Nederlandsche Letterkunde. Vondeldichter der Godsdienst-Vrijheid V. ken bij welke het zeker isdat meu vroeger heeft gedwaald. Maar wie zegt ons of Koorders vóór 1858 of na 1858 gelijk had Vastheid van beginsels is een eerst vereischte in een staatsman mist men deze vastheid dan kan men voorzeker desniettemin een nuttig burger en edel mensch ziju maar als staatsman deogt men nietdaar men dan toch als Penelope des nachts zal vernietigeu wat men over dag gewrocht heeft. Hij die deze vastheid mistdoe afstand van het staatkundig tooneel. Had Koorders na 1858 zijn streven gerigt om een zuiver wetenschappelijk man te wordenhij zoude met zijne talentenhet vaderland groote diensten hebben kunnen bewijzen. Onhandige vrienden hebben hem in 1858 op het staatstoo neel gebragtonhandige vrienden hebben hem 'on ophoudelijk lof toegezwaaidook daar waar hij dien niet verdiendeonhandige vrienden hebben bij zijn graf niet den menschmaar den staatsman geprezen. De mensch ruste in vredemaar de staatsman behoort aan d egeschiedeni sen deze zal, naar wij gelooven nimmer een gunstig oordeel over onvastheid in beginsels uitspreken. G i:\VO.\ E BERK ;TEN Zondaeden 21 dezer, was voor de naburige ge meente Wieringcrwaard een ware feestdag. De hoog geachte burgemeesterde heer D. A. Kaan vierde zijn SOjsrig jubilé als hoold der gemeente. NeSrlands driekleur wapperde van bjjna alle gebouwen. Des middags ten 12 ure nam de feestvreugde een aanvang door een optogt der scholieren onder begeleiding van den hoofdonderwijzer den heer R. Visscher bijgestaan door de leden der verschillende feestcommissiën vóór de woning van den jubelaris werden toepasselijke lie deren gezongen en bij hunne terugkomst in de school werden de kinderen op eenige versnaperingen oDthaald. De jnbelaris ondervond in den loop van den dag vele blijken van belangstelling, zoo van elders als van de burgerij zoo in geschenken als in felicitatiên ZEd. Acbtb. mogt ook het voorregt genieten een schriftelijke gelukwensching te ontvangen van den heer Het beeld van een schipverzeild op een zee- bank zoo even door den dichter gebezigdroept eensklaps een andere treffende gedachte voor zijn geestdenkende aan dat schipdenkt hij ook aan een ander huikje dat zeilrêe op het strand ligten gereed om den onmetelijken oceaan die zich voor hem uitbreidtover te steken. Dat huikje is de ziel des grijsaards vertoe vende aan den oever des levens en begeerig otu den oceaan der eeuwigheid in te vareu. De ziel nu zeilvlug om door de aders uit te varen Begraauwt de trage jaren, En noopt den ouderdom. Waar frissche jon ge moed Wil bruisen door zijn bloed. In een gedichtdat outwelt uit een diep ge schokt gemoed kan een dichter zijn beelden niet uitwerkenter naauwernood kan hij de omtrek ken er van aanstippen. Ook Vondel laat het zoo even gebezigde beeld spoedig weder varen maar terwijl hij het beeld onvoltooid laatga it hij voort met de gedachtendie hij er door wilde uitdrukken verder te ontwikkelen. Nog altijd stelt hij de ziel des grijsaard voor als begeerig om het ligchaam en het leven te verlatenin dat schavot ziet zij de blijde eindpaal van haar lijden. Zij brandt van begeerte om zijne steile trappen op te snellen maar het verstramde lig chaam waarin zij huistkan niet zoo spoedig voort als zij wel wil. Dus begraauwt zij de trage jaren en drijft zij den ouderdom tot spoed aan. Of lezers stelt u nog liever de ziel des grijsaarde voor als een vu rige jeugdige in het wit gekleede maagdzitten de op een zegewagenvoor hare oogen is de heerlijke martelaars kroon opgehangenhaar hart brandt van begeerte om die te grijpenmaar de voor haar wagen gespannen paarden zijn door de Commiaiaria des Koniogs in deze provinciewaarbij tevens werd te kennen gegeven dat Z. E. geregtigd was ie berigten dat het Z. M. onzen geëerbiedigdeD Koning had behaagd op voordragt van Z. E. den minister van binnenlandsche zakeo den jubelaris te benoemen tot ridder der orde van den Nederl. Leeuw. Jonkheer Mr. D, tru Foreestlid der Provinciale Staten voor dit districtwas de overbrenger dezer J missive. Omstreeks ten half 4 ore werd de jubelaris aan een collation genoodigdhem door de leden van ge meente- en polderbestuur aaogeboden zg genoten daarbij de eerden heer officier vnn juatitie naast den jnbelaris te zien aanzittenhetgeen de feestvreugde zeer verhoogde. Bjj die gelegenheid werd den jubela- i ris een gouden beker met toepasselijke inscriptiën 1 benevens een album bevattende de pbotographische portretleu der leden van gemeente- en polderbestuur vereerd terwijl eeu naamlijst dier leden als eene blijvende herinnering aan deze zeldzame feestviering in de raadzaal zal prijken. De heer Jb. Blaauwboer oudste wethoudervoerde hel woord als tolk van beide genoemde bestureo. Ten 6 ure werden de dischgenooten, door eene commissie uit de burgerg uitgenoodigd zich naar de kollbaan te willen begeven alwaar de ingezetenen en vele belangstellenden van eldersden jubilaris wach tende waren onder de leiding van den geliefden hoofdonderwijzer den heer R Visscher en begeleiding van muziek der heeren Polak van den Helderwerd de jubelaris door het zanggeeelschap onJer het aan heffen van toepasselgke liederen, ontvangen. Bij mon de van den meer genoemden heer Visscher werd namens de burgerijden jnbelaris eene prachtige gou den bril in dito etuibenevens eene naamlijst der burgers, in alphabetische orde, keurig bewerkt, mei bemoedigende en gepaste woordeu overhandigd. l)e daverende toejuichingen en het „leve «Ie Burgemeester" schenen geen einde te kunnen krijgen. De jubelaris bragt eerst eeu woord van hulde en dank aan Z. M. Hen Koning welke conditie door de menigte niet den grootsien bgval werd begroet ver volgens aan Z. E. den minister van binnenlandsche zaken den heer Commissaris des Kouings en de burgerij. Het afgestoken vuurwerkhoe goed ook gekozen kan minder gelukkig genoemd worden de wind was te sterk. Het f>-e*twaar vrolijkheid, orde, vrede en eensge zindheid voorzalen duurde tot laat in den nacht. Lang zal deze feestrreugde de bewoners van den Wieringerwaardals eene aangename herinnering bij blijven. Moge het deu Algoede behagen dien burger vader nog eenigen tijd tot heil der gemeente werk zaam te lateo blijven. jaren verstijfd en stram dies tracht zij door woor den en berispingen hen tot grooteren spoed te noopeudies klieft haar zweepslag de lucht maar vergeefs de afgeleefde rossen kunnen geen spoed maken. O waarom kon zij den vurigen moed, die in linar zeiven woont, niet mededee-] len aan hare paardenwaarom mag haar eigen1 frissche jonge bloed niet bruisen door hun bloed, i Die wensch van de eeuwig jeugdige ziel des grijs- aards dat om waardig te sterven hare frissche moed nog bruisen door het bevrozen bloed des j ligchaamsdat zij straks verlaten zal wie zal haar niet schoon eu treffend vinden Zulk een voorstelling van de ziel des menschen in het uur des stervens is eene krachtiger prediking van de ontsterfelijkheid dan alle langgerekte en op dui zenden van bewijsgronden steunende redevoerin gen. Maar wat toch geeft aan den grijsaard die kalmte en dien stervensmoed? De volgende re- j gelen leeren het ons 1 Na ouschuld en gebed getroost voor't zwaard te bukken Bij boezems open rukken i Zag elk in 't opregt hartdat allezins bestreen, De inaat sloeg als voorbeen. Bewustzijn zijner onschuldgesterkt door een biddend opzien lot God den eeuwigen bescher- 1 mer van alte onschuld boezemt hem die kalmte in. Al ligt het doodelijke blok reeds gereed al scherpt men reeds de bijlal scheurt men met i geweld de kleederen van zijn hals en borsthij blijft kalm en zijn hart blijft gelijkmatig als voor heen slaan. De dichter hier sprekende van het openrukken des boezems dat is van het met geweld losscheuren van 's grijsaard kleederen is hier een weinig in strijd met de historische waar heid. Volgens het geschiedverhaal toch heeft de getrouwe dienstknecht Franken den veroordeelde den hals ontbloot deze zal voorzeker die heil gj taak niet met geweld hebben veriigt. Vondel had misschien ten dezen aanzien anders gehoord. Om de grootheid der zielekalmte aan- teduiden was het anders niet noodig geweest om in deze bijzonderheid van het waarlijk gebeurde De heer Lndwig stads muziekonderwijzer te Zaandam heeft een zeer doelmatig toestel uitgevon den bestaande in eene kast met bouten notenbal ken noten en andere mnziek teekens waarmede hij zich voorsteltde elementaire gronden der muziekleer aan jong en oud op aanschouwelijke wijze voor te stellen. De geheels toestel is zeer eenvoudig en praktisch ingerigt zoodat zelf ouders op eene zeer gemakkelijke wijze hunne kinderen de begrippen der toonkunst kunnen onderwijzen. GEMEINGBE BER1GTEN. De 52e. verjaardag van Z. M. onzen geëerbiedig- den koning is te Schagen met meer dan gewone plegtigheid gevierd van alle openbare en vele par ticuliere gebouwen wapperde de geliefde driekleur en het scherpschutters-corps paradeerde gedurende bijna twee uren op bet marktplein waarna het door een volbloed scherpschutters ee id op een glas wijn onth«ald werd te 'sGravenhage was de pret nog grooter. Te Glagow heeft een 80 voet hooge schoorsteeu in zijn val een hoi» totaal ver brijzeld vijf inwoners een man en twee kinderen, die te bed lagen werden gedood. Te Werkendam heerschen de mazelen alle hevigst: 120 kindereu lijdeD aan die ziekte en reeds uieer dan 30 zijn er san overleden. De donps-gezinde predikant C. Corver te Groningen is directeur van de gasfabriek te Assen geworden de verandering is grcot, maar toch blijlt hij bij de verlichting. Een dienstmeisje uit Raatndonk oud 17 jaren is te Breda in het huis van arrest gebragt, beschuldigd van moedwillige brandstich ting, waardoor menschenlevens ïn gevaar verkeer den. zij is tot deze misdaad gekomen omdat zij van hare meesteres de vergunning niet kon verkrij gen haren stervenden vader te bezoeken de brand is geblusclit en de straf zal niet zwaar ziju. Te Dalfsen heelt men reeds kievits-eijerei: uitgehaald. Iii de vorige week is te Luik een kind ge boren welk» oogeu in stede van onder het voorhoofddaar boven slaan. Het voorhoofd is echter niet breeder dan de plaats die de oogholten gewoonlijk bes'aai. liet ongelukkige kind bezit voor 'l overiue alle levensvatbaarheid. Bij de loting voor de nationale militie te Leiden kwam een jongeling op op de vrBag of hij reden van vrijstelling had gaf hij ten antwoord dut hij tot heden morgen reden van vrijstelling als eenige zoon had geliad maar dat de hemel hem juist heden morgen die redeu van vrijstelling had ontnomen, aftewijken. Immers kalm te blijven waar een sid derende vriendenhand voor het laatst den hals ont bloot zal nog wel moeijelijker zijn dan wanneer vreemden dit met 'geweld doen. In een ander opzigt nogthans maakt óe dichter een schoon gebruik van dat openrukken des boe zems. Dat openrukken is voor hem niet slechts het wegscheuren der kleederen maar ook het met geweld openen van den boezem zelvenw Het is als of Vondel wilde zeggenzoo de zelfde schendende hand die nu de kleederen losscheurde ook de borst zeiven had open ges heurd dan zou de nogthans een ieder aan dit nu bloot liggend hart gezien hebben dat het in deze veege oogen- blikken even kalm en gelijkmatig als voorheen in blijde dagen, bleef staan. Ga dan voort, o gij scherpregterontbloot die borst, ontbloot dat zoo vaak belasterde en toch altijd zoo edele en opregte hartopdat de blikken van het volk daar in als in een God gewijden tempel mogen rond- wijdeuzoo zal de eer van God en de roem des martelaars volkomen geopenbaard wordén. Maar het treurspel spoedt ten eindewant ziehij knielt. Ach achhij sneeftmet sleep van neder lagen En storting aller plagen. De boom van Duitschland kraakt en siddert overal Van zoo vermaard een val. De slag is gevallen maar voelt gij den va' 1 derlandschen bodem bij den slag niet siddren en i dreunen onder uwe voeten Het vaderland trilt op ziju grondvesten nu de zuil waar het zóóvele i jaren op steunen mogt verbrijzeld was. Zoo bad dan de Godsdienstige en staatkundige twist aa® i het vaderland een zwaarder slag toegebragt dan i al het geweld en de magt van Spanje hadden knnnen Hoen. Maar niet alleen Nederland geheel Europa wordt van huivering aangegrepea bij den val van het eens zoo gevierde hoofd. Van zoo vermaard een val besterft de vreug- de en hope» ij In 't aanschijn van Europe

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1869 | | pagina 2