De koningin der bende. De teregtstelling. Ta Groningen ligt het water in en om de stad geheel digt. Op de vlakten ziet men reeds vele schaatsenrijders. Te Wartenberg is een doodgraver tot 18 maanden gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij zijne varkens voerde met lijken. Zeker heer Raymond, een geacht ingezeten van Parijs, heeft bij olograflsch testament, gede poneerd bij den notaris Delapalme aldaar, een legaat van 800,000 fr. vermaakt aan de on bemiddelde onder-officierenbrigadiers en solda ten der gendarmerie, welke hij als het «bolwerk der beschaving beschouwt./» Een vreeselijk ongeluk is er op den spoor- weg te Kiel nabij Alfen(Noord-Brabant) voorgeval len. Willem Diepstraten, een spoorwegwachter, die voor het aankomen van den trein den hefboom nog wilde sluiten, geraakte nabij zijne woning onder de locomotief, zoodat het hoofd geheel verbrijzeld en zijn ligchaam uit elkander gerukt werd. De keizerlijke prins heeft voor het eerst een sigarette gerookt, die zijn papaNapoleon III hem aangeboden heeft. Die ceremonie, de plaats vervangster van de eertijds gebruikelijke opname in den stand der ridderschapheeft op het hof een levendigen indruk gemaakt. Een der aanwe zigen liet zich door zijne vreugde zelfs tot den uitroep verleiden: «Hij rookt, dus is hij in staat om te regeren. In de vorige week woedde in het gehucht Berg een verschrikkelijkeu brand, die in weinig tijd vier woningen in de asch legde, vier familien van ge heel hunne have beroofde. Slechts drie huizen waren tegen brandschade verzekerd, en juist onstonden de vlammen in dat gebouw dat niet gewaarborgd was. Binnen korten tijd was de braudspuit van Urmond op de plaats des onheils aanwezig. De heeren burgemees ter, A. Claessen en secretaris K. Diris, van Ur mond, wedijverden om de orde [te handhaven enj de noodige ketting te vormen tot het aanbrengen1 van water; de inwoners van Urmond en Berg werkten met onvermoeiden ijver aan het blusschen1 der vlammen; de heer Passue met zijne dochters, de gemeente-veldwachter Smeetsde ambtenaar Durliuger, de heeren Haagmans en Smeijsters en meer anderen, in een woord oud en jong alles bragt bij om het vernielende element in zijnen verderen loop te stuiten. Vooral merkte men op de zoo ijverige broeder Bernardus, uit het klooster der Eerw. heeren pa ters aldaar, die overal tegenwoordig was waar het gevaar dreigde, trouwens, dit is men van dien braven broeder gewoon, die, waar te helpen valt, noch zijn persoon noch het gevaar ontziet. Nog niet! zeide het meisje. Wij hebben nog moed, laat ons op ons geluk vertrouwen. Hoor zij loopen allen naar deze deur. Hier hopeu zij ons te vangen, de gindsche is vrij. En zoo er een hinderlaag is achter gebleven, dan nemen wij den strijd aan en slaan er ons door. Misschien overvallen wij hen nog wel. Weet gij een anderen raad Neen! gij zijt eene flinke meid! Terug dus! maar stil. Zij vlogen weder door den tuin en onder weg gaf Lea hare bevelen. De deur moet in eens open vliegen en in hetzelfde oogenblik dringen wij voort naar alle kanten. Wie in den weg staat, wordt neergestoken. Ik blijf vooraan en ga eerst door de deur.- Naast mij is Zij hield zich in en bezon zichmaar liet er toch opvolgen: Gij, Ferdinand! De jonge man stond aan hare zijde. Zij reikt hem de hand. Met hem degene die goed kan schieten Gij Levi blijft in de achterhoede bij mijn vader en het geld. Mancho, Golzis en Jacob Koppelman hier bij mij! Zij bereikten de deur, luisterden eenige oogen- blikkeu en hoorde aan de andere zijde fluisteren doch het schenen maar twee of drie stemmen te zijn. Ver achter hen waren alle vervolgers bij el kander. Lea zag nog eens rond of al hare gezel len gereed stonden. Zij nam een pistool in de hand. Ferdinand volgde haar voorbeeld. Vlak achter haar stonden Jacob Koppelman en Golzis met een pi- stool in iedere hand, terwijl de reusachtige Schlucber een groot mes omkletnd hield en Lodewijk in de eene hand een pistool en de andere een mes had. Aan deze vereenigde krachten is, het dan ook 1 mogen gelukken verdere rampen en het vernielen der kerk voor te komen, en ware het wenschelijk dat de betrekkelijke maatschappijen van brandver zekering door hunne respectieve agenten hierop werden opmerkzaam gemaakt. Een zeer bijzonder middel om tot bevordering van het onderwijs bij te dragen, is door de russische regering uitgedacht. Voortaan zullen de soldaten bij de garde, wier diensttijd verstreken is, niet ontslagen worden, zoo zij niet op de militaire scholen, waar officieren onderwijs geven, genoegzaam lezen, schrijven en rekenen hebben geleerd. Een burger van Parijs ging even voor bet diner naar huis. Zijn echtgenoote was met de kin deren naar buiten en hij ging slechts naar huis om zich even te kleeden, want hij ging bij een vriend dineeren. Op den trap liep hij echter iemand tegen het lijf met een matras onder de arm. De man scheen zeer verslagen en bedrukt. Onze bur ger kreeg medelijden en vroeg wat hem deerde. Mijnheer, zeide de matrassendrager, is dit de lom bard niet?Wel neen, zeide onze burger, die is een deur verder.Dank u mijnheer! en hij wilde verdergaan. Onze burger was echter nieuws gierig geworden en vroeg hem of hij die matras naar den lombard dragt. Ach, mijnheer! was het antwoord, vraag mij daar toch niet Daar. Mijn kind is ziek en ik heb geen geld om geneesmid delen te knopen. Om ous kind nn genresmiddelen te konnen koopen, verpanden wij onze matras. Het werd onzen burger week om 't hart, toen hij deze ellende hoorde. Behoud uw matras zeide hy en koop hiervoor geneesmiddelen. Meteen stopte hij hem 10 francs in de hand. Onze burger ging na naar boven, kleedde zich haastig aan, ging naar zijn vriend, at en dronk daar met den sinaak dien slechts een goede daad geven kan, kwam laat te huis eu miste bij het naar bed gaan, een.... matras. J1. Zaturdag avond is te Hoogeveen door den nachtwacht opgenomen zekere T., horlogiemaker van beroep, die een zwervend leven eidde en die zoo het scheen verkleumd en verhongerd was. Na dat men hem een kop kofflj had toegediend, gaf hij een gil en was niet meer. Zijne kleeding was allertreurigst en het ongedierte had hem als het ware verteerd. Misbruik vau sterken drank is ook hier weder de oorzaak. Half Europa ligt vol sneeuw. Zoo is bet in Spanje, volgens de Irnrac Bat, zoo te Londeu volgens de Pall Mali Gazette, en in Italië, in bet dal van de Po en in de Apennijnen volgens de Nazione. Terwijl eindelijk de Gazette van Torijn berigt, dat op den spoorweg over den Gén is, een goederentrein door een sneeuwval meegesleept is iu een afgrond. Ongelukkig bevonden zich H personen op dien trein. Zoo zijn tusschen Uri en Bernerland in Zwitserland van 8 jagers, die te zamen in de bergen waren gegaan, twee onder eeu sneeuwval Lodewijk! riep Lea zacht, hier! Wat moet ik Open de deur zoodra ik zeg: nu! maar spring op hetzelfde oogenblik terug opdat ik mijue han den vrij hebbe. Nul De deur vloog open. Daar zijn zij! daar zijn zijl Hier, hier heen! riep men luide. De roovers drongen voort. Geeft u over, of wij schieten 1 riep eene stem, die boven al het geraas uitklonk. Het was die van den baron. Hij stond voor hen met zijne knechts bij zich. Hij stond voor Lea, en, hoewel zij zoo even zijne zaak zoo warm bepleit had, nu ging het om de vrijheid en het leven van haar en vau hem die naast haar stond. Zij rigtte het pistool op den baron en trok den haan over. De baron viel. Er ontstond verwarring onder de zijnen. Zij bukten om hem op te helpen Dit had Lea verwacht en daarom riep zij: Voort! voort nn. Maar Ik ben slechts aan den voet gewondriep de baron. Laat ze niet ontkomen! niet een. De knechts stortten zich nu op de roovers, Pe ter greep Lea aan. Zij greep een tweede pistool en wilde het afschieten, maar hij greep hare hand. Bed mijn kind! riep Isaak. Zelf kon hij niet want hij had het te druk met zijn valies. De architect sprong toe; hij vatte den knecht en rukte hem met reuzenkracht van Lea los. Voortriep hij haar toe. Hij zelf kon niet, want Peter hield hem vast en worstelde met hem. Lea wilde zich op den knecht werpen, maar haar vader sleepte haar met zich voort. Zinuelooze! riep hij, voort, voort! Hij had het geld weggeworpen, om zijn kind te redden, maar zij wilde niet gered worden. Ik blijf bij hem, riep zij. Ferdinand! ik blijf bedolven. Een tijdlang geleden verscheen een boekje van Bernstein, getiteld«Boven Luchten WolkeD," dat duizenden lezers vond en hen bekend maakte met een aantal interessante bijzonderheden betreffende het uitspansel. Die lezers, en met hen allen die gaarne hun kennis vermeerderen, zollen waarschijn lijk met genoegen vernemen, dat thans een waardig tegenhanger van dat geschrift uitgegeven is, getiteld «Onder Lncht en Wolken," en bewerkt door deu Heer G. Cool Pz. naar Dr. Ferdinand Stamm. Dit nieuwe boek behandelt niet de verschijnselen van bet uitspansel, maar het wetenswaardige dat op onze aarde zelve valt op te merken, en doet dit op zoo degelijke eu onderhoudende wijxe, dat het voor zeer velen zonder twijfel eene aangename en tevens nuttige lectuur zal zijn. Het bevat ongeveer 220 bladzijden compressen drnk in groot octavo, en de prijs is slechts f 1.25. Het is dus onder ieders bereik. Onder de romans van den laatsten tijd verdient Tn Verzoeking, door F. W. Robinson, bijzondere belangstelling. Wordt „Grootmoeders Geld", vau denzelfden schrijver, met graagte gelezen, ook dit nieuwe werk zal algemeen voldoen. In treffende too- neelen schetst het de zwakheid der men9chelijka natuur en de wrange vrachten van hartstocht eu misdaad. Maar tevens doet het uitkomen, dat het in verzoeking bezweken menscheDhart nog vatbaar kan blijven voor goede en edele aandoeningen, zelfs als men meenen zon, dat deze geheel waren uitge* roeid. Boeijend van het begin tot het einde, spreekt deze roman tot verstand en bart beide, en menig aandoenlijk en roerend tafreel getuigt van de diepe menschenkennis des schrijvers. In één woord, In Verzoeking is een voortreffelijk boek, dat eiken romanlezer zeer wordt aanbevolen. De beer von Bismarck is, zooals wij reeds met een enkel woord gemeld hebben, dezer dagen i door eene hoogst bedroefende gebeurtenis getroffen. Zijn zoon Herbert, student te Bonn, heeft een i duel gehad met een zijner medestudenten, den zoon van eeu der professoren aan gemelde uuiversiteit. i Zij hebben met den sabel gevochten, de jonge von Bismarck heeft daarbij eenige niet gevaarlijke i houwen iu hoofd eu gelaat bekomen, terwijl zijn tegenpartij, vau wieu door de dagbladen geen woord i is gerept, thans reeds in de koele schaduw van het graf is ter ruste gelegd. Meu beweert, dat de oorzaak van het doel ia geweest eene ligtvasrdige, volgens het verhaal van anderen, eene beleedigende nitdrukking, door den zoon van professor F., betreffende den bondskan selier gebezigd. Een zestienjarig meisje nit den omtrek van Gelsenkchen heeft vóór eenige dagen het ouderlijke huis verlaten om ouder de pauselijke zouaveu dienst te nemen. Om haar doel te kunnen bereiken had zij voor haar vertrek de kleederen van een 1 knaap vau gelijken leeftijd als zij gestolen. De ontstelde ouders hebben zich tot den geestelijke bij u. Levi Hirsch kwam nu den vader te hulp. De anderen waren reeds ver. De vervolgers zonden hen eenige kogels na, maar niemand werd getroffen. De architect worstelde te vergeefs tegen de over- magt. Hij schoot zijn pistool af op den man die hem vast hield. Hij trof goed, want de man viel dood. Toch kwam Ferdinand niet vrij, want ande re vuisten grepen hem aan. Hij was nu te gelijk roover en moordenaar geworden. Het is een half jaar later. In den molen van Wautrop lag alles in diepen slaap, toen te middernacht aan het venster werd geklopt. Helena hoorde het, stond op en wekte haren vader. Er werd weder geklopt. Wie zou zoo kloppen, vader Ik weet het niet kind, antwoordde de moleDaar op een toon, dien wij van hem niet gewoon zijn. Het zal een onde kennis wezen. Dat de molenaar zoo vriendelijk jegens zijne dochter was, is niet te verwonderen. Een paar da gen nadat de dievenbende den verhaalden aanslag op het kasteel gedaan had, was de barones op den molen geweest en had zich lang bij Helena en haar kind opgehouden. Toen zij vertrokken was vertelde Helena haren vader dat de baron met zijne vrouw- verzoend was, en dat haar kiud een lijfrente had gekregen. Voortdurend werd deze rente haar geregeld be taald, waarvan de molenaar een geruster en ge makkelijker leven kon leiden dan door het her bergen der dieven. Hij had evenwel zijne dochter moeten beloven voortaan zich niet meer met de bende te bemoeijen. Deze belofte had hij kunnen volbrengen omdat er na den aanslag niets meer

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1869 | | pagina 2