gers van Brassel naar Rome vertrokken. Daartoe
behoorden 36 Hollanders en 10 Belgen. Elf dezer i
jongelieden ha Iden reeds eenmaal onder de banier
vau den Heiligen vader gediend, en hebben een
nienwe verbintenis aangegaan, Onder uit Nederland
gekomen Zonaven bevonden zich 6 door het Lim-
borgsch comité gezonden.
Men schrijft uit Heughem De storm die in de
vorige week woedde, heeft hier onder zonderlinge
omstandigheden een menschenleven geëischt. Een
jongetje, 10 jaar oad, was bezig een takkebos met
een lang touw bijeen te binden, toen eensklaps een
sterke windvlaag bet touw om deu hals van het
kind slingerde en zulk een hevige drukking uit
oefende, dat verworging gevolgd is.
Dezer dagen had te Sctieveuingen een eigen-
J aardig schouwspel aan het strand plaats. Het be
trof de toepassing van kapitein Stoner's Life Pre-
server, een toestel om zich in 't water vrijelijk te
kunnen bewegen, en daarop gedurende verscheide
ne dagen zelfs het leven te behouden, welk toestel
verleden jaar o. a. te Havre, op de groote ten
toonstelling, zoozeer de belangstelling heeft gaande
gemaakt. De heer Stone is een Araericaan, die in
zijn vaderland gelijk in Engeland, vele proeven
met zijn toestel genomen heeft, welke steeds met
den besten uitslag bekftjoud werden. Het bestaat
nit een waterdichte guttapercha jas, die aan de
hand en voetgewrichten waterdicht sluit, terwijl
het hoofd door een even waterdichte kap wordt
omvat. Voorts behoort tot dit toestel een brecde
korte gordel, waardoor dedrager tegeu zinken wordt be
hoed. Een paar looden gewichten aan de voeten
gehecht, honden het lichaam onvereind. Kleine
schilden ziju aan de hauden bevestigd, en dienen
als roer en stuur bij de beweging. l)e aldus toe
geruste persoon krijgt bovendien eene soort boei
me.de, waarin zich levensmiddelen bevinden, Het
groote nut van dit toestel tot redding van schip
breukelingen of van zich zeiven valt in het oog,
en de proeven, door een heer eu dame laatst
genomen, strekten tot voldoend bewijs van de
groote vrijheid van beweging in het toestel; men
kan ongedwongen eten en drinken, een boek lezen,
kortom alle verrichtingen als op 't land doen, en
zelfs slapen, zonder dat er eenig gevaar voor zin
ken bestaat. Gedurende drie vierendeel nurs bleven
de heer en de dame die de proef deden vorig
in zee, en het publiek was hiergelijk in 't jaar
L - - I i'
der dieven. Zij was daarin onmisbaar, zij wist
moed in te spreken, aan te voren.
Leariep Isaak.
De koningin der bende mogt vooral niet ont
breken in den raad, zij was bij den jongen man
gebleven. Zij stond op en begaf zich naar de tafel
maar zij blikte toornig op den grijsaard neder.
Houdt raad zonder mij. Ik heb het u gezegd ik
heb niets meer met u te maken.
De oude wist den toorn te bedwingen die in
hem kookte.
Gij wilt mij niet verlaten. Gij hebt het mij be
loofd, Lea, mijn kind
Hij zeide dit bijna smeekend, onderdanig.
Ik heb beloofd u te volgen, meer niets.
Zoo sta ons dan ook bij met uwen raad. Aan
u hangt het geluk. Dat weet gij.
Neenriep zij vast besloten.
Isaak Löser nam haar ter zijde en sprak zachtjes
met haar.
Lea mijn kind, mijn oogappel, mijn ziel, verlaat
mij niet. Aan u hangt mijn geluk, zonder u ben
ik niets, ben ik een verloren man! Waar gij bij
waart, was altijd geluk, waar gij ontbraakt zat ons
het ongeluk op de hielen. Ook de anderen weten
dit, zij hebben zonder u geen moed, g en ver
trouwen.
De dochter zag hem smartelijk, maar vast be
sloten aan.
Blijft gij bij uw' voornemen, ik bij het mijne
Maar gij verlaat ons nietGij volgt ons in den
nacht?
i Zij beloofde het.
1 Daarop wendde zij zich van haren vader af cm
i de kamer te verlaten.
Frankforterriep Isaak den verloofde zijner
i dochter bevelend toe.
Lea keerde zich om en vroeg: "Wat moet bij?
i Kom bij ons om aan te hooren en mee te raad
plegen.
Hij blijft, zeide de koningin der bende vast be
sloten.
1 Isaak ging aan ta l bij de anderen zitten, de
i jongeling bleef op zijn bank en Lea ging in de
o. a. dat te Parijs niet weinig verrasttoen
het door beide vuurpijlen zag afstekenen eene coo-
raut lezen. Ook aan het kanaal hebben, in tegen
woordigheid van Z. M. den Koning, met het beste
gevolg soortgelijke proeven plaats gehad; ze zijn
later in den vijver herhaald.
Een onzer landgenooten maakte dezen zomer
een reisje door zijn vaderland en bezocht te dier
gelegenheden ook de sleutelstad. (Leijden) Op de
Ruine gekomen, vroeg hij zijn geleider, wat dat
eigenlijk voor een plein was. Het antwoord van
den gids, dat daar het onheil met het krnidschip
in 1807 had plaats gegrepen, werd afgebroken met de
woorden: O ja nu herinner ik het mij al; hier is
van Speyck met het turfschip van Breda io de
lucht gevlogen.
Een boer wilde wegens een proces eenen
advokaat raadplegen, eu ging naar de stad om er
eenen te zoeken. Men noemde hem den advokaat
Kraai, straat.... enz., niet ver van de Kippeu-
markt. De boer vergat den naam van deu advo
kaat, maar aan de Kippenmarkt gekomen, vroeg
hij of daar niet ergens advokaat Raaf woonde.
Advokaat Raaf niet, antwoordde de man, maar wel
advokaat Kraai. Dat ia 't, zei de boer, ik was
den naam vergeten, maar ik wist toch wel dat het
een roofvogel was.
Van een zeer zonderling schouwspel waren
i dezer dagen eenige Parijzenaars getuigen. In de
rue Rivoli klom op een morgen de eigenaar van
i een huis de trappen af, die naar den tuin leiden?
1 in eene hand eene flesch houdende, in de ander
i eene groote hoeveelheid zwarte en gele voorwerpen
i van allerlei zonderlinge en fantastische vormen.
Zoo wat in het midden gekomen zet hij alles op
i den grond, giet den inhoud van de flesch er over
uit en steekt den boel in brand. Blijkbaar bevatte
i de flesch petroleum.
Op hetzelfde oogenblik hoorde men in een ver
trek op de tweede verdieping een hevig snikken
en nu en dan kreten, die aan wanhoop en de groot
ste zielesmart deden denken. Een vreeselijk dra
ma wierd daar gespeeldZiehier, wat daar
omging. De lieer H. is gehuwd; behalve zijne
vrouw schonk de echt hem drie juffertjes, die met
mama aan eene hartstochtelijke passie voor valsche
chignons lijden.
Ofschoon zij er nog twintig in voorraad hadden
moesten zij voor dien avond nog vier ontzettende
en monsterachtige versche exemplaren hebben, ten
einde met fatsoen in de opera te kunnen ver
schijnen. Het geduld van deu heer X was einde
lijk uitgeput; hij gaf er de brui van om aanhoudend
voor die ongezonde nietigheden zijn kas te openen
i en wilde er oumiddelijk een einde aan maken.
keuken bij de dochter des molenaars.
Uw thee wacht hier op u, Lea. Ik wist dat gij
bij mij komen zoudt.
De jodin wierp zich schreijend om haar hals.
Het ongeluk vond troost bij het ongeluk.
Verligt uw hart, Lea! Üwe vriendin wil u
troosten.
Ja ik wil u verhalen. Ik wil diepe wondeu open
rijten. De pijn verdooft.
Eu zuivert Lea.
Luister. Ik zat gevangen. Hoog in het noorden.
Men had mij gegrepen bij een aanval. Ik was
het eerst in huis gedrongen; wij vonden wederstand,
een hinderlaag, een overmacht, die wij niet ver
wacht hadden. Ik wilde het laatst wijkenik werd
gegrepen en aan het geregt overgeleverd. Een wijd-
loopig onderzoek werd tegen mij ingesteldhet
scheen geen einde te zullen nemen. Tegenover
mijne gevangenis werd een kerk gebouwd. Uit
mijne cel kon ik niet op den grond zien. Op den
nok der kerk zag ik een jongen man die ook mij
bemerkte. Hij was de bouwmeester. Ik zag hem
daar boven op den hoogen toren, vrij, frisch, moedig,
den schepper van het prachtig gebouw. Hij zag
mij in mijne cel, de boosdoenster, de diefegge, de
rooverin, geketend en zoo verre beneden hem ge
zonken. Zoo zag hij mij dagelijks en ik hem. En
in mijn hart ontbrandde hoe langer zoo meer de
zucht naar vrijheidnaar vrijheid door hem, die
zucht groeide aan tot smart, tot waanzinnigheid,
tot den waanzin der liefde en die waanzin scheen
vertwijfeling te zullen worden. Daar bemerkte ik
ook in zijn oog de bron der liefde zijns harten en
spoedig had hij gelegenheid gevonden bij mij te
komen en zijne woorden bevestigden mij wat zijne
oogen gesproken hadden en ik liet bem zweren dat
hij waarheid zeide, dat hij het laagste schepsel van
Gods aardbodem een tempel, een tempel der liefde
in zijn hart had opgerigt. Ook zijn liefde was tot
waanzin gestegen en deze liefde ketende ons aan
elkander. Hij bevrijdde mij uit den kerker en ont-
vlugtte met mij. Zijn leven had hij voor mij ge
waagd, zijn stand, zijn naam, zijn eer, alles had
hij mij geofferd, om de echtgenoot te worden