21
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
00ÏÏ0KR0A6
M 630.
Ao. 1869.
Dcrlicndc Jaarsanz.
SCHAGER COURANT.
Dit blad verschijnt op Woensdagavond; doch wordt,
met een bijvoegselbevattende het jongste Schager-
marklberigtden volgenden avond verzonden aan hen
die zulks verlangen.
Brieven franco aan de uitgeefster.
Abonnementen op dit blad worden door
alle
Prijs per jaar 8,Franco per post f 3,60.
Afzonderlijke nummers f 0,07J.
AnvKRTKNTiëx van een tot vijf regels f 0,75; iedera
regel meerder f 0,15. Groote letters naar de ruimte dio
zij beslaan.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid a.tn een rots te biên.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
GE*EE\TEAFK0MIGIM1.
BEKENDMAKING.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, ma
ken bij deze bekend dat op Donderdag den 23
October e. k. de groote ,n»jaarskoemarkt en op
Donderdag den 25 November d. a. paaiden- en
veulenmarkt zullen worden gehouden.
Schagen den 19 October 1369.
Burgeinetster en \Vethood>rs voornoemd,
Vau Dürnbng Heiden.
De Secretaris
A. J. van Cantfort.
De toekomst onzer ftnantien.
Onder dezen titel zijn thans vereenigd uitgege
ven beschouwingen door den heer Mr. S. van
Houten op finautirel gebied, achtereenvolgens op
genomen in het Noorden. De schrijver heeft
zich als lid der Kamer reeds doen kennen als
een doorkundig man en in de thans voor ons
liggende brochure beproeft hij een stel«el voor te
dragen, waarnaar het belastingstelsel zou kunnen
worden hervormd, zoodat het in overeenstemming
zou zijn met de tegenwoordige ontwikkeling der
maatschappij. De proeve mag wel gesliagd genoemd
worden en verdient de belangstelling van ieder
die zich met de ojienbare zaak bezig houdt. Zij
is vooral merkwaardig door dat zij een consequent
stelsel ontvouwt dat op de regie grondslagen is
gebouwd. Wij willen de twee belangrijkste wijzi
gingen door den schrijver voorgesteld, kort be
spreken.
De eerste is de afschaffing der registratie-be
lasting op den overgang van vast gued en hare
vervanging door eene verhoogde grondbelasting.
De leswaren die de schrijver tegen de registratie
belasting ontwikkelt zijn, ofschoon misschien wat
overdreven voorgeJragen, zeer g grond. Wij noe
men die wel wat overdreven. Zoo ia om eene bij
zonderheid te noemen het horribile dictu op
Bladzij le 29 zijner brochure bepaald onverdiend.
Naar onze meeniug heft de fiscus in het door den
heer van Houten gestelde geval het regt van schuld
bekentenis niet. Doch hoezeer dit dan ook on
juist zij, zeker is bet dat de belasting der regi
stratie veel meer kwaad doet dan door een lang
durige gewoonte wel opgemerkt wordt. Vooral
zijn wij het geheel met den schrijver eens, waar
hij van de omstandigheid gewaagt dat de belas
ting de oorzvak is van bet verbergen en verbloe
men der waarhei 1 in de geschreven overeenkoms
ten en daardoor een demoraliserende!) invloed uit
oefent. De belasting op den overgang van rast
goed, overblijfsel uit het leeustelsel, behoort als
belasting niet te worden opgenomen in een stel
sel dat een maatschappij beheerschen moet, waar
aan bet denkbeeld van heerlijk regt vreemd is.
Doch hoe die belasting te vervangen
De heer vaa Houten stelt daartoe voor eene
verhoogde grondbelasting. Ogenschijnlijk is dit
vreemd. Zoo toch wordt op den grond weer de
last gelegd, waartegen de schrijver te velde trekt.
Doch de oorzaak hiervan ligt in des schrijvers
meening dat de eigenaar van vast goed inderdaad
meer belasting schuldig is dan die van roerend
goed, wijl deze meer voordeel trekt dan eenig an
der uit de uitgaven door den Staat gedaan, voor
zoo ver deze openbare werken, onderhoud van we
gen als andersiuts betreffen. Boven en behalve
deze belasting blijft de eigenaar in het stelsel van
deu heer vau Houten de belasting schuldig op
het inkomen, dat zijn vast eigendom afwerpt. Maar
hoeveel billijker en eigenaardiger i» in des schrij
vers systeem de belasting! Thans zijn de vaste
goederen in de doode hand onbelast, de vaste
goederen der r ij k e n slechts zelden en die, waarop
de belasting drukt zijn juist de door omstandig
heden gedwongen vervreemdingen. BovenJien is
er voor den' overgang als oorzaak der belasting
volstrekt geen grond. Gelijk wij boven zeiden lag
oorspronk elijk in de retributie van het regt de
erkenning van eigendom van den souvereiu, zoodat
het eeuigermate gelijk staat met het geschenk dat
bij overgang van beklemmingen aan den eigenaar
wordt uitgekeerd. Doch er is geenerlei grond om
den verkoop te beschouwen als het verbruik bij
accijusen. Deze wijziging in ons belastingstelsel
beveelt zich van alle zijden aan, terwijl de last die
op het rast goed wordt gelegd geheel wordt op
gewogen door de meerdere koopwaarde die het
goed zelf krijgt.
Een tweede denkbeeld van den heer van Hou
ten is de belasting op het inkomen iu den vorm
van renten van effecten. Wij zijn het volkomen
met den schrijver eens, dat de belasting op het
inkomeu niet de eenige mag zijn. Deze behoort
zich te paran aan die op de verteringen, welke
de schrijver splitst in personele belasting en ac
cijusen. De opmerking is voorzeker niet nieuw
dat de effectenhouder naar het tegenwoordige stel
sel niet wordt getroffen en het hulpmiddel dat men
daartegen heeft gezocht in het regt van overgang
bij overlijden is geheel onvoldoende en op zich
zelf ouregtvaardig. Eu ind'en de zaak inderdaad
zoo eenvoudig is als de schrijver zich voorstelt is
het niet twijfelachtig dat de vrijstelling in verband
staat met de omstandigheid dat zij die effecten
hadden de wet hebben gemaakt.
Het voorste! formuleert de schrijver aldus
De wet legge aan alle houders van fondsen,
hetzij eigene, hetzij aan anderen toebeboorende en
als onderpand of uit anderen hoofde onder hen
berustende, de verpligting op, om in de maand
Jauuarij, op aangifte vau soort en nummer een
per mille van de waarde als belasting te betalen
tegen afgifte eener kwitantie voor ieder stuk, of
wanneer dit doei matiger wordt geacht tegen sta
peling der ia den loop des jaars verschijnende
coupous.
Tot de middelen die de wet zou te bepalen
hebben ter controle der aangifte is dit een der
oorspronkelijkste dat jaarlijks dergelijke aangiften
zouden worden beëedigd en wel op deze wijze
Bij loling zouden 10 personen worden aangewe
zen in iedere gemeente, welke tot de beëedigitig
hunner aangifte zouden verpligt zijn. De mazen
van het net, zegt de heer van Houtenzouden
indien dit noodig is, nog naauwer kunnen wor
den toegehaald cn zeker is het dat indien het-
ernst is den effecteuhouder belasting te laten be
talen de middelen wel kunnen gevonden worden
om de inning der belasting te verzekeren. Wij
merken alleen op dat de inkomsten verkregen uit
gewone schuldvorderingen (hypotheken, enz.) vol
gens den schrijver niet belast zijn.
De twee punten door ons besproken wijzen op
twee groote onbillijkheden in ons belastingstelsel.
Zij bedoelen de invoering eener regtvaardige
belasting, dat wil zeggen, de afschaffing van een
ongrondwettig privilegie, en de afschaffing eener
ongerijmde depreciatie van den grond ten behoeve
van de schatkist. Doch de beschrijving die op de
eeiste bladzijde der brochure van den heer vau
Bossc gegeven wordt, geeft ous niet veel hoop dat
eene dergelijke hervorming van hem zal uitgaan.
Die beschrijving toch wordt geregtvaardigd
door wat toch nu door den minister ia geschied.
De afschaffing van het dagbladzegel was een stap
in de goede rigting, doch dit gold afbrekeu en
niet opbouwen. De toekomst onzer financien eischte
eene hervorming en ofschoon een man van zoo
veelzijdig talent als de heer vau Bosse op den
duur niet kan te leur stellen, is het denkbeeld
ons niet vreemd dat voor den uieuwen toestand,
nieuwe mannen worden geeischt eu radicale ver
anderingen hoog ooodig iu het belang der
schatkist en belastingschuldigen alleen van een
jonger geslacht vau financiers van mannen
als de heer van Houten te wachten zijn.
GEMENGDE BEttfiGTEN,
Naar wij van goederhand vernemen, hebben een
12ta) inwoners van Schagen eu omliggende ge
meenten op de oproeping van den heer Brouwer,
predikaat te Barsingerhorn. zich tot eene commis
sie vereenigd, met het doel om in den aanstaanden
winter, in de zoo bijzonder goed ingerigte lokalen
van den heer A. Knikker te Schagen, eenige avon
den te wijden aan letterkundig genot. Door het
uitnoodigen van letterkundigen als de heeren Cre-
mer, Haveremit en Koopmans van Boekeren, tot
het houden van voordragten, zal de commissie
trachten den zin voor het schoone en goede aan te
wakkeren en de vrachten der nederlandsche letter
kunde in ruimer kring ingang te doen vinden.
Tot dekking der Doodzakrlijke kosten zullen de
eerste drie bijeenkomsten, bij inteekewng worden