23
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
M 639.
Ao. 1869.
Dertiende Jaargang.
Waarom zijn de pogingen tot
staatshervorming in 1787
mislukt
SCHAGER COURANT.
Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch wordt
met een bijvoegselbevattende het jongste Schager-
marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen
die zulks verlangen.
Brieven franco aan de uitgeefster.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Paus per jaar 8,Franco per post f 3,60.
Afzonderlijke nummers f 0,0 7|.
Advertenties van een tot vijf regels f 0,75; iedere
regel meerder f 0,15. Groote letters naar de ruimte die
zij beslaan.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een*rots te biên.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
GEMEE.\TE-AFK0\DIGI.\GE>.
BEKENDMAKING.
De Burgemeester van Schagen, herinnert de in
gezetenen aan het bepaalde bij artikel 160 der
politieverordening voor deze gemeente; luidende
als volgt:
Art. 160. De schoorsteenen voor zoo verre die
des zomers gestookt worden, zullen ten minste twee
maal 's jaars in Maart en December moeten wor
den geveegd en schoongemaakt, op de straffen bij
art. 471 No. 1 van l;et wetboek van strafregt
bedreigd.
Smeden, bakkers en anderen, wier beroep een
aanhoudend stoken vordert, zijn verpligt hunne
schoorsteenen en stookplaatsen, om de veertien da
gen behoorlijk te vegen en schoon te houden, ter
beoordeeling van den, door den burgemeester aan
te wijzen, keurder, op de straffen bij artikel 471
no. 1 van het wetboek van strafregt bedreigd.
En brengt tevens ter algemeene kennis dat, in
het begin der maand Januarij e.k. de bedoelde
schoorsteenen zullen worden geschouwd.
Schagen den 21 December 1S69.
De Burgemeester voornoemd,
van Dörnberg Heiden.
H.
Oranje zocht dan hulp bij zijne oude bondge-
nooten, den adel der landprovinciën cn het gemeen
der groote steden. Maar hij vond bij hen alleen
een zwakken steun, de adel hoe vijandig ook an
ders gezind tegen de patricische regeringen der
steden had echter te veel ingezogen van de nieuwe j
begrippen om zich althans niet voor een groot j
gedeelte te scharen aan de zijde der hervormings-
gezinden. De meest ontwikkelden onder den adel
lazen bij voorkeur de voortbrengsels der fransche
letterkunde, de werken der fransche vrijdenkers,
door onzen orthodoxen burgerstand geschuwd
werden door hen met graagte gelezen, in hnn hart
waren de meesten de nieuwere begrippen toege
daan en zoo het grootste gedeelte op de hand
van den prins bleef, geschiedde het meer uit vreeze
om voorregten te verliezen, dan nit staatkundige
gevoelens. Geen wonder dan dat een groot gedeelte j
van den adel zich openlijk aan de partij der patri
otten aansloot, zoo als b.v. de CapelJes, Haersoites
van der Borchs, Pallanda van Zuithem, in Gelder
land en Overijssel, Strik van Linschoten in Gro
ningen enz.
De prins vond een meer onverdeelden steun
bij het gemeen der groote steden, maar ieder zal
beseffen dat deze bondgenoot op den duur meer
nadeel dan voordeel aanbragt. Bij den verjaardag
van den prins of de priDses mogt de volksmenigte
al een weinig rumoerig worden en bij dezen of
genen patriot de glazen inslaan, des anderen daags
was hij wel genoodzaakt om zich aan do burgerij,
waarvan zij leven moest, te onderwerpen en het
eenig gevolg van zulke oploopen was doorgaans
dat deze of gene arme drommel werd gegeeseld
en de naam van Oranje, wien de schuld van zulke
oploopen werd gegeven, meer en meer werd gehaat,
in dezen stand van zaken was de patriottische
partij al vermogend geworden, zij kon doordrijven
wat zij wilde. Zij heeft echter een zeer slecht
gebruik gemaakt van de magt die haar door het
toeval ten deel was gevallen, want gedurende de
3 of 4 jaren dat zij de oppermagtige was, heeft
zij hoegenaamd niets tot stand gebragt. Burger-
veeten en verwarring waren de eenige overblijfsels
die er van hare heerschappij bleven.
Geen wonder dat de tegenpartij op de schitte
rendste wijze triomfeerde, toen zij, bij de rust en
vrede, die hare overwinning aanbragt, kon wijzen
op de beroering, die de verslagene vijanden hadden
veroorzaakt. De patriotische partij had geene ha-
rer beloften nagekomen, geene harer beoogde be
doelingen bereikt, zij bad beloofd meer welvaart
en vrijheid aan de ingezetenen te geven en de
welvaart was grootelijks verminderdde vrijheid
was een herschenschim geworden, zij had getracht
de grenzen tusschen het uitvoerend en wetgevend
gezag beter te regelen en alle orde tusscben beiden
was verbroken, zij had er naar gestreefd om de
democratie te verzoenen met de aristocratie, en
thans stonden beiden als twee gewapende magten
tegen elkander in het harnaszij had gepoogd
onze volksweerbaarheid door het oprigten van ge
wapende genootschappen te verhoogen en onze
jammerlijke onmagt was bij den inval der Fruis-
sen al te zeer aan het licht gekomen. Van wa ir
zulke slechte vruchten van zoo sterk eene inspan
ning, van waar zulke treurige uitkomsten na zulke
goede bedoelingen
Naar ons gevoelen zijn daarvoor vele oorzaken
aan te wijzen, ofschoon al die oorzaken weder voort
spruiten uit feilen, door de patriotische partij be
gaan, mag men haar .toch niet te hard vallen.
Het alles kennen, en alles te vergeven
is nog meer waar in het staatkundige dan in het
bijzondere leven. De mannen van 1784 stonden
geheel onvoorbereid voor de moeijelijkste taak, die
te bedenken valt, namelijk een regelmatig leven
te brengen in eene staatsinrigtingwaarin alhs
van den beginne af zonder regelmaat was geweest.
Daarenboven was voor de leiders der patriotische
partij alles nieuw zij moesten den weg vinden
door een geheel onbekende streek, waar niemand
hun nog was voorgegaan, zonder hefboom moesten
zij bezwaren opheffen, die telkens met vol gewigt
op hen weder neder kwamen zakken. De staats
lieden van den tegen woordigen tijd hebben bijna
niets dan staatsomwentelingen en staatshervormin
gen om zich heen gezien. De ondervinding beeft
hen «rijs moeten makenmaar voor de mannen
van 1784 was alles nieuw. Hadden zij de on
dervinding van de staatslieden uit deu tegenwoor-
digen tijd gehad, zoo zouden zij waarschijnlijk me
nige fout vermeden hebben.
Als een hunnor grootste fouten rekenen wij het
gemis van een bepaald plan, Wel is waar ver
scheen in 1788 een werk, ten titel voerende: Ne-
derlandsche grondwettige herstelling, dat
eene programma der patriotische party behelsde,
maar dat programma was zoo onbepaald, zoo ver
ward, dat men zelfs in de verte er niet uit kon
opmaken, wat zij eigentlijk beoogde.
Men wilde, jal zoo als het heette bij de staats
hervorming, het nadeelige der democratie, het ha
telijke der aristocratie en het nadeelige van een
te onbepaald gezag vermijden, maar met zulke
woorden komt men niet verder als de wijze waarop
dit alles zoude worden tot stand gebragt, gelijk
hier het geval was, bijna niet wordt aangeroerd.
Voor een gedeelte sproot dat onbepaalde en zwevende
uit gebrek aan praktische inzigten, maar gedeelte
lijk bleef men zoo zweven in algemeenheden met
een staatkundig oogmerkde patriotische partij
vreesde namelijk dat het spoedig tot een breuk
tusscheu de beide bestanddeelen, waaruit zij be
stond zoude komen, waaneer zij met een bepaald
plan, volgens welk de stedelijke aristocraten met
beperking in ban gezag werden bedreigd zouden
voor den dag komen. De bervormingsgezinden
gingen zelfs verder en beloofden aan de patricische
families, die zich aan hen aansloten, bestendiging
van gezag; zij offerden alzoo hun hoog oogmerk
aan de zucht om de magtige aristocratie te believeD,
op. Zij bedachten te weinig dat men in staat
kunde, vóór alles een bepaald doel voor oogen
moet hebben en dat men nimmer ter wille vau
een tijdelijken bondgenoot zijn hoofdgedachte mag
prijs geven. Teregt heeft voor eenige jaren onze
Thorbecke het vonnis der veroordeeling uitgespro
ken over de zoogenaamde parasitische politiek, die
zich om ieder belang slingert en levenskracht oh
iedere bijkomende omstandigheid zoekt te znigen.
Hij had, naar wij gelooven in bet treurige lot der
patriotische partij een treffend bewijs voor d« ge
grondheid zijner uitspraak kannen vinden. De
Hemel geve dat het voorbeeld dier partij onze
tijdgenooten steeds als eene waarschuwing voor
oogen moge zweven, dat onze tegenwoordige ber
vormingsgezinden er nit mogen leeren, om niet de
roorgenomene hervorming van het coloniaal bestuur
op te offeren aan de belangen der schatkist en
dat de tegenwoordige oppositie er wierd door te-
ruggebragt van haar toeleg om ter wille van h***
bondgenootschap met de nltramontanen, de hand
having der neutrale school prijs te geven.
In 1784 ontzagen de hervonningsgezinden de
aristocratische partij; echter niet alleen nit staat
kundige oogmerken maar eene als het ware icge-